• No results found

Vaste openbare telefonie en huurlijnen Definitief rapport openbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vaste openbare telefonie en huurlijnen Definitief rapport openbaar"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AR6219 JDe/MS 26 september 2000

Aanwijzing partijen met aanmerkelijke marktmacht

Vaste openbare telefonie en huurlijnen Definitief rapport openbaar

Opdrachtgever: OPTA

NEI BV en Logica Consulting Drs Klaas Pel

Mr Margreet Hoekstra Drs Rene van Nes

Rotterdam, september 2000

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Pagina

Samenvatting i

1 Inleiding 1

2 Onderzoeksmethode en werkwijze 3

2.1 Onderzoeksmethode 3

2.2 Werkwijze 3

3 Wettelijk kader 5

3.1 Inleiding 5

3.2 Het Europese regelgevende kader 5

3.3 Aanmerkelijke marktmacht 6

3.4 De relevante markt 7

3.5 Het Nederlandse regelgevende kader 7

3.6 Systematiek van aanwijzing 8

4 Beschrijving van de markt voor vaste openbare telefonie 10

5 Marktaandelen 13

5.1 Toelichting en overwegingen 13

5.1.1 Marktaandelen op basis van omzet 13

5.1.2 Marktaandelen op basis van aansluitingen 14

5.1.3 Marktaandeel op basis van omzet versus belvolume 14

5.2 Onderzoeksresultaten 15

5.2.1 Marktaandelen op basis van omzet 15

5.2.2 Marktaandeel verkeersdiensten op basis van omzet 16 5.2.3 Marktaandelen op basis van omzet versus omzet op basis van

aantal aansluitingen 16

5.2.4 Marktaandelen op basis van omzet belminuten versus

marktaandelen uit omzet 17

5.3 Conclusies marktaandelen 18

6 Economische analyse 19

6.1 Introductie 19

6.2 Toepassing van artikel 6.4, vierde lid criteria 19

6.3 Het vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden 20

6.4 Het vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden 20

6.4.1 Het aantal concurrenten 20

6.4.2 De mate van concentratie in de markt 20

6.4.3 Ontwikkeling in aantal en omvang van de concurrenten 21

6.4.4 De toe- en uittredingsdrempels 22

(4)

6.4.5 De drempels voor eindgebruikers om over te stappen naar een

andere aanbieder 24

6.4.6 De mate van verticale integratie of diversificatie 26

6.4.7 De prijsvorming in de markt 27

6.5 Overige criteria 29

6.5.1 Groepsomzet in verhouding tot de markt 30

6.5.2 Toegang tot eindgebruikers 31

6.5.3 Toegang tot financiële middelen 32

6.5.4 Ervaring van de aanbieders 33

6.6 Marktaandelen per dienst 34

6.6.1 Introductie 34

6.6.2 Onderzoeksresultaten 34

6.7 Conclusies economische analyse 36

7 Conclusies ten aanzien van AMM vaste openbare telefonie 40

8 Beschrijving van de markt voor huurlijnen 43

8.1 Aangeboden diensten 43

8.2 Actieve aanbieders 44

8.3 Klantengroepen 44

8.4 Concurrentieontwikkelingen 44

9 Marktaandelen 45

9.1 Toelichting en overwegingen 45

9.1.1 Marktaandelen op basis van omzet 45

9.1.2 Onderzoeksresultaten: Marktaandeel op basis van omzet 46 9.1.3 Marktaandeel op basis van aantal huurlijnen 46

9.2 Conclusies marktaandelen 47

10 Economische analyse 49

10.1 Introductie 49

10.2 Toepassing van de artikel 6.4, vierde lid, Tw criteria 49 10.3 Het vermogen de marktvoorwaarden te beïnvloeden 49

10.3.1 Het aantal concurrenten 50

10.3.2 De mate van concentratie in de markt 50

10.3.3 De ontwikkeling in het aantal en de omvang van de

concurrenten 51

10.3.4 De toe- en uittredingsdrempels 51

10.3.5 De drempels voor eindgebruikers om over te stappen naar een

andere aanbieder 54

10.3.6 De mate van verticale integratie of diversificatie 55

10.3.7 De prijsvorming in de markt 56

10.3.8 Prijsleider en prijsvolger 57

10.4 Overige criteria 57

10.4.1 Groepsomzet in verhouding tot de markt 58

10.4.2 Toegang tot eindgebruikers 59

10.4.3 Toegang tot financiële middelen 59

(5)

