1 8 SEP. 2018
GEMEENTE WESTLAND
WOORDELIJK VERSLAG
van de vergadering van de raad
van de gemeente Westland,
gehouden op 10 juli 2018
GEMEENTE WESTLAND
WOORDELIJK VERSLAG
van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 10 juli 2018, ’s avonds om 19.00 uur, in de raadzaal van de gemeente Westland, locatie Verdilaan 7 te
Naaldwijk.
Aanwezig Voorzitter Raadsgriffier Leden
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven A.P.M.A.F. Bergmans.
A. J. van den Berg, A. de Bloeme, J. Bogaard, A. Bongaards,
P.D. van den Doorn, P.J.L.J. Duijsens, J.J. Eeltink, A.N. van der Eijk- Groeneveld, N.J.M. de Gier, R. van der Giessen, C.D.M. Heijl,
B. M. Hofland, P.N. Hoogerbrugge, C. Huisman, P.D. Immerzeel, J.J.A.C. de Jong, R.K. Keizer, G.W.C. van der Knaap, M.A.J. Leerdam, C. van der Mark, A.P. van der Meer, D. van der Meer, J.J. van Rossum, P. Scheffers-van der Lelij, U.M. Spaans, C.Y. van Staalduinen,
M.D. van der Stelt, M.W.M. Stokkers, K.M. van Tol, J. van Veen, J. Vermeer-de Smit, R.H.C. Valstar, P. Voskamp, J.G.M. Witkamp, W.H. de Zoete-van der Hout, M.H.P.M. Zuidgeest en S.J.N. Zuyderwijk.
Wethouders J.A. Gardien-Reinders, B.P.M. van der Stee, P. Varekamp, P.A. Vreugdenhil, C.M. Zwinkels-de Jong.
Afwezig L.G. Boekestijn, D. van Koppen en wethouder L.K. Snijders,
1. OPENING EN MEDEDELINGEN
De voorzitter: Leden van de raad. Hartelijk welkom. Het is dinsdag 10 juli. Het is 19.00 uur.
Ik stel voor om onze raadsvergadering te beginnen. Ik open hierbij de bijeenkomst. Ik heet ook hartelijk welkom belangstellenden op de publieke tribune, dames en heren van de pers, mevrouw Bloemendaal. En ook Ellen, de dochter van mevrouw Bloemendaal, ook hartelijk welkom.
We hebben afmeldingen van de heer Boekestijn van Westland Verstandig, de heer
Van Koppen van de LPF en wethouder Snijders. Zij zijn allen verhinderd om deze avond hier met ons door te brengen.
Ik zou graag aandacht willen vragen voor het overlijden van de heer Cor Bloemendaal. Hij was raadslid in Monster. Dat is alweer even geleden. En kortgeleden bereikte ons het bericht van zijn overlijden. Vandaar dat mevrouw Bloemendaal en Ellen in ons midden zijn. En ik zou u allen willen vragen hiervoor even te gaan staan.
We hebben kortgeleden het bericht ontvangen dat het Monsterse oud-raadslid, de heer Cornells Marinus Bloemendaal op maandag 4 juni jl. is overleden. Hij is 81 jaar geworden.
Deze geboren Monsternaar is zijn dorp altijd trouw gebleven. Hij genoot lokale bekendheid als dorpssmit. Hij had een smederij annex constructiebedrijf in de Choorstraat. Hij was en stond bekend als een pure vakman. Hij maakte zelfs vitrines voor het Transportmuseum in Londen en werd een echte perfectionist genoemd. Wat niet standaard was kon Cor maken.
Het was een potige en sterke kregel, met een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen, ook na soms zakelijke tegenslagen. Hij bleef daarnaast altijd aan anderen denken. Hij stond te boek als een aimabel en sociaal mens. Menigeen kon zijn verhaal en alles over het reilen en zeilen bij hem kwijt, in zijn grote werkplaats. Geen wonder dat Cor Bloemendaal met al die input uiteindelijk in de gemeenteraad belandde. En naar ik heb mogen begrijpen was het de overbuurvrouw, mevrouw De Wilde, die hem daartoe het laatste zetje gaf. Zijn politieke hart lag bij de VVD, waarvoor hij op 27 juni 1995 aantrad als raadslid. Vanaf dat moment moest hij zijn werk als technisch EHBO'er voor de gemeente staken. Na een korte onderbreking in 2002 keerde hij een jaar later weer terug, en ditmaal als fractievoorzitter.
GEMEENTE WESTLAND
Hij zat samen in de raad met Jos Franken en Marleen van den Berg en was uiteindelijk de leermeester voor zijn opvolger Frank Rijneveen. Cor was altijd rustig, was ook in het
politieke werk serieus en beschikte over een meer dan behoorlijke dossierkennis. Hij staakte zijn actieve politieke carrière na de samenvoeging in 2004 tot één gemeente Westland. Naast raadslid was hij ook lid van de raadscommissie Middelen en de raadscommissie Economische Ontwikkelingen. Daarnaast was hij actief als lid van de algemene vergadering van
aandeelhouders van het Nutsbedrijf Westland en bestuurslid van het zwembad
De Boetzelaer. Dat alles tekende zijn betrokkenheid, zijn actieve houding en zijn inzet voor de lokale samenleving. Maandag 4 juni is Cornelis Marinus Bloemendaal overleden in 's- Gravenzande. Uit respect voor de heer Bloemendaal vraag ik u allen nu enkele ogenblikken stilte in acht te nemen.
Er wordt gedurende enkele ogenblikken stilte in acht genomen.
De voorzitter: Dank u wel.
2. VASTSTELLING VAN DE AGENDA
De voorzitter: Leden van de raad. Ik stel voor om met agendapunt 2 verder te gaan, de vaststelling van de agenda. Zijn daar nog opmerkingen over?
De heer Spaans: Voorzitter. Ik zou graag rondvraag 1 willen intrekken, aangezien wij daar gisteren een uitstekende commissievergadering over gehad hebben.
De voorzitter: Dat is genoteerd. Ik kijk naar andere leden.
De heer Hofland: Voorzitter. Misschien kunnen we punten met insprekers een beetje naar voren trekken als we dat met zijn allen oké vinden. Als zij zich gemeld hebben uiteraard.
De voorzitter: Is dat ook het gevoelen van de raad: als er insprekers zijn om die punten naar voren te halen? Ja of nee? Ja. Dan doen we dat. Akkoord. Hiermee vastgesteld.
En hiermee is deze agenda vastgesteld, met inachtneming van de opmerking van de heer Hofland.
3. SPREEKRECHT VOOR BURGERS
De voorzitter: De heer Koeze heeft zich gemeld en zal spreken in het kader van de
kadernota. Hij wordt gevraagd naar voren te komen en binnen de spreektijd van vier minuten te blijven.
De heer Koeze: Geachte raadsleden en andere aanwezigen. Mijn naam is Erik Koeze, voorzitter van BIZ Winkelcentrum Wateringen. Fijn dat u in uw vergadering vanavond een paar minuten van uw tijd vrij voor ons wilt maken. We willen graag reageren op een punt in de Kadernota 2019 en om daarbij vooral te benadrukken dat wij voortgang wensen te maken in de verbeterplannen voor ons Winkelcentrum Wateringen.
Vooraf wil ik een korte schets geven van ons winkelcentrum. Winkelcentrum Wateringen telt ongeveer 110 winkels/verkooppunten. Het winkelaanbod is divers met nog relatief weinig ketens. Naast winkels voor de dagelijkse boodschappen heeft ons winkelcentrum een
opvallend groot aantal bijzondere en exclusieve speciaalzaken. Structurele leegstand kennen we feítelijk, ook in de afgelopen crisistijden, niet. Nog niet, moet ik zeggen, want we zitten dagelijks in concurrentie met grote winkelcentra als Wateringse Veld, Hoge en Lage Veld, In de Bogaard Rijswijk en de Leyweg. Door haar dorpse, klantvriendelijke en persoonlijke aandacht is Wateringen in staat gebleken ondanks alle ontwikkelingen en groei haar loop naar het winkelcentrum te behouden.
GEMEENTE WESTLAND
Ons winkelend publiek komt ook niet alleen uit Wateringen. Ook inwoners van Kwintsheul, maar zeker uit Rijswijk. Wateringse Veld en Escamp zijn op het Winkelcentrum Wateringen georiënteerd. Wateringen kan dan ook schitterend de springplank naar het overige Westland zijn, zoals al eens eerder geopperd. Hoewel dat allemaal crescendo lijkt, heeft
Winkelcentrum Wateringen wel degelijk een aantal zwakke punten. Ik noem u de belangrijkste: de doorstroming van het verkeer in de Herenstraat, een belangrijke
winkelstraat in ons centrum; de versnipperde parkeerstructuur, de beperkte omvang van het supermarktaanbod en een beperkt terras- en horeca-aanbod en ook geen echte concentratie daarvan. Deze punten zullen u wellicht bekend voorkomen. Dat kan al heel goed, want al vele járen geleden, recentelijk nogmaals in 2015, hebben wij ze bij de politiek onder de aandacht gebracht. Toentertijd is er echter geen enkele reactie, laat staan actie op gevolgd.
Mede omdat het publiek kritischer wordt, aanpalende winkelcentra in Den Haag en Rijswijk niet stil zitten hopen we nu succesvoller te zijn. Wat dat betreft hebben wij daarom ook met plezier in uw Kadernota 2019 gelezen dat u voor dit jaar, 2018, een budget van ê 90.000,00 hebt vrijgemaakt voor een onderzoek naar verbetering in Winkelcentrum Wateringen. Ons plezier wordt echter wat getemperd zodra wij ons realiseren dat 2018 al over de helft is en er nog geen merkbare voortgang is geboekt. Wat ons betreft kan overigens een onderzoek naar verbeteringen ook beter achterwege blijven. De tijd en het budget daarvoor besteden wij liever aan de uitvoering van concrete plannen. Als BIZ Winkelcentrum Wateringen zijn wij namelijk al een aantal járen geleden gestart met het plannen maken voor het wegwerken van de zwakke punten en het uitbouwen van de sterke punten van ons winkelcentrum. De
Retailvisie Westland hebben wij daarbij als vertrekpunt genomen. Een belevingsonderzoek onder de bezoekers van ons winkelcentrum vormt voor ons het richtsnoer. En het overleg met de leden van onze BIZ vormt een belangrijk draagvlak voor onze plannen. Binnenkort bieden wij onze plannen aan aan uw college. Wij willen niet alleen aan de slag, we moeten nu echt stappen maken. We willen er daarom op rekenen dat wij nu, anders dan in 2015, snel met de gemeente Westland om tafel kunnen om concreet te spreken over de uitvoering van onze plannen. Nu is het tijd en het klimaat ervoor. Als we nu weer wachten is er een groot risico ingehaald te worden door ontwikkelingen in winkelcentra in Den Haag en Rijswijk en zijn we geen springplank naar het Westland — om in de metafoor te blijven -, maar een verrotte loopplank. We menen ook dat na de vele aandacht die in de afgelopen járen uit is gegaan naar Naaldwijk, 's-Gravenzande en Monster er meer aandacht voor Wateringen mag zijn. Een winkelcentrum dat in vele onderzoeken het tweede of derde van het Westland wordt
genoemd.
