Óscar Romero College
Campus Talen & Exacte Wetenschappen Vak: Wiskunde
Leerkracht: Sven Mettepenningen
Determinanten - toepassingen
1. Bespreek het stelsel met behulp van de methode van Cramer:
( )
1 1
1 x my z
mx y m z m x y z m
+ + =
+ + − =
+ + = +
.
2. Los het
2 3 ×
-stelsel op met behulp van determinanten:2 3 4 0
4 2 0
x y z
x y z
− + =
− + =
.3. Bepaal voor welke waarde(n) van
k
de rechtena
,b
enc
concurrent zijn:3 4 2 0
a↔ x− y+ = , b↔2x+ky− =5 0 en c↔ + −x y 8k=0. Bepaal in beide gevallen ook het snijpunt van de rechten.
4. Bewijs dat dit stelsel met
m ∈ ℝ
nooit oplossingen naast de nuloplossing heeft:2 3 6 0
9 0
15 18 0 mx y z x my mz
mx y z
+ + =
+ + =
+ + =
.
5. Voor welke waarden van
m ∈ ℝ
zal het stelsel onbepaald zijn( )
( )
( )
2 1 2 3 0
2 2 2 2 0
2 2 4 0
2 2 3 6 2 0
m x y mz u
x my z m u
mx y z u
x my z m u
− + + + =
+ + + − =
+ − + =
− + + − =
?
6. Elimineer
x
en y uit de volgende vergelijkingen:4
0 0 x y a ax y x by
− =
− =
+ =
. Wat betekent dit?
7. Elimineer
x
, y en z uit de volgende vergelijkingen:4 3 0
2 0
0 mx ny x mz y nz
+ =
− =
+ =
. Wat betekent dit?
8. We noemen
v ∈ℝ
n×1 een eigenvector van de vierkante matrixA ∈ ℝ
n n× met bijhorende eigenwaardeλ ∈ ℝ
als en slechts alsA v ⋅ = ⋅ λ v
(metv
verschillend van de nulvector).a) Toon aan dat het gestelde equivalent is met
( A − λ I v ) = O
.b) Beredeneer dat eigenvectoren slechts op een reëel veelvoud na bepaald zijn.
c) Beredeneer dat
λ ∈ ℝ
een eigenwaarde is als en slechts alsdet ( A − λ I ) = 0
.d) Bereken de eigenwaarden van de matrix 2 4
1 5
A
=
en hun bijhorende eigenvectoren.
(Eigenwaarden en eigenvectoren spelen een hele grote rol in verschillende takken van de wiskunde, fysica,
biologie en tal van andere wetenschappen.) Veel succes!
Antwoorden (moeilijkheidsgraad : eenvoudig, : gemiddeld, : lastig, : erg moeilijk)
1.
1
m = →
V = ∅
1 m ≠ →
3 2
2 1 2
, ,
1 1
m m m m
V m m
m m
− − +
= − − +
2.
V = { ( 5 , 14 , 8 λ λ λ λ ) || ∈ ℝ }
3. Als 1
k = 2 is het snijpunt van de rechten
P ( 2, 2 )
. Als 13k = − 4 is het snijpunt 80 102 7 , 7
P
.
4. Tip: bewijs dat de determinant van de coëfficiëntenmatrix nooit nul kan zijn.
5. 1
2 1
m= ∨m= − ∨2 m= −
6. Als
a ab + ( 1 ) = 0
dan heeft het stelsel minstens één oplossing.7. Als 4m2−6n2 =0 dan heeft het stelsel oplossingen verschillend van de nuloplossing.
8.
a) Tip: gebruik eenvoudige eigenschappen van matrices.
b) Tip: gebruik eenvoudige eigenschappen van matrices.
c) Tip: beschouw wat je bewezen hebt in (a) als een homogeen stelsel.
d)