10.4.4 Ervaring van de aanbieders 61 10.5 Marktaandelen voor de verschillende categorieën 61

10.5.1 Introductie 61

10.5.2 Marktaandelen per categorie 61

10.5.3 Marktaandelen nationale en internationale huurlijnen 64 10.5.4 Marktaandelen per categorie, uitgesplitst naar nationale en

internationale huurlijnen 64

10.6 Conclusies economische analyse 66

11 Conclusies ten aanzien van AMM huurlijnen 70

Annex A Terms of Reference [NIET BIJGEVOEGD]

Annex B Vragenlijsten [NIET BIJGEVOEGD]

Annex C Toekomstige ontwikkelingen

(6)

Samenvatting

Algemeen

Als toezichthouder op de markten voor post en telecommunicatie heeft OPTA de taak om een goede functionering van onder andere de markt voor vaste openbare telefonie en de markt voor huurlijnen te waarborgen en concurrentie te bevorderen en te initiëren.

Een belangrijk instrument van OPTA is het aanwijzen van partijen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht (AMM). De centrale vraag voor het onderzoek luidt: “Dient KPN met ingang van 15 december 2000 opnieuw te worden aangewezen als aanbieder met AMM en welke andere aanbieder(s) zou(den) eventueel moeten worden aangewezen als aanbieder met AMM?”.

NEI B.V. en Logica Consulting zijn door OPTA benaderd om deze analyse uit te voeren.

Wettelijk kader

Als hoofdregel geldt dat een partij wordt aangewezen als aanbieder met AMM indien het een marktaandeel heeft van 25% (artikel 6.3, eerste lid, van de Tw). Indien OPTA wil afwijken van deze hoofdregel is toetsing aan de hand van de criteria zoals vermeld in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw vereist. De criteria van artikel 6.4, vierde lid, luiden als volgt:

Het vermogen van marktpartijen om marktvoorwaarden te beïnvloeden;

De omzet in verhouding tot de markt;

De beheersing van de middelen van toegang tot eindgebruikers;

De toegang tot financiële middelen;

De ervaring met betrekking tot het verstrekken van producten en diensten op de markt.

Tevens zijn de verschillende diensten bestudeerd om verder inzicht te verwerven in de markt.

Voor vaste openbare telefonie werden de volgende diensten onderscheiden:

aansluitingen, lokaal telefoonverkeer, nationaal telefoonverkeer, internationaal telefoonverkeer en bellen van vast naar mobiel. Een onderscheid is vervolgens gemaakt naar zakelijke en particuliere klanten. Bij de huurlijnen is er een onderscheid gemaakt naar huurlijnen van verschillende capaciteiten: < 2 Mb, 2 Mb, > 2 Mb en PVC’s. Deze kunnen vervolgens weer worden onderverdeeld naar nationale en internationale huurlijnen.

Werkwijze

Voor dit onderzoek zijn alle bij het college geregistreerde aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en/of vaste openbare telefoondiensten en een selectie van de belangrijkste geregistreerde aanbieders van huurlijnen verzocht informatie te verstrekken aan de hand van een vragenlijst.

Voor de onderliggende analyse is gebruik gemaakt van de gegevens van 47

marktpartijen (26 voor vaste openbare telefonie en 21 voor huurlijnen) over 1999 en de

(7)

eerste zes maanden van 2000. Aangezien marktpartijen veelal niet bleken te beschikken over gegevens over 1998 is in de onderliggende analyse hiervan geen gebruik gemaakt.

Het rapport bestaat uit twee delen: vaste openbare telefonie en huurlijnen.

Vaste openbare telefonie

De markt voor vaste openbare telefonie

Momenteel zijn er twee soorten toegang tot de klant te onderscheiden, namelijk directe toegang en indirecte toegang.

Directe toegang wil zeggen dat de aanbieder met een eigen aansluiting in de woning/het bedrijf aanwezig is. Directe toegang tot eindgebruikers wordt thans geboden via het standaard telefoon-stopcontact van KPN. Daarnaast leveren andere aanbieders aansluitingen via een eigen netwerk. In sommige delen van het land leveren kabelmaatschappijen directe toegang via de tv-kabel. Tenslotte wordt ook directe toegang geboden via Main Distribution Frame-access waarbij een operator de aansluitingen van KPN overneemt.