Tot slot wil ik u vragen uw agenda te trekken en daarin woensdag 12 september a.s. tussen 19.30 uur en 21.00 uur te blokken voor een bijeenkomst met onze BIZ. In de bijeenkomst presenteren wij u onze ideeën en plannen voor Winkelcentrum Wateringen. Ook is er dan volop de gelegenheid om met de ondernemers van onze BIZ in gesprek te gaan. Ik hoop u die avond te kunnen spreken. Voor nu bedankt voor uw tijd en uw aandacht.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Koeze. De heer Koeze heeft gesproken over een onderdeel van de kadernota. Is dit voldoende om de kadernota naar voren te halen?
We hebben er wel over besloten om dat te doen. Of zegt u: het was meer een ondersteuning van de kadernota, althans op een onderdeel?
De heer Duiisens: Ik vind het geen probleem.
De voorzitter: Ja. Zullen we er straks naar kijken? Zullen we eerst naar de heer Vooijs luisteren? Die is inmiddels ook op de publieke tribune gaan zitten. Hij is de voorzitter van LTO Glaskracht Westland en zal spreken over tijdelijk wonen, neem ik aan. Mijnheer Vooijs.
U krijgt het woord. Ook binnen de vier minuten alstublieft.
GEMEENTE WESTLAND
De heer Vooiis: Geachte raadsleden. Dank u wel dat ik u eventjes te woord mag staan als voorzitter van de LTO Glaskracht Westland. Dit doe ik naar aanleiding van de motie 'Toestaan wonen tijdelijke arbeidsmigranten op glastuinbouwbedrijven'. En ik wil u meenemen in onze visie daarop. Jaarlijks werken in het Westland gemiddeld 12.000 tot 15.000 tijdelijke arbeidsmigranten. Door de sterke en aantrekkelijke economie is het aantal tijdelijke arbeidsmigranten enorm toegenomen. Bovendien werkt een steeds grotere groep jaarrond in de Westlandse bedrijven. Aan geschikte huisvesting is door deze ontwikkeling een nijpend tekort, waardoor de arbeidsmigranten zichzelf in de andere provincies, zoals Brabant, Utrecht, moeten huisvesten. Dit is voor de Westlandse glastuinbouw absoluut geen wenselijke situatie en daarom moet er in de regio op korte termijn geschikte huisvesting komen voor minimaal 2000 arbeidsmigranten. Dit tekort aan goede huisvesting staat bij iedereen scherp op het netvlies. Voor LTO Glaskracht Westland is het dé reden om samen met de Westlandse Vereniging voor Uitzendbureaus, de WVU en de gemeente Westland in de taskforce Huisvesting Arbeidsmigranten te stappen. Wij willen met elkaar op korte termijn met een oplossing komen voor het gebrek aan goede huisvesting.
Uit een inventarisatie blijkt dat binnen de Westlandse woonkernen onvoldoende geschikte tijdelijke huisvesting voor arbeidsmigranten beschikbaar is. Er zijn veel andere
woningzoekenden naast arbeidsmigranten die ook uitkijken naar betaalbare woonruimte. Om die reden nemen wij nu het voortouw om de huisvesting van onze medewerkers binnen het duurzaam glastuinbouwgebied mogelijk te maken. Wij gaan voor goede huisvesting op kavels dicht bij de woonkernen, zodat arbeidsmigranten eenvoudig gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het centrum en deel uitmaken van onze samenleving, tijdelijke woonruimte de herstructureringsplannen van het duurzaam glastuinbouwgebied niet in de weg staan,
locaties met huisvesting voor meer dan tachtig arbeidsmigranten het mogelijk maakt om een beheerder aan te stellen, huisvesting in het duurzaam glastuinbouwgebied geen beslag legt op de woonruimte in de woonkernen en locaties kunnen worden aangelegd met een goede ontsluiting en voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
De uitwerking van dit plan hebben wij als opdracht aan de ambtelijke organisatie van de gemeente Westland meegegeven. Naar ons inzicht is de ambtelijke organisatie klaar met haar opdracht en staan de wethouders op het punt om u in te lichten over deze ontwikkeling.
Een oud-Hollands gezegde luidt dat je een broedende kip niet moet storen. Wij vragen u dan ook om te wachten met het aannemen van de motie die is ingediend inzake aanpassen nota Tijdelijk wonen in het Westland totdat de verantwoordelijke wethouders met een voorstel komen dat door hen voorbereid is. Ik wens u allen veel wijsheid in de keuze.
De voorzilter: Dank u wel, mijnheer Vooijs. Ik stel u voor de motie in bespreking te brengen.
We hebben het over de motie 16.2 van Westland Verstandig, maar er zijn meerdere
ondertekenaars, volgens mij. GemeenteBelang en de LPF. Drie indieners, althans voor zover ik de motie nu voor mijn neus heb. Tijdelijke arbeidsmigranten in glastuinbouwgebieden. Mag ik het woord geven aan de heer Duijsens?
16.2. MOTIE WESTLAND VERSTANDIG-GBW-LPF INZAKE TIJDELIJK WONEN IN WESTLAND
De heer Duiisens: Een korte toelichting op de motie, die inderdaad ingediend wordt namens Westland Verstandig, GemeenteBelang Westland en de LPF Westland. De motie zag er aanvankelijk wat anders uit. We hebben overleg gevoerd met LTO Glaskracht, mede naar aanleiding van de - vond ik zelf - persoonlijk wat vervelende brief die we vorige week kregen. Er was toch wat reuring tussen degenen die die brieven gestuurd hadden. Er was toch wat fout gegaan. Niet iedereen bedoelde het zo. Naar aanleiding van dat overleg hebben we de motie aangepast en hebben we gezegd dat we die taskforce serieus nemen, maar die moet natuurlijk wel tot iets leiden. De heer Vooijs zei dat de wethouder op het punt staat om allerlei berichtgeving te doen. Ik hoorde net dat het de vraag is of september al gehaald kan worden. Dus vandaar dat wij de motie hebben gekoppeld.
GEMEENTE WESTLAND
Dus het niet meteen invoeren, maar het college moet bij de begrotingsraad, dus in november 2018, met een aanvullende regeling, een verordening of beleidskader komen, waarbij in ieder geval de kleinschalige huisvesting glastuinbouwgebieden op eigen bedrijf mogelijk gemaakt wordt. Wat daaronder begrepen wordt, hebben we duidelijk en goed in de motie omschreven.
En daarvoor die voorwaarden op te nemen die we hebben geformuleerd.
Motie 'Toestaan wonen tijdelijke arbeidsmigranten op glastuinbouwbedrijven’
"De raad van de gemeente Westland in vergadering bijeen op 10 juli 2018;
overwegende:
dat de raad in 2008 een nota heeft aangenomen 'Tijdelijk wonen in de gemeente Westland’
en die nota geamendeerd heeft op 27 juni 2012 waarbij met name CDA en VVD voorstemden en tegen waren LPF, Westland Verstandig, Progressief Westland, ChristenUnie-SGP en het toenmalige LEO 2.0; de teksten van de beleidsnota alsmede van het amendement worden bij deze motie gevoegd;
dat het amendement uitgaat van een aantal uitgangspunten die (sedert 2012) niet gerealiseerd zijn;
dat door het amendement het kleinschalig huisvesten in het glastuinbouwgebied op eigen bedrijf niet verboden is, maar als expliciete mogelijkheid uit de nota is verdwenen;
dat het wenselijk is dat, naast de door de zogenaamde Taskforce genoemde nog niet bekende mogelijkheden in het glastuinbouwgebied zelf, kleinschalige huisvesting glastuinbouwgebied op eigen bedrijf onder voorwaarden mogelijk gemaakt wordt;
dat realisering op korte termijn nodig is, zodat een deel van de problematiek van het niet kunnen huisvesten van arbeidsmigranten in Westland op die wijze opgelost kan worden;
dat een aantal voorwaarden in ieder geval vervuld moeten worden, wil kleinschalig
huisvesten in het glastuinbouwgebied op eigen bedrijf mogelijk zijn. Genoemd kunnen onder meer worden:
- huisvesting volgens SNF-certificering en in gebouwen die los staan van de bedrijfsruimte I kas;
- alleen huisvesten van werknemers die op de betreffende bedrijven werkzaam zijn, direct in loondienst zijn bij de eigenaar van het tuinbouwbedrijf, dan wel via een flexwerkorganisatie die werkzaamheden voor de eigenaar van het glastuinbouwbedrijf uitvoert;
- maximaal aantal te huisvesten seizoenarbeiders te koppelen aan de grootte van het glastuinbouwbedrijf;
- huisvesting alleen wordt toegestaan voor (flex)medewerkers die een contract hebben voor bepaalde tijd;
sprake moet zijn van adequate huisvesting in woonunits. Geen tenten of tourcaravans op eigen bedrijf;
- sprake moet zijn van woonunits met ten minste 10 arbeidsmigranten;
dat de regeling gekoppeld moet worden aan de eventueel daadwerkelijke realisering van tijdelijke huisvesting als gevolg van de inspanningen van de Taskforce;
verzoekt het college:
1. om alsnog te komen uiterlijk voor de Begrotingsraad in november 2018 met een aanvullende regeling I verordening I beleidskader waarbij kleinschalige huisvesting in het glastuinbouwgebied op eigen bedrijf mogelijk gemaakt wordt en daarvoor in ieder geval de voorwaarden mee te nemen zoals in deze motie aangegeven;
2. de vorenstaande regeling in ieder geval te laten voortduren totdat de door de Taskforce aangedragen locatiemogelijkheden tot daadwerkelijke huisvesting van ten minste 2.500 tijdelijke arbeidsmigranten - werkzaam in Westland - heeft geleid;
3. aan glastuinders die gebruikmaken van de regeling zo nodig een tijdelijke
omgevingsvergunning te geven die in ieder geval afloopt 6 maanden nadat het in 2 van deze motie aangegeven doel bereikt is;
gaat over tot de orde van de dag."
