Limieten
1) Definities
a) Limiet voor x a
In het hoofdstuk rationale functies in het begin van dit schooljaar zagen we reeds dat zulke functies soms perforatiepunten hebben.
De functiewaarde in zo’n punt bestaat niet, maar de grafiek lijkt er wel door te gaan. Je ziet een voorbeeld op de grafiek rechts, met een functie f die een perforatiepunt heeft in
P 1, 2
.We zagen reeds dat we dit noteren als
lim
12
x
f x
.(merk op dat
f 1
niet bestaat, omdat 1 dom f ).We bekijken een rij originelen
x
n waarvoor geldt dat lim n 1n x
. Wat doet de beeldrij
f x
n
?x f x
Dit is uiteraard het resultaat dat we verwachtten: de beeldrij convergeertnaar 2. Maar geldt dit voor alle rijen van originelen die convergeren naar 1?
Het is dit dat we gaan formuleren als definitie van (eindige) limiet.
1,1 1,9490 1,01 1,9950 1,001 1,9995 1,0001 1,9999
1 2
De limiet van een functie f voor
x
gaande naara ℝ
is gelijk aanb ℝ
als en slechts als voor elke rij van originelen x
n uit het domein van f die naara
convergeert, de beeldrij f x
n
convergeert naar
b
.In symbolen:
lim
x af x b x
ndom f : lim
nx
na
nlim f x
nb
(met de notatie
x
n dom f
bedoelen we uiteraard dat n
ℕ0: x
n dom f
) Deze definitie blijft gelden als de beeldrij f x
n
divergeert naar
of .Je kan echter ook het begrip limiet van een functie definiëren zonder gebruik te maken van limieten van rijen. Dit is grafisch heel makkelijk in te zien:
0 0
lim , , : 0
x a
f x b
x dom f x a f x b
ℝ ℝ
In woorden: ‘Hoe klein je een marge op de y-as (
) ook kiest, je kan altijd een marge op dex
-as (
) kiezen zodat alle functiewaarden vanx
-waarden die dichter dan
bija
liggen (behalvea
zelf), dichter dan
bijb
zullen liggen.Linker- en rechterlimieten
We bekijken eens de grafiek van de functie f x
4 Bgtan 1 1
x
.
Deze functie gedraagt zich zeer eigenaardig in de buurt van
0
x
. Het is duidelijk dat
lim
0x
f x
niet bestaat, want alle beeldrijen die convergeren naar
0
van negatieve originelen zullen naar 1 convergeren terwijl alle zulke rijen van positieve originelen naar3
zullen convergeren. We noemen dit respectievelijk de linkerlimiet en de rechterlimiet van deze functie voorx
gaande naar0
.We kunnen dit ook algemeen definiëren:
De linkerlimiet van een functie f voor
x
gaande naara ℝ
is gelijk aanb ℝ
als en slechts als voor elke strikt stijgende rij van originelen x
n uit het domein van f die naara
convergeert, de beeldrij f x
n
convergeert naarb
.In symbolen: lim
n ,
n : lim n lim
nx a f x b x dom f x a n x a n f x b
De rechterlimiet van een functie f voor
x
gaande naara ℝ
is gelijk aanb ℝ
als en slechts als voor elke strikt dalende rij van originelen x
n uit het domein van f die naara
convergeert, de beeldrij f x
n
convergeert naarb
.In symbolen: lim
n ,
n : lim n lim
nx a f x b x dom f x a n x a n f x b
Deze definities blijven gelden als de beeldrij
f x
n
divergeert naar
of . Ook hier kunnen we deze limieten definiëren zonder het over rijen te hebben:
lim
0,
0, :
x a
f x b x dom f a x a f x b
ℝ ℝ
lim
0,
0, :
x a
f x b x dom f a x a f x b
ℝ ℝ
b) Limiet voor x
Volledig analoog aan het voorgaande komen we tot de volgende definities:
De limiet van een functie f voor
x
gaande naar
is gelijk aanb ℝ
als en slechts als voor elke rij van originelen x
n uit het domein van f die naar
divergeert, de beeldrij f x
n
convergeert naar
b
.In symbolen:
lim
n: lim
nlim
nx
f x b x dom f
nx
nf x b
Dit gaat uiteraard volledig analoog voor
x
. Deze definities blijven gelden als ook de beeldrij f x
n
divergeert naar
of .En ook hier kunnen we deze limieten definiëren zonder het over rijen te hebben:
lim
0,
0, :
x
f x b
r
x dom f x r f x b
ℝ ℝ
lim
0,
0, :
x
f x b
r
x dom f x r f x b
ℝ ℝ
2) Eigenschappen voor limieten van functies
a) Limieten van bewerkingen van functies
We hebben alle rekenregels die volgen al bewezen in het hoofdstuk rijen. Dat deze blijven gelden voor limieten van functies volgt onmiddellijk uit de (rij-)definities van deze limieten. We verkrijgen zo de gekende eigenschappen (op voorwaarde dat de limieten waarvan sprake bestaan en zinvol zijn).
Voor alle functies f en g, alle reële getallen r ℝ en alle natuurlijke getallen
n
ℕ0 geldt:
lim
xa f x g x lim
xaf x lim
xag x
lim lim . lim
x a
f x g x
x af x
x ag x
lim
xa r f x r lim
xaf x
lim
lim lim
x a x a
x a
f x f x
g x g x
(op voorwaarde dat
lim 0
x a
g x
lim
x a f x
n lim
x af x
n
limn
nlim
x a f x x a f x
Ook de rekenregels voor oneindige limieten die we zagen in het hoofdstuk rijen blijven hier uiteraard gelden.
b) Basislimieten
Uit de definitie van limieten van functies volgen ook onmiddellijk de volgende basislimieten:
lim
x ac c
(met
c ℝ
) lim
x ax a
lim
n nx a
x a
(metn
ℕ0) 1 1
lim
xa x a
lim
n nx a
x a
(met uiteraard a ℝ alsn
even is).c) De insluitstelling(en)
Bij rijen hebben we de insluitstelling bewezen. Ook hier blijft deze stellingen uiteraard gelden, samen met twee heel eenvoudige hulpstellingen:
Als
ℝ x
, met0 x a
geldt datf x g x
, dan zallim lim
x a
f x
x ag x
Als
ℝ x
, met0 x a
geldt datf x g x
, dan zallim lim
x a
f x
x ag x
Als
ℝ x
, met0 x a
geldt datg x f x h x
, enlim lim
x a
g x
x ah x
dan zal ook
lim lim lim
x a
g x
x af x
x ah x
(dit heet ook de insluitstelling voor functies)3) Rekenregels voor limieten van functies
Afspraak: de notatie lim
xis een korte notatie voor twee limieten: lim
x en lim
x.
a) Limieten van veeltermfuncties
Stel dat
f x c x
n n c
n1x
n1 ... c x
2 2 c x c
1
0, metc
n 0
, dan geldt:
lim
x a
f x f a
(de functiewaarde berekenen)
lim lim
n nx
f x
xc x
(de limiet van de hoogstegraadsterm) Bewijs: lim
xaf x lim
xa c x
n n c
n1x
n1 ... c x
2 2 c x c
1
0
1 1...
2 2 1 0
lim
eig
n n
n n
x a f x
c a c a c a c a c f a
lim lim
n n n 1 n 1...
2 2 1 0
x
f x
xc x c
x
c x c x c
1 2 1 0
2 1
1
lim 1 ...
lim lim 1 lim
lim
n n
n n n n
x n n n n
eig
n n
x n x
n x
x
c c c c
c x c x c x c x c x
f x
f x c
c x c x
... 2n 2
n
c c x
1n 1
n
c c x
0n
n
c
c x lim n n
x c x
Voorbeelden: *
lim 6
x2 x
2 10 x 3 6.2
2 10.2 3 1
* x
lim
x
2 10 3 x
3
xlim 3
x
3
b) Limieten van rationale functies
Stel dat
1 2
1 2 1 0
1 2
1 2 1 0
...
...
n n
n n
m m
m m
T x a x a x a x a x a
f x N x b x b x b x b x b
, dan geldt:
Als
N a 0
:
lim
x a
f x T a
N a (de functiewaarde berekenen)
Als
N a 0 T a 0
dan heeft de functie een verticale asymptootx a
. Om de linker en rechterlimieten voorx a
te berekenen (altijd
of ) is een tekentabel nodig. Als
N a 0 T a 0
dan kan je met het algoritme van Horner de graad van de teller en de noemer verlagen. Je krijgt dan een nieuwe eenvoudigere limiet.
lim lim
Horner
x a x a
x a
f x
' 1 ' 2 ' 2 ' '
1 n 2 n
...
