• No results found

Inspectierapport De Hooiberg (BSO) Odysseestraat WR ALMERE Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Hooiberg (BSO) Odysseestraat WR ALMERE Registratienummer"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Hooiberg (BSO) Odysseestraat 51 1363WR ALMERE

Registratienummer 117120364

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Almere

Datum inspectie: 21-04-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 19-05-2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Accommodatie en inrichting ... 8

Inspectie-items ... 9

Gegevens voorziening ... 12

Gegevens toezicht ... 12

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 13

(3)

3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Algemene informatie

BSO De Hooiberg is een onderdeel van KinderCentrum Almere. Het KinderCentrum bestaat uit KDV De Boerderij, BSO De Hooiberg en Sport BSO De Hooiberg. Deze drie vestigingen zijn allemaal te vinden in Almere Poort. In Lelystad is in 2015 de Zwem-BSO geopend. BSO De Hooiberg was tot 2014 gehuisvest bij KDV De Boerderij. Hierna betrok de BSO een eigen pand. BSO De Hooiberg biedt opvang aan maximaal 40 kinderen van 4 tot en met 12 jaar in twee basisgroepen.

Inspectiegeschiedenis

• 10-12-2013 - inspectie voor registratie, opnamen in het LRKP

• 17-03-2014 - inspectie na registratie, na overleg en overreding geen constateringen Huidige inspectie

De huidige reguliere jaarlijkse inspectie werd onaangekondigd uitgevoerd op 21 april 2015.

Er werd vooral gekeken naar de situatie in de praktijk op de BSO. De pedagogische praktijk en de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid werd geobserveerd op de groep. Ook werden diploma's en verklaringen omtrent het gedrag (VOG's) beoordeeld.

Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden.

De inhoud van het pedagogische beleidsplan maakt geen onderdeel uit van dit onderzoek, dat zich met name op de situatie in de praktijk richt.

Pedagogische praktijk

De observatie van de pedagogische praktijk vond plaats op de groepen en de buitenspeelplaats van de BSO. De kinderen speelden vrij in de binnen- en buitenruimte.

De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan

De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan.

Emotionele veiligheid

"De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven

complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft."

Observatie: De sfeer op de groep is open en ontspannen. Er worden grapjes gemaakt met de kinderen en samen gelachen. Een beroepskracht springt touwtje met een groepje kinderen. Dat is best moeilijk en een kind gaat een paar keer snel 'af'. De beroepskracht lacht naar het kind en zegt bemoedigend: "Goed geprobeerd hoor!" De beroepskrachten hebben oog voor al de kinderen, ook de wat stillere. Zij worden gezien en als ze willen bij het spel betrokken.

Persoonlijke competentie

"Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde individuele en groepsactiviteiten.

De activiteiten zijn gevarieerd en bieden zowel rustmomenten als actieve uitdaging."

Observatie: De kinderen kiezen zelf wat zij die middag willen doen. De beroepskrachten bieden een paar activiteiten aan. Een beroepskracht springt buiten touwtje en een andere beroepskracht speelt binnen een rustig gezelschapsspel met een groepje kinderen. De kinderen die dit willen, kunnen zich hierbij aan sluiten. Ook spelen er kleine groepjes kinderen bij de trampoline, binnen met bouwmateriaal en zo meer. De groepsruimtes zijn zodanig ingericht dat individuele kinderen of groepjes die elkaar opzoeken rust kunnen zoeken voor een spel of juist actief kunnen spelen.

Sociale competentie

"De beroepskrachten dragen uit en leven voor, dat de inbreng van alle kinderen - en henzelf – er toe doet. Zij leren kinderen elkaar te accepteren en te respecteren."

Observatie: Tijdens het spelen vragen de beroepskrachten ook aan de kinderen wat zij willen doen.

Zo kunnen kinderen hun ideeën over welk touwspringspelletje zij willen doen uiten. De andere kinderen mogen hier hun mening over geven, maar de beroepskracht respecteert ieders ideeën en iedereen krijgt de kans het spel van zijn of haar zin eens voor te doen of voor te zingen. De beroepskracht maakt duidelijk dat je best iets niet leuk mag vinden, maar dat er geen kinderen uitgelachen worden.

(5)

5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE Normen en waarden

"De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Het is voor de kinderen duidelijk wat de consequenties zijn als zij de afspraken negeren of overtreden."

Een paar jongens zijn op de buitenspeelplaats te ruw bezig en ondanks een paar waarschuwingen gaan zij hiermee door. De beroepskracht grijpt in en zet twee van de jongens apart binnen op een stoel. De kinderen zijn duidelijk bekend met de afspraken bij overtredingen van de regels en ondanks protest accepteren zij de 'straf' wel. Na een korte tijd komt de beroepskracht bij hen terug en bespreekt met hen een voor een wat er is gebeurd en waarom hij ze apart heeft gezet. Hierna kan het spel worden hervat.

De pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

• Observaties (op de groep)

• Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar, december 2014

(6)

Personeel en groepen

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG's), passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Ook gelden eisen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio).