(Motie van Westland Verstandig, GemeenteBelang Westland en de LPF)
GEMEENTE
Zuiverder dan dat kunnen we het niet krijgen. Daar wil ik nog één ding aan toevoegen.
Uiteraard zal wethouder mevrouw Zwinkels straks komen met dat de branche en iedereen het zelf gaat oplossen. We hebben vanaf 2011 en 2012 het aan de branche overgelaten.
Uiteindelijk zijn we in de situatie terechtgekomen waarin we nu zitten. En wat is die situatie?
In de dorpskernen worden op een hinderlijke manier arbeidsmigranten gehuisvest. Althans, dat zoeken ze zelf, die uitzendbureaus. En voor de rest is er niets geregeld. Destijds zouden we tweeduizend bedden krijgen in een groot aantal hotels. Maar er is niks van de grond gekomen en ook helemaal niks. Toen hebben we wel, met name op initiatief van het CDA, een amendement gezien om dat uit die regeling te halen, van 2008, want de tweeduizend bedden moesten goed wegkomen. Uiteindelijk hebben we wel de regeling verarmd. Dus hebben we de huisvesting op bedrijven er uitgehaald. De tweeduizend bedden zijn nooit gekomen. Wij vinden nu het moment gekomen, waarom we als partijen al vaker hebben gevraagd, ophouden met die schijnvertoningen. Ofwel gaan we terug naar de oude regeling totdat de oplossing er is, waarover nu hoog wordt opgegeven. En dan komt die tijdelijke huisvesting op de bedrijven weer te vervallen. Een goede zaak, denk ik. Drie partijen willen dat ook. Het valt me tegen van LTO Glaskracht dat ze deze handreiking, waarvan ik dacht dat we het aardig eens waren vrijdag jI., niet aanvaarden.
Ik hoef de motie denk ik niet meer helemaal voor te lezen, ik heb eigenlijk de drie punten al verwoord. De motie is getekend door Westland Verstandig, de LPF en GemeenteBelang Westland. Ik hoop deze straks in stemming te kunnen brengen.
De heer Keizer: Mevrouw de voorzitter. Ik wil aan hetgeen de heer Duijsens zojuist heeft aangegeven nog even toevoegen dat er de afgelopen dagen ook wat opmerkingen over veiligheid zijn gemaakt. Zit die geborgd in de certificering voor de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten?
Waarom mijn fractie toch meegaat met deze motie is het volgende. Ik heb van de week nog een gesprek met wethouder Zwinkels gehad. Eerder is aangegeven dat er zestien locaties zijn; een aantal is door de LTO ingebracht, een aantal door anderen. Niemand weet nog wie dat zijn, behalve een klein clubje ambtenaren en de collegeleden, vermoed ik. Toen gaf de wethouder aan dat van die zestien er ook een aantal voor starters of statushouders kunnen worden benoemd. Daarmee gaat de taskforce Huisvesting arbeidsmigranten verder. Als je het voor andere doelgroepen gaat doen, de heer Witkamp heeft dat volgens mij pas nog gezegd, dan moeten we daarvoor een taskforce Starters oprichten, of op een andere manier. Maar daarmee gaan we het wel weer vertroebelen voor de glastuinbouw om die bedden zo snel mogelijk te realiseren. Als het college daadwerkelijk van plan is een aantal van die locaties anders te gaan bestemmen dan voor huisvesting van arbeidsmigranten, dan zou ik
voorstellen alvast te komen met de locaties die de LTO zelf heeft ingebracht, zodat we echt voortvárend te werk kunnen gaan en daarop wellicht in september alvast een klap kunnen geven, zodat de voorbereidingen voor het volgende seizoen te treffen zijn. Ik hoor zo dadelijk graag van de wethouder of die zestien locaties waarmee men bezig is echt voor huisvesting van arbeidsmigranten zijn of dat er ook voor andere doelgroepen naar die locaties wordt gekeken.
De heer D. van der Meer: Voorzitter. Een beetje historisch besef is ook wel fijn. In 2012 hebben we als toenmalige commissie en raad best wel een goed proces doorlopen. En toen werd daags voor de raadsvergadering het amendement erin gefietst. En ik snap wel dat de heer Duijsens hier schrijft: waar met name het CDA en VVD voor stemden. Maar je stemt voor of tegen. En het amendement werd toen namens GBW door de heer Van Veen
ingebracht. Ik denk dat dat er ook nog wel eventjes nader bij genoemd mag worden. Want zij waren toen voor het amendement. Wij waren daarover toen nogal vrij gepikeerd om het zachtjes uit te drukken. Met elkaar waren we het er vrij unaniem over eens hoe het gedaan moest worden. En te elfder ure kwam er een amendement waardoor de mogelijkheid werd weggenomen.
GEMEENTE WESTLAND
Dus wij waren op zich best wel blij dat de heer Duijsens met deze motie kwam om het weer mogelijk te maken. We hebben ook gesprekken met de LTO gehad. We zijn best wel een heel stuk tot elkaar gekomen. We snappen best wel dat we elkaar niet in de wielen moeten gaan rijden. Daarom hebben we dus expliciet aan de indiener gevraagd om het stukje aangaande de taskforce mee te nemen. Dat we daar elkaar gaan vinden in de uitkomst. Dat we daardoor ook datgene bereiken wat we me zijn allen willen.
Ik zag ook nog een ingezonden brief van de LTO. Ik vind het wel jammer dat die brief onderaan afgesloten wordt met het stukje dat zij graag veilige en nette huisvesting willen.
Maar dat willen wij hier met zijn allen allemaal. Dus ik vond dat een beetje een loze
opmerking. We willen allemaal hetzelfde. We hebben gewoon met het probleem te dealen met elkaar. Wij zien het niet als en/of. Dus of de oplossing van de LTO of deze oplossing.
Volgens mij kun je best een stukje en/en uitvoeren en daar moet je naar kijken.
We hebben ook een verordening erin meegenomen. Er staat nu “regeling verordening beleidskader”. Ik denk dat het gewoon echt een verordening moet worden, met het verzoek aan het college om daarmee dan bij de begroting te komen, zodat we daarin de uitkomsten van de taskforce mee kunnen nemen en dat je dan gewoon met een strak plan komt om het op te lossen.
Ik heb nog wel een vraag aan de heer Duijsens. Volgens mij nog geen twee maanden geleden nam u mijn collega Valster een beetje de maat over integriteit. Hoe zit u in dit punt daarover? Het is redelijk bekend dat u ook raadsman bent van iemand die ook veel mensen huisvest. U neemt graag in het openbaar mensen de maat over integriteit. Ik zeg dus niet dat u niet goed bezig bent. Helemaal niet. Maar ik zou wel graag uw mening daarover willen horen, omdat u ook in het openbaar andere mensen daar de maat over neemt. Dus dat zal ik straks graag willen horen.
De heer Duiìsens: Ik kan daarop wel reageren. Dat is inderdaad algemeen bekend en dat wordt ook niet verborgen gehouden. Kijk, over die kwestie komt niets naar de gemeente of wat dan ook. Maar het kan best zijn dat je als advocaat een klant hebt die dingen doet waar je volledig achter staat. Voordat zij dat al hadden stond ik daar al helemaal achter dat dit de oplossing is als het op een goede manier gebeurt. Als het echt goed gecontroleerd wordt. En het wordt goed gecontroleerd door de gemeente. Ook bij anderen, waar dat het geval is. Los of die dingen er staan of inmiddels weg zijn of wat dan ook. Het maakt allemaal niet uit. In ieder geval maakt het mij niet uit. Ons gaat het om de gedachte dat het probleem opgelost moet worden. Het probleem moet wel opgelost worden door huisvesting bij kwekers, bij de grotere kwekers. Dat moeten niet een of twee kamertjes zijn. Dat is allemaal in de motie ingebouwd, het moet grotere huisvesting zijn. En dat is een oplossing van het probleem.
Maar daarnaast moest de taskforce ook de oplossing bedenken. En als die er komt, dan moet deze oplossing weer wijken.
De heer Eeltink: Bij interruptie. Onthoudt de heer Duijsens zich nu dadelijk wel of niet van stemming, als de motie in stemming gebracht gaat worden?
De heer Duiìsens: Ik onthoud mij niet van stemming. Ik zie geen enkele aanleiding daarvoor.
De heer Zuvderwiik: Mijn vraag was eigenlijk exact hetzelfde. Omdat er onlangs ook zoiets speelde, dat er dus eigenlijk wel gevraagd werd aan een van de leden van het CDA om zich te onthouden van stemming. Het zou de heer Duijsens sieren dat als je advocaat bent van iemand die arbeidshuisvesting doet en zo’n motie indient, dan te zeggen in het kader van integriteit: ik onthoud mij van stemming.
De heer Duijsens: Ik zie daar geen enkele aanleiding voor. Uiteraard doe je als advocaat zaken voor klanten. Maar met deze kwestie heb ik helemaal niets van doen. Als ik een paar handelsconflicten behandel wil niet zeggen dat je alles mag.
GEMEENTE WESTLAND
Ik zie daar geen enkele aanleiding voor. Ik zie geen enkele aanleiding dat ik niet integer zal handelen als ik straks wel een stem zal uitbrengen. Ik zal het ook niet doen.
De heer Zuvderwiik: Ter verheldering dan. U bent raadsman van iemand die
arbeidsmigranten huisvest, in lijn van deze motie. En u zegt: nou, wij zien daar geen
belangenverstrengeling in. Ik vind het prima, maar dan weet ik een beetje waar uw basis ligt.
