• No results found

Techniek natuurlijke verjonging drooglandbos : tussentijdsverslag van de resultaten in de proefperk "Alintosoela; Inventarisatie van marktwaardige en niet - marktwaardige houtsoorten in ongerept drooglandbos te Kabo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Techniek natuurlijke verjonging drooglandbos : tussentijdsverslag van de resultaten in de proefperk "Alintosoela; Inventarisatie van marktwaardige en niet - marktwaardige houtsoorten in ongerept drooglandbos te Kabo"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK Iîî SURINAME

TECHNIEK NATUURLIJKE VERJONGING DROOGLANDBOS (Onderzoekproject 67/9)

Tussentijdsverslag van de resultaten in het proefperk "Akintosoela"

A.J.M. Wouters

Landbouwhogeschool -Wageningen

Verslag van een onderzoek verricht onder leiding van ir. N.R. de Graaf

(2)

I N H O U D U z . 1 . S a m e n v a t t i n g 5 2 . Voorwoord 5 3 . I n l e i d i n g en d o e l s t e l l i n g 5 k . Methodiek en u i t v o e r i n g 5 5 . Verwerking en r e s u l t a t e n 6 5 . 1 . Omtrekaanwas 6 5.2. Mortaliteit 10 5.3. De inwas 10 5.1*. Grondvlakaanwas en volume-aanwas 11 6. D i s c u s s i e 12 7 . L i t e r a t u u r • 13 Bijlagen

(3)

5

-1. SAMENVATTING

De bosbehajidelingsinetbode, die a l s b e s t e naar voren i s gekomen u i t de Celos onderzoekprojecten 65/3 en 67/9, i s in begin 1975 op p r a k t i j k -schaal toegepast i n het proefperk Akintosoela (opp. 25 h a ) . Dit rapport i s een t u s s e n t i j d s v e r s l a g van de r e s u l t a t e n na d r i e meetperioden van elk ongeveer één j a a r , van f e b r u a r i 1975 t o t maart 1978, in afwachting van algehele computerverwerking van de gegevens in de toekomst. Van de genoemde meetperioden z i j n de omtrekaanwas, m o r t a l i t e i t , inwas, grond-vlak- en volume-aanwas van de waardehoutsoorten in d i t rapport weerge-geven. Ten gevolge van de behandeling i s de gemiddelde omtrekaanwas het g r o o t s t i n de diameterklasse 20-1*0 cm dbh (25 â 35 mm per j a a r ) . De m o r t a l i t e i t over deze e e r s t e d r i e j a a r bedraagt 1% van h e t a a n t a l exemplaren waardehoutsoorten i n de diameterklasse 2-15 cm, 6% tussen

15-30 cm en k% boven de 30 cm dbh. De inwas i n de diameterklassen van 2-15 cm dbh t e l t 16 bomen per ha per j a a r en boven de 15 cm dbh 1 boom per ha per j a a r .

De grondvlakaanwas bedroeg i n één j a a r 0,23 m2/ha en de volume-aanwas

2,1 nP/ha, beiden aan de waardehoutsoorten boven 15 cm dbh.

2 . VOORWOORD

De opnamen vonden j a a r l i j k s p l a a t s tussen f e b r u a r i en a p r i l en voor d i t verslag het l a a t s t i n maart 1978.

P r e t t i g e steun en begeleiding ondervond i k van i r . N.R. de Graaf, onder wiens l e i d i n g h e t werk plaatsvond. Dank gaat u i t naar de heren E.R. Elburg, F. Wolff, H. Sabajo en M. Narsingh, voor de goede samenwerking b i j het veldwerk. Tevens werd de g a s t v r i j h e i d van LBB in de h o u t v e s t e r i j , alsmede de medewerking van de Meteorologische dienst zeer gewaardeerd.

3 . INLEIDING EN DOELSTELLING

De r e s u l t a t e n van het onderzoek naar n a t u u r l i j k e verjonging t o t 1965 werden d e s t i j d s samengevat door BOERBOOM (1965). Hierop voortbouwend werden door het Celos in 1965 en 1967 twee proeven opgezet ( t e Kamp 8

en b i j de Mapanebrug). Naar aanleiding van de r e s u l t a t e n van deze p r o j e c t e n werd i n 1975 een p r a k t i j k p r o e f van 25 ha ("Akintosoela") i n g e -r i c h t met a l s doel het op p -r a k t i j k s c h a a l toepassen van de behandeling die reeds in 1975 het b e s t e l e e k .

Een u i t g e b r e i d e i n l e i d i n g , d o e l - e n probleemstelling vindt men b i j HETZLER (1975) en NIEUWENHUIS (1977). Meer achtergrondinformatie en v e r g e l i j k i n g s m a t e r i a a l i s t e vinden b i j BOERBOOM (1965), SCHULZ ( i 9 6 0 ) , DE VLETTER ( 1976) en DE GRAAF & GEERTS (1976).

h. METHODIEK EN UITVOERING

Het proefperk "Akintosoela" heeft binnen de behandelde oppervlakte van 25 ha een meetvlakte van 16 ha omringd door een i s o l â t i e s t r o o k van 50 m breed ( z i e B i j l a g e 1 ) .

(4)

6

-De behandeling in "Akintosoela" wordt aangeduid met 20 + D4 d.v.z. zuivering met diameter ondergrens 20 cm dbh na 4 jaar gevolgd door een vrijstelling van alle goedgevormde waardesoorten (WHS) boven 3-5 cm dbh. In het terrein van 26 ha wordt jaarlijks (Bijlage 2} een 100$ opname uitgevoerd van alle WIIS > 15 cm dbh» terwijl in 40 cirkelvormige meetplots <samen 17,7$ bemonstering) alle WHS boven 2 cm dbh worden gemeten. In 1978 werd de inwas van WHS gemeten, genummerd en van een rode verfring voorzien.

Voor de methodiek van het inrichten van het proefperk, de voorbereidende werkzaamheden en voor een meer uitgebreide methodiek-beschrijving zie HETZLER (1975) en NIEUWENHUIS ( 197T) •

5. .VERWERKING EN RESULTATEN

In de toekomst zullen de gegevens van dit experiment waarschijnlijk met de computer verwerkt worden. Voor dit tussentijdsverslag is de be-rekening nog 'met de hand' gedaan.

5.1. DE 0MTREKAANWAS

Met behulp van de gegevens uit de 177$ en de 100$ opname is resp. voor de diameterklassen tussen 2 en 15 cm dbh en > 15 cm dbh de gemiddelde omtrekaanwas in (mm/j) van de WHS uitgerekend over de meetperioden

'76-'77 en '77-'78. De eerste meetperiode '75-'76 is niet verwerkt bij de berekening van de omtrekaanwas, omdat halverwege deze periode ge-zuiverd is en daardoor de gegevens niet goed vergelijkhaar zijn met die van de latere meetperioden.

In Tabel 1 is de gemiddelde omtrekaanwas van alle WHS samen over de twee meetperioden weergegeven. In Fig. 1 zijn de bijbehorende curven getekend. Tabel 1. De gemiddelde omtrekaanwas per diameterklasse van alle WHS

samen over' de meetperioden '76'77 en '77'78. -(Bomen met slechte stamvorm zijn niet meegerekend)

diam.(cm) 2,0-4,9 5,0-9,9 10-14,9 15-19,9 20-24,9 25-29,9 30-34,9 '76-'77 '77-,78 17,4 17,5 16,3 23,3 18,6 27,2 22,9 27,4 24,6 34,2 27,2 35,9 26,7 37,3 diam.(cm) '76-'77 '77-'78 35-39,9 40-44,9 45-49,9 50-54,9 55-59,9 60-64,9 > 69,9 25,5 15,1 12,4 29,9 23,3 29,2 19,2 28,8 39,6 29,9 37,1 33,6 23,4 29,8

In Fig. 1 zien we duidelijk dat in beide meetperioden de bomen in de klassen van 20 tot 40 cm dbh de meeste omtrekaanwas vertonen. Bij de grotere diameters daalt de gemiddelde omtrekaanwas weer bij nagenoeg alle soorten. De bomen met een kleinere diameter

(5)

7

-p r o f i t e r e n veel meer van de zuivering dan de dikkere, hogere bomen. Bekend i s dat bomen die hun volgroeide stadium ( o . a . afhankelijk van

de soort en het bodemtype) dicht genaderd z i j n minder omtrekaanwas vertonen dan bomen die nog in hun 'opbouwfase' verkeren. Zonder concur-r e n t i e - veconcur-rmindeconcur-rende behandeling e c h t e concur-r zouden de cuconcur-rven i n F i g . 1 veel l a g e r en vlakker lopen.

In F i g . 1 zien we ook dat i n de meetperiode ' 7 7 - ' 7 8 i n a l l e diameter-klassen meer groei optreedt dan i n de periode ' 7 6 - ' 7 7 .

Het l i g t voor de hand dat we dezelfde verschijnselen a l s i n F i g . 1 ook terugzien b i j de soorten a f z o n d e r l i j k . Van de v i j f b e l a n g r i j k s t e d.w.z. b e s t vertegenwoordigde soorten (of groepen van s o o r t e n ) : rode s a l i e , krapa, hooglandbaboen, tingimonies en p i s i e s i s de omtrekaanwas per diameterklasse weergegeven i n b i j l a g e 3 en de bijbehorende curve in F i g . 2 . De curven voor de soorten apart z i j n t e vinden in F i g . 3 t/m 7. De grafieken hebben een l a n g e r doorlopende diameterklassenverdeling dan de v e r g e l i j k b a r e grafieken b i j DE GRAAF & GEERTS (1976) om ook het verloop van de omtrekaanwas b i j g r o t e r e diameters weer t e geven. Bomen met een s l e c h t e stamvorm z i j n i n de berekening n i e t betrokken.

