• No results found

DAN JONES. VaN ROME ToT Rome EEN NIEUWE GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN DAN JONES. VaN ROME ToT Rome EEN NIEUWE GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DAN JONES. VaN ROME ToT Rome EEN NIEUWE GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN DAN JONES. VaN ROME ToT Rome EEN NIEUWE GESCHIEDENIS VAN DE MIDDELEEUWEN"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DAN JONES

EEN NIEUWE GESCHIEDENIS

VAN DE

MIDDELEEUWEN

VaN ROME ToT Rome

JONES DAN

EEN NIEUWE GESCHIEDENIS

VAN DE MIDDELEEUWEN

VaN ROME ToT Rome

© Peter Clark

dan jones (1981) is historicus, journalist, programmamaker en best- sellerauteur. Hij is gespecialiseerd in middeleeuwse geschiedenis en is inter- nationaal een van de populairste histo- rici van deze tijd. Jones schreef tien non-fictieboeken, waarvan er wereld- wijd meer dan een miljoen zijn ver- kocht. In Nederland boekte hij al succes met De Tempeliers, De Kruisvaarders, Vorsten van Albion en Gevecht om de troon.

‘Dan Jones is een klasse apart.’

– Historicus Suzannah Lipscomb

Over Van Rome tot Rome:

‘Een levendige geschiedenis […] [Jones]

is erin geslaagd om ieder belangrijk onderwerp te bespreken. Terwijl elk puzzelstukje op zijn plek valt, komt de moderne wereld geleidelijk aan in beeld.

[…] [Van Rome tot Rome] biedt de lezer een kader om een gecompliceerd onder- werp te begrijpen, en het verhaal van een

essentieel tijdperk in de wereldgeschie- denis wordt met vaardigheid en in een

prettige stijl verteld.’

NEW YORK TIMES

‘Ondanks het uitgebreide onderwerp, voelt Jones’ lezing ontspannen aan doordat hij strooit met eigenaardige

details en geestige anekdotes.’

GUARDIAN

‘Rijken komen en gaan, religies groeien en vallen uiteen, ideeën botsen en ver- mengen zich – 1100 jaar, 16 ingrijpende

hoofdstukken, 700 boeiende pagina’s en… hij doet het gewoon […]

Meesterlijk, krachtig en openhartig.’

– Ed Smith in

NEW STATESMAN

‘Een gedurfde, onderhoudende pagetur- ner. Dan Jones behandelt duizend jaar

geschiedenis met elegantie en verve.’

– Dan Carlin, host van de podcast

HARDCORE HISTORY

‘Een geweldig kleurrijke en meeslepende verhalende geschiedenis […] Dit is nu gewoon de beste populaire

geschiedenis van de middeleeuwen die er is.’

– sunday times

Op 24 augustus 410 werd Rome geplunderd door de Visigoten onder leiding van koning Alarik I. Dit was misschien wel de doodsteek voor het Romeinse Rijk, maar ze zorgde niet voor het einde van de invloed van Rome. Ruim duizend jaar later, in 1527, was de stad opnieuw het doelwit van plunderingen. Deze twee historische gebeurtenissen vormen het begin- en het eindpunt van meer dan een millennium wereldgeschiedenis, een periode die vaak wordt aangeduid als ‘de middeleeuwen’. Deze term, die in de renaissance is ontstaan, heeft een negatieve toon: de periode ervoor – de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk – en de periode erna – de tijd van de ‘wedergeboorte’, waarin werd teruggegrepen op die oude Romeinen – waren beter. Die tussenperiode, de middeleeuwen genoemd, wordt getypeerd als duister, als een tijd van onrust en verval.

In Van Rome tot Rome vertelt Dan Jones het ware verhaal van de middel- eeuwen. In zestien hoofdstukken beschrijft hij ruim duizend jaar wereld- geschiedenis. Van de ‘barbaarse’ rijken en Byzantium tot de islamitische rijken en de Mongolen. Van Attila de Hun en Saladin tot Jeanne d’Arc en Isabella I van Castilië. En van het Roelandslied en de Mabinogion tot de Novgorodkroniek en de Hadith. Jones weet in Van Rome tot Rome op weergaloze en enerverende wijze alles met elkaar in verband te brengen, waardoor niet alleen de middeleeuwen begrijpelijker worden, maar ook de huidige tijd in een breder perspectief gezien kan worden.