2 1 0n n
a x a x a x a x a
x a
b
m'1x
m1 b
m'2x
m2 ... b x
2' 2 b x b
1'
0'
lim lim
n mnx x
m
f x a x
b x
(de limiet van het quotiënt van de hoogstegraadstermen) Bewijs: volgt uit de eigenschappen van limieten en de rekenregels voor limieten van veeltermen.Voorbeelden: *
2 2
2 2
2
12 3 6 12.2 3.2 6 48
lim 48
1 5 3 1 5.2 3.2 1
x
x x
x x
*
1 2 1 1
0
0
1 .3
3 3 3 3
lim lim lim 1
2 1 . 2 2 3
x x x
x x
x x x x x
*
2
1 2
3 2 1
li
4m
02
x
x x
x x
tekenonderzoek 2 1
1 3
1
2
2
3 2 1
2
x x
x x
+ | - 0 + 0 - | + Dus
2
1 2
3 2 1
lim
x2
x x
x x
en2
1 2
3 2 1
lim
x2
x x
x x
*
2 2
2 2
12 3 6 12
lim lim 4
1 5 3 3
x x
x x x
x x x
* 5 32 3 2
lim lim 0
1
x x
x x
x x
4) Asymptoten
In het hoofdstuk rationale functies van de cursus elementaire functies stonden we al even stil bij het begrip asymptoot. We kunnen dit begrip nu ook beter definieren aan de hand van limieten.
a) Definities
Verticale asymptoten
De (grafiek van een) functie f heeft een verticale asymptoot (VA) met vergelijking
x a
als en slechts als: limx a f x
of limx a f x
of limx a f x
of limx a f x
.
Verticale asymptoten kunnen enkel voorkomen op de grens van het domein van een functie, aangezien een functiewaarde niet oneindig kan zijn.
Voorbeeld: De functie
5
2 3 f x x
x
heeft een VA 3v x 2, want:
3 2
lim 5 2 3
x
x
x
en 3 2
lim 5
2 3
x
x
x
5
3 2
5 2 3
x x
+ 0 - | + Horizontale asymptoten
De (grafiek van een) functie f heeft een horizontale asymptoot (HA) met vergelijking yb als en slechts als:
lim
x
f x b
oflim
x
f x b
.Voorbeeld: De functie
5
2 3 f x x
x
heeft een HA 1h y 2, want: 5 1
lim 2 3 2
x
x
x
Schuine asymptoten
De (grafiek van een) functie f heeft een schuine asymptoot (SA) met vergelijking
y mx q
als en slechts als:xlim
f x mx q 0
of xlim
f x mx q 0
.Om schuine asymptoten te berekenen kunnen we een beroep doen op de formules van Cauchy:
Stelling: Als
y mx q
een SA is van f , dan is
xlim m f x
x
en
q
xlim
f x mx
.Bewijs: xlim
f x
mx q
0 xlim
f x
mx q
xlim 1 0 x
li
lim 0
m
x f x mx q x
f x q
x m x
0 lim
x
m f x
x
x
lim
f x mx q 0 q
xlim
f x mx
□Voorbeeld: De functie
4
25
2 3 f x x
x
heeft een SA s y 2x3, want:
22
4 5
lim lim 2
2 3
x x
f x x
m
x
x x
en
4 2 5 6 5lim lim 2 lim 3
2 3 2 3
x x x
x x
q f x mx x
x x
Merk op dat je deze schuine asymptoot nog steeds kan berekenen met behulp van een Euclidische deling. De formules van Cauchy zullen vooral handig blijken bij andere soorten functies.
5) Continuïteit
a) Definitie
Een functie f heet continu in adom f als en slechts als
lim
x a
f x f a
( f is dus discontinu in een punt adom f als
lim
x a
f x f a
of alslim
x a
f x
niet bestaat.) Een functie f heet linkscontinu in adom f als en slechts als limx a f x
f a
Een functie f heet rechtscontinu in adom f als en slechts als limx a f x
f a
Een alternatieve definitie voor continuïteit (‘zonder’ limieten) kan als volgt gegeven worden:
f is continu in a
ℝ0,
ℝ0, x dom f : x a
f x
f a
. Merk op dat we continuïteit enkel definiëren voor punten in het domein van de functie.Bij uitbreiding heet een functie continu f in een interval
a b , dom f
als en slechts als ze rechtscontinu is ina
, linkscontinu inb
en continu in alle punten van a b ,
.b) Eigenschappen
Uit de definitie van continuïteit en de eigenschappen van limieten van functies volgen onmiddellijk de volgende eigenschappen:
Als f en g continu zijn in
a
, dan zijn ook f g, f g en f g continu ina
. Als f en g continu zijn in
a
, eng a 0
, dan is ook fg continu in
a
. Als f continu is in
a
en g is continu inf a
, dan is ook g f continu ina
. Als f continu is in
a
dan is f1 continu inf a
(op voorwaarde datf a dom f
1).Met andere woorden: bijna alle functies die wij kennen zijn continu in hun domein. Dat geldt voor veeltermfuncties, rationale functies, irrationale functies, goniometrische functies, cyclometrische functies (en ook exponentiële en logaritmische functies).
Een voorbeeld van een functie die niet continu is een punt van haar domein is de signumfunctie waarvan je hiernaast de grafiek ziet. Deze is overal continu behalve in
0
, wantf 0 0
maar
lim sgn
0x
x
bestaat niet.