De heer Duiisens: Jawel. Maar mag ik daar nog even op reageren? Als u straks over de N zoveel, waar u projectleider bent, een stemming moet doen, dan zou u niet eens in de raadzaal mogen zitten?
De heer Zuvderwiik: Dat klopt. Stel je voor dat er voor de N213 iets wordt besloten, waar ik inderdaad belangen bij heb, dan zal ik niet stemmen. En indien er een besloten vergadering is, zal ik vertrekken uit de zaal. Dat klopt.
De heer Hofland: Voorzitter. Het is een onderwerp dat vaker ter sprake komt. Wij kunnen er ons als D66 Westland er niet in vinden. Wij zijn geen voorstander van huisvesting op de locaties.
Waar het denk ik om gaat en dat zie ik eigenlijk als signaal, we zijn nu met die taskforce met een heleboel locaties bezig. Wij spreken de vurige wens uit dat met die locaties haast gemaakt wordt en dat we het komende volgende seizoen stappen gaan zetten. Het is wat ons betreft geen oplossing om bij de baas te huisvesten. Dat is niet goed voor de privacy van de arbeidsmigrant. We zijn momenteel niet in staat om arbeidsomstandigheden goed te
controleren. En dan heb ik er ook geen vertrouwen in dat wij de werk- en
woonomstandigheden goed kunnen controleren. Dus wij zijn hier geen voorstander van. Ik wil de wethouder vragen of zij kan garanderen dat een aantal locaties, begin volgend jaar 2019, in gebruik zijn.
De heer De Gier: Dank u, voorzitter. Wij zullen ook niet meegaan in deze motie. Als mensen blijven moeten ze aanspraak kunnen maken om gewoon in de dorpen te wonen. Voor
kortverblijvenden zijn we nog steeds voor Polenhotels zo dicht mogelijk bij de dorpen en zeker niet bij de werkgever zelf. Natuurlijk zien we wel dat we moeite hebben om voldoende locaties te vinden om tweeduizend bedden te realiseren. Dat betekent dat we heel goed moeten kijken waar we in Westland die locaties kunnen vinden. Maar we zijn tegen units bij tuinders.
De heer Soaans: Voorzitter. Het denken houdt nooit op, dat zien we nu weer. Ik heb de inspreker Vooijs gehoord en dan mogen we toch wel zeggen dat er een trendbreuk plaatsvindt in het denken over het huisvesten van arbeidsmigranten. Dat gebeurt nu op duurzaam glas. Dat is in het verleden toch vaak een puntje geweest, zeg ik eufemistisch. In het verleden heb ik in ieder geval altijd aangegeven dat GroenLinks voorstander is van huisvesten in de kernen, maar tegelijkertijd zijn we ook niet naïef. Het is niet mogelijk om 2500 bedden te realiseren in de kernen. Dus zijn we opgeschoven en richting het standpunt van ook D66: dan zo dicht mogelijk bij de kernen. En zelfs heb ik een motie die nu voorligt, maar dan in een andere vorm, in het verleden gesteund, waarin zelfs om dit urgente
probleem op te lossen huisvesting op de bedrijven onder strenge voorwaarden mogelijk wordt gemaakt. Ik ga dat standpunt nu opschorten, omdat ik vind dat we onze interne organisatie, onze ambtenaren, niet kunnen opzadelen met twee visies. Enerzijds zijn ze nu bezig met standpunten van de taskforce te formuleren. En dan komt er nu een motie en dan moeten ze tegelijkertijd ook deze motie gaan uitwerken. Ik wacht liever tot september, tot we met een verhaal komen dat de wethouder gaat formuleren. Dan maak ik mijn mind op, ik houd nu mijn kaarten nog even tegen de borst wat de steun van de voorliggende motie betreft.
GEMEENTE WESTLAND
En in september hoor ik graag het volstrekt heldere, uitgewerkte voorstel, waarin we inderdaad zo snel mogelijk dit urgente probleem voor het Westland gaan proberen op te lossen.
Mevrouw De Zoete-van der Hout: Voorzitter. Ik sluit me aan bij wat de heer Spaans van GroenLinks zojuist heeft gezegd. We hebben er begrip voor dat er mensen zijn die al zo lang hiermee bezig zijn en die zeggen dat er nu eens wat opgeschoten moeten worden. Maar toch vinden we dat deze motie nu iets te snel komt. En/en is misschien op den duur onder strenge voorwaarden mogelijk, maar laten we eerst wachten tot de taskforce zijn werk heeft gedaan.
Daarvoor komt deze motie gewoon iets te vroeg.
De heer Eeltink: Voorzitter. U zult begrijpen dat wij een motie van de strekking niet steunen.
Je zou het spoor volstrekt bijster zijn. Ik neem u even mee in de motie. In de motie staat dat we met elkaar de deur wijd openzetten voor allerlei initiatieven, zolang er geen 2500 mensen zijn gehuisvest. Wijd open, zolang er geen 2500 mensen zijn gehuisvest. En vervolgens punt 3: en als er dan die 2500 bereikt zijn, dan doen we de deur weer dicht en zeggen we tegen de mensen die het initiatief hebben genomen: "Ach ja, u moet binnen 6 maanden even de boel opridderen.” Oftewel: ik heb net de portacabins besteld, ik heb ze op het erf staan; er staan er een stuk of 5, 6; daar hebben we die mensen in gehuisvest; en vervolgens wordt er gezegd: de politiek heeft zo besloten, laten we het maar zo doen. Dat kan natuurlijk niet werken. Daarnaast ook nog het aspect dat we met elkaar een menswaardige oplossing zoeken voor de huisvesting van onze arbeidsmigranten. Waar gaat dit naartoe? Dit is een veel moeilijker dossier om op die manier handen en voeten te geven dan wanneer we met elkaar naar serieuze huisvestingsmogelijkheden kijken. Maar op het moment dat we deze weg inslaan wordt het vele malen moeilijker om de serieuze opties te gaan benutten. Hoe kijken we aan tegen de Tiendweglocatie, waar een locatie ligt met een grondprijs die een heel ander karakter heeft dan van een tuinbouwlocatie? Hoe kijken we aan tegen de
toekomst van herstructurering? Wij snappen dat de druk ervaren wordt dat die taskforce een keer met iets moet gaan komen. En daarom een vraag aan de wethouder of zij wellicht iets kan melden over de voortgang daarvan, welke besprekingen er wellicht geweest zijn en wat het tijdpad daar is. We zouden de indieners van de motie in overweging willen geven die aan te houden, bij wijze van spreken tot oktober, zodat we wellicht iets in september kunnen vinden van iets dat uit de taskforce kan komen. Dat is een vraag richting de wethouder. Maar steun van deze motie, dan ben je echt het spoor volstrekt bijster.
De heer Zuvderwiik: Voorzitter. Het Westland is een potentiële voedingsbodem voor
arbeidscriminaliteit en ondermijning, met zijn ondernemingslust en bedrijvigheid. Op dit vlak ligt er een heel zware veiligheidstaak voor de gemeente, politie en justitie. VVD Westland maakt zich dan ook keihard voor een vooruitstrevend beleid van het aanpakken van deze vorm van criminaliteit. Goede huisvesting van arbeidsmigranten is dus van belang. Wij zien een goede samenwerking tussen het bedrijfsleven en de gemeente als essentieel om
uitbuiting te voorkomen. Ook zien wij hier een rol voor de LTO Glaskracht. In de werkagenda geeft het college aan met een ontwikkelingsstrategie voor de huisvesting van
arbeidsmigranten te komen. En in juli, punt 17, komt er ook informatie over ondermijning en uitbuiting van arbeidsmigranten. De VVD Westland kijkt hiernaar uit en hoopt dat het nimby- principe (not in my backyard) geen spelbreker wordt. We staan samen met het hele Westland voor een uitdaging. Het zal duidelijk zijn, wij zullen deze motie niet steunen. We hebben vertrouwen in het college op dit punt. Maar wij verwachten wel dat hetgeen in die werkagenda staat ook waargemaakt wordt. Dat betekent in juli en direct na de bouwvak.
Dank.
De voorzitter: De heer Duijsens wil een vraag stellen aan de heer Eeltink.
GEMEENTE
De heer Duiisens: De vraag is aan de heer Eeltink of hij meent dat hier sprake is van een serieus probleem en wat hij dan denkt wanneer die taskforce de eerste woningen laat bouwen. Het CDA heeft vanaf 2011 aan het probleem gewerkt. En waar staan we nu?
We hebben grote problemen. Overal worden we uitgelachen buiten de gemeente Westland dat we het niet voor elkaar krijgen. We hebben een of ander rapport van uitbuiting van hier tot Tokio, wat de heer Zuyderwijk ook zegt. Veroorzaakt door uw partij die nagelaten heeft om hier op tijd iets aan te doen. En dan komt er een concreet voorstel naast de taskforce en nou fakkelt u dat op die manier af. Zeg dan: ik wil het gewoon niet, want mijn wethouder zegt mij van: o jee, CDA-fractie, als je daarmee akkoord gaat, gaat een van mijn heilige koetjes verdrinken.
De heer Eeltink: Voorzitter. Het lijkt nu of de heer Duijsens een visionair is. Want in 2011 zaten we midden in de crisis en hebben we volgens mij zelfs nog meegemaakt dat het de vraag was of het Polenhotel gevuld raakte. Daarna hebben we de crisis achter ons gelaten en hebben we gezien dat de economie aangroeide, dat de arbeidsmigranten met massa’s tegelijk deze kant op kwamen. Dus het is wel een beetje makkelijk om te zeggen dat we al vanaf 2011 stilzitten. Ik ben juist benieuwd hoe we naar de toekomst toe gaan, hoe de wethouder de toekomst ziet. Dan denk ik: wat is nou het doel van zo’n motie op dit moment, om deze motie in te brengen, terwijl we weten dat de taskforce ongeveer bij de finishlijn is qua openheid van zaken? En dan moet deze motie ingebracht worden.
De heer Duiisens: Vanaf 2011 hebben we drie keer per jaar over het probleem van de arbeidsmigrantenhuisvesting gesproken, crisis of geen crisis. Maar dat hebt u waarschijnlijk niet meegemaakt of u hebt het niet meegekeken, maar het is wel gebeurd. En al die járen hebben we er niets aan gedaan. En nu komt u met de taskforce. En weer het liefst
vooruitschuiven: in september wordt het een probleem, zegt de wethouder. Eén locatie van de zestien is al afgeknald en andere locaties zijn inmiddels ook alweer dubieus. Dus wat dat betreft maakt u zich met een dooie mus blij. En u lost niks aan het probleem op met zo’n vaag verhaal dat u nou weer vertelt.
De heer Eeltink: Voorzitter. Ik ga gerust op vakantie als de wethouder mij iets kan aanreiken.
Wethouder mevrouw Zwinkels-de Jona: Voorzitter. Deze discussie geeft maar aan hoe we met elkaar voor een uitdaging staan. Ik moet zeggen dat ik blij ben met deze discussie, want wij willen als college ook verder. Ik begrijp het ongeduld, want er is echt nood aan de man.
We moeten echt met elkaar verder. Dat wil ik eerst gezegd hebben. En we staan samen aan de lat voor deze uitdaging.
Ten eerste wil ik zeggen dat ik in september kom met de eerste stand van zaken naar u toe in de commissievergadering. We hebben net in het bvo overleg gehad en de
ontwikkelstrategie staat voor 5 september geagendeerd. Dat is de eerste toezegging die ik u doe.
Het is zo dat het college in de zomervakantie niet stilzit. We hebben geen reces. Ik heb a.s.
donderdag een overleg en 8 augustus weer een overleg met de taskforce. Dus het proces gaat door. En daarom kan ik u ook toezeggen dat ik 5 september met een notitie naar u toe kom. Ik begrijp ook het ongeduld en begrijp ook de gedachte die bij u speelt. Ik heb de eerste motie gezien, zoals die voor vanavond stond geagendeerd. En ik heb de tweede aangepaste motie gezien. En daarbij laat u zien dat u echt daadwerkelijk meedenkt over wat er moet gebeuren om dit eventueel te realiseren. Dat gaat niet zomaar. We zijn daarin beperkt en dat komt omdat er nogal wat haken en ogen aan zitten. En die ga ik hier niet herhalen, want die zijn hier net in het debat al aangegeven. En dat zijn ook geen nieuwe haken en ogen, die weten we al. En daarom is het zo ingewikkeld om het ook goed te doen.
En daarom heeft mijn voorganger, wethouder Rijneveen, de taskforce in het leven geroepen en is hij daarmee voortvárend aan de slag gegaan.
GEMEENTE
En nu zijn we inderdaad in de afrondende fase. En dat is voor mij reden om u te zeggen de motie te ontraden. Het ding doorkruist het proces waar we keihard met elkaar aan gewerkt hebben, als college, het vorige college en ook nu het huidige college en de betrokken ambtenaren.
Dat vind ik ook naar het proces eigenlijk geen eer doen. En dat vind ik jammer. Dus dat is voor mij de reden om de motie te ontraden.
Het is niet zo dat ik de motie dan volledig naast me neerleg, want er staan zeker argumenten in om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Het proces wat we doorlopen wordt alleen
doorkruist en dat zou jammer zijn. Net heeft de heer Spaans ook al aangegeven of er straks twee visies moeten worden opgewerkt en of die straks ook in de vertraging gaan. Willen we dat? Nee, we willen met elkaar nu stappen zetten. En daartoe roep ik u ook op, om dat samen met ons te doen. We doen het al samen met de LTO en de uitzenders. We doen het samen met de ambtelijke organisatie, waarin mensen zitten die er goed over zijn
geïnformeerd. En dat wordt op het moment wat breder getrokken. En we willen het graag samen met de raad doen. Wij hebben die uitdaging te gaan en we moeten het met elkaar doen. Het is geen kwestie meer van nee-denken, maar van meedenken. En we hopen dat u als raad daarvoor gevoelig ben. Ik zeg u toe dat ik in september met de eerste ontwikkeling op dat gebied naar u toekom.
Ik kan nu nog niet over locaties spreken. We hebben gezegd en ik merk in de motie dat er een stuk zorgvuldigheid en communicatie nodig is. Dat moeten we ook doen. De opmerking dat we het dan op die verschillende locaties wel goed in de gaten kunnen houden, nee, want we hebben geen mensen om het te handhaven. Dus bij dezen zeg ik u dat we die niet kunnen controleren. Dus dat maakt het allemaal wat ingewikkeld.
Ik wil nog even ingaan op wat de heer Keizer zei over locaties. Op meerdere dossiers heeft het college gezegd het in samenhang te bekijken. We hebben echt een paar grote
uitdagingen voor de komende periode en dat komt straks ook echt nog wel terug bij de andere agendapunten. En dat wonen is ook zo'n samenhangdossier. En dat betekent niet dat er straks allemaal locaties afvallen. Dat betekent dat we kijken welke locatie voor welke doelgroep geschikt is. En die 16 locaties gaat in totaal over 3000 bedden. Dus die marge hebben we. Het is zelfs een dynamische lijst van 50 locaties, een groslijst. Dus we zijn niet heel strak gebonden. Dat maakt ook dat we samen met u kunnen kijken welke keuzen we maken. Die 2000 bedden, in de motie staat 2500, misschien halen we dat ook wel, die taakstelling gaan we halen. En dat kunnen we alleen als we dat met elkaar doen. Ook in de communicatie willen we ervoor zorgen dat mensen ook weten dat het goed geregeld is. En dat het not-in-my-backyard-effect daardoor ook weggenomen wordt. Want dat is de insteek van de taskforce geweest: verbindend onderhandelen. Dat is het uitgangspunt. Dat
verbindende ziet men niet alleen bij de inwoners, uitzendorganisaties of de LTO, maar met name ook hier, want hier gaan we de keuzen maken. En ik roep u op om daaraan mee te doen. Tot zover.
De voorzitter: Ik kijk rond of er behoefte is aan een tweede termijn. Iemand zegt al ja, de heer Duijsens.
De heer Duiísens: Dat zijn mooie woorden van de wethouder, maar praatjes vullen geen gaatjes. De taskforce is nu drie maanden bezig en het eerste wat ze zegt is dat we op 5 september met de eerste stand van zaken komen. Dus daarna moet het allemaal nog gebeuren. Dus alsjeblieft, ga door. Dat zal dit jaar in ieder geval tot weinig effect leiden. En wat dat betreft handhaven wij de motie.
De heer Keizer: Mevrouw de voorzitter. Dank aan de wethouder voor haar beantwoording. Ik heb toch nog een paar vragen aan de wethouder. We hebben verleden week een eerste gesprek gehad met mensen van de LTO.
GEMEENTE WESTLAND
Daarna heeft u mij gebeld en heeft u inderdaad aangegeven bij de 16 locaties te kijken of er in samenhang andere zaken, zoals statushouders of starters, gehuisvest kunnen worden. Ik schrok daar in die zin van dat het een taskforce Huisvesting arbeidsmigranten is. Nu gaat u die in samenhang zien. Dat gaat in de vertragende sfeer. Ik heb daarna contact met de heer Vooijs gehad en die wist nog nergens vanaf.
Dus in dat opzicht vind ik het vreemd dat er binnen de gemeente over andere doelgroepen wordt gesproken, terwijl de partner in de taskforce daar nog niet vanaf wist. Die was op dat moment net geïnformeerd door de heer Van der Meer van de LPF-fractie. Waarom pakt u dan niet de door de LTO aangedragen locaties als eerste op en gaat u daarmee aan de slag?
Want daarvan weten we dat die locaties in ieder geval vanuit de glastuinbouw voldoende draagvlak hebben. En dan kunnen we toch veel sneller slagen maken. En als je dan later nog wilt aanvullen met andere locaties, prima.
U zegt dat u in september met een eerste stand van zaken komt. Dat betekent dat we in september naar verwachting nog geen raadsvoorstel hebben. Ik ben benieuwd of alle locaties die genoemd worden en die u in gedachten heeft het zullen halen. Er zal ongetwijfeld
weerstand zijn, maar we hebben inderdaad met elkaar een opgave te doen. Ik zie dan eerlijk gezegd niet zoveel verschil. Als je het nu bij tuinbouwbedrijven die zelf willen huisvesten goed kan organiseren voor die tuinbouwbedrijven zelf, met een goed toezicht in de vorm van certificering en handhaving erop, dan zit dat de herstructurering niet in de weg. Want een glastuinbouwondernemer die wil gaan herstructureren, gaat natuurlijk niet op zijn eigen grond een complex voor vijfjaar neerzetten om zijn eigen herstructurering in de weg te zitten. Dus ik vind dat wat vaag.
Ik hoor graag van u of het inderdaad klopt wat u eerder heeft gezegd, dat er bij die zestien locaties ook gekeken wordt om daar statushouders of starters te huisvesten. Dan vind ik dat echt een andere discussie en dat vervuilt de discussie over huisvesting van
arbeidsmigranten.
De heer D. van der Meer: Voorzitter. Volgens mij hoeft het elkaar niet in de weg te zitten. Ik snap heel goed dat het college heel hard met de taskforce bezig is en dat er binnenkort gegevens naar buiten komen. Daarnaast, voordat je echt op gang bent en die mensen gehuisvest hebt, ben je echt een hele poos verder. En tot die tijd hebben we wel een probleem op te lossen. Dat kun je tijdelijk doen met die arbeidsmigrantenhuisvesting, zoals wij die in de motie ingediend hebben. Die wordt onderbouwd met een verordening, die het college zelf op moet stellen. We zijn niet de eerste gemeente in Nederland die met dit probleem te dealen heeft. Er zijn in het land heel goede verordeningen te vinden, die je best wel voor een heel groot deel over kunt nemen en waardoor je mensen heel goed kunt
huisvesten. Ik ben het ermee eens niet dat soort zaken te willen die het CDA aangeeft. Maar met een heel goede verordening hoeft het elkaar niet te bijten. In de rest van het land is de LTO helemaal niet zo moeilijk gestegen als hier. Maar goed, dat zijn gewoon bepaalde standpunten. Volgens mij hoeft het elkaar niet te bijten.