Omdat een v e r g e l i j k i n g met onbehandeld bos binnen de proefopzet van "Akintosoela" n i e t mogelijk i s , werd in F i g . 3 t/m 6 de curve van de behandeling 0 (geen z u i v e r i n g , geen v r i j s t e l l i n g ) van de e e r s t e meet-periode van het ernaast gelegen proefperk "Mapanebrug" ingetekend. We zien h i e r b i j d u i d e l i j k dat de omtrekaanwas van de v e r s c h i l l e n d e

soorten 2 t o t 3 (soms meer) maal zo groot i s in "Akintosoela" met zuivering dan in "Mapanebrug" zonder z u i v e r i n g .

Het v e r s c h i l in groei tussen de twee meetperioden zien we het s t e r k s t b i j SAL (Fig. 3) met een v e r s c h i l van 15 mm in de k l a s s e 30-35 cm dbh. Bij andere soorten i s het v e r s c h i l soms g r o t e r , maar omdat b i j het trekken van de curven de u i t s c h i e t e r s vereffend z i j n , komt d i t n i e t t o t u i t i n g in de grafieken.

Opvallend i s wel dat we b i j HBA ( F i g . 5) i n de diameterklassen 30-^0 cm dbh j u i s t i n de e e r s t e meetperiode meer omtrekaanwas vinden. Daar i s n i e t d i r e c t een v e r k l a r i n g voor, maar wel moet opgemerkt worden dat het a a n t a l bomen, waarover het gemiddelde kon worden bepaald, veel k l e i n e r was dan b i j SAL ( z i e B i j l a g e 3) en daarom de curve voorzichtig

beoor-deeld moet worden. Voorts komt d i t kruisen der curven ook voor b i j deze soort in behandeling 20 + 0 b i j DE GRAAF & GEERTS, 1976 b l z . 1+9. Vergelijking van de v e r s c h i l l e n d e soorten brengt nog aan het l i c h t dat de tingimonies ( F i g . 7) b e l a n g r i j k minder reageren op de zuivering dan de andere s o o r t e n . In de s n e l s t groeiende diameterklassen betekent d i t ongeveer 10 mn omtrekaanwas minder p e r j a a r . In de toekomstige meetperioden zal moeten b l i j k e n of deze tingimonies langzamer b l i j v e n groeien of dat ze meer t i j d voor opbouw van een g r o t e r e kroon nodig hebben na de voorafgaande periode van g r o t e r e c o n c u r r e n t i e .

Naast deze b e l a n g r i j k s t e groepen z i j n e r nog een a a n t a l s o o r t e n , waarvan t e weinig exemplaren in het proefperk staan om een r e d e l i j k e u i t -spraak t e kunnen doen over de omtrekaanwas. Van deze ' r e s t g r o e p '

i s een overzicht gegeven i n Bijlage h. Hierbij i s nog wel een s p l i t s i n g gemaakt in langzame, matige en s n e l l e g r o e i e r s . Of deze indeling t e r e c h t i s zal pas goed kunnen b l i j k e n na meerdere meetperioden.

Voor de d u i d e l i j k h e i d i s i n B i j l a g e 5 nog een overzicht gegeven van de stamtal/diameterklasseverdeling van a l l e WHS > 15 cm dbh, zoals deze opgemaakt i s u i t de 100^-opname van de 16 ha in 1976. Deze verdeling geeft de u i t g a n g s s i t u a t i e weer voor de hierboven besproken meetperioden

(6)

Ö -tl) •r-i d ~ 3 ^ j j . * , * -—• ~c <j co i£ u t~ >; S « * o :— •«-•a ' O '-J, 'C i— ;/.; ÛÎAG ^. .f— o Si - 9: o o " ^ a, Ë Hi o • a o .'.^ iv 'V a V •''"•-'•.,) C : J * • «. 1 " c

' ""'.5.

••s c

-un S un a * Ä o tri twu*: sOMü'iiDMaJililO

j j ? (i d ^ ^ ' p c r'1! O ' d '<3 a j - 1 .-1 Cu r ; 32 ^' U l - ij'-ÜJ :V* ! • • < : r-i • i l t -5 Ü •^* 0/ t— L""* i ^ 0 c^~ •-,-. <i) o •r-; f-i • P 4J e i £Î 0) a o jCj c 'X ;> £ ; t~< Ui ' Ö « O V ' O >-. i.' t o 'd> J/ g -.-> o •.(•-'• * • - * ï / ; 'iü, <•-; ro « (l> t s i-i çd i> A \ w: . r -V l 3 j \fc/ r--. *—-, *n d • r., • v. S O p ! w ' w u a-;•-• 0 CO ft •i> r~t * co N—. *-( :— •**•' -'-w -f:; C r—; »• er. •è—&—is—£~ ™ r*t , -E o (ww) SDMUOO>!aJ)W0 («""») SDMUJÛ>i3J)aiÛ

(7)

~ u .. V, X s • H ta —« a s IX •x < Q. < X o 1 X l i l * . O co l / l r-o p* o «c lT> X i O U". Î u i — C-» .»••» E o *o

wwij' SQMUDD>i<jJjUJÛ ("oui a;8ooq

• o "i' Lu 0. -- Q 1' • - O i n en «a 3 fit S < a. < X 9 t X lU Ol \ -o un «/s 41/ S .s "-o fi ' '\'! C?i o ' { wya) 'sPMUOOHd-JJUJO o i n O f^ >n l £ o OV -*•-w w £ o X Ï

•Is

•M *** »o IA (WW) SDMUCD>.aJlUiO

(8)

10

-5 . 2 . DE MDRTALITEIT

Voor a l l e WHS i s de m o r t a l i t e i t bepaald voor d r i e diameterklassen. In Tabel 2 i s u i t de 17,7$ en de 100#-opname de m o r t a l i t e i t i n procenten

weergegeven voor d r i e diameterklassen. De gegeven» z i j n u i t g e s p l i t s t over de d r i e neet perioden, de soorten z i i n pampcgenouie»^

Als we Tabel 2 bekijken dan v a l t op dat i n de e e r s t e periode ' 7 5 - ' 7 6 geen m o r t a l i t e i t i s opgetreden i n de klassen > 15 cmdbh. In deze periode heeft de zuivering plaatsgevonden en i n de t i j d daarna t o t

1976 z i j n de behandelde bomen pas aan het afsterven en i n s t o r t e n en veroorzaken nog geen g r o t e schade aan de WHS. In Bijlage 2 i s de morta-l i t e i t voor de d r i e diameterkmorta-lassen weergegeven i n a a n t a morta-l morta-l e n bomen p e r

soort of groep van s o o r t e n .

Tabel 2. De m o r t a l i t e i t i n procenten van het stamtal van de WHS periode 2-15 cm dbh (17,7$ 15-30 cm dbh > 30 cm dbh I ( ' 7 5 -f7 6 ) 2,2 0 0 I I ( ' 7 6 - ' 7 7 ) 0,5 1,6 1,0 I I I (,7 7 -,7 8 ) U, 3 ^5 3£^ tot.gem. tot 7 n /- . j, 1 maart 1978 7 ,° b f 1 ^

Zowel in Tabel 2 als in Bijlage 2 zien we een sterke stijging van de

mortaliteit in de 3e meetperiode d.w.z. 2\ jaar na zuivering.

Tussen de soorten onderling (in Bijlage 2) zien we geen opmerkelijke verschillen optreden en dat is een reden om aan te nemen dat de morta-liteit voornamelijk door vallend dood hout veroorzaakt wordt. Door de toestand in het proefperk in maart 1978 werd de indruk gewekt dat er al veel hout gevallen was. Of er in de volgende meetperiode minder hout zal vallen en of dit tot een lagere mortaliteit zal Leiden óf dat

door de weer groeiende concurrentie deze mortaliteit op hetzelfde niveau blijft óf hoger wordt, zal moeten blijken. In het laatste geval zou

een vrijstelling noodzakelijk zijn.

Meerdere meetperioden geven pas goed het verloop van de mortaliteit weer, zodat dan vergelijking met "Mapanebrug" en gegevens van LBB mogelijk is.

5.3. DE INWAS

In de periode ' 7 5 ' 7 6 ( I ) i s het a a n t a l bomen i n de 100^opname t o e g e -nomen van 752 t o t 875 (NIEUWENHUIS). Deze toename was s l e c h t s voor een k l e i n deel inwas en voor het merendeel n i e t eerder opgenomen bomen (zgn. "valse inwas"). In 1978 werden eveneens, z i j h e t veel minder, bomen aangetroffen, die n i e t eerder i n de 100^-opname voorkwamen. Het a a n t a l groeide nu van 875 t o t 933 en b i j deze toename waren 27 exemplaren echte inwas. Tabel 3 geeft een overzicht van de inwas in de 17,7$ en de 100$ opname.

(9)

- 11

Tabel 3. De inwas van WHS, opgenomen in maart 1978 voor de 17»7$ en de 100$ opname. De cijfers zijn reeds gecorrigeerd op "valse inwas" soort < 15 cm dbh (17,7$) >15 cm dbh ( 100/&) SAL HBA KRA Tingimonies Pisies x GRO, enz. x BAS, enz. x PEP, enz. t o t a a l 8 5 12 9 1+ 2 10 26 7 3 6 5 0 0 k 2 76 27 t o t a a l / h a / j a a r 16

x De soorten-samenstelling van deze d r i e groepen i s t e vinden in Bijlage k.

