• No results found

Eigenschappen en toepassingen van determinanten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eigenschappen en toepassingen van determinanten"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eigenschappen en toepassingen van

determinanten

(2)

Stelling

Als A een n × n matrix is dan det(AT) = det(A).

Bewijs.

Ontwikkelen van det(AT) langs rij j is hetzelfde als ontwikkelen van det(A) langs kolom j . Voor n = 2 is dit duidelijk. Maar dan ook voor n = 3, n = 4 etc. En dus det(AT) = det(A).

Gevolg

Hieruit volgt onmiddelijk dat alle eigenschappen van determinanten niet alleen voor rijen gelden maar ook voor kolommen.

(3)

Herinnering

Eigenschappen determinant

Laat A een n × n matrix zijn. Dan geldt:

a. Als A een nulrij (nulkolom) heeft dan det(A) = 0.

b. Als de matrix B wordt verkregen door twee rijen (kolommen) van A te verwisselen dan det(B) = − det(A).

c. Als A twee gelijke rijen (kolommen) heeft dan det(A) = 0.

d. Als de matrix B wordt verkregen door ´e´en rij (kolom) van A met een factor k te vermenigvuldigen dan

det(B) = k det(A).

(4)

Eigenschappen determinant, vervolg

Laat A een n × n matrix zijn. Dan geldt:

e. Als de matrix B wordt verkregen door een veelvoud

van ´e´en rij (kolom) bij een andere rij (kolom) op te tellen dan det(B) = det(A).

(5)

Voorbeeld

A =

−2 1 2 7

3 5 −3 e

−1 π 1 4

2 9 −2 1

Bepaal det(A) zonder ´e´en berekening uit te voeren.

a3= −a1en dus

det(A) = |a1a2a3 a4| = |a1a2 − a1a4| = − |a1a2 a1a4|

| {z }

twee gelijke kolommen

= 0.

(6)

Elementaire matrices

Definitie

Laat A een n × n matrix zijn en B een n × n matrix die uit A wordt verkregen door ´e´en rijoperatie op A uit te voeren.

Dan bestaat er een n × n matrix E zodat B = EA.

E wordt elementaire matrix genoemd.

(7)

Voorbeeld

Laat A een 4 × 4 matrix zijn.

Als A −−−−−−−−→

| {z }

rij 1 en rij 3 verwisselen

B en E =

0 0 1 0

0 1 0 0

1 0 0 0

0 0 0 1

 dan

EA =

0 0 1 0

0 1 0 0

1 0 0 0

0 0 0 1

 A1

A2 A3

A4

=

 A3

A2 A1

A4

= B

(8)

Voorbeeld (vervolg)

Als A −−−−−−−−→

| {z }

rij 3 met k6=0 vermenigvuldigen

B en E =

1 0 0 0

0 1 0 0

0 0 k 0

0 0 0 1

 dan

EA =

1 0 0 0

0 1 0 0

0 0 k 0

0 0 0 1

 A1

A2 A3

A4

=

 A1

A2 kA3

A4

= B

(9)

Voorbeeld (vervolg)

Als A −−−−−−−−→

| {z }

k maal rij 1 bij rij 3 optellen

B en E =

1 0 0 0

0 1 0 0

k 0 1 0

0 0 0 1

 dan

EA =

1 0 0 0

0 1 0 0

k 0 1 0

0 0 0 1

 A1

A2 A3

A4

=

 A1

A2 kA1+ A3

A4

= B

(10)

Stelling

Laat E een elementaire matrix zijn. Dan is E inverteerbaar en E−1is van hetzelfde type.

Bewijs.

Als E twee rijen verwisselt dan is E inverteerbaar en E−1= E , als E een rij met een factor k 6= 0 vermenigvuldigt dan is E inverteerbaar en E−1vermenigvuldigt dezelfde rij met een factor

1 k en

als E k maal rij i bij rij j op dan is E inverteerbaar en E−1telt

−k maal rij i bij rij j op.

(11)

Laat A een n × n matrix zijn en E een elementaire matrix met dezelfde afmetingen.

Als E twee rijen verwisselt dan

det(E ) = det(EIn) = − det(In) = −1 en det(EA) = − det(A) = det(E ) det(A)

als E een rij met een factor k 6= 0 vermenigvuldigt dan det(E ) = det(EIn) = k det(In) = k en det(EA) = k det(A) = det(E ) det(A)

en als E een aantal malen ´e´en rij bij een andere optelt dan det(E ) = det(EIn) = det(In) = 1 en

det(EA) = det(A) = det(E ) det(A)

(12)

Stelling

Als A een inverteerbare matrix is dan is A het product van elementaire matrices.

Bewijs.

Laat A een inverteerbare n × n matrix zijn. Om A−1 te bepalen hebben we AX = Inopgelost.

Dus [ A | In] −→

|{z}

rijoperaties

[ In| A−1].

Er zijn dus elementaire matrices E1, E2, . . . Ep−1, Epzodat EpEp−1· · · E2E1A = Inen

EpEP−1· · · E2E1In= A−1

(13)

Hieruit volgt:

Ep· · · E2E1A = In en

A−1= EpEp−1· · · E2E1In= Ep· · · E2E1dus A = (EpEp−1· · · E2E1)−1= E1−1E2−1, · · · Ep−1−1Ep−1 Niet alleen AX = AA−1= In maar ook A−1A = In

(14)

Stelling

Als A en B n × n matrices zijn dan det(AB) = det(A) det(B).

Bewijs.

Als A niet inverteerbaar is dan is AB ook niet inverteerbaar (§2.3, opgave 23). In dit geval det(AB) = det(A) det(B) = 0.

Laat A wel inverteerbaar zijn.

Dan A = E1E2· · · Ep−1Ep voor zekere elementaire matrices E1, E2, . . . EP−1, Ep. Hieruit volgt

det(AB) = det(E1E2· · · Ep−1EpB)

(15)

vervolg.

En verder

det(AB) = det(E1E2· · · Ep−1EpB)

= det(E1) det(E2· · · Ep−1EpB)

= det(E1) det(E2) det(· · · Ep−1EpB) = . . .

= det(E1) det(E2) · · · det(Ep−1) det(EpB)

= det(E1) det(E2) · · · det(Ep−1) det(Ep) det(B)

= det(E1) det(E2) · · · det(Ep−1Ep) det(B) = . . .

= det(E1) det(E2) det(· · · Ep−1Ep) det(B)

= det(E1) det(E2· · · Ep−1Ep) det(B)

= det(E1E2· · · Ep−1Ep) det(B) = det(A) det(B)

(16)

Gevolg

Als A een inverteerbare matrix is dan det(A−1) = 1 det(A).

(17)

Opgave

§3.2, opgave 39

A en B zijn 3 × 3 matrices det(A) = −3 en det(B) = 4.

Bereken

a. det(AB) b. det(5A) c. det(BT) d. det(A−1) e. det(A3)

a. det(AB) = −12 b. det(5A) = −375 c. det(BT) = 4 d. det(A−1) = −1

3 e. det(A3) = −27

(18)

De regel van Cramer

De video is ge¨eindigd met de regel van Cramer.

Stelling

Als A een inverteerbare n × n matrix is en b ∈ Rndan heeft de matrixvergelijking Ax = b precies ´e´en oplossing x

Er geldt:

xi =det(Ai(b)) det(A)

Hierin is Ai(b) de matrix die wordt verkregen door de i -de kolom van A te vervangen door b.

(19)

Bewijs.

Ii(x) is de identieke matrix waarbij de i -de kolom vervangen is door x.

AIi(x) = A[e1e2 · · · ei −1x ei +1 · · · en]

= [Ae1Ae2 · · · Aei −1Ax Aei +1 · · · Aen]

= [a1a2· · · ai −1Ax ai +1 · · · an]

= [a1a2· · · ai −1b ai +1 · · · an]

= Ai(b)

Enerzijds det(AIi(x)) = det(A) det(Ii(x)) = det(A)xi en anderzijds det(AIi(x)) = det(Ai(b)) zodat

xi =det(Ai(b)) det(A)

(20)

Opgave

§3.3, opgave 7

Bepaal de parameter s waarvoor het stelsel vergelijkingen:

6sx1+ 4x2= 5 9x1+ 2sx2= −2

precies ´e´en oplossing heeft en bepaal deze oplossing.

A =

"

6s 4 9 2s

#

, A1(b) =

"

5s 4

−2 2s

#

en A2(b) =

"

6s 5

9 −2

# dus det(A) = 12s2− 36, det(A1(b)) = 10s + 8 en det(A2(b)) = −(12s + 45).

Hieruit volgt: als s 6= ±√

3 is A inverteerbaar en in dat geval

5s + 4 4s + 15

(21)

Een gesloten formule voor A

−1

Laat A een inverteerbare n × n matrix zijn. De j -de kolom van A−1 is de oplossing van Ax = ej. Toepassing van de regel van Cramer geeft:

xi= det(Ai(ej))

det(A) = (−1)i +jdet(Aji)

det(A) = Cji det(A) Dit is het element in de i -de rij en j -de kolom van A.

Definitie

Als A een inverteerbare n × n matrix is dan heet de matrix met als element Cji in de i -de rij en j -de kolom (1 ≤ i , j ≤ n) de

geadjungeerde van A. Deze matrix wordt genoteerd als adj(A).

Er geldt: A−1= 1

det(A)adj(A).

(22)

Stappenplan

Laat A een inverteerbare n × n matrix zijn.

Bepaal det(A)

Bepaal de matrix B met als elementen bij= Cij (1 ≤ i , j ≤ n) adj(A) = BT

A−1= 1

det(A)adj(A)

(23)

Opgave

§3.3, opgave 11

Bepaal door toepsassing van de regel van Cramer de inverse van de

matrix A =

0 −2 −1

5 0 0

−1 1 1

det(A) = 5 en adj(A)T=

0 −5 5

1 −1 2

0 −5 10

dus A−1=

0 15 0

−1 −15 −1

1 25 2

(24)

Oppervlakte parallellogram

Stelling

Als A een 2 × 2 matrix is dan is de oppervlakte van het parallellogram opgespannen door de kolommen van A gelijk aan | det(A)|.

En als A een 3 × 3 matrix is dan is de inhoud van het

parallellepipedum opgespannen door de kolommen van A gelijk aan

| det(A)|.

Bewijs.

Als de kolommen van A lineair afhankelijk zijn dan spannen zij een gedegenereerd parallellogram P op en A(P)= | det(A)| = 0. Hierbij is A(P)

(25)

vervolg.

Laat nu A een 2 × 2 matrix zijn met lineair onafhankelijke kolommen.

Als A =

"

α 0

0 β

#

(α, β 6= 0) dan A(P) = |α||β| = |αβ| = | det(A)|.

Kies een rechthoekig assenstelsel zodat a1= αe1.

Er bestaat een k zodat b = a2+ ka1 een veelvoud is van e2en A(P)=A(Q) waarbij Q het parallellogram is opgespannen door a1en b = βe2.

Laat E de elementaire matrix zijn die k maal rij 1 bij rij 2 optelt.

Dan A(P)=A(Q)= |α||β| = |αβ| = | det(

"

α 0

0 β

#

)| = | det(

"

aT1

bT

# )| =

| det(EAT)| = | det(E ) det(AT)| = | det(AT)| = | det(A)|.

(26)

Opgave

§3.3, opgave 21

Bereken de oppervlakte van het parallellogram P met (−2, 0), (0, 3), (1, 3) en (−1, 0) als hoekpunten.

Verschuif het parallellogram zodat ´e´en van de hoekpunten in de oorsprong komt te liggen.

(0, 0), (2, 3), (3, 3) en (1, 0) zijn de hoekpunten van zo’n parallellogram.

De oppervlakte hiervan is | det | "

2 1 3 0

#!

| = | − 3| = 3.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij impliceren dat de milieu-informatie in het duurzaamheidsverslagen mogelijk niet indicatief is voor hoe bedrijven daadwerkelijk omgaan met (poten- tiële) negatieve effecten die

De agency kosten van vreemd vermogen worden veroorzaakt doordat de onderneming (annex aandeelhouders) na het sluiten van een lening belang heeft bij het entameren

Voor de ontwikkelende bouwers leidt dit echter niet tot een extreem hoge leverage, wat een indicatie is dat andere factoren, die niet in deze studie meegenomen

[r]

 Een determinant met twee gelijke of evenredige rijen is 0.   Zijn de volgende stellingen waar? Indien waar, bewijs ze dan. Indien vals, geef dan een tegenvoorbeeld.. a)

biologie en tal van andere wetenschappen.) Veel succes!.. Tip: bewijs dat de determinant van de coëfficiëntenmatrix nooit nul kan zijn. a) Tip: gebruik eenvoudige eigenschappen

Alle machtsfuncties, polynomiale functies, rationale functies, trigoniometrische functies , exponenti¨ ele functies en hun eventuele inverse functies zijn continu op hun domein... Als

vergelijking van V op te stellen en vervolgens de co¨ ordinaten van ´ e´ en van de gegeven punten om het rechterlid te