Het college wordt gevraagd om bij de begroting met een verordening te komen. Als je in september de eerste uitslagen van die taskforce hebt, volgens mij kun je dat in één zucht opwerken. Daţ zijn geen twee verschillende zaken. Het probleem van
arbeidsmigrantenhuisvesting vergt een oplossing van en/en. Dus ik denk datje dat gewoon samen op moet gaan werken, waardoor je de beste oplossing voor het Westland krijgt. Want we hebben hier gewoon een groot probleem. En dan de samenhang waarnaar wordt gekeken.
Als je zestien of vijftig locaties bekijkt en ziet dat er een niet geschikt is voor arbeidsmigrantenhuisvesting, maar waar er eventueel wel wat kan voor onze eigen
Westlandse jongeren, dan moet je daar niet omheen gaan draaien. Dat geeft geen vertraging, maar is gewoon een ander traject. Verleden maand hebben we het hier over de Tiendweg gehad en nu hebben we het hierover. Nu lijkt het net alsof we alleen voor arbeidsmigranten bezig zijn, terwijl we ook gewoon een dijk van een probleem hebben met onze eigen mensen.
Dus juist niet alleen maar strikt naar één ding kijken, maar probeer met een open visie en
GEMEENTE WESTLAND
een verbindende factor samenhang te zien en zodoende de snelste slagen te maken. Dus ik zie niet dat de een het ander in de wielen rijdt, het kan samen optrekken. En de wethouder geeft terecht aan dat die motie echt wel veranderd is. Ik heb best een aantal punten
aangegeven waardoor die motie ook gewoon voor het college werkbaar zou moeten zijn. Dat het college daar niet in meegaat en dat de LTO niet staat te juichen snap ik ook.
Maar het is wel een motie waar je best wel meerdere kanten mee op kan en waar dit college bij de begroting kan laten zien hoe het de oplossing ziet. De voorbeelden in het land zijn goed voorhanden. Ik wil er eventueel nog wel bij helpen om een aantal zaken aan te geven, maar ik denk dat ambtenaren dat zelf ook goed kunnen. Dus volgens mij is het en/en en niet en/of. En daarom blijf ik wel bij de motie, maar wel met een ander geluid dan de heer Duijsens laat horen. Want ik denk dat het gewoon samen kan optrekken en dat het college daar best een kant mee op kan.
De heer De Gier: Voorzitter. Onder druk worden dingen vloeibaar, wordt er altijd gezegd. Nu is het momentum om zaken goed te regelen en de wethouder is daarmee met de taskforce goed bezig. Op het moment dat we nu de grootste druk van de ketel gaan halen door huisvesting bij tuinders toe te staan lopen we het risico dat het gevoel van urgentie verdwijnt. Juist bij partijen die deze motie hebben ingediend, werden in verleden nog wel eens bezwaren geuít dat locaties te dicht bij dorpen waren, in dorpen of op
bedrijventerreinen bij dorpen. Ik ben bang dat als deze motie ten uitvoering wordt gebracht bij alle locaties die we straks gaan bespreken, we dit soort bezwaren weer krijgen. Ik hoop dat we zo snel mogelijk over daadwerkelijke locaties kunnen gaan praten, waarbij iedereen wel rekening houdt met de urgentie die er daadwerkelijk is.
De heer Eeltink: Voorzitter. Ik waardeer de herkenning die ik zie bij de LPF-fractie voor de zorg die wij proberen te uiten. Het is niet zo dat wij totaal uitsluiten dat er op tuinbouwerven ooit iets zou kunnen gebeuren, maar wij zeggen dat we de samenhang willen zien. Dus we zijn heel erg benieuwd waar de taskforce mee gaat komen. En we willen dan in volle omvang per locatie beoordelen wat wel en niet werkbaar is. Misschien denken we iets minder luchtig over de motie, omdat we daarin getallen zien staan, de 2500, de regeling dat mensen het erf weer gelijk leeg moeten ruimen. Dus om die reden geen steun voor de motie, openheid voor wat er gaat komen in volle omvang te beoordelen. Dank voor de erkenning van onze zorgen.
De voorzitter: Dit was de tweede termijn van de zijde van de raad. Het woord is aan de wethouder.
Wethouder mevrouw Zwinkels-de Jono: Dank u wel, voorzitter. Ik kom even terug op de vragen. Ik heb net geduid dat wij ook het wonen in samenhang zien. Arbeidsmigranten en huisvesting is ook gewoon wonen in Westland, alleen is het een ander type wonen dat niet loopt via woningcorporaties die een andere manier van inschrijven kennen. Dus er is een andere soort woning voor nodig. Als wij de locaties gaan delen, zult u zien dat een aantal plekken ook uitstekend geschikt zou kunnen zijn voor andere doelgroepen. De heer Van der Meer geeft terecht aan dat we meer taken hebben te vervullen, dat we in samenhang willen doen. Dit is wel even gedeeld met de taskforce, dat wil ik nog wel melden. Het was
misschien op een later moment dat u de inspreker sprak, maar dit is wel gemeld en daar is ook begrip voor.
Aan de andere kant heeft de LTO ook een stap gezet om huisvesting van arbeidsmigranten toe te staan op glastuinbouwgebied. Dat is terecht gezegd en dat was een hele lange tijd een no go. Ook zij zien de noodzaak en zij geven aan waar ze eventueel de mogelijkheden zien.
Dat betekent dat we met deze motie eigenlijk die stap een beetje tenietdoen, maar we gaan nog een stap verder en gaan het op bedrijven zelf doen. Dat betekent dat je weer in een ander traject komt. Ik ken de genoemde verordening, het beleid dat in Horst aan de Maas vastgesteld is.
GEMEENTE
Elke gemeente kent zo haar eigen uitdagingen en in Westland hebben we nu eenmaal ruimtelijk ook behoorlijk wat uitdagingen. Dat ligt in Horst aan de Maas iets anders.
Ik ben ook blij met de bijdrage van de heer Eeltink, die zegt het ook niet helemaal in beton te gieten. Mijn vraag aan u op dit moment is om de taskforce even de ruimte voor het laatste stuk te geven. Daar zijn we nu mee bezig.
U heeft recht om de motie in te dienen, ik zie straks wat daarmee gebeurt. Ik hoor wel van de indieners wat zij ermee doen. Alleen pleit ik zeer sterk voor eerst de taskforce, eerst het grote beleid.
Wat de heer De Gier aangeeft is zeker niet zonder risico. Als er een andere route gevaren wordt, kan inderdaad dat het proces frustreren.
De heer Keizer: Mevrouw de voorzitter. Mag ik bij interruptie één vraag aan de wethouder stellen? Kunt u aangeven wanneer wij met elkaar in de raad over locaties spreken en daarop een klap kunnen geven? Dat blijft een beetje in de lucht hangen. U vraagt ons om na te denken, geeft u dan concreet aan dat we in september, eind september of begin oktober over locaties spreken. Dan wil ik zo meteen even nadenken wat we met die motie doen.
Wethouder mevrouw Zwinkels-de Jong: Het staat, zoals ik gezegd heb, in september in een commissievergadering op de agenda.
De heer Keizer: U zegt: een stand van zaken. Ik wil gewoon helderheid. Wanneer ligt er besluitvorming hier aan de raad voor, dat we daarmee met elkaar verder kunnen? Dat is de vraag.
Wethouder mevrouw Zwinkels-de Jona: Ik begrijp uw vraag. Ik zeg u dat we dit proces zorgvuldig doorlopen. In september kom ik met de meest actuele stand van zaken. Dat is dan niet dat de taskforce goed bezig is. Dan hoop ik, maar dat ga ik niet hard toezeggen, maar ik kan dat niet zeggen, wat concreter te kunnen zijn, ook wat betreft de locaties. Dat zou kunnen betekenen dat we in de raad van september of oktober daarmee verder zijn. Maar ik kan niet afkaarten dat ik op 5 september al met u over locaties kan praten. Dat kan zijn, want er zijn locaties die heel snel gerealiseerd zouden kunnen worden, maar daar sta ik niet alleen voor aan de lat. Want dat gaat ook over initiatiefnemers, ook over communicatie. Ik wil niet nu het proces forceren op een week of twee weken. Dat zou ik doodzonde vinden, want we zijn hier al lang genoeg mee bezig en nu wil ik het ook goed afmaken. Daarvoor ben ik hier namens het college.
De voorzitter: Ik stel voor om de motie in stemming te brengen.
De heer Spaans: Voorzitter. Bij interruptie nog een vraag voordat de motie in stemming wordt gebracht. Als de motie straks een meerderheid haalt, wat er in zit als ik kan tellen, gaat de wethouder die dan uitvoeren?
De voorzitter: Zullen we eerst een kijken hoe de stemming uitpakt?
De heer D. van der Meer: Voorzitter. Twee minuutjes schorsing voor de stemming alstublieft.
De voorzitter: U wilt schorsing. Hoe lang?
De heer D. van der Meer: Twee minuten,
De voorzitter: Twee minuten. Prima. De vergadering is geschorst.
Schorsing.
GEMEENTE WESTLAND
De voorzitter: Ik stel voor om onze beraadslagingen te hervatten en de heer Van der Meer krijgt het woord.
De heer D. van der Meer: De heer Keizer wil even reageren.
De heer Keizer: Voorzitter. We hebben overlegd met de indieners. We houden de motie aan.
We wachten 5 september af, maar daar dient het college echt met goede informatie te komen waar we verder mee kunnen. Als het dan nog een beetje in het luchtledige blijft, dan zullen we haar alsnog in de raadsvergadering van september indienen. Dan wordt zij met deze verhoudingen in ieder geval aangenomen. We wachten 5 september af. De fractie van Westland Verstandig had haar liever nu in stemming gebracht. Dank dat zij meegaat om de motie aan te houden namens de LPF en GemeenteBelang Westland.
De voorzitter: Dank u wel. Dan hebben we hiermee voldoende de ingediende motie besproken en stel ik voor om weer terug te keren naar de vergaderorde.
4. VASTSTELLING VAN HET WOORDELIJK VERSLAG VAN DE RAADSVERGADERING VAN 12 JUNI 2018
De voorzitter: Het verslag is vastgesteld.