Opvallend i s dat e r geen inwas van p i s i e s i n de 100#-opname i s . Het k l e i n e a a n t a l p i s i e s i n de d i a n e t e r k l a s s e van 10-15 cm dbh i s h i e r misschien debet aan (NIEUWENHUIS, 1977).

De l a a t s t e groep, de s n e l l e g r o e i e r s , nemen zo'n 33$ van a l l e inwas < 15 cm dbh voor hun rekening. Het merendeel van de inwas van deze groep b e s t a a t u i t okerhout.

In de klassen 2~1U,9 cm dbh i s er een t o t a l e inwas van 16 bomen per j a a r p e r ha. Bij v e r g e l i j k i n g met inwascijfers van LBB b l i j k t d i t a a n t a l r e d e l i j k overeen t e stemmen met het i n w a s c i j f e r u i t een overeen-komstige behandeling, n l . 13 bomen/jaar/ha (DE VLEETER, 1976).

5.U. DE GRONDVLAKAANWAS EN VOLUME-AANWAS

Om b i j deze t u s s e n t i j d s e verwerking van gegevens een globale indruk t e k r i j g e n van de grondvlak- en volume-aanwas werden deze berekend over éên j a a r : de periode ' 7 7 - ' 7 8 .

Per diameterklasse i s de gemiddelde grondvlakaanwas p e r boom en daarna voor a l l e bomen samen in die k l a s s e uitgerekend. Vervolgens i s met een g e s c h a t t e bloklengte/diameterklasse curve voor a l l e WHS ( z i e F i g . 8 en NIEUWENHUIS, 1977) ên de aanname van een gemiddeld vormgetal 0,7 voor het oogstbare stamstuk de volume-aanwas per diameterklasse berekend (Tabel h).

(10)

- 12

Tabel 4 . De grondvlak- (G) en volume-aanwas (V) per diameterklasse i n ' 7 7 - ' 7 8 . Totaal c i j f e r s voor a l l e "bomen p e r k l a s s e ( a l l e e n WHS)

diam. 17.7* 100£ * * — * • • » • ' I J l / » k l a s s e 2 , 0 - 5 , 0 - 10-14,9 |15-19,9 20-24,9 25-29,9 30-34,9 35-39,9 },9 9,9 G (cm2) 183 1208 1171 V (m3) 0,04 0,51 0,65 3069 2,19 4475 3,76 6394 5993 5,82 5,77 6899 6,76 40-44,9 45-49,9 50-54,9 55-59,9 60-64,9 t o t . 16 ha > 15 cm dbh t o t . / h a > 15 cm dbh G (cnr) 3866 3319 1721 901 552 V (m3) 3,79 . 3,25 1,69 0,88 0,54 37919 34,41 2324 2,1

Hoewel de a a n t a l l e n bomen p e r diameterklas se n i e t g e l i j k z i j n , kan deze t a b e l toch een indruk geven van de g r o e i . Berekening over meer meet-perioden zal een b e t e r beeld geven.

Uiteraard zien we, net a l s b i j de omtrekaanwas, dat de klassen 20-40 cm dbh de meeste groei vertonen. Voor bomen dikker dan 15 cm dbh werd voor de periode ' 7 7 - ' 7 8 een volume-aanwas van 2,1 m^/ha gevonden. Dit g e t a l geldt over s l e c h t s 1 j a a r en moét daarom v o o r z i c h t i g worden beoordeeld. De inwas ( t o t a a l % 60 bomen) i s n i e t in de berekening verwerkt, dus in volgende meetperioden v a l t hierdoor een l i c h t e toename t e verwachten van de volume-aanwas.

6 . DISCUSSIE

Het opvallende v e r s c h i l i n groei van nagenoeg a l l e WHS tussen * 76—T77

en ' 7 7 - ' 7 8 zou door twee dingen verklaard kunnen worden.

- Ten e e r s t e kan u i t gegevens van de Meteorologische Dienst over het Mapane-gebied worden opgemaakt dat de 2e h e l f t van 1976 beduidend droger i s geweest dan normaal. Enerzijds was e r daarom minder vocht voor groei beschikbaar, anderzijds heeft de droogte w a a r s c h i j n l i j k het a f s t e r v e n van de b i j de zuivering behandelde bomen versneld en daardoor was m e e r ' l i c h t en waren meer mineralen voor de periode ' 7 7 - ' 7 8 beschikbaar.

- Ten tweede konden de WHS in het '2e j a a r na zuivering van meer l i c h t p r o f i t e r e n en hadden z i j reeds meer kroonvolume (assimilerend opper-vlak) dan i n het e e r s t e j a a r . We kunnen e c h t e r n i e t verwachten dat de vroeger onderdrukte en/of l a t e r door vallend hout beschadigde kronen zich reeds na twee j a a r hebben h e r s t e l d . De b e t e r e groei i n

' 7 7 - ' 7 8 zou reeds een gevolg kunnen z i j n van h e r s t e l en wanneer zich d i t de komende j a r e n voortzet dan i s meer omtrekaanwas en dus ook meer volume-aanwas t e verwachten. Zolang deze aanwascijfers s t i j g e n i s een herhaalde ingreep nog n i e t nodig voor de grote bomen. De k l e i n e bomen

(11)

13

-hebben waarschijnlijk eerder een ingreep nodig. Een nauwkeurig volgen van de aanwascijfers per jaar is belangrijk om het juiste moment van vrijstellen te bepalen. Naarmate dit tijdstip later valt, is dat gunstiger voor de kosten van de behandeling (minder rente op de geïnvesteerde kosten van de vrijstelling).

7. LITERATUUR

BOERBOOM, J.H.A., 1965. De natuurlijke regeneratie van het Surinaamse mesofytische bos na uitkap. Uitg. afd. Bosbedrijfsregeling, Landbouwhogeschool, Wageningen.

GRAAF, N.R. DE & J.M.P. GEERTS, 1976. Techniek natuurlijke verjonging drooglandbos. Celos Rapporten, 11*4, Paramaribo.

HETZLER, I.R., 1975. Techniek natuurlijke verjonging drooglandbos. Inrichting en opname proefperk "Akintosoela". Celos Rapporten,

102 (2), Paramaribo.

NIEUWENHUIS, J., 1977. Techniek natuurlijke verjonging. Opname, hoogte- en grondvlakmetingen in het proefperk "Akintosoela". Celos Rapporten 123 (2), Paramaribo.

SCHULZ, J.P., I960. Ecological studies on rainforest in northern Surinam. Amsterdam, Paramaribo.

VLETTER, J. DE, 1976. Interne nota LBB - Natuurlijke verjonging. Paramaribo.

(12)

ni i" '••"* ] l a g e 1

Praktijkproef 20 D4 von natuurlijke verjonging (57/9) Proef perk „ Akintosoela "

schaal ± /•• 3333

~l

10'. 200 3C0 O) k. C O •ie o. ex. *»~ O

4

1 UI SOm

I

o-o o

OIO o

oio o

olo-ó

uo

500

o-O

o o

oio o

o o

o. o

o oio • o

o o

o o

o o

o o

o

o

o

o

o

(13)

Bijlage 2 . De m o r t a l i t e i t van de WHS i n a a n t a l l e n bomen over d r i e

meetperioden u i t g e s p l i t s t over de soorten en d r i e diameter-k l a s s e n . Voor de diameter-klassen < 15 om dbh z i j n de c i j f e r s u i t de

17,7$ opname (2,38 ha) en > 15 cm dbh u i t de 100$ opname (16 ha) Soort SAL HBA KRA Tingimonies Pisies

GRO, BRU, BOL

BAS, KOP, enz.

PEP, OKR, enz.

Totaal Totaal t/m '78 Totaal/ha t/m Periode I ('75-'76) II ('76-'77) III («77-'78) I II III I II III I II III I II III I II III I II III I II III I II III 1978 2-15 cm (17,7*) 3 1 6 1 0 1 1 0 2 2 0 5 0 1 0 0 0 0 1 1 1 1 0 2 9 2 17 28 11,7 15-30 cm 0 k 5 0 0 2 0 1 1 0 1 7 0 0 3 0 0 1 0 2 1 0 0 1 0 8 21 29 1,8 > 30 cm 0 0 k 0 0 1 0 1 1 0 1 2 0 0 1 0 1 1 0 1 0 0 0 2 0 il 12 16 1

(14)

d CO CO c i a e â m - P CO w M - p ffl o to cd O • H M CD M - P fn eu , d eu ' S V P ä ) CD <D •H H• d to 3 a U ' H O d "Ö o <u U (!) (U S -o eu - p ttf) eu d CU S - r i "ë d d CU eu eu > a a p m ja CO CU • r-J ^C3 '—- cd M - p CH M C •<-a — c5 • H CÖ > co t— - P eu - eu T J I , d t— d t - d se v a en ' gev e m — co cd M eu

Ü—3

U t— cd <1) t— CÖ • P - Xi V 1 cd c— eu •t~\ «• t O T* W eu 3 JH ^ - P CU o uk-H a U (U r i eu H ' co a , H cd . p cd f • r s eu +> •"-». eu eu ' g S W) : eu eu ä t f o i M * j co çu xi ! çs !> d i > o eu ; S x i cd d eu ! cd V U i Ü - P (U eu ï , W) ! U O eu i +5 O «U 4 1 w e ) ° d-p I eu c3 eu Ti > ' H l H d f eu d - d <U q : "d ' A *r~ï> • H eu - H S O N eu h b O b D S CU « H p j Q O > « en eu «30 H • r j • H PQ i eu • n '; o ! eu ! ft •'i } co