Indirecte toegang wil zeggen dat er geen eigen aansluiting aanwezig is en dat aanbieders die diensten via indirecte toegang leveren gebruik moeten maken van delen van het netwerk van KPN. Voorbeelden van indirecte toegang zijn de originating acces diensten van KPN: Carrier Select (CS) en Carrier Pre-Select (CPS) diensten.

Hoewel de markt voor mobiele openbare telefonie sterk groeit, vormen mobiele telefoonaansluitingen vooralsnog in beperkte mate een alternatief voor vaste telefoonaansluitingen. Dit heeft met name te maken met de relatief grote prijsverschillen tussen bellen via een vaste en een mobiele aansluiting.

Marktaandelenonderzoek

De marktaandelen zijn berekend aan de hand van de ontvangen antwoorden op de vragenlijsten van aanbieders.

De berekening op basis van de antwoorden op de vragenlijsten komt sterk overeen met de raming van andere bronnen, die ter verificatie zijn gebruikt. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat de marktomzetten zoals verkregen op basis van de vragenlijsten, geen goed beeld van de werkelijkheid geven.

Op basis van de omzetgegevens komt de totale markt voor vaste openbare telefonie in 1999 op 8,9 miljard gulden en over de eerste zes maanden van 2000 op 4,7 miljard gulden.

Op de vaste openbare telefonie markt over 1999 heeft KPN een marktaandeel op basis van totale omzet van [90,0%-100,0%]

1

.

1 De gegevens die tussen [-] staan vermeld, zijn vanwege de vertrouwelijkheid van de informatie als marge uit gedrukt.

(8)

Gedurende de eerste zes maanden van 2000 blijkt dat KPN marktaandeel inlevert ten opzichte van 1999 en uitkomt op een marktaandeel van [85,0%-95,0%]. In vergelijking met 1999 valt op dat een aantal aanbieders het marktaandeel heeft vergroot. Hoewel sommige aanbieders een groei laten zien van meer dan 100%, komt geen van de andere aanbieders boven de [5,0%] uit.

Het berekenen van marktaandelen op basis van verkeersdiensten (belminuten) kan een betere indicatie geven voor de ontwikkeling op de vaste telefoniemarkt dan het marktaandeel voor de totale markt omdat de positie van de C(P)S- aanbieders beter in deze berekening tot uiting komt (omzet uit aansluitingen worden hier buiten beschouwing gelaten).

Het marktaandeel van KPN op basis van verkeersdiensten daalt van [85,0%-95,0%] in 1999 tot [80,0%-90,0%] in 2000. De CS bedrijven laten een relatief grote toename van marktaandeel zien. Hun marktaandeel met betrekking tot verkeersdiensten blijft echter zeer laag. Ook aanbieders die directe toegang aanbieden winnen sterk in marktaandeel.

Ook hier geldt dat hun marktaandeel voor verkeersdiensten zeer gering is. Geen enkele andere aanbieder heeft een marktaandeel met betrekking tot verkeersdiensten van meer dan [5,0%].

Een analyse van de marktaandelen van het aantal aansluitingen laat zien dat aansluitingen nagenoeg uitsluitend door KPN worden geleverd. De aantallen aansluitingen van andere aanbieders zijn minimaal vergeleken met KPN. De grootste andere aanbieders van aansluitingen zijn kabelmaatschappijen die telefonie aanbieden.

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de hoogte van de omzet per aansluiting sterk varieert. Zo behalen de bedrijven die aansluitingen aanbieden voor de zakelijke markt een veel hogere omzet uit aansluitingen dan aanbieders die met name particuliere aansluitingen aanbieden.

Marktaandelen op basis van omzet belminuten versus marktaandelen uit omzet

Het totale verkeersvolume is ten opzichte van 1999 met 18,7% gegroeid. KPN heeft, in 2000 ten opzichte van 1999 marktaandeel ingeleverd ten opzichte van haar concurrenten.

KPN blijkt een marktaandeel te hebben op basis van totaal aantal belminuten dat ligt onder het marktaandeel op basis van de totaal omzet uit verkeersdiensten. Dit betekent dat KPN relatief goedkope belminuten verkoopt. Alle andere aanbieders hebben een marktaandeel uit omzet dat hoger ligt dan het marktaandeel op basis van belminuten. Zij verkopen derhalve relatief dure belminuten. De concurrenten van KPN lijken zich te richten op de duurdere diensten op de markt en zijn, in de meeste gevallen, succesvoller dan KPN om de duurdere beller naar zich toe te trekken.

Op basis van het marktaandelenonderzoek kan geconcludeerd worden dat KPN in ruime

mate het 25% criterium, zoals genoemd in artikel 6.4, derde lid, van de Tw,

overschrijdt. Er kan wel worden opgemerkt dat het marktaandeel van KPN een licht

dalende tendens vertoont.

(9)

Economische analyse

De economische analyse wordt, nu uit het onderzoek is gebleken dat alleen KPN een marktaandeel heeft van meer dan 25%, met name gebruikt om te beoordelen in welke mate andere aanbieders van vaste telefoondiensten afhankelijk zijn van KPN en in welke mate er sprake is van een level playing field.

De economische analyse laat zich als volgt samenvatten:

De concurrentie op de markt voor vaste openbare telefonie neemt toe. Met name de C(P)S aanbieders groeien snel. Het aantal aansluitingen daalt met 1,2%, hetgeen waarschijnlijk volledig toe te schrijven is aan daling van analoge aansluitingen. ISDN2 en ISDN 30 nemen in aantal toe. De groei van het verkeersvolume van 18,7% faciliteert de groei van de aanbieders van C(P)S diensten.

De mate van concentratie, zoals uitgedrukt met de Hirschmann Herfindahl Index, neemt af, maar er is nog steeds sprake van een zeer sterk geconcentreerde markt.

Om toe te kunnen treden tot de markt moet of een eigen netwerk worden aangelegd tegen zeer hoge kosten of toegang worden verkregen via interconnectie of bijzondere toegang. KPN, als de grootste netwerkoperator, heeft een capaciteitsprobleem met betrekking tot de levering van interconnectieverbindingen. Daarnaast lijkt er een price squeeze te ontstaan, doordat de marge tussen KPN’s relatief hoge interconnectietarieven en steeds lager wordende eindgebruikerstarieven steeds kleiner wordt. Het is hierdoor voor nieuwe aanbieders moeilijk om producten rendabel aan te bieden.

De implementatie van nieuwe ontwikkelingen (CPS, MDF-access en internet- uitkoppeldiensten) vindt soms moeizaam plaats. Dit kan drempels opwerpen voor concurrenten van KPN. Het ontbreken van een third party billing system, vormt een overstapbarrière voor eindgebruikers en daarmee een toetredingsbarrière voor aanbieders. KPN kan sommige toetredingsbarrières beïnvloeden (onder meer door een beperkt productaanbod en de hoogte van interconnectietarieven), andere toetredingsbarrières liggen waarschijnlijk buiten de invloedssfeer van KPN.

Het voice respons system voor CPS, en de problemen die bij CPS in zijn algemeenheid spelen, vormen de belangrijkste overstapdrempel voor gebruikers om over te stappen van KPN naar andere aanbieders. Daarnaast wordt het ontbreken van een third party billing system als een belangrijke overstapdrempel beschouwd. Overstapdrempels beperken de concurrentiemogelijkheden voor met name andere aanbieders dan KPN.

KPN is de meest verticaal geïntegreerde aanbieder en is daarmee het minst afhankelijk van andere aanbieders. Andere aanbieders zijn van KPN afhankelijk voor het inkopen van netwerkfaciliteiten. Doordat KPN een gediversifieerd totaalpakket aan kan bieden is het minder aantrekkelijk voor de klant over te stappen naar een andere aanbieder die een minder compleet pakket aanbiedt.

De prijzen voor alle telefoondiensten zijn gedaald in 2000 ten opzichte van 1999. De

daling was het sterkst voor nationaal bellen voor particulieren en het laagst voor lokaal

(10)

bellen. Het valt op dat de prijsdaling het kleinst was voor de dienst waar KPN het hoogste marktaandeel had en het hoogst op de dienst waar KPN het laagste marktaandeel had. De daling van prijzen kan worden gezien als een indicatie van een toegenomen concurrentie op de markt voor openbare telefoondiensten.

KPN kan nog steeds worden beschouwd als prijszetter op de markt voor aansluitingen en lokaal telefoonverkeer. Voor de andere markten lijkt de concurrentie toegenomen en kan KPN mogelijk in mindere mate als prijszetter worden beschouwd. De prijs komt, in toenemende mate, tot stand op basis van concurrentieverhoudingen.

Alle marktpartijen die actief zijn op de markt voor vaste openbare telefonie zijn onderdeel van grote internationale concerns. Zij kunnen worden geacht in staat te zijn op termijn KPN van serieuze concurrentie te kunnen voