• No results found

Appendix A De beschikbare data van de systemen: •

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Appendix A De beschikbare data van de systemen: •"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

54

Appendix A

De beschikbare data van de systemen:

• De Koudband 2 - Heeft een datawarehouse management systeem, waarin informatie wordt bijgehouden over de goederenstromen in de magazijngroep. Uit het systeem is data opgevraagd van het afgelopen jaar (1-4-2006 t/m 31-3-2007). De data bestaat uit de materiaalstromen per modaliteit per wacht. Verder is er informatie beschikbaar over de servicetijd van de verlading in het planningsprogramma Planwise.

• De Warmband 2 - Er is geen database binnen de magazijngroep waarin de goederenstromen per tijdseenheid zijn bijgehouden. Er zijn wel wachtrapporten van de in en uitstroom in de magazijnen beschikbaar over de laatste twee weken. De dataset is te klein om te gebruiken voor een

betrouwbare analyse.

• Coated Products - De magazijngroep heeft een database met handmatig ingevoerde data van de materiaal in- en uitstroom. Hieruit is een dataset beschikbaar van een jaar (1-4-2006 t/m 31-3-2007), de in en uitstroom is bijgehouden voor de twee magazijnen. In de dataset zitten veel gaten en doublures waardoor de data niet geheel betrouwbaar is. Eén van de magazijnen uit de

magazijngroep heeft twee kranen. Eén van de twee magazijnkranen wordt gebruikt in de wagonverlading. LT RTIJ stuurt de verlaadteams aan in het halplan op deze magazijnkraan. Op basis van de dataset is er geen verdeling van taken tussen de magazijnkranen te bepalen, wat betekent dat niet bekend is bij welke taken verlaadteams zijn ingezet. De beschikbare data is daardoor niet bruikbaar

(2)

55

Appendix B

Aannames in het simulatiemodel: Aantal taken per transportmiddel

Er is geen data beschikbaar over de verdeling van de hoeveelheid taken per track of vrachtauto. In het simulatiemodel zijn aannames gemaakt op basis van de ervaring van de halplanner, volgens hem varieert het aantal taken per track tussen 5 - 30 met een gemiddelde van 18 en per vrachtauto tussen de 1 -3 met 2 gemiddeld. In het simulatiemodel wordt het aantal taken per track geloot met een

driehoeksverdeling en het aantal taken per vrachtauto met een uniforme verdeling (alle opties hebben gelijke kans).

Verlaadsnelheid

De verdeling van de verwerkingssnelheid per taak is niet bekend. Volgens de halplanner varieert bijvoorbeeld de snelheid in de Koudband tussen 10 en 15 taken per uur. De verwerkingssnelheid van de autotaken staat niet in planningsprogramma en is ook niet bekend bij de halplanner. Uit de data van de Koudband blijkt dat er per uur gemiddeld 7 taken worden verwerkt in de magazijngroep tijdens het autoverlaadvenster. Het totaal aantal taken dat per uur verwerkt kan worden verschilt gedurende de dag. In het simulatiemodel worden twee verladingssnelheden gebruikt, een snelheid binnen het verlaadvenster van 15 taken per uur en 12 taken buiten het verlaadvenster.

Onderdelen van het simulatiemodel Entiteit

Een entiteit is een dynamisch object binnen een systeem dat beweegt (Kelton,2003,pag.24), van status verandert, beïnvloed en wordt beïnvloed door andere entiteiten en de systeemstatus, en de uitkomst van de prestatie van het systeem beïnvloedt (Kelton,2003,pag.24). De entiteiten in het

verlaadproces zijn de wagontracks en vrachtwagens. Elke entiteit heeft bepaalde attributen - eigenschap van een entiteit met een specifieke waarde die verschillen tussen de entiteiten. De Entiteiten en

attributen uit het model staan hieronder beschreven:

De entiteit Track – een track wordt in twee stappen verwerkt door het systeem. De eerste stap: Een track wordt gecreëerd bij aankomst, krijgt een geloot aantal taken (attribuut)(Kelton,2004,pag.25), krijgt een gelote wachttijd en een magazijn toegewezen (attributen), track wordt ingeplant in een rooster. Stap twee: aankomst track bij het magazijn op geplande tijdstip, neemt plaats in wachtrij (eventueel), wagontaken van de track worden uitgevoerd, track wordt bij onderbreking in wachtrij geplaatst (eventueel), track verlaat het systeem na afronding laatste taak. De entiteit kan zich in verschillende stadia bevinden.

(3)

56 • Status 1: Track kan niet in het magazijn terecht voor verwerking.

• Status 2: Track moet wachten tot de capaciteitsbronnen magazijnkraan en verlaadteam beiden beschikbaar zijn.

• Status 3: Track wordt verwerkt

• Status 4: Track is verwerkt en afgerond, het verlaat het systeem.

De entiteit Vrachtauto – Een vrachtauto wordt in één stap door het systeem verwerkt. De

vrachtauto wordt gecreëerd, vrachtauto krijgt een geloot aantal taken(attribuut), een gelote wachttijd en magazijn(attributen), vrachtauto komt aan bij een magazijn, neemt plaats in wachtrij (eventueel), taken worden uitgevoerd, vrachtautoverlaat het systeem. De entiteit kan zich in verschillende stadia

bevinden.

• Status 0: Vrachtauto komt aan in het systeem.

• Status 1: Vrachtauto moet wachten tot de capaciteitsbronnen magazijnkraan en team beiden beschikbaar zijn.

• Status 2: Vrachtauto wordt verwerkt in het systeem • Status 3: Vrachtauto is afgewerkt en verlaat het systeem

Status 4 Track verlaat het

systeem Magazijnkraan

beschikbaar Status 0 Aankomst van track bij magazijn

Status 1: track in wacht rij

voor magazijn Status 2: Track wacht op beschikbaarheid resource Magazijn vrij Nee ja Nee Verlaadteam beschikbaar Ja Nee Status 3 Track wordt verwerkt

Figuur C.1:Flowchart entiteit track. Figuur C.2:Flowchart entiteit Vrachtauto

Capaciteitsbron

Een capaciteitsbron is een component in een systeem met een beperkte beschikbaarheid en blijft altijd in het systeem als gesloten lus (zie figuren capaciteitsbronnen)(Kelton,2003,pag.26). Een entiteit krijgt bij beschikbaarheid een capaciteitsbron toegewezen en laat deze weer los na de bewerking. Een Capaciteitsbron kan een groep van verschillende stations zijn. In het verlaadproces bevinden zich een

(4)

57 aantal capaciteitsbronnen: Verlaadteam, Magazijnruimte en Magazijnkraan. De capaciteitsbronnen worden hier onder besproken.

De capaciteitsbron magazijnruimte (figuur C.3) - Magazijnruimte is de ruimte waar een track in

kan staan voor het verladen van een track in de magazijngroep Koudband 2. Elk magazijn is een capaciteitsbron, het model heeft dan ook vier capaciteitsbronnen magazijnruimte. De magazijnruimte is niet één capaciteitsbron met meerdere stations, de entiteiten worden in het model namelijk gekoppeld aan een specifiek magazijn. De magazijnruimte bevindt zich altijd in het systeem; het magazijn is of beschikbaar of in gebruik. De capaciteitsbronnen kent twee verschillende stadia:

• Status 0: Magazijnruimte is beschikbaar, er is ruimte voor een track wagons. • Status 1: Magazijnruimte is gevuld met een track wagons.

De capaciteitsbron magazijnkraan (figuur C.4) - De halkranen zijn net als de magazijnruimtes

verschillende capaciteitsbronnen. De capaciteitsbron is onderdeel van een magazijn, de capaciteitsbron verwerkt zowel de vrachtwagens als de tracks. Een capaciteitsbron kent drie verschillende stadia: • Status 0: Magazijnkraan is beschikbaar en kan worden ingezet voor het verladen van een taak. • Status 1: Magazijnkraan is bezig met het uitvoeren van een vrachtautotaak.

• Status 2: Magazijnkraan is bezig met het uitvoeren van een vrachtautotaak.

De capaciteitsbron verlaadteam (figuur C.5) is wel één capaciteitsbron met meerdere parallelle

stations. Wanneer een verlaadteam beschikbaar is wordt het gekoppeld aan een beschikbare entiteit. Bij de verwerking van een entiteit kan maximaal één verlaadteam worden gebruikt. is nodig voor het verwerken van verlaadtaken. Er zijn per magazijngroep een aantal teams beschikbaar die op een van de stations kan worden ingezet. Er wordt in het model vanuit gegaan dat een verlaadteam altijd aanwezig is en niet kan uitvallen. De capaciteitsbron kent drie verschillende stadia:

• Status 0: Team is beschikbaar en kan worden ingezet voor het verladen van een taak. • Status 1: Team is bezig met het uitvoeren van een taak.

Figuur C.3:Flowchart capaciteitsbron Magazijn

Figuur C.4: Flowchart capaciteitsbron Verlaadteam

Figuur C.5:Flowchart capaciteitsbron Magazijnkraan

Variabele is een stuk informatie over het systeem, onafhankelijk van de hoeveelheid entiteiten in het systeem. Status 0 Magazijnkraan Beschikbaar Status 1 Magazijnkraan in gebruik voor track verwerking Status 2 Magazijnkraan In gebruik door vrachtauto Status 0 Team Beschikbaar Status 1 Team in gebruik Status 0 Magazijn Beschikbaar Status 1 Magazijn in gebruik

(5)

58

Appendix C

Bewerken van de dataset voor het gebruik in het simulatiemodel:

Om de dataset te kunnen gebruiken moet deze enigszins bewerkt worden. De in- en uitstroom van colli (waar verlaadteams bij betrokken zijn) is in de originele dataset verdeeld over 8 verschillende stromen. Er is hierin geen opsplitsing gemaakt in individuele magazijnen, de stromen zijn van de magazijngroep samen. Het blijkt dat in de afzonderlijke stromen geen duidelijke verdeling valt te ontdekken. Door het aantal stromen terug te brengen tot alleen de wagon en de vrachtauto stromen zijn er wel bruikbare verdelingen te vinden. Voor het terugbrengen van het aantal stromen moet de

aanname worden gedaan dat er geen verschil is in tijdsduur tussen het op- en het afladen van colli. De aanname is ook met twee redenen te verdedigen: in de verlaadsnelheid tabel van het

planningsprogramma wordt er geen onderscheid gemaakt en het percentage instroom is verwaarloosbaar klein ten opzichte van de uitstroom.

Het aantal benodigde verlaadteams

Het aantal benodigde verlaadteams in de magazijngroepen hangt voor een belangrijk deel af van de verdeling van het aantal verladingen gedurende de tijd en de taaktijd van een verlading. Hierbij is het onderzoek van Van der Post gebruikt 2003.

De verdeling van het aantal taken per uur.

In de magazijngroepen kunnen twee soorten verlading worden onderscheiden, de geplande (wagon) en de ongeplande (vrachtauto) verlading. In de geplande verlading is de aankomst van de taken gestuurd, de hoeveelheid verlading kan enigszins worden gespreid over de tijd. Het is anders in de vrachtautoverlading, de willekeurige aankomsten van de vrachtauto’s kunnen in combinatie met de wagonverlading zorgen voor wachtrijen. Gedurende het vrachtauto verlaadvenster lopen de twee soorten verlading door elkaar heen. Sterke schommelingen in het aantal verladingen per tijdseenheid komen gedurende deze periode het meest voor.

De verdeling van de hoeveelheid wagon- en autoverlading kan op wachtniveau worden bepaald. De goederenstromen zijn bijgehouden per wacht, de verdeling van de verlading is met de gebruikte dataset niet nauwkeuriger te bepalen. De verhouding tussen de taaktijd en de tijdseenheid (wacht) van de verdeling is erg groot. Het is niet direct mogelijk om zonder verdeling binnen de wacht het aantal benodigde verlaadteams nauwkeurig te bepalen. Binnen de wagonverlading zijn er drie verdelingen opgesteld (ochtend-,middag- en nachtwacht). Binnen de vrachtautoverlading

De verdelingen van de hoeveelheid verlading gedurende de wachten in de magazijngroepen zijn bepaald met een Input analyzer van Rockwell Arena. In tabel C.1 staat de naam van de verdeling, de verwachtingswaarde en de waarde van de standaarddeviatie. In het simulatiemodel wordt de empirische data gebruikt van een jaar.

(6)

59

Tabel C.1

De taaktijd

De taaktijd is de tijd die nodig is voor het verladen van een collo in een magazijn. Binnen de magazijngroep Koudband 2 zijn er verschillende taaktijden. De taaktijd is gekoppeld aan een combinatie van kenmerken zoals beschreven in hoofdstuk 3 en wordt bepaald op basis van de

verlaadsnelheid. De verdeling van deze verlaadcombinaties in de magazijngroep is niet bekend. Uit een gesprek met de halplanner blijkt dat het verschil in taaktijd eigenlijk alleen wordt bepaald door het gebruik van Platte Wagons en Gele Huifen. De verdeling tussen deze twee typen wagons is ook niet bekend. Door het ontbreken van veel data, wordt de factor taaktijd beperkt tot een constante in het simulatiemodel. De waarde van deze constante is gebaseerd op die van de platte wagons en de gele huifen. In de verlaadsnelheid tabel staan voor de twee wagontypes meerdere snelheden, de modi van de Platte Wagons en de Gele Huifen zijn respectievelijk 10 en 16 colli per uur. De verlaadsnelheid van de wagons wordt vastgesteld op 12 colli per uur, één collo minder als veiligheidsmarge.

De taaktijd van de vrachtautoverlading is niet geregistreerd en ook niet af te leiden uit de wagon verlaadsnelheid in het planningsprogramma - deze is namelijk binnen en buiten het verlaadvenster gelijk(zie hoofdstuk 3). De taaktijd van een vrachtauto kan weliswaar niet verwaarloost worden, toch is de magazijngroep instaat beide verlaadtaken uit te voeren. Gemiddeld worden er 90 vrachtautotaken uitgevoerd, uitgaande van drie teams is dat 2,5 taak (90/(12uur*3teams)) per team per uur in het vrachtauto verlaadvenster. Hieruit valt op te maken dat de vrachtauto verlaadcapaciteit ten minste 3 colli per uur is. Het totaal aantal handelingen per uur is ongeveer 15, dit betekent een taaktijd van ongeveer 4 minuten.

Modaliteit Dag van de week Ochtend Middag Avond

Trein Norm (110, 45.5) Norm (125, 41.2) Norm (140, 48.4)

Auto Werkdag Norm (39, 12.5) Norm (50.6, 16.1) 0

Auto Zaterdag Norm (6.1, 3.2) 0 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We beoordelen de eerste norm als voldaan: in de gesprekken is aangegeven dat alle relevante organisaties (VluchtelingenWerk, de afdeling inkomen, Werkkracht en werkgevers) door

Hardware Limit Length Control Angular

September 21, 2005 Virgo Status – ESF Workshop 2.. Main injection

common end alignment Driving matrix NE/WE => NE+WE/NE-WE after thermal transient PR alignment acts on reference mass. Local control on marionette

Deze rapportage dient te worden opgesteld door de gastransportbedrijven, netbeheerders en gasopslagbedrijven voor zover zij diensten leveren aan vrije afnemers, en betreft naast

In deze kolom betekent een (-) bij de onderdelen ‘verpakkingen’ en ‘beveiligingsvoorschriften’ dat deze onderdelen alleen door middel van een fysieke controle kunnen

Voorgesteld wordt om deze regeling in het nieuwe bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen’ voor alle bedrijventerreinen op te nemen.. Hiervoor is gekozen gelet op ons streven naar

Wij integreren deze motie in onze aanpak en informeren de raad hierover bij de P&C producten en/of bij onze jaarlijkse evaluatie en jaaractieplan. Het uitvoeringsplan van