Ook samengestelde functies kunnen discontinu zijn. Zo is de functie
2, 1
, 1
x x
f x x x
niet continu in 1.Ze is er echter wel linkscontinu, want limx 1 f x
f
1 .
Deze functie vertoont een sprong, dat is typisch voor een discontinuïteit.
c) De stelling van Bolzano
Stelling: Als f continu is in
a b ,
enf a f b 0
dan heeft f een nulwaarde in a b ,
.Bewijs: We stellen voor de eenvoud
f a 0
enf b 0
(het andere bewijs verloopt analoog).We stellen een algoritme op dat ons zal toelaten het nulpunt te definiëren:
Noem m1 het midden van
a
enb
, dus stel 1 2 m a b . Als
f m
10
dan is de stelling bewezen.Als
f m
10
noem dan a1m1 en stel b1b. Als
10
f m
noem dan a1a en stel b1m1.We krijgen zo een nieuw interval
a b
1,
1
, metf a
10
enf b
10
, en breedte 1 1 2 b ab a
. Herhalen we deze redenering nogmaals (met m2 als midden van
a b
1,
1
), dan krijgen we een nieuw interval a b
2,
2
, metf a
2 0
enf b
2 0
, en breedte 2 2 22 b a b a
.
Blijven we op deze manier verder gaan dan vinden we ofwel ooit een nulwaarde mn (en dan is de stelling bewezen), ofwel krijgen we twee rijen
a
n en b
n .De rij
a
n is monotoon stijgend en naar boven begrensd doorb
, en de rij b
n is monotoon dalend en naar onder begrensd doora
, dus beide rijen convergeren. noem lim nn a A
en lim n
n b B
. Anderzijds halveert de lengte bnan telkens, zodat geldt:
lim lim lim lim 0
n n n n 2n
n n n n
B A b a b a b a A B
. Stel
c A B
. We bewijzennu nog dat
c
de nulwaarde is die we zoeken.
0
0 lim 0
: 0
0 lim 0
n n n
n n n
f a f c f a
n f c
f b f c f b
ℕ □
Opmerking: het bewijs van deze stelling is een algoritme dat ons toelaat om het gezochte nulpunt te benaderen tot op elke gewenste nauwkeurigheid. Bekijk zeker eens de applet over deze stelling.
d) De tussenwaardestelling
Een logische veralgemening van deze stelling zegt dat een continue functie alle functiewaarden tussen twee waarden in een interval bereikt:
Als f continu is in
a b ,
, metf a f b
, en
een functiewaarde tussenf a
enf b
, dan bestaat er een ,
c a b
zodatf c
.Bewijs: Pas de stelling van Bolzano toe op de functie
g x f x
. □e) Stelling van Weierstrass
Een zeer belangrijke stelling in de analyse is de stelling die zegt dat elke continue functie in een interval ook begrensd is en dus een supremum en een infimum bereikt. Dit is de stelling van Weierstrass.
Hiernaast zie je de stelling geïllustreerd.
Het bewijs van deze stelling valt (ver) buiten het bereik van deze cursus.
f) Regula falsi
Een andere methode om nulpunten te benaderen is de regula falsi. We vertrekken weer van een functie f die continu is in
a b ,
, en stellen voor de eenvoudf a 0
enf b 0
.Deze methode werkt op dezelfde manier als de methode van Bolzano, op één detail na. De waarden
1
mi zullen nu niet de middens zijn van de intervallen
a b
i,
i
maar dex
-coördinaten van de snijpunten van de koorde A Bi i met dex
-as (hierbij isA a f a
i
i,
i
enB b f b
i
i,
i
). We voeren de berekening uit voor de startpuntenA a f a ,
enB b f b ,
:De koorde heeft als vergelijking AB y f a
f b
f a
x ab a
.
We vinden het snijpunt met de
x
-as door y 0 te stellen (en dan is xm1):
1
f b f a
f a m a b f a a f a
b a
f b
f a
m1 a f b
a f a
1
a f b b f a f b f a m
f a x a
f b f
a a
b
Als
f m
10
dan is dit het gezochte nulpunt.Als
f m
10
noem dan a1m1 en stel b1b. Als
10
f m
noem dan a1a en stel b1m1. Blijven we op deze manier verder gaan dan vinden we ofwel een nulwaarde mn (en dan is de stelling bewezen), ofwel kan je bewijzen dat de rij m
nconvergeert naar het nulpunt.
Het bewijs van deze methode valt echter (heel ver) buiten het bestek van deze cursus. Een belangrijk verschil met de methode van Bolzano is dat hier de breedte van het interval