Verklaring omtrent het gedrag

De vier aanwezige beroepskrachten zijn in het bezit van een VOG die aan de eisen voldoet.

Ook de houder heeft een recente VOG.

Passende beroepskwalificatie

De aanwezige beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

Op BSO De Hooiberg worden de kinderen opgevangen in twee basisgroepen ingedeeld naar leeftijd.

Op de begane grond hebben de oudste kinderen van ongeveer 8-13 jaar hun groepsruimte.

Op de eerste verdieping bevindt zich de groepsruimte van de jongere kinderen van 4-8 jaar.

Beide basisgroepen bestaan uit maximaal 20 kinderen. De kinderen maken gebruik van alle groepsruimtes in De Hooiberg.

Tijdens het inspectiebezoek speelden alle kinderen buiten en beneden in de groepsruimtes.

Er waren in totaal 34 kinderen van 4-13 jaar aanwezig.

De opvang in groepen voldoet aan de voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens de inspectie waren er 34 kinderen aanwezig van 4-13 jaar oud. Zij werden begeleid door 4 beroepskrachten. Hiermee werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan.

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

De voorgeschreven voertaal - Nederlands - wordt gebruikt.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder)

• Interview anderen (beroepskrachten)

• Observaties (op de groep)

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Diploma's beroepskrachten

• Presentielijsten

(7)

7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE

Veiligheid en gezondheid

Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico inventarisatie en de meldcode kindermishandeling.

Dit onderzoek richt zich op de uitvoering van het veiligheid- en gezondheidsbeleid in de dagelijkse praktijk.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn recentelijk opnieuw uitgevoerd.

De beroepskrachten handelen naar de afspraken die terug te vinden zijn in het plan van aanpak.

Dit blijkt onder meer uit de volgende observaties:

• Groepsruimtes en sanitair ogen schoon

• Zeepdispensers en handdoeken zijn overal aanwezig

• De koelkast is schoon en op de juiste temperatuur

• Warm eten wordt ter plekke vers gekookt

• Het warme eten wordt na het koken op temperatuur gehouden in warmhoudschalen tot aan het eten

• Tijdens het buiten spelen hebben de beroepskrachten aandacht voor veiligheid bijvoorbeeld bij de trampoline

De uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid voldoet aan de voorwaarden.

Meldcode kindermishandeling

De Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de brancheorganisatie kinderopvang (juli 2013) wordt gebruikt. De beroepskracht geeft aan bekend te zijn met de inhoud van de meldcode.

Zij kan signalen noemen die kunnen duiden op kindermishandeling en weet wie de aandachtfunctionaris is binnen KinderCentrum Almere.

De meldcode kindermishandeling voldoet aan de voorwaarden.

Gebruikte bronnen:

• Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder)

• Interview anderen (beroepskrachten)

• Observaties (op de groep)

• Meldcode kindermishandeling

(8)

Accommodatie en inrichting

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte en de buitenspeelruimte.

Binnenruimte

BSO De Hooiberg is gehuisvest in een nieuw gebouwd pand in boerderijstijl. Zowel beneden als boven op de eerste verdieping zijn twee ruime groepsruimtes aanwezig. De binnenruimte is ingericht naar de leeftijd van de op te vangen kinderen.

In de groep voor de kinderen tot ongeveer 8 jaar is onder andere een poppenhoekje, een keukentje en er zijn spellen, handpoppen, lego, boeken, een treinbaan en muziek aanwezig.

De groepsruimte voor de kinderen van ongeveer 8 tot 13 jaar is onder andere voorzien van stripboeken, spellen, soldaatjes, knutselmaterialen en een Wii spelcomputer.

Op de begane grond is ook de gezamenlijke woonkeuken met ruimte om te eten aan tafel en aan de bar en een zithoek rond de openhaard.

De binnenruimte voldoet aan de eisen.

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte van de BSO is direct aangrenzend aan de groepsruimte en de woonkeuken.

De buitenruimte is volledig afgezet en wordt alleen gebruikt door de kinderen van de BSO. Er zijn speeltoestellen aanwezig, zoals een familieschommel en een ingegraven trampoline. Ook zijn er losse spelmaterialen zoals skelters, ballen en springtouwen.

De buitenruimte voldoet aan de eisen.

Gebruikte bronnen:

• Observaties (op de groep)

(9)

9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

(art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

(art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(11)

11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(12)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Hooiberg

Aantal kindplaatsen : 40

Gegevens houder

Naam houder : KinderCentrumAlmere

Adres houder : Mercuriusstraat 3

Postcode en plaats : 1363ZB ALMERE

Website : www.kindercentrumalmere.nl

KvK nummer : 50161059

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : A Lems Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Almere

Adres : Postbus 200

Postcode en plaats : 1300AE ALMERE

Planning

Datum inspectie : 21-04-2015

Opstellen concept inspectierapport : 01-05-2015

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 19-05-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 19-05-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 19-05-2015 Openbaar maken inspectierapport :

(13)

13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 21-04-2015

De Hooiberg te ALMERE

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4