AANPASSINGEN EXAMENS 2017 TIJDVAK 1 VWO WISKUNDE A
Algemeen:
Uitwerkbijlage vervalt.
Bij dit examen hoort een tekeningenband.
Er is ook een digitaal Excelbestand meegeleverd ter vervanging van een grafische rekenmachine.
Geen punten gebruikt in duizendtallen. EXAMENOPGAVEN
titelblad
Zin aangepast: Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. = Bij dit examen horen een bijlage met formules en een tekeningenband. Er is ook een digitaal Excelbestand meegeleverd ter vervanging van een grafische rekenmachine.
Zin aangepast: Dit examen bestaat uit 20 vragen. = Dit examen bestaat uit 20 open vragen.
Zin aangepast: Voor elk vraagnummer staat ... = Achter elk vraagnummer staat ... blz. 2 en 3: Overzicht formules is als aparte bijlage verwerkt.
blz. 4
Foto vervalt.
Nootvermelding in titel vervalt. Tekst van nootverklaring is onder de titel geplaatst. blz. 5
Tekst boven tabel: verwijzing naar tabel aangepast: In onderstaande tabel zie je ... = In tabel 1 zie je ...
Tabel = tabel 1 (gekanteld). begin tabel
Tabel 1
Kolom 1: aantal panelen
Kolom 2: aanschafprijs van het systeem 1 / 4
Kolom 3: verwachte elektriciteitsopbrengst (kWh per jaar) 8; € 4699; 1667
12; € 6299; 2500 18; € 8599; 3750 einde tabel
Nootvermelding in tekst vervalt. Tekst van nootverklaring is hierboven geplaatst: In 2013 werd er door de overheid subsidie verstrekt bij het aanschaffen van
zonnepanelen.
De overheidssubsidie van 15% enz. Vraag 3: formule tussengevoegd: Vraag 3: 4 punten
Leid de formule T = (1300 + 325x)/(46,9x) af uit de gegevens.
blz. 6
Figuur = tabel 2.
Tekst boven en onder figuur aangepast:
In dit artikel wordt een model beschreven waarin per inkomensklasse aangegeven wordt hoe groot de kans is dat je, als je geboren bent in een gezin in die inkomensklasse, zelf terechtkomt in een bepaalde inkomensklasse. Zie tabel 2. Er worden vijf inkomensklassen onderscheiden:
Inkomensklasse 1: de laagste inkomensklasse.
Inkomensklasse 2: de op één na laagste inkomensklasse. Inkomensklasse 3: de op twee na laagste inkomensklasse. Inkomensklasse 4: de op één na hoogste inkomensklasse. Inkomensklasse 5: de hoogste inkomensklasse.
begin tabel Tabel 2
Kolom 1: inkomensklasse van de ouders
Kolom 2: kans dat een kind in inkomensklasse 1 terechtkomt Kolom 3: kans dat een kind in inkomensklasse 2 terechtkomt Kolom 4: kans dat een kind in inkomensklasse 3 terechtkomt Kolom 5: kans dat een kind in inkomensklasse 4 terechtkomt Kolom 6: kans dat een kind in inkomensklasse 5 terechtkomt 1; 43%; 27%; 17%; 9%; 4%
2; 25%; 24%; 18%; 20%; 14% 3; 14%; 20%; 23%; 24%; 19%
4; 9%; 20%; 23%; 24%; 24% 5; 8%; 10%; 19%; 23%; 40% einde tabel
Dit model gebruiken we in de rest van de opgave.
In kolom 1 staat de inkomensklasse van de ouders. Die klassen zijn allemaal even groot. Dus 20% van de kinderen is geboren in inkomensklasse 1, 20% in inkomensklasse 2, enz. Je kunt in tabel 2 aflezen dat van de kinderen met ouders in de laagste inkomensklasse 4% in de hoogste inkomensklasse terecht zal komen.
Dus: als je in de laagste inkomensklasse geboren wordt, heb je 4% kans om zelf in de hoogste inkomensklasse terecht te komen.
blz. 7
Vraag 5: verwijzing naar figuur aangepast: ... volgens de figuur ... = ... volgens tabel 2 ...
Vraag 6: verwijzing naar figuur aangepast: ... (zie figuur) ... = ... (zie tabel 2) ...
Vraag 7: verwijzing naar figuur aangepast: ... gegevens uit de figuur. = ... gegevens uit tabel 2.
Vraag 8: tekst toegevoegd + eerste zin aangepast: Vraag 8: 3 punten
De laatste rij van tabel 2 is: 5; 8%; 10%; 19%; 23%; 40%
In het krantenartikel stond onder deze tabel:
"8% kans dat je in de hoogste inkomensklasse geboren wordt enz.
blz. 8
Tekst onder vraag 10: verwijzing naar figuur aangepast: In de figuur is ... tegen hun levensverwachting. = In tekening 1 is de hartslag van de walvis en de hamster uitgezet tegen hun levensverwachting.
blz. 9
Figuur = tekening 1 (aangepast).
Zin onder figuur aangepast: De punten die de hamster ... de getekende rechte lijn. = Als je van nog meer zoogdieren de hartslag tegen de levensverwachting zou uitzetten, zou blijken dat de punten die de zoogdieren weergeven min of meer op een rechte lijn liggen. Deze lijn is getekend.
Vraag 11: verwijzing naar tekening 1 toegevoegd: Uit de grafiek volgt dat b ... = Uit de grafiek in tekening 1 volgt dat b ...
blz. 10
Figuur 1 = tekening 2.
Verwijzingen naar figuur 1 (tweemaal) in tekst erboven aangepast: figuur 1 = tekening 2.
blz. 11
Vraag 15 (figuur in uitwerkbijlage = tekening 3A t/m 3D): tekst aangepast: Vraag 15: 4 punten
Ook voor 1951 heeft het KNMI een normale verdelingscurve bepaald. Voor die verdeling van 1951 geldt: ~m = 29,8 en ~s = 1,8.
In tekening 3A t/m 3D zijn, behalve de temperatuurverdelingen van 1980 en 2006, ook de verdelingen A tot en met D getekend. Eén van deze vier hoort bij de verdeling van 1951. Welke van de vier grafieken A tot en met D hoort bij 1951? Licht je antwoord toe.
Tekst boven figuur 2 aangepast:
Het is natuurlijk niet zo dat het warmste moment van een jaar ook altijd tijdens de Vierdaagse valt. Dat wisselt. Dat gebeurde wel in 1972 en 2006. In tekening 4 staat de trendlijn van de maximale temperaturen tijdens de Vierdaagse.
Figuur 2 = tekening 4 (aangepast). blz. 12: geen aanpassingen
blz. 13
Nootvermelding in tekst vervalt. Tekst van nootverklaring is hierachter geplaatst. Vraag 19: formules tussengevoegd:
Vraag 19: 4 punten
Laat zien hoe de formule K = 133,49 * d^0,07 met behulp van de formules T = 206 * (d/1,5)^1,07 en K = T/d kan worden opgesteld.