‘Een meeslepend en opwindend verhaal tot de laatste bladzijde.’ – international times over Van Rome tot Rome

Genoemd als Boek van het Jaar in The Spectator, New Statesman en Times.

www.omniboek.nl

NUR 684

(2)

1

ROMEINEN

‘Alom… [is] de naam van het Romeinse volk voorwerp van bewondering en ontzag.’

ammianus marcellinus, romeins geschiedschijver en soldaat

Ze verlieten de veilige weg en trokken het ruige terrein in, zeulend met de zware houten kist. Hun armen moeten flink pijn hebben gedaan van het sjouwen, ruim 3 kilometer over oneffen terrein – want de kist, hoewel niet langer dan een meter, was stevig gemaakt, tot de nok gevuld en ver- zegeld met een groot zilveren veerslot. Er waren minstens twee mensen of een kleine kar nodig om hem over enige afstand te verplaatsen, want samen met de inhoud was het gevaarte ongeveer half zo zwaar als een mens.1 Maar de waarde van de inhoud overtrof de kosten van een mens verre. Een slaafgemaakte die van over de Britse Zee (Oceanus Britannicus – tegenwoordig het Kanaal) uit Gallië werd geïmporteerd en op de markten van Londen (Londinium) in klinkende munt werd omgezet, kostte in die dagen misschien 600 denarii – vooropgesteld dat hij of zij fit, jong en of- wel hardwerkend of mooi was. Het was geen klein bedrag: ongeveer twee keer de jaarlijkse wedde van een gewone soldaat.2 Maar hoeveel het ook was, het was ook niets voor een burger uit de elite van het Romeinse Rijk van de vijfde eeuw n.Chr. Het fortuin in de krakende eikenhouten kist waarmee ze over het zacht golvende land trokken, was voldoende om een heel huis vol slaven te kopen.

De kostbare lading bestond uit bijna 600 gouden munten, zogehe- ten solidi. Ze rinkelden tegen 15.000 zilveren siliquae en een paar han- denvol willekeurige bronzen muntjes. De munten droegen de portretten van keizers uit drie dynastieën, met als meest recente de ongelukkige

(3)

18 VAN ROME TOT ROME

usurpator Constantijn III (r. 407/409-411). Tussen de munten lagen nog grotere schatten: een verzameling schitterende gouden halskettingen, ringen en modieuze lichaamskettingen ontworpen om de rondingen van slanke jonge vrouwen te sieren; hangers met gegraveerde geometri- sche patronen en levensechte jachtscènes; tafelgerei, waaronder zilveren lepels en peperpotjes in de vorm van wilde beesten, antieke helden en keizerinnen; elegante toiletartikelen als zilveren oorsmeerschrapers en tandenstokers in de vorm van ibissen met lange nekken; bekers en krui- ken; en een doosje van olifantenivoor – het soort hebbedingetjes dat rijke mannen als Aurelius Ursicinus, wiens naam op veel van de voorwerpen gegraveerd stond, graag kochten voor verfijnde vrouwen als de dame Ju- liane (Iuliane). Een op maat gemaakte armband was gepersonaliseerd met een liefdevolle boodschap die in kleine stripjes geslagen goud was uitge- voerd: VTERE FELIX DOMINA IULIANE (gebruik dit met vreugde, vrouwe Iuliane). Tien zilveren lepels verkondigden de toewijding van de familie aan de jonge maar alomtegenwoordige religie van die tijd: ze droegen elk het symbool dat chi-rho wordt genoemd – een monogram bestaande uit de eerste twee Griekse letters van het woord ‘Christus’. Het symbool zou onmiddellijk worden herkend door medegelovigen, christenen, die deel uitmaakten van een gemeenschap van gelovigen die zich van Brittannië en Ierland (Hibernia) tot Noord-Afrika en het Midden-Oosten uitstrekte.3

De schat aan munten, juwelen en huisraad was zeker niet het hele fa- milievermogen, want Aurelius en Juliane maakten deel uit van de kleine, schatrijke christelijke elite van Brittannië – een stel dat een villa bezat en in dezelfde weelde en luister baadde als andere elites op het vasteland van Europa en in het Middellandse Zeegebied. Maar het was niettemin een belangrijk appeltje voor de dorst, en de familie had zich moeite ge- troost om te bepalen wat er in de kist moest. Dat was ook goed, want de rijke verzameling munten, juwelen en zilverwerk was in feite een soort verzekering. De familie had opdracht gegeven de kist ergens discreet te begraven, terwijl ze afwachtte of de steeds turbulentere politieke ont- wikkelingen in Brittannië tot het instorten van de overheid zouden lei- den, tot sociale onrust of iets ergers. De tijd moest leren wat het lot voor de provincie in petto had. En ondertussen konden de rijkdommen van een vermogende familie het best onder de grond verdwijnen.

De bedrijvigheid van de drukke weg – de verbinding tussen de oos- telijke stad Caister-by-Norwich (Venta Icenorum) en de doorgaande weg van Londen naar Colchester (Camulodunum) – was al lang naar de ach-

(4)

tergrond verdwenen, en de kleine groep met de kist was alleen en buiten het zicht. Ze waren doorgelopen totdat de dichtstbijzijnde stad –Scole – op meer dan 3 kilometer afstand lag. Tevreden met de plek die ze had- den gevonden, zetten ze hun last neer. Ze zullen even hebben uitgerust, misschien zelfs tot de avond. Maar al snel gingen er spaden de bodem in; de grond – een mengeling van klei en zanderig grind – hoopte zich op en er ontstond een ondiepe kuil.4 Ze hoefden niet heel diep te gra- ven – ze zouden geen onnodige inspanningen verrichten waardoor ze in de toekomst alleen maar extra werk hadden. Toen het gat dus nog geen meter diep was, lieten ze de schat er voorzichtig in zakken en begonnen de grond terug te scheppen. De sterke eiken kist met de lepels en het zilverwerk van Aurelius, Julianes verfijnde sieraden en de vele munten verdween, begraven als een grafgift, de kostbare bezittingen die in de al half vergeten dagen van vroegere generaties bij hun dode eigenaar in het graf werden gelegd. De mannen prentten zich de plaats goed in en vertrokken opgelucht en van hun last bevrijd weer in de richting van de weg. Ze zouden op een dag terugkeren, zeiden ze misschien tegen elkaar.

Wanneer? Moeilijk te zeggen. Maar ongetwijfeld zou meester Aurelius hen terugsturen om zijn kostbare goederen weer op te graven zodra de politieke stormen die Brittannië teisterden gingen liggen, de barbaarse invallers die de oostelijke kust met verontrustende regelmaat aanvielen eindelijk waren verdreven en de loyale soldaten van hun oorlogen in Gal- lië waren teruggekeerd. In 409 n.Chr. konden ze niet weten, en hadden ze zich nooit kunnen voorstellen, dat de schat van Aurelius Ursicinus in werkelijkheid bijna 1600 jaar onder de grond zou blijven liggen.*

Begin vijfde eeuw n.Chr. was Brittannië het meest afgelegen deel van het Romeinse Rijk, een supermacht met een glorieuze geschiedenis van meer dan duizend jaar. Rome begon in de ijzertijd als een koninkrijk – traditioneel wordt de oorsprong op 753 v.Chr. gesteld – maar na de rege- ring van zeven koningen (die volgens de Romeinse overlevering steeds tirannieker werden) werd de stadstaat in 509 v.Chr. een republiek. Weer later, in de eerste eeuw v.Chr., werd ook de republiek omvergeworpen en kreeg Rome keizers: eerst heerste er één enkele keizer in Rome, maar later bestuurden vier heersers het rijk tegelijkertijd vanuit hoofdsteden

* De kist is tegenwoordig bekend als de Schat van Hoxne (uitspr. ‘Hoxon’). Hij werd gevonden toen mannen met een metaaldetector in 1992 op zoek waren naar een ver- loren hamer. Tegenwoordig is de schat in het British Museum te zien.

(5)

20 VAN ROME TOT ROME

als Milaan, Ravenna en Constantinopel. De vierde Romeinse keizer, Claudius (r. 41-54 n.Chr.) begon in 43 n.Chr. aan de verovering van Brit- tannië. Hij viel de inheemse volkeren van de eilanden aan met een leger van 20.000 geharde Romeinse legionairs en een oorlogsmachine die zelfs gepantserde olifanten in de gelederen had. Aan het einde van de eerste eeuw was een groot deel van Zuid-Brittannië veroverd, tot aan een mili- taire zone in het noorden die uiteindelijk gemarkeerd werd door de Muur van Hadrianus. Brittannië was niet langer een mysterieus gebied aan de grenzen van de bekende wereld, maar een territorium dat voor een groot deel gepacificeerd was en werd opgenomen in een mediterrane super- staat. Drieënhalve eeuw lang maakte het deel uit van het Romeinse Rijk:

een politieke mastodont die qua omvang, ontwikkeling, militaire kracht en duurzaamheid van dezelfde orde was als de Perzische megastaten van de Parthen en de Sassaniden en het rijk van de Chinese Han-dynastie.

Ammianus Marcellinus, een geschiedschrijver van Griekse afkomst die in de vierde eeuw n.Chr. leefde en schreef, noemde Rome een stad die

‘leven zal zolang er mensen zijn’. Het Romeinse Rijk boog de ‘nekken van woeste volkeren’ en gaf hun ‘wetten (…) als onvergankelijke hoekstenen en plechtankers van de vrijheid’.5

Er zat iets van overdrijving in, maar niet zo heel veel. Ammianus Mar- cellinus was absoluut niet de enige serieuze Romeinse schrijver die Rome en zijn rijk zag als een reeks triomfen die tot in de vage nevelen van de pre- historie teruggingen en zich tot in de oneindigheid zouden voortzetten.6 Dichters en geschiedschrijvers als Vergilius, Horatius, Ovidius en Livius vertolkten de superieure aard van de Romeinse burger en het heldhaftige karakter van de imperiale geschiedenis van de stad. De Aeneïs van Vergi- lius verschafte de Romeinen een magische oorsprongsmythe en verhaalde over een ‘rijk zonder einde’ onder ‘de Romeinen, het heersersvolk, gekleed in een toga’.7 ‘Moedig handelen en dapper dulden, dat is Romeins,’ schreef Livius.8 Vier eeuwen later, zelfs na een buitengewoon bewogen tijdperk waarin het rijk verscheurd werd door burgeroorlogen, usurpatie, moord- aanslagen, invallen, politieke verdeeldheid, epidemieën en een dreigend bankroet, kon Marcellinus nog steeds volhouden dat ‘het mensdom aan alle kusten, in alle hoeken der aarde naar haar [Rome] op [ziet] als gebied- ster en vorstin, en alom zijn het gerespecteerde gezag van de grijze senaat en de naam van het Romeinse volk voorwerp van bewondering en ontzag’.9

Maar een generatie nadat Marcellinus deze lof had gezongen, ver- keerde de westelijke helft van het rijk in een staat van definitieve in-