5a. VASTSTELLING VAN DE AFHANDELING VAN DE LIJST MET INGEKOMEN STUKKEN LIS)
5b. KENNISNEMING VAN DE LIJST MET UITGAANDE STUKKEN (LUS) 5c. KENNISNEMING VAN DE LIJST MET VERTROUWELIJKE STUKKEN
5d. KENNISNEMING VAN DE LIJST MET ARTIKEL 42-VRAGEN EN ANTWOORDEN 5e. KENNISNEMING VAN DE LIJST MET ARTIKEL 43-VRAGEN EN ANTWOORDEN
De voorzitter: De punten onder 5a tot en met 5e zijn voor kennisgeving aangenomen en vastgesteld.
BERAADSLAGING EN VASTSTELLING:
6. VOORSTEL TOT AFWIJZING VAN DE AANVRAAG VAN DE STICHTING VOOR ONDERWIJS EN OPVOEDING YUNUS EMRE EN TOT HET ACHTERWEGE LATEN VAN DE VASTSTELLING VAN HET PLAN VAN SCHOLEN 2019-2021
De heer De Gier: Voorzitter. Wij vonden de vorige aanvraag van Yunus Emre beter. Ik begrijp dat ze nog in beroep zijn tegen de hernieuwde beslissing van de minister, dus wie weet. De vergelijking met Heerlen loopt op verschillende punten mank, zoals het college heeft aangetoond. Daar kunnen we het college in volgen. Dus we zullen daarin niet meegaan.
Rest me nog wel te zeggen dat in het verleden in discussies in deze raad werd gezegd dat er geen noodzaak bestaat om een islamitische school te stichten, omdat islamitische kinderen uitstekend op de huidige scholen terechtkunnen, waar rekening met ze wordt gehouden. We hebben een kleine enquête onder de basisscholen gehouden om te kijken of ze aan het meest belangrijke islamitische feest, namelijk het Suikerfeest, aandacht besteden. Tot onze schrik is er echt een zeer, zeer kleine minderheid van scholen die daaraan aandacht
besteedt. De rest zegt katholiek of protestants-christelijk te zijn en er niks aan te doen. Dus ik snap nog steeds de wens van verschillende ouders om alsnog een islamitische school te stichten.
GEMEENTE WESTLAND
De heer Spaans: Voorzitter. Ons standpunt rondom de vrijheid van onderwijs en de aanvraag is duidelijk en dat ga ik ook niet herhalen. Alleen, wij volgen ook het college. De vergelijking met Heerlen gaat op een groot aantal punten mank en op die grond gaan wij mee met het voorstel.
De heer Hofland: Voorzitter. Het is de tweede maal dat Yunus Emre een aanvraag heeft ingediend voor het stichten van een islamitische school. In tegenstelling tot de vorige keer is het voorstel nu van het college om deze aanvraag af te wijzen. D66 is voorstander van het stichten van onderwijs op openbare grondslag, zeker gezien de secularisatie momenteel in de samenleving. De wet schrijft echter voor dat wij de aanvraag moeten testen op basis van een aantal criteria. Als wij naar deze criteria kijken en het collegevoorstel daarin volgen moeten wij helaas ook concluderen dat wij de vergelijking met Heerlen niet aannemelijk vinden. Heerlen heeft een belangstellingspercentage van 3,22. De gemeente Westland beslaat een veel groter gebied zonder aaneengesloten bebouwing, waardoor het onze verwachting is dat niet alle in aanmerking komende leerlingen uit diverse Westlandse dorpen de school zullen bezoeken. Wij denken daarom dus ook dat de prognose van 317 leerlingen in 2019 niet gehaald zal worden. Gelet op de aan de raad gepresenteerde berekeningen zien wij dus geen andere mogelijkheid dan akkoord te gaan met het collegevoorstel en de
aanvraag af te wijzen.
De heer A. van der Meer: Voorzitter. De LPF-fractie vindt dat het college met voldoende argumenten heeft aangetoond dat de aanvraag niet aan de wettelijke eisen voldoet. We ondersteunen daarom het voorstel om het plan niet in te willigen.
Mevrouw Heiil: Ja, wij gaan ook mee in het advies van het college, waarbij op basis van diverse aspecten wordt geconcludeerd dat Heerlen niet vergelijkbaar is met Westland en dat het niet aannemelijk is dat de stichtingsnorm wordt gehaald. Dus ook wij volgen hiermee de lijn die de minister ook al eerder hanteerde en gaan ook ermee akkoord dat het niet wordt opgenomen in een plan van scholen op dit moment.
De voorzitter: Dank u wel. Geen andere sprekers. Dan stel ik voor het voorstel in stemming te brengen. Voorstel tot afwijzen van de aanvraag van de Stichting voor onderwijs en opvoeding Yunus Emre en tot het achterwege laten van de vaststelling van het Plan van scholen 2019-2021. Voor het voorstel is de unanieme raad, zodat het unaniem is aangenomen.
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE INKOOPSTRATEGIE JEUGDHULP 2020
2024
De heer Duiisens: We hebben een amendement op dit voorstel. Wij vinden dat, zolang de discussie over de H-10 en het voortbestaan en voortgaan daarin loopt, deze inkoopstrategie eigenlijk niet vastgesteld moet worden en dat we daarmee moeten wachten. Nou zal er altijd ingekocht worden, zal straks het antwoord zijn. Goed om daar eens over na te denken. Maar deze inkoopstrategie is natuurlijk helemaal op die H-10 gebaseerd.
Daar nog even aan vastkoppelend, ik heb vanmiddag daarover nog een briefje geschreven. Ik zie iets heel vreemds. Het college heeft namelijk over de uitvoering van de motie een mail naar de raadsfracties gestuurd en heeft daarin twee vragen geformuleerd. Volgens mij perfecte vragen, ik had het zelf niet beter kunnen doen. Vervolgens reageerde een aantal fracties. Op 5 juli kregen we vervolgens een memo van de wethouder, die helemaal haaks staat op die eerdere uitnodiging om te reageren. Ineens zullen we binnen de H-10 blijven.
We moeten gaan kijken in welke kaders dat gaat komen. De motie bevat iets heel anders en ik wil van de wethouder horen of dat nou wishful thinking is of ergens fout is gegaan. Ik ga ervan uit dat onderzoek zal plaatsvinden naar hetgeen in de eerdere brief na de
commissievergadering in het college is aangegeven.
Het amendement dienen we samen in met GBW en luidt als volgt:
GEMEENTE
"De raad van de gemeente Westland in vergadering bijeen op 10 juli 2018;
overwegende:
dat inkoopstrategie Jeugdhulp 2020-2024 onlosmakelijk verbonden is met de H10- organisatie;
dat recent in de raad van Westland een motie is aangenomen om te bezien in hoeverre het voor de gemeente beter is om de H-10 te verlaten en op een andere wijze de inkoop te verzorgen;
dat hangende de uitvoering van die motie het natuurlijk niet mogelijk is dat de inkoopstrategie jeugdhulp, zoals die nu voorligt, wordt vastgesteld;
het volgende amendement wordt dan ook voorgesteld:
de Inkoopstrategie 2020-2024 voor kennisgeving aan te nemen en zodra meer duidelijkheid is over de inkoop in de periode 2020-2024 in Westland de inkoopstrategie voor die járen alsnog wordt vastgesteld;
gaat over tot de orde van de dag.”
(Amendement 1 van Westland Verstandig en GemeenteBelang Westland)
De voorzitter: Daarmee is het amendement ook onderdeel geworden van de beraadslagingen en u heeft een ondertekende versie.
Mevrouw Van Tol: Voorzitter. In de commissievergadering hebben wij eigenlijk bijna
hetzelfde gezegd en daarom hebben we ook het amendement mede ondertekend. Wij vonden het niet netjes, na de motie die we eerder hebben ingediend, om nu de strategie al vast te moeten stellen. U heeft ons daarvan proberen te overtuigen door te zeggen: er is onwijze tijdsdruk. Dit is een strategie van 2020 tot 2024 en we hebben het erover of we die in juni 2018 of in september vaststellen. U heeft me er niet van kunnen overtuigen dat die drie maanden het verschil maken. Ik heb toen gepleit het nog niet in de raad te laten komen. Het is hier vanavond, dus uiteraard dienen we het amendement mede in, maar wel heel jammer dat het vanavond wel op de agenda is geplaatst en dat we eigenlijk weer worden gedwongen om bij het kruisje te tekenen.
De heer A. van der Meer: Voorzitter. Vandaag hebben we het over de inkoopstrategie
jeugdzorg. Wat de LPF Westland betreft is er een duidelijk verschil tussen de inkoopstrategie en inkoopbureau H-10. Wat betreft de strategie zijn we blij met het nieuwe uitgangspunt om het resultaat centraal te stellen. Er is aangegeven dat vanwege de nieuwe strategie bij H-10 er consequenties zijn voor financiën, personeel en bedrijfsvoering. U geeft aan dat op dit moment die consequenties nog niet duidelijk zijn. Ook geeft u aan dat de nieuwe
inkoopstrategie een leerstelsel is dat zo nodig zal moeten worden bijgesteld.
Voorzitter. Als wij bij de H-10 blijven, dan willen we op tijd van die genoemde consequenties op de hoogte gehouden worden, zodat we niet in een later stadium voor verrassingen komen te staan. Wat ons betreft hoeft de inkoop jeugdzorg niet als vanzelfsprekend door H-10 te worden uitgevoerd. Daarom hebben we de motie op 12 juni mee ingediend om zo te kijken hoe het inkoopbureau H-10 functioneert. Aan de hand van die uitslag kunnen we dan kijken of het niet beter is een andere oplossing te kiezen dan in te kopen van jeugdzorg via inkoopbureau H-10. Het kan echter niet zo zijn dat als we nu akkoord gaan met de
voorliggende strategie we straks te horen krijgen dat we straks ook indirect instemmen met inkoopbureau H-10. Ik geef nogmaals aan dat we dit later willen bepalen als de resultaten van het onderzoek naar H-10 bekend zijn. Het uitstappen uit de H-10 blijft wat ons betreft dan ook gewoon een optie. De LPF Westland is altijd kritisch geweest op het werk van het inkoopbureau en dat hebben we onderstreept door de motie mee in te dienen. We wachten dan ook met veel belangstelling de uitslag van het onderzoek af.
Een vraag voor de wethouder. Kan de wethouder aangeven dat instemming met de strategie niet betekent dat we dan ook instemmen met de uitvoering ervan door inkoopbureau H-10?
Als het namelijk zo is, dan is het amendement van Westland Verstandig wat ons betreft overbodig en kunnen we instemmen met de strategie.
IGEMEENTE WEST LAND
De heer Spaans: Voorzitter. Het is een maand geleden dat we hier met elkaar spraken over deze problematiek. Ik heb toen, dat weet ik nog goed, aangegeven aan deze wethouder: dus u vraagt ons om bij het kruisje te tekenen? Ik heb hem dat letterlijk gevraagd. Toen werd een motie aangenomen om te onderzoeken wat de alternatieven zouden kunnen zijn. En ik heb ook toen de handreiking gedaan: wethouder, dit is absoluut geen destructieve motie.
Ik citeer mezelf. Ik vind het daarom bijna stuitend dat we nu toch bij het kruisje moeten tekenen. Ik vind dat niet kunnen, als je dat aan de voorkant een maand geleden vraagt, dat er nu gevraagd wordt om in te stemmen met een strategie die meerdere járen, van 2020 tot 2024, opgeld gaat doen. Ik vind dat niet kunnen, temeer omdat de motie gewoon vraagt: kom met alternatieven daarvoor. En als we nu instemmen met deze strategie van 2020-2024, dan hebben we gewoon heel simpel weer voor de zoveelste keer bij het kruisje getekend. Ik steun van harte het amendement van de heer Duijsens. Helaas.
Mevrouw De Zoete-van de Hout: Voorzitter. Ik heb wat opmerkingen, waarvan een deel misschien beter bij de kadernota zou passen, maar aangezien de dingen zo sterk samenhangen zou ik het graag bij allebei naar voren brengen. Dank u wel.
Voorzitter. We leven in een ingewikkelde maatschappij die heel moeilijk is voor kinderen. Er worden aan kinderen heel hoge eisen gesteld en er is weinig acceptatie voor eventuele afwijking van de norm, wie die norm dan ook stelt. Een kind dat een kleine afwijking heeft wordt al snel opgegeven voor therapie, terwijl er misschien in sommige gevallen beter gewerkt zou kunnen worden aan het in balans brengen van het kind en het systeem
eromheen. De inkoopstrategie, die voor ons ligt, is gericht op uitkomst. Dat staat ook in de kadernota. In tegenstelling tot de p-maal-q-systematiek. Dat vinden we goed. Maar die inkoopstrategie is wel heel erg gericht op de H-10, terwijl de H4 misschien passender zorg zou kunnen bieden. Bovendien is die inkoopstrategie ook erg gericht op afwijking van de norm als ziekte. Als je op bladzijde 9 kijkt, het eerste plaatje, dan zie je daar niets van de familie, niets van het systeem rond het kind, maar je ziet een team, een huisarts, een
specialist en ga zo maar door. En volgens mij en ons is dat een verkeerde insteek. Het gezin rondom het kind is het eerste aan zet. Soms zijn er bij een kind heel grote problemen. En die grote problemen moeten dan heel groots worden aangepakt, ook als dat heel veel geld kost.
Dan valt er nog wat te vertellen over grote organisaties, die veel te duur betaalde toppen hebben en zo. Maar goed, dat is nu even niet aan de orde. Dat zijn de grote problemen. Het grootste deel zijn veel kleinere problemen en dan komt het op balans aan. Die balans kan enorm worden gestimuleerd door het inzetten van eigenkrachtconferenties. En ik heb
gekeken in het Westland of dergelijke conferenties worden ingezet, zoals die in Rotterdam al vele járen succesvol zijn. Waarschijnlijk zal hier gezegd worden: onze eigen teams
stimuleren het eigen systeem van het kind. Alleen ben ik dat niet tegengekomen, het staat niet in het plaatje. En zelfs als ze dat doen is het maar de vraag of ze dat net zo goed kunnen als mensen van de Eigen Krachtcentrale, die daarin gespecialiseerd zijn. Dat is het eerste dat ik wil meegeven.
Het tweede dat ik wil meegeven, is dat wij als maatschappij, als Westland en Westlanders eigenlijk ook een beetje heropgevoed moeten worden. Er is onlangs een mooi voorbeeld geweest van de John Blankenstein Foundation dat allerwege werd gesteund. Kinderen moeten leren om kinderen of mensen die wat afwijken van wat zij normaal vinden ook te accepteren. Wij zouden als maatschappij ook moet leren accepteren om kinderen die op een andere manier wat afwijken te accepteren. En dat we leren hoe we daarmee om moeten gaan. Dat bijvoorbeeld kinderen die adhd hebben extra behoefte hebben aan structuur. En dat we hen die dan ook liefdevol bieden. En dat drank voor zulke kinderen nog veel slechter is dan voor alle andere kinderen. Als we dat met elkaar zouden gaan beseffen, dan zouden wij een hele stap vooruit zijn. Dank u wel.
De heer De Gier: Voorzitter. In de commissievergadering heb ik ook een beroep gedaan op het historisch besef van de andere fracties, omdat we volgens mij al tweeënhalfjaar bezig zijn om te komen tot deze inkoopstrategie. Deze inkoopstrategie is iets dat deze raad eigenlijk al vanaf het moment dat we een sociaal beleidskader hebben vastgesteld, wilden zien, want we wilden niet gaan sturen op volume, maar op prestaties.
GEMEENTE WESTLAND
Ik ben dan ook zeer blij met deze inkoopstrategie en verwacht eigenlijk dan ook dat de raad deze ook zal steunen. Het is jammer dat dat nu verbonden wordt aan het inkoopbureau H-10.
Want zelfs als we bij H-10 weggaan zullen we een alternatief moeten bedenken die deze inkoopstrategie kan uitvoeren, omdat dit de inkoopstrategie is waarvoor wij altijd hebben gepleit. Dus ik zou van de andere fracties wel eens willen weten waarom hun visie op de inkoopstrategie dan zou veranderen als we naar een andere manier van inkoop gaan.
Mevrouw Van der Eiik-Groeneveid: Mevrouw de voorzitter. Voor ons ligt de Inkoopstrategie jeugdhulp Westland. Het stuk is inderdaad meerdere keren benoemd en uitvoerig al
besproken door de commissie. De nu voorliggende inkoopstrategie stelt de jeugdzorg op resultaat centraal. In het verleden was dit juist versnipperde zorg, maar nu wordt er door middel van deze strategie gestuurd op outcome en dus op resultaat voor de kinderen. Hoe mooi is dat? Deze inkoopstrategie gaat zich onderscheiden op resultaat en niet op kosten.
Dat is wat ons betreft wat precies ten goede komt aan kinderen. Uiteraard moeten we kritisch blijven op de uitgaven en uiteraard kijken of zaken beter kunnen. En als het goedkoper kan, dat blijkt uit onderzoek, moeten we hier zeker kritisch naar kijken.
Het voorstel dat nu voorligt, is gericht op samenwerking en gericht op de juiste zorg op het juiste moment, met het juiste resultaat voor het kind en het gezin, zoals mevrouw De Zoete net ook aangaf. Zorg dicht bij het kind met hierin een koppeling naar andere domeinen. Denk aan onderwijs en de Participatiewet. Wat betreft het CDA is dit precies waar het om gaat en kijken we uit naar de implementatiefase, waarin een uitwerking gaat komen van de processen en ook de financiën. Het CDA steunt deze inkoopstrategie van harte. Kritisch blijven is prima en altijd kijken of het beter kan, maar voor nu zullen we dit voorstel vanuit het CDA steunen.
Mevrouw Van der Knaap; Voorzitter. De VVD-fractie Westland is akkoord met dit voorstel. De Inkoopstrategie 2020-2024 sluit aan bij hetgeen eerder in de vorige raadsperiode door de raad is vastgesteld in het Sociaal Beleidskader en is ook in lijn met hetgeen eerder is besproken door werkgroepen en in commissievergaderingen. Bij inkoop van jeugdzorg staat maar één ding voorop. Dat is het belang van het kind en dat vinden volgens mij alle
raadsleden. Een kind in Westland dat zorg nodig heeft moet die zorg zo snel mogelijk en zo goed mogelijk krijgen. Het moet zorg zijn waar je wat aan hebt. Dat is ook wat onze fractie in 2014, 2015, 2016 en 2017 heeft gezegd: zorg waar je wat aan hebt. Dat wil zeggen dat je van tevoren met het kind en de ouders om de tafel gaat om af te stemmen met de
hulpverlener wat het kind en die ouders graag willen wat met die hulp wordt bereikt.
Bijvoorbeeld dat een kind zelfstandiger of zelfredzamer gaat worden. En dan is het fijn dat je na een jaar kunt zeggen dat de verleende hulp daaraan echt heeft bijgedragen. Dat het kind echt wat aan die hulp heeft gehad. En wij zijn van mening dat dit met die inkoopstrategie precies beoogd wordt.
Daarnaast loopt er natuurlijk een traject met een motie inzake de H-10. Er is 6 50.000,00 vrijgemaakt - zie de kadernota - voor onderzoek naar de mogelijkheden en onmogelijkheden om binnen de regio samen te werken. Dit staat wat ons betreft los van de inkoopstrategie.
Een inkoopstrategie heb je immers ook nodig als je uit de H-10 stapt. Voor alle duidelijkheid, kan de wethouder toezeggen dat indien uit het onderzoek blijkt dat we inderdaad beter een ander samenwerkingsverband kunnen kiezen dan de huidige H-10, het dan ook mogelijk is zonder te wachten tot 2024? Dus dat die loskoppeling er is. Dat we niet tot 2024 vastzitten, maar dat je tussentijds kunt wijzigen als uit onderzoek blijkt dat dat nodig is.
Verder is door de commissie en de raad ook veel over de kleine zorgaanbieders gesproken.
De positie en de toetredingsmogelijkheden van de kleine aanbieders wordt verbeterd in de nieuwe inkoopstrategie, zoals we hebben kunnen vernemen in de commissievergadering. Kan de wethouder nog aangeven of het voor de kleine aanbieders dan ook mogelijk wordt om bijvoorbeeld per kalenderjaar in te stappen in plaats van eenmaal per vier jaar?
Wat betreft de motie van Westland Verstandig, als de wethouder de eerder gevraagde toezegging kan doen, is dat wat ons betreft voldoende.