1 < *

*— ! CMJ : ! A !/ t 1 1 ! CM c o - d - cr\ O * -CM -CM ) 1 U N i -CO -=f co o •r- CJ 0 0 -zt CM CO t—CO * — Y - * 1 V t -t— OJ UN t— * ~ - T — ] . 1 - J " o T - t — - * UN .f~~ *~ LPV o n U N <— C M . * T " " T*** 1 o _ * O UN i - CM T — t — I CM ON -d" 0 \ ON O t — 1 • U " \ T -c O - * t— ON 1 CO -=r CM CO VO t-^-1 C— CM ,=r vo 1 - * o r - c— m j -1, t-î-m UN <— •r- m t eo v o VO UN ^ eu i? 1 a a o — ON A ON vo A 1 O ON « * UN ON vo vo l O ON i \ « o j -VO -VO O ON r r i * IPv. ON UN UN > , O ON « « O _=j" UN UN 1 O ON r* « UN ON - 3 - -=C O ON <\ »s o _ = t _=h J -l O ON « »V UN ON en co i O ON « « 0 _ d -en m i O ON « *% WNON CM CM 1 O ON n •* O J -CM -CM . 1 O ON U N O N r— r -I O ON «V • > O U -Ï — r™* i O ON UN ON I o a. C M ^ -• * a • H O ^0 s—** i 1 t ! ; ! i ! t ; i s i i j i | j .---•> 1 CM '->—' t ~ | T— . -^->. VO CM CM ^ ^—^. C7S O N ^ T - * ^-^ en o *~ CM • - — ^~*. C— ON e n t — ^ - ^ , , T — _rC UN CM >w^ / t — - * vo CM ^-> J -_:f- VO CJ w -C") O s M 3 t - « — . A £~_ J - CM C M - - » UN UN * • • • ^ k - - ' ' O ^~-«>VO CU <-^ w M H ^--^ CM •^rf-oo CM UN * » x - * . ^O CM en«— r - - — . " O CO » -CM — e n ^ - . «vo O r-en-— m - - v «> r -^ t - * en — VO ^-s •> o O . UN en^— CM «-s " C M r - v o t e n -^ -^ CM CM VO m — UN O M D e n - ^ v cn^-» «vo VO CM CM — oo *--" O vo vo r— ^ ^ ^ - 3 - - ~ * « en H * ! ,] j 1 | J j ] i 1 CM r> s~+* O N f O T— ^ « y • • * • * « , UN >—' ON r ™ ^-^ O VO T _ e n » - ' -—V CM o <-- = * • « <-- ^ > * — N • - t— J " —-^-^. O N O CM 4 < e n — -CM > - ON CM — CM r * ^ - ^ [ - - C O ^> T~* . . #**—* m c o C M — en CM en — Si w M M ,— en "en » T — d -**"™v L T \ * * - y oo CM en.—~ « o TnC m^-» " O A *" en>— co ***—s c—oo en — • * » . * — K < - NO J - — CM *\*~s C O T -CM — co o oo m-— NO A ^ ~ « . NO UN e n ^ - . T — O N NO CM — 1 M T "*-.i t | . ï ( 1 i ! i *~». d J -CM — *—>* S fr~ en — *^-«* CM ON OJ-^ *^-^. UN ON ( n > -^ -^ CM U N < -e n - — ^ ^ o v • r— e n ^ — OJ e n T -m — en * » , - — s 9fi <* C M » - ^ - * ' - ^ « N O t - CM CM — •-s)- —» ON * -' T — • « > * ^ * -' .1

g

H ( H M i j 1 M H M " CM * * ^ - S . C M ^ r CM — co «%„r—s. c o oo m — -CM » t r — 1 t 0 , 0 0 CU — NO * * * • * — « . VD O en — T — . — ^ •>-!f CM « ^t > -- 3 -- — » " O O ^ ^ r «—-CM - - . « t— UN '— o n » w .—. T - " C**) i — e n — ' O N ' - ' " CM O CM m — CM UN ON CM — ' 1 1 j j j i 1 . 1

i

i ! i i i j • * " " v . r™ e n « » , — > • > _ * •<— en o T - — CM ; NO UN «,—^ «,—.. o o CM < n CM t— ~_- CM »—» m ^ - ~ CM-—-« UN •» t~CAI © < -T — * ^ ^ -T~ ^ ^ "~ CrT1 ON " CM — r— T - O N CM — CO U N - - . N O — s « o * «~ ^ f CM t - CM ^7 s ^ - CO •»-• O . - - - t>-^~> " M 3 " N O NO r o s e en f - — CM — <* O " 0 0 ^3 CM CM « -- — C M — NO "*• C M — ~ «oo " c o r t ^ * t -CM — -CM-—• C M ' — - t f — • « t— « C— e n en t— CM t — — - * - • » ~ » * t - , . — - U N - — • « en « C A CM CM ON < -T — % _ • r " \—-M H \—-M CO E"1 Ö ^ ÎT1 a <C O trt ? 1 ! i ! H i i , . j -"ON J -J ^ * ~ S • CM **_«> ON . * - • • UN_Tf CMv— ^"^ I A • w - * • t ~ '— t*-"? * • * • " s > — ^ O ON ^~ CM — -—»

se

H M CM «^-» U N ^ -, J - — ' UN " » r f * — M , UN CM CM — t— . «*—» S-"3" e n — -NO « y — s 0 0 NO CM — _ " v — * . ^ * CO en-~--T — ^ — . " O fc" en~-^ ' ^ oo en CM v _ ^ 1 oo ONONCJONO C \ i — ' en «*^~^ i.\j — CM •*--***. • < U N V O y -CM ~ — ' T-U N . * *"- *~* UN «<—. e n c o »~ -—' O j ft, S H t s Ss 1—* N ^ , CM S ^ ^ CM - > ^ t— t— r - ^ ^ ca « tsi es) f 1 1 ! M M M ' —^ ^*** r - OJ CO CM r— » _ • CM ^ . ^ CM ,. m « > — * « . ^ N . ON en >- m r- — . s f — UN CO « — s " . — V t — N O O V O e n - — .^f — _-3- .—. t"--"-» « m " ^ ; CO CM J * CM t— — . CM^—» O N ' " " " ^ « V O " O UN en r : - * CM —' en^— . — CJV-» 0 0 " W ! c^^: clîS r VO — - * — - • « v o " ^ t t — C O UNCO CM •—' en«— e n ' ^ i - ' ~v « O N «en _>. O 1^ »— ! -=t Ü t— _ < M — . <**>— U NW r -1^ CM *~ e n j ~ • -1 • • • en 2 Ç N U CMC ï^1 — V O — C M -« T - * _ # • 0 0 NO C - N O •r- CM^—' ^Ovo °°-s> ' C M ^ - . O — « o "°o CO VO O O ^ f r - — ' T~ •—' • • à -P cy o O t H

(15)

M M H M M Os Od V..J ,N 0 0 0 0 LA C O — > f ™ oo oo CM LA CU 0 0 " s i CM O CN L A O N V " v o ?1 ..J -p' ^ v d; OJ . o a £ 12 'V r,w S-, M O O S 0 z M rW O v./ •M QJ • H C?-O £• .Kfi CA N . . - ^ a OJ M (V "-î o --»C a; CJ ;»r-• O '1> -r-i •^H * 4 1 / i ) S S _ =3 0 O s-, c o y a a .^i !L, 0) ÏJD . p O 4»' C' > o C r-i H • - : , p i CVA ... co O 0'. ! ""^ -<—. •"• j L A :- ~ -=? G t — î - — - r f LA LA ro L A —' CM -d-o LA <- cv 0 J o . ^ f C N ON O *2 U 0 —• o CN VO V 0 O CA LA (TA O CA O - i f L A L A ! o as LA o\ 1 O O . LA Os (y- - r . O 0 \ .r- /* I O ON CM CM X- £ « -ri ' ~ 5 p "ë"w CL' f . p c '~! o • W :-J ' C Ä C a <u ri - p ..SÎ 0 2* o "M C~ • p g c o •"# i> V "3 r~* — I '~~> a -•< " d -n r-i ». -£ 1 C— CU r>a --3" <u Ï Û c3 M S * _ • "~J o H 2j o • - ; b O m ^ v '—i r - ^ 'H . p SJ s CC; •3 o —1 ~4 r j Ü o '."j ...: ?Jt • ™ Z^ O 0 * r>^ v - ^ CD u to • H (.^ 0 ?H '•&/' <D

1

SI :.iD C •Si [••-! 5J X"J • —< C ÇJ i-^3 O (~> r ~ i -U> cd • p x; > P > iv Ä>-...-, ..^

i

-C ::0 •"- '.A^r!-C— '.CA 1 CO .-s CM a . ; ' O t— l V — N ^ ^ ^— h^ _* -b i - d - O T - t _ f"^ _"t 1 ^ ^ CO L A , » -— T) 1 AO ! ^ : v^o ^ Û ' • " * * j«i 9 •> i ^ '-A 0 \ '-V C\! ! C CTs w »V O _-»• C-. OJ ! O O N i ^ »S LA. O N T ~ -1 O 0 s *v P* o.-t <— V— I O O N *> t> UA O . ! G> O N »X « * C ' - * 'H U 00 ON MO «s • - S C Vu ro LA ro vo CM - — *»^»*. LA ON. CO L A CO-CO 0 0 LA O CM O N » - ' VO CO t— CM «—• V 0 w L A CM CO 0 0 CM L A - — J t • C0 LA CM c o * r o CV -~-- _ t f - w oo CM OO CM - w CM M ON CO LA t— -..„ ... 4... ON CM <*"' - ^ - s i r \ T — »— ^ t f » ON r— 0 0 t — ~—' , . -a-T -N _ ^ y-^ » l / \ * W - * r -m » 0 0 * O - * V O . CM • ^-*» C 0 MS CM ^"** CM **-« w ' '•»^"S LPv »*^« J* K*#S oo 0 0 VO CM t -T - » W J C » ~ * 0 0 CM-ON" CM ON LA L A CO VO 0 0 o 2 CM « « cq S3 C M - ^ m-—» « C M CM * U M -O l — C-O»—' CO ' ^ CM U VO — N w CM w LA *»^-»» A ^ - v t— L A O - N V D « s ; c^ g (t; j ce

3

CM R < ~ » p - CM O 0 0 CM w CM 0 0

9-*

0 0 w 0 0 « B i CO

öS I ~ l

« s d

VO CM O N * * • * » W A - I t T " »«rf CO *-»* « 0 0 t - . _ . VO « . — s vo 00 CM —>• CM CM - ^ LA LA CM w 00 CM 0 0 t — V O CM s-»< CM »—» - s * " - ^ , * 0 1 » — X»»-C O — ' 1, j CM • * * * - * » 1 2 ? - * . CM — « i CO es VO f— 1 « " «*-»» VO VO CM »— v^'H r -«M^ VO * . * " » , « 5 0O 0 0 - « - « 1 CM <~« I A < ~ < « CM « C M r~ *~* ON'—'

(16)

•*5V<*MS, <f Bijlage 5 Diam. (cm) letter code SAL KRA HTI HBA RIZ GTI OKR BRU WIP ATI GRO BAS ' WA? TIS WAN ZPG MAT KOP LET HGR LGR SOE PEP ZPK WAK RIW CED RKA BOL Totaal/ 16 ha Totaal/ha Totaal KuM/ha . De stamtal/diameterklasseverdeling van opgemaakt 15,0-19,9

97

11 11 12 -12 3 2 1

5

-2 1 2 2 -1 -1 — • -— -163 10

55

20,0-21* ,9

76

20 19 11

4

11 1+ 5 3 9 -3 3 4 1 3 2 1 2 1 -1 -183 11 1*5 uit de 25,0-29,9 61 12 14 7 5 9 3 U 3 1 1 1 2 -2 2 1 2 -— 1 -2 -1 -13^ 9 34 100$-opn 30,0-34,9 59 8 10 14

7

2 2 5 4 3

-4

2 -~ -1 1 -128 8 25 ame (16 ha) 35,0-39,9 40 9 13 8

6

-4 3 2 3

4

1 1 -3 2 2 -1 2 -1 -— 105 7 17 4o,0-U4,9 17

8

3 9 3 -3 2 3 1 1 1 2 -— -1 -1 -55 3 10 alle WHS 45,0 > 49,9 13 3 2

4

4

-6

3 2 -2 1 -2 -2 1 -1 1

-46

3 7 in 197 50,0 8 1

-4

15

-9

1

5

-7

2 2 -1 1 1 1 -. 1 -1 61

4

4

6, Tot. 371 72 72 69 44 34 34 25 23 22 15 15 13 9 9 8 7 5 5 4 4 3 2 2 2 .2 2 1 -875 55

(17)

CENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK IN SURINAME

INVENTARISATIE VAN MARKTWAARDIGE EN NIET-MARKTWAARDIGE HOUTSOORTEN IN ONGEREPT DROOGLANDBOS TE KABO

(Project LH/Sur/01)

A.J.M. Wouters

Landbouwhogeschool-Wageningen

Verslag van een onderzoek verricht onder leiding van ir. N.R. de Graaf

(18)

I H H O U D • b l z . 1 . S a m e n v a t t i n g 5 2 . Voorwoord 5 3 . I n l e i d i n g en d o e l s t e l l i n g 5 k. Methodiek en u i t v o e r i n g 6

5 . h. 1. Keuze van de meetplots 6

k.2. Metingen 6

5 . R e s u l t a t e n 6 5.1. De staratal/diamet'erklasseverdeling 6

5.2. Vergelijking met inventarisaties elders . . . 11

5.3. Grondvlakmetingen 13 5 . ^ . Het aantal palmen 1^

6 . D i s c u s s i e 1^ 7 . L i t e r a t u u r 15

(19)

5

-1 . SAMENVATTING

In het proefgebied van het p r o j e c t LH/Sur/01 t e Kabo (Coesewijne) werd een i n v e n t a r i s a t i e u i t g e v o e r d . Uit de gegevens van t w i n t i g cirkelvormige meetplots ( e l k 0,1 ha) kon worden a f g e l e i d , dat de marktwaardige h o u t -soorten s t e r k vertegenwoordigd z i j n i n de hogere diameterklassen en dat het a a n t a l kapbare stammen ongeveer 30 e x . / h a b e d r a a g t . Het bos i s t o t nu t o e nog n i e t g e ë x p l o i t e e r d .

Vergelijking met andere g e ï n v e n t a r i s e e r d e gebieden van Suriname w i j s t u i t dat op Kabo minder bomen i n de l a g e r e en meer i n de hogere d i a

-meterklassen voorkomen dan e l d e r s gevonden z i j n .

Van de marktwaardige soorten komen b e r g i - g r o n f o e l o e en basralckus verreweg het meest voor.

Voor h e t grondvlak/ha i s een gemiddelde gevonden van 31,6 m / h a .

2 . VOORWOORD

Onderzoek naar natuurlijke verjonging van het Surinaamse drooglandbos is vanaf 1967 door het Celos uitgevoerd..Dit wordt voortgezet in een

samenwerkingsproject tussen de Universiteit van Suriname en de Landbouw-hogeschool in Wageningen, Nederland (project LH/Sur/01).

Dit rapport handelt over de inventarisatie, uitgevoerd in januari/ februari 1978 in het projectgebied te Kabo.

Dank komt toe aan de heren R.E. Elburg, F. Wolff, H. Sabajo en

M. Narsingh, die mij op voortreffelijke wijze bij het veldwerk geholpen hebben.

De heer De Graaf, onder wiens leiding het werk plaatsvond, dank ik hartelijk voor zijn steun en begeleiding.

3. INLEIDING EN DOELSTELLING

In het kader van het project LH/Sur/01 is een inventarisatie uitgevoerd in het voor dit project bestemde gebied te Kabo (Coesewijne), voordat exploitatie plaatsvond. Deze inventarisatie was erop gericht om een eerste indruk te krijgen van het grondvlak/ha en de stamtal/diameter-klasseverdeling en daarbij vooral het aandeel van de marktwaardige houtsoorten (WHS - zie Bijlage 1 ) , uitgesplitst per soort in reeds kaprijpe en niet kaprijpe exemplaren. Het was wenselijk om deze indruk te hebben op het moment dat de proefopzet van het exploitatie- en

natuurlijke verjongingsexperiment op papier z'n voltooiing naderde. Voor de planning van de exploitatie was het van belang te weten -hoe de marktwaardige soorten in het terrein vertegenwoordigd waren. Dit mede in verband met het eventueel toch oogsten van exemplaren, die niet door de concessionaris zouden worden afgenomen, om zodoende de door het project gewenste hoge exploitatieniveaux te bereiken.

Omdat de indruk bestond dat er veel palmen in het terrein waren, werden deze geteld.

(20)

6

-h. METHODIEK EN UITVOERING k.1. KEUZE VAN DE MEETPLOTS

De i n v e n t a r i s a t i e i s uitgevoerd d.m.v. een steekproef van 20 c i r k e l -vormige meetplots van e l k 0,1 b a . B i j de keuze van de m e e t p l o t - l o k a t i e speelden de volgende factoren een r o l :

- het t e r r e i n was op het moment van de i n v e n t a r i s a t i e s l e c h t s toeganke-l i j k over enketoeganke-le toeganke-l i j n e n . Uit p r a c t i s c h e overwegingen werden de meetplots l a n g s êên van de l i j n e n gelegd;

- deze l i j n l i g t c e n t r a a l i n het p r o e f t e r r e i n daar waar het hos volgens l u c h t f o t o ' s van het gebied r e d e l i j k "homogeen" i s en waar de d r i e herhalingen van de proef gepland z i j n .

Met een l o t i n g s t a b e l werden 20 p l a a t s e n a t random l a n g s de l i j n gekozen. De middelpunten van de c i r k e l p l o t s lagen op 25 m a f s t a n d aan w e e r s

-kanten van de l i j n .

U.2. METINGEN

Binnen de meetplots werden de volgende opstandskenmerken opgenomen: - de diameter van alle marktwaardige soorten > 5 cm dbh. Deze

exem-plaren hebben, als ze niet door velschade uitgeschakeld worden, een redelijke kans om bij een systeem van natuurlijke verjonging door te groeien tot kapbare afmetingen;

- de diameter van alle niet-marktwaardige soorten > 15 cm dbh. In verband met de zuivering is het belangrijk om hun aantal en soort-samenstelling te weten;

- het aantal palmen hoger dan 1,50 m. Dit maakt later een verge-lijking mogelijk met het aantal palmen gedurende het experiment; - een grondvlakopname volgens de methode van Bitterlich. Hierbij werd

met een prisma (k = 2\) rondgeviseerd vanuit het middelpunt van elk cirkelpiot.

Bomen, die op de grens van de cirkel stonden werden gerekend als te staan binnen het plot wanneer de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en het middelpunt van de boom kleiner was dan de straal van de cirkel.

Het meetpunt bij bomen met plankwortels werd 1 m boven de plankwortels genomen.

De werkwijze bij het uitzetten van de plots en het meetwerk en de daarbij gebruikte gereedschappen zijn vermeld in Bijlage 2.

5. RESULTATEN

5.J. DE STAMTAL/DIAMErERKLASSEVERDELING

Met behulp van de verzamelde gegevens is in Tabel 1 een stamtal/diameter-klasseverdeling opgesteld. In Fig. 1 is hiervan de grafiek voor de

marktwaardige soorten ên voor het totaal getekend. Voor WHS en NWHS

zijn apart overzichten gemaakt van de stamtal/diameterklasseverdeling per soort in Tabel 2 en Bijlage 3. In Tabel 1 zijn de aantallen/ha

gegeven en in Tabel 2 en Bijlage 3 de aantallen van de 20 meetplots samen. Ter vergelijking zijn onder aan Tabel 2 ook de totalen per

(21)

7 -«3 +2 •P m O

I

CM OO ; ^ t O N ; O <~' j CM CM •.. ; 1 LTN t — i c o . d -oo o r T - CM CM O O !; c - c o t - i — """"*'"' 1 l ( T [ -LTN t ~ ! r * -1 j o O N ! r ». UN l'A i v o v o j ,. ..^ 1 O O N O -=f ND ' O 1 O ON i r »> ' ITS ON ! UN UN i ! O ON 1 O .:? ! UN I / N ; en CM U N CM • •• -'vu al <1 k a> P» « u V <u •<-3 • H w

i

ö <i) r o 3 5 M O g tf> a « H •«! -H

a

> eu w 03 aJ

ä

• p ^ ! - * P « , - t— ! - J U N r— T— î j t 1 ~ , 5 U N C O i i r \ * -J C M u t f j N T -' 1 ! o - = r ! O UN r - CM r r

-j

" ! 1 i CM o \ ^* O N ; O N 0 l ; iTN T -1 c o -=r < C * - O N î t t — ' • ->: 1 ' c o - t f i CM OO î v o 1— 1 • 1 v T— |S— j t - CM 1 - a - VO j

L~_

de O t - t _ « 0 , 3 -0 OS *» Tt UN U \ - * ..-t 1 O ON r> *» O . - * ^ f - * 1 O O N «s #» i r . g \ e n <.o . -. ... 1 O ON #* n 8 ^ . . « f l - W , O ON * *» tTN O N CM CM O O N «» t* O _ * CM CM . O ON «•* f« IPv 0 \ Y » '.*-. 1 CT O N «s « O - * i - * i i O N 1 { j U N > < , f ; v o , .. - ,.«,.„ O N , • . « . . „ _ - , . • IP. <T-CO ,-• U N T * u> r >.<N CM CO CO , — t— CO ITN « " t - CO CO v o i t O ON ! «\ ^ [ UN ON • • • " ' - ' !" I O O s O ! J-M U o • H O O ITN O CM UN 1 r*" f—. ^ r O N CM C O -3- _ * 1 -=r 0 °o -* O CM ^ 3 " - 3 " 1 O O N «H «S UN ON r o 0 0 Y** ^ * 1 O ON r o " ? o t * * T*" ITN O ON \o vo 2 o t— CO CM OO ON O C O ^ t 1 °SP. C-~ CM LfN ON CM CM 1 O O N A «V 8 'Si O o ! LTN OO VO 0 0 CM ro 0 0 ON r- vo vo t— CO CO I O ON UN ON I O O, UN ** i O 1 I O N UN O N UN 0 4 •£. C O C O CM C O co ro O O N ! o o I O ON O -St 0 0 UN UN D

_

i

UN CO UN ro CM UN <£ CQ UN 0 0 ro UN A CM CO I UN T -CM C O I O ON UN ON ON ON CM CM C O I I O O N •"- o-a-ON o-a-ON I O V O r - CM v o CO CM CM CM O ON UN O N CO c o ' S CO ON «~vo UNVO CM CM O O N «1 «» O ^ t CO CO UN O UN O UN V O CM UN T -ro UN CM CM I 0 ~ UN ON UN «- ro CM CM ~T O ON UN ON J O O N UN CO UN

n

o-• r l y CQ UN UN CM UN

(22)

8 -VÔ CM O ON I A •— «• t> oo I A I A O N CM CM t t

-&£

CM J. oo CM CM 0 0 CM CM O CA •» «> O .a-o- t-~ O ON , — on I A CM rCM 1 -L A V O I CO _=f ; CM I A ON CM I I A * -T - CM CO J * CM CO h - 0 0 I O O N MO vS I O ON I A O N CM * -<— CM * ~ LTN CO oo P ?M I A ^ -I O ON l I A T A co co *- y~ CM v - LA CM O CD I ^ f I A O Os ! IAON j a -0 -0 CM O N O N l A 0O I A 0 0 ( A T~ C M - * i O O N * " O j f j r «a-j t M en D— NO T £-°™ CM i S -* O ITS * T ~ CM I CM O N -a- êh O N O ON T - 1- CO ^ f c ; * - CO O ON I

°1o

1 O ON I A T - o f t - O N CM CO CM «~ CM CO CM CO CM CM O I A J t CM CM CM c o O Jt V U t— CM CM I O ON * ~ •> •> ; O N t — ^ - V O C M ' — ' — I O CA T - t — «• » : O N © < o v ß _ s r t - «- * - CO * ~ t- CM I A O N i •« ' -j . VO r- <r- , i 1 ' I O ON j CO O l— I A 0 0 î CM CO « - 0 0 CM jf O * " 0 0 <~ ' t - H • O J Î ; i • 0 0 ^ *- i- « t - 0 0 O ON ! CO ,Sf CO t - C - : CU O CM I A . ï f I A * - » » : 0 0 T - «— S r - CO I A ON ' I I COVO O ON VO I A » * «~ C M . t f

ui

O — ' § 'T! ' CÖ S ! • H t> 1 _ x) w : « » « « ÇQ HJ < S O 4 Q « O N H » O O On « « o m m J H f f l . « ! £-t H CO < tH co H <~ CM 0 0 J f I A i \ 0 C— CO O N O ! «-- 0J 0 0 u * U N I r™ r- r— T— r— r— Z H K « { H Sç E-» C2 ^ H ÖB t=! M CO O (N G t - CO ON o t— i— <~ <~ CM (S) <•- CM 0 0 CM 0J CM CM 0 0 v - c o QD VO — O t— 0 0 CM 0 0 O 0 0 CM LA oo VO LA CM NÛ *— t— ON CM o *-O O N r - O-T • H ai cd 3 a

1

O ON CV1 N O 0 0

l

<D •p Si e a$ •H 'C "^^, • p CO « «

ä

(23)

_ 9 -> CM EH » -p o - p -p s S3 ÎH <U eu -p h o O m I t - OJ NO OO OJ CM I oo ON « - NO UCWO OJ CM O--tf ON OJ oo l -d- o CO ^t O (M I t - m ON o i o NO t— OJ C— O N oo oo i - = f ON * - NO NO t— oo oo NO 0 0 ITN t -oo -oo ON US 0 0 00 I OJ OD - * O N « - OJ oo oo i US •<— C O d -ON * ~ OJ 0 0 I oj co CO ON CO OJ O ON ft ft US ON oo o o I O ON O _3" , oo o o | o ON ITN ON OJ OJ ci ON OJ OJ | Ó ON r— t— O ON i o C N j ft ft j O O ! Ó ON I ft ft : <~> J - ' o o : I O ON LTN ON O N ON O ONS ft ft \ o -a- I ON ON i O ON • ft I m ON i co co i o 0\\ «•v • » f o J - i co co j 3 3 1 • H O T i — ! O O N V O ITN CTN ^t NO OJ OJ CM O N O 0 0 O J . OJ i * < -_ 3 - j - ^ t ^ r r 0 0 CM CM oo o o O J O J O J ii; m s j < w Ü < O çq O cq ffl cq trj O co ce P-i ca M S p o « O W M | t - OJ O O ^ j - i n S NO c—CO O N O OJ t n j I A S H W < H j « i E H O i-T E-i 1 M « rf H O « O <5 N NO t— CO O N O i T - C M O O r - T ~ v - r - c\i J CM CM CM oo -p o - p r - CM CM CM V w m •A •5! CS • P o En NO 0 0 o CO •p o co

n

&

«J P3 • H r ö 4/ co co co 5=

3

d • p

(24)

CO a a -p u o o « u O*

?

•H ai & <u ta M a; •p

5

-P ta <u O

u.

£

ko o •ri I P Ho lm 1>s-o o itf) O l _

o

D I / / / W U / D ; S «

o

ITS

g

O (O

S

o o O

(25)

11

-diameterklasse van de NWHS vermeld. Uit Fig. 1 en uit Tabel 1 blijkt dat het aandeel per diameterklasse van de WHS groter wordt "bij toenemende diameter. In de 20 meetplots werden 91 bomen > 45 cm dbh aangetroffen, waarvan 59 WHS, 33 bomen > 65 cm dbh, waarvan 29 WHS en 8 bomen > 90 cm

dbh, allen WHS. Zowel in Tabel 2, als in Bijlage 3 zijn de soorten van

boven naar beneden gerangschikt naar hun totaal aantal. De bovenste tien soorten zijn goed vertegenwoordigd in de diameterklassen > 45 cm dbh. Het is interessant om bij een systeem van natuurlijke verjonging te bekijken of deze soorten zich ook het meest zullen manifesteren na

exploitatie en zuivering of dat juist andere soorten (lichthoutsoorten zoals kopie, goebaja e.d.) meer op de voorgrond gaan treden. Verreweg het meest komen bergi-grcnfolo en basralokus voor in alle diameter-klassen. Evenals elders ook werd gevonden, vertonen b.v. kopie en zwart riemhout een vlakke stamtal/diameterklasseverdeling. De lijst van NWHS welke werden aangetroffen in de meetplots telt 65 soorten. In het gehele proefterrein zijn het er ongetwijfeld meer, maar de meest voorkomende en daarmee voor het experiment de.belangrijkste NWHS zijn door deze inventarisatie nu wel bekend (zie Bijlage 3 ) .

5.2. VERGELIJKING MET INVENTARISATIES ELDERS

Teneinde vergelijking met inventarisaties in andere bosgebieden in Suriname wat eenvoudiger te maken, is de stamtal/diameterklasseverde-ling te Kabo van zowel de WHS als van alle soorten tezamen, via

een-zijdige logarithmische transformatie (van de stamtallen) en een regressieberekening omgezet in een rechte lijn. (Zie voor dit soort bewerkingen DE GRAAF & GEERTS, 1976.) De twee resulterende lijnen zijn uitgezet in Fig. 2. Duidelijk komt daarin tot uiting dat de WHS in de hogere diameterklassen relatief, ten opzichte van het totaal pakket van soorten dus, veel beter vertegenwoordigd zijn dan in de lagere. In Tabel 3 zijn de berekende parameters van de twee genoemde lijnen (uit Fig. 2) genoteerd, tezamen met gegevens omtrent enkele andere bosgebieden.

Tabel 3. De waarden van A, B en R2 van de regressievergelijking

y = A-BX voor de stamtal/diameterklasseverdeling van enkele ongerepte of licht geëxploiteerde bossen betreffende alle soorten (behalve WHS, Kabo)

B R Snij-punt x-as Opmerkingen WHS Kabo

Alle soorten Kabo Fallawatra (FAO '7*0 1,485 0,015 0,87 99,0 2,098 0,022 0,97 96,0 2,365 0,029 0,99 81,6 Coesewijne (Boerboom »65) 2,355 0,028 0,99 84,1 Mapane (Boerboom '65) Akintosoela '75 2,217 0,025 0,99 88,7 2,324 0,027 0,96 86,1 > 5 cm dbh, ongerept bos -WHS > 5 cm dbh, WHS > 15 cm dbh •> 10 cm dbh, onge-rept bos > 25 cm dbh, onge-rept bos > 25 cm dbh, onge-rept bos > 10 cm dbh, licht geëxploiteerd

(26)

12 -o o > X » i "p il >. c ÛJ c •r-^ • I - I t—4 C; • H to w 41 P U ) CU £-i <D O . <*•) O *•»*-u. . £ <U r~i œ CJ ÎH aJ 1.0 Q , Q Cj r3 S i—i .--i • r i r-1 O Ui U <a > !.. S o SS )D.}UJDiS 50] , - J ai -P e CS - p to bo 0 i—; l! >. X i <! Si >t c <L> £ ; *r"i ' n r-ï & • n !fi K Cv 5-, UC 'i' fc ' 1—i «Si u> **•» ÜL - p 4} e -P Ö ? P-* •r-i • H c Cl li <* c <L> 'G *) T l ' a i i> to CC' ci r - i "' vlj P Ü j-3 a <rt if IK c CJ O -r-Z H '2 C ^ £ >-. 0! C ~ g g i) •>-s 0 •r-i r* r~i M Cy "Ó -P ' - ^ is ?" O o tû ta ^ • r t Cu , - H < - . . H r~; a; es ^* it ï~i O . f l J> •a aJ ö 1 <0i 4) S3 • a 3 f -o £\ ^ Cv • P CJ • H • f * CC' LJ ..«* r*i -1 -r'"' ^ '•Ü c • H & -e JDIUJDÏS 60}

(27)

13

-De hoge waarde voor het snijpunt met de x-as (99,0) tezamen met de lage A en B voor de l i j n betreffende a l l e soorten t e Kabo, duiden erop dat Kabo in deze reeks ( i n Tabel 3) het gebied met de meeste dikke bomen i s , Het Fallawatra-gebied i s het s l e c h t s t e van de reeks wat b e t r e f t d i t a s p e c t . Van de commerciële waarde van het bos zegt d i t echter nog n i e t v e e l , van heü g r o o t s t e belang i s immers de soortensamenstelling. In F i g . 3 z i j n enkele l i j n e n u i t Tabel 3 weergegeven.

5 . 3 . GRONDVLAKMETINGEN

In elke meetplot werd met een p r i s m a t e l l i n g het grondvlak/ha bepaald (methode B i t t e r l i c h ) . Onderstaande Tabel 4a geeft een overzicht van de gevonden waarden. Het prisma met f a c t o r 2s werd g e b r u i k t .

Tabel 4 a . Het berekende grondvlak/ha (m /ha) voor 20 t e l p u n t e n (meetplots) plotnr. g/ha plotnr. g/ha 1 20 11 25 2

4o

12 17,5 3 32,5 13 47,5 4 20 14 32,5 5 30 15 55 6 ^2,5 16 30 7 17,5 17 37,5 8 32,5 18 22,5 9 40 19 17,5 10 42,5 20 30

Deze c i j f e r s r e s u l t e r e n in een gemiddelde van 31,6 m / h a .

Om t e zien hoe betrouwbaar d i t g e t a l i s , werd m.b.v. de

standaard-d e v i a t i e en het betrouwbaarheistandaard-dsinterval standaard-de toegestane procentuele af-wijking van een gemiddelde t . o . v . het ware gemiddelde E berekend (DE VRIES & STOFFELS, 1967)- Omdat E = 15* t o e l a a t b a a r wordt geacht, i s

berekend hoeveel t e l p u n t e n nodig z i j n om deze nauwkeurigheid t e bereiken ( z i e ook NIEUWENHUIS). Tabel 4b l a a t het r e s u l t a a t z i e n .

Tabel 4b. Het gemiddelde grondvlak 3 , standaarddeviatie Sg, het betrouwbaarheidsinterval (95$)» het E% en het a a n t a l telpunten n b i j E% = 15

5 Sg b . t . b . h . i . E% n(E = 15)

31,6 10,8 26,6-36,5 15,8 20,7

We zien dat 21 t e l p u n t e n nodig waren geweest om de procentuele fout E onder 15$ t e k r i j g e n . Het gevonden gemiddelde grondvlak 31,6 m /ha met E = 15,8$ zal echter n i e t veel v e r s c h i l l e n van de gemiddelde waarde b i j 21 t e l p u n t e n .

(28)

- 11+

-5.1+. HET AANTAL PALMEN

Het gevonden a a n t a l palmen hoger dan 1,50 m varieerde a a n z i e n l i j k per meetplot. Tabel 'j l a a t dat z i e n .

Tabel 5. Het a a n t a l palmen P hoger dan 1,50 m per meetplot P l o t n r . P P l o t n r . P 1 15 11 9 2 5 12 17 3 32 13 12 1+ 28 11+ 32 5 10 15 8 . 6 26 16 8 7 1+8 17 11+ 8 22 18 11 9 20 19 10 10 16 20 10

Het b e t r e f t voor meer dan 95$ Aetvoaaxyvaa eeiophilum (boegroemakka) en Astrocaxyum paramaaa.

Duidelijk komt naar voren dat deze palmen n i e t i n overal even grote a a n t a l l e n verspreid s t a a n . Berekening van het gemiddelde geeft 177 palmen hoger dan 1,50 m p e r h a . Dit a a n t a l heeft i n ongerept bos z ' n

weerslag op de verjonging, die onder een gesloten 'palmendek1 weinig

kansen k r i j g t . Het i s i n t e r e s s a n t om t e bekijken of deze palmen na e x p l o i t a t i e en zuivering zich zullen handhaven.

6 . DISCUSSIE

Met deze k l e i n e i n v e n t a r i s a t i e i s een e e r s t e indruk gekregen van de bossamenstelling in het proefgebied. Na het u i t z e t t e n van de proef-perken volgt een veel i n t e n s i e v e r e t o t a l e opname i n de m e e t p l o t s . De t o e s t a n d van het bos na de e x p l o i t a t i e zal u i t g a n g s s i t u a t i e z i j n voor de n a t u u r l i j k e verjonging.

De gegevens wijzen op een groot aandeel van de WHS in de hoogste d i a -meterklassen. Hierbij moet opgemerkt worden dat soorten die doorgaans een grote diameter bereiken, afgezien van hun h o u t k w a l i t e i t , eerder i n aanmerking komen om aan de l i j s t van WHS toegevoegd t e worden dan soorten die minder dik worden ( b i j v . < 1+0 cm dbh). Het l i g t dan voor de hand dat de WHS goed i n de hogere klassen vertegenwoordigd z i j n . Vergelijking met andere gebieden w i j s t echter toch op een r e l a t i e f g r o t e r aandeel WHS. Opvallend i s dat SCHULZ (I960) verbaasd, de volledige afwezigheid van bergigronfolo c o n s t a t e e r t voor het Coesewijne-gebied. Hij had deze soort h i e r wel verwacht gezien de bodemgesteldheid.