(6)

storting: Romeinse garnizoenen en politieke heersers verlieten overal gebieden die zij en hun voorgangers sinds het begin van het millennium hadden bezet en overheerst. In Brittannië verdween de heerschappij van de Romeinen in 409-410, en werd nooit hersteld. Het was de schok van Brittanniës abrupte vertrek uit deze pan-Europese unie die de families uit de elite, zoals die van Aurelius Ursicinus en Juliane ertoe bracht hun rijkdommen onder de grond te verbergen, als financiële waarborg die volkomen onbedoeld een glanzende tijdcapsule werd waarin het einde van een tijdperk bewaard bleef. Tegen het einde van de vijfde eeuw be- stond het Romeinse Rijk niet langer in het Westen. Het was, aldus de grote achttiende-eeuwse historicus Edward Gibbon, ‘een revolutie die voor altijd in de herinnering zal blijven, en die nog altijd wordt gevoeld door alle volkeren op aarde’.10

Het verval en de ondergang van het West-Romeinse Rijk is een his- torisch fenomeen dat moderne historici eeuwenlang heeft beziggehou- den, want we dragen de erfenis van Rome nog altijd met ons mee, in taal, landschap, recht en cultuur. En terwijl Rome zelfs in de eenentwintigste eeuw nog tot ons spreekt, was die stem aanzienlijk luider tijdens de mid- deleeuwen – de periode die dit boek chronologisch op een rij wil zetten en onderzoeken. Het einde van het Romeinse Rijk wordt in het volgende hoofdstuk in detail besproken, maar hier richten we ons op de opkomst ervan (of liever, het ontstaan ervan uit de republiek) rond het begin van het eerste millennium, en geven we een beeld van de toestand zoals die onmiddellijk voor de middeleeuwen was. Om het middeleeuwse Westen op de juiste manier te kunnen zien, moeten we ons eerst afvragen hoe en waarom het Eeuwige Rome (Roma aeterna) een rijk kon besturen dat niet alleen drie continenten met elkaar verbond, maar ook een ontelbaar aantal volkeren met hun verschillende religies en tradities en even grote variatie aan talen; een rijk van tribale nomaden, boeren en elites in hun metropolen; een rijk dat zich uitstrekte van de creatieve centra van de antieke beschaving tot de uiteinden van de bekende wereld.

Klimaat en verovering

Romeinen vertelden elkaar graag dat ze de gunst van de goden genoten.

Maar in werkelijkheid waren ze een groot deel van hun geschiedenis ge- zegend met goed weer. Ruwweg van 200 v.Chr. tot 150 n.Chr. – de tijd waarin Rome opbloeide als republiek en keizerrijk – was er sprake van aangename en gunstige klimatologische omstandigheden in het Westen.

(7)

DAN JONES

EEN NIEUWE GESCHIEDENIS

VAN DE

MIDDELEEUWEN

VaN ROME ToT Rome

JONES DAN

EEN NIEUWE GESCHIEDENIS

VAN DE MIDDELEEUWEN

VaN ROME ToT Rome

© Peter Clark

dan jones (1981) is historicus, journalist, programmamaker en best- sellerauteur. Hij is gespecialiseerd in middeleeuwse geschiedenis en is inter- nationaal een van de populairste histo- rici van deze tijd. Jones schreef tien non-fictieboeken, waarvan er wereld- wijd meer dan een miljoen zijn ver- kocht. In Nederland boekte hij al succes met De Tempeliers, De Kruisvaarders, Vorsten van Albion en Gevecht om de troon.

‘Dan Jones is een klasse apart.’

– Historicus Suzannah Lipscomb

Over Van Rome tot Rome:

‘Een levendige geschiedenis […] [Jones]

is erin geslaagd om ieder belangrijk onderwerp te bespreken. Terwijl elk puzzelstukje op zijn plek valt, komt de moderne wereld geleidelijk aan in beeld.

[…] [Van Rome tot Rome] biedt de lezer een kader om een gecompliceerd onder- werp te begrijpen, en het verhaal van een

essentieel tijdperk in de wereldgeschie- denis wordt met vaardigheid en in een

prettige stijl verteld.’

NEW YORK TIMES

‘Ondanks het uitgebreide onderwerp, voelt Jones’ lezing ontspannen aan doordat hij strooit met eigenaardige

details en geestige anekdotes.’

GUARDIAN

‘Rijken komen en gaan, religies groeien en vallen uiteen, ideeën botsen en ver- mengen zich – 1100 jaar, 16 ingrijpende

hoofdstukken, 700 boeiende pagina’s en… hij doet het gewoon […]

Meesterlijk, krachtig en openhartig.’

– Ed Smith in

NEW STATESMAN

‘Een gedurfde, onderhoudende pagetur- ner. Dan Jones behandelt duizend jaar

geschiedenis met elegantie en verve.’

– Dan Carlin, host van de podcast

HARDCORE HISTORY

‘Een geweldig kleurrijke en meeslepende verhalende geschiedenis […] Dit is nu gewoon de beste populaire

geschiedenis van de middeleeuwen die er is.’

– sunday times

Op 24 augustus 410 werd Rome geplunderd door de Visigoten onder leiding van koning Alarik I. Dit was misschien wel de doodsteek voor het Romeinse Rijk, maar ze zorgde niet voor het einde van de invloed van Rome. Ruim duizend jaar later, in 1527, was de stad opnieuw het doelwit van plunderingen. Deze twee historische gebeurtenissen vormen het begin- en het eindpunt van meer dan een millennium wereldgeschiedenis, een periode die vaak wordt aangeduid als ‘de middeleeuwen’. Deze term, die in de renaissance is ontstaan, heeft een negatieve toon: de periode ervoor – de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk – en de periode erna – de tijd van de ‘wedergeboorte’, waarin werd teruggegrepen op die oude Romeinen – waren beter. Die tussenperiode, de middeleeuwen genoemd, wordt getypeerd als duister, als een tijd van onrust en verval.

In Van Rome tot Rome vertelt Dan Jones het ware verhaal van de middel- eeuwen. In zestien hoofdstukken beschrijft hij ruim duizend jaar wereld- geschiedenis. Van de ‘barbaarse’ rijken en Byzantium tot de islamitische rijken en de Mongolen. Van Attila de Hun en Saladin tot Jeanne d’Arc en Isabella I van Castilië. En van het Roelandslied en de Mabinogion tot de Novgorodkroniek en de Hadith. Jones weet in Van Rome tot Rome op weergaloze en enerverende wijze alles met elkaar in verband te brengen, waardoor niet alleen de middeleeuwen begrijpelijker worden, maar ook de huidige tijd in een breder perspectief gezien kan worden.

‘Een meeslepend en opwindend verhaal tot de laatste bladzijde.’ – international times over Van Rome tot Rome

Genoemd als Boek van het Jaar in The Spectator, New Statesman en Times.

www.omniboek.nl

NUR 684

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een laconiek berichtje in de Staatscourant: de Commissie-Abortusvraagstuk (naar haar voorzitter Commissie-Kloosterman genoemd) wordt ontbonden. De regering-Biesheuvel heeft

“How and to what extent did the role of the state change in Germany, the Netherlands, France and Belgium as a result of liberal EU-driven forces as

De wijze meesters en de heren van het Romeinse rijk gingen nu naar de keizer en ze zeiden: ‘Heer keizer, omdat u maar één zoon hebt en omdat hij zou kunnen sterven, zou het

Hij wist dat satan deze machtige stad omkneld hield; toch was hier een kracht, het eenvoudige geloof in Jezus, waardoor God de hoogmoedigsten en de verhardsten kon ten

Het grootste deel van West- en Noord-Europa, de hun aangeboden weldaad van het Evangelie versmaad hebbende, blijft hardnekkig in de openbare godsdienstdwalingen, welke

Ik wil hopen dat ieder die dit artikel leest (in het bijzonder als hij of zij een bijbelgelovige christen belijdt te zijn) het ware evangelie begrepen en ontvangen heeft, en dat

U zult niet begeren de vrouw van uw naaste, noch zijn slaaf, noch zijn slavin, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets wat van uw naaste is. - Wees steeds kuis in

“Als iemand zegt: in de Katholieke Kerk is de Biecht geen werkelijk en eigenlijk sacrament, door Christus onze Heer ingesteld voor de gelovigen, om zo dikwijls als zij, na het