Het t e r r e i n op Kabo l i g t t e n westen van het d e s t i j d s onderzochte gebied en h i e r komt deze soort overvloedig voor op een w a a r s c h i j n l i j k goed vergelijkbaar bodemtype.

(29)

- 15

7 . LITERATUUR

BOERBOOM, J . H . A . , 1965. De n a t u u r l i j k e r e g e n e r a t i e van het Surinaamse mesofytisch bos na u i t k a p . U i t g . afd. B o s b e d r i j f s r e g e l i n g , Landbouwhogeschool, Wageningen.

GRAAF, N.R. DE & J.M.P. GEERTS, 1976. Techniek n a t u u r l i j k e verjonging drooglandbos. Celos Rapporten 11*f, Paramaribo.

LINDEMAN, J . C . & A.M.W. MENNEGA, 1963. Bomenboek voor Suriname. Uitgave Dienst ' s Lands Bosbeheer, Paramaribo.

MILDE, R. DE & C. INGLIS, 1971+. Forestry Development i n Surinam. Inventory of t h e Fallawatra Area, FAO, Paramaribo.

NIEUWENHUIS, J . , 1977. Techniek n a t u u r l i j k e verjonging drooglandbos. Celos Rapporten 123, Paramaribo.

SCHULZ, J . P . , I960. Ecological s t u d i e s on r a i n f o r e s t in Northern Surinam. Amsterdam, Paramaribo.

VRIES, P.G. DE & A. STOFFELS, 1967. Proefvlakteloze opstandsbemonste-r i n g . Mededelingen Landbouwhogeschool, 67-10, uitgave afd. Hout meetkunde, Wageningen.

(30)

CELOS-LIJST VAN WAARDEHOUTSOORTEN 19TÖ

Bijlage 1

Familie Soort Lokale naam

Anacardiaceae Annonaceae Araliaceae Bignoniaceae Burseraceae Celastraceae Guttiferae Humiriaceae Lauraceae Lecythidaceae Meliaceae Mo raceae Mimosaceae Myristicaceae Papilionaceae

}

Loxopterygium sagotii Xylopia aromatiaa Didymopanax rrorototoni Sohefflera paraënsis Jaoaranda oopaia Tabébuia serratifolia Protium insigne Protium negleatum Tetragastris altissima Tetragastris hostmannii Trattinickia burserifolia Trattiniokia rhoifolia Goupia glabra

Platonia insignis, Rheedia sp. Symphonia globulifera

Humiria balsami fera Lioaria oayennensis Neotandra grandis Oootea glomerata Oaotea petalanthera Oootea s p . Oaotea rubra Leoythis davisii Cavapa pvoeeva Cedrela adorata Brosimum paraënse Piratinera s p p . Parkia nitida Virola melinonii Virola surinamensis Andira spp. Diaorynia guianensis Slangenhout Pegrekoepisi Kassavehout Morototo Goebaja Groenhart Tingimoni- grootbl. Tinginoni- harde bast Rode salie Tingimonisalie Aj avat ingimoni Kopi Geelhart, Pakoelie Matakki Meri (Blakaberi) Kaneelhart

Pisi, zwarte, grootbl. Pisi, zwarte, kleinbl. Pisi, witte Pisi, wana Wana Kwatapatoe Krapa Ceder Satijnhout Letterhout Agrobigi Hoogland baboen Laagland baboen Rode kabbes Basralokus

(31)

Bijlage 1 (vervolg)

Familie Soort Lokale naam

Rutacea Sapotaceae Simaroubaceae S t e r c u l i a c e a e Vochysiaceae Diplotropis purpurea Dipterex odorata Hymenaea aourbaril Mora excelea Platymisoiiffn spp. Vouacapcua amerioana Fagara pentandra Manilkara bidentata Miaropholis guyanensis Sïmarouba amara Steraulia spp. Qualea albiflora Qualea ooerulea Qualea rosea Vochysia guianensis Voohysia tomentosa Zwarte kabbes Tonka Rode lokus Mora Koenatepi Bruinhart P r i t i j a r i B o l l e t r i Rienihout (zwart, \ Soenaroeba Okerhout Hoogland gronfolo Laagland gronfolo Bergi gronfolo Wiswiskwari Wanakwari

(32)

Bijlage 2

DE WERKWIJZE BIJ HET UITZETTER VAN DE MEETPLOTS EN HET METEN

De werkwijze was a l s v o l g t : Op de l i j n werd met een 50 meter "band de random gekozen p l a a t s bepaald. Daar werd een 30 meter band loodrecht op de l i j n u i t g e l e g d . Op 25 m afstand van de l i j n werd a l s middel-punt van de c i r k e l een houten p i k e t g e p l a a t s t . Vanuit d i t middel-punt werd naar acht kanten 1T,85 m u i t g e l e g d en op de c i r k e l g r e n s een houten staak g e p l a a t s t . Vervolgens werden ' a l l e bomen' (WHS > 5 cm dbh, NWHS > 15 cm dbh) gemeten: de boomkenner noemde de s o o r t , 2 man maten de omtrek, êên t e l d e a l l e palmen hoger dan 1,50 m en met b e -hulp van een l a d d e r de bomen met plankwortels en êên man noteerde de gegevens, bepaalde de stam- en kroonvorm en deed de

prisma-t e l l i n g , g e a s s i s prisma-t e e r d door een man meprisma-t een roodwiprisma-tprisma-te band. Elke boom die gemeten was werd met k r i j t gemerkt om dubbel meten t e voorkomen. Voor h e t werk werd gebruikt: een 50 m band, een 30 meter band, een 5 meter band, twee 2 meterbanden, k r i j t , t u i n p o t l o o d , prisma, rood-w i t t e band, hourood-wers, l a d d e r , s c h r i j f p l a n k , p a p i e r en potlood.

(33)

- p u u o 01 o E-i P-i w CO OJ o o T _ O \ O N L A C O C O < - C O C O \ O LPv CV) < < , — » r -I A -I A J j - j ^ t j j j - j j j j t j n o n c n M M o o n w O 03 • P O ft - p O <D S O o o 03 S H ft • P CT - P • r ! • r H ft m <U « 3 - P • H =1 00 i CM CO - d - ON O * -CM OJ I I A i -co CO cc _d-OJ CO t — C O I O CK f* •» L A <J\ \0 V£) 1 O CA I -=J" o -d- L A L A CO O)' _dO d -o IA r - OJ I OJ ON -d" ON ON O I LTN T -co -d-f - ON I O ON LfN ON LA L A I I >- f— O ON t— OJ " ** I A t— O _ d r - « - L A L A I O ON LA ON - d - d I O Os o . d d d -O -ON *v « LA ON CO CO O O N o .d-co .d-co O ON OJ OJ OJ -d-OJ OJ OJ T -* - 1 - r - t - OJ _ d « -ON -ON CO OJ OJ OJ CO J - OJ CO OJ m CV) OJ OJ JL, s j Si • tso a ö g •H .2, H Cd •d s 5^ H QJ i J W ra cd S-c 1> - P a cd • H -o H c3 •P. ta cö - P CO • r j •H c

'S

> - P M U <D • P cu 0) 0 cu CO r-t • H pq c o -d-OJ co vx> t— I r - (— t— OJ 1 - d O ^— t— C O ^ j -1 t— f O LA <— r - CO I c o v o VO LA -p O ON O d -OJ -OJ I O O N LA O N I O ON O _d-O O N L A ON O ON OJ -=)• O CO CO CO CO UTN \ 0 O t—CO NO _ d .d" r- t~\£> • H o OJ r r -"— OJ c o ^ r OJ i - d - OJ OJ BS • P G CU h ) cq h' cö «d e « O '~3 cd i-J • 5 ( l | O I • H Ö

8

e 2 - P H K t n ö a o c a r t i s ft H -s ^ cö d) +J • H a o % C M C O j - L A V O t - C O O N O tö "0 I Jd CU ,.cö a a> p AS CÖ O M TH o cq ca 1-5 m « Cl) Q t l CD O CQ • r j I O _q ft r - OJ r O d - I A \ D r - c o O v O pq <C ' K cq (S ca I - - C M 0 1 j l A V O t - C O g \ Q i O J O J C V J W O I C V l O J O J O J O o i

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van

Deze 8 bedrijven hadden in 2017 een minimale omzet van 1 miljoen euro, waarvan het grootste deel bijgedragen werd door afzet

De totale hoeveelheid drainwater in de steenwol afdeling is iets lager dan in de afdeling op kokos, omdat in deze laatste afdeling gedurende de hele teelt minder gietbeurten

Het hoge percentage van 33% door deze techniek onterecht als gezond geclassificeerde planten kan verklaard worden door het feit dat Erwinia zieke planten intern aangetast kunnen

Gevolgen voor het landschap .FUEF[FPOUXJLLFMJOHFOWFSBOEFSUPPLIFUBBO[JFOWBO IFUMBOEFMJKLHFCJFE%FFGGFDUFOWBOEFTDIBBMWFSHSPUJOH

‘De functie van eerstelijns gezinscoach kan vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin worden georganiseerd, maar hoeft daar niet per se fysiek een plaats te krij- gen.. Er kan

The model SR spectrum from electron – positron pairs produced in cascades near but on field lines inside of the return current layer, and resonantly absorbing radio photons, very

Ge- vraagd naar waar zij over 15 jaar wil- len wonen, blijken jongeren een duidelijke voorkeur te hebben voor het buitengebied.. Met name lande- lijk wonen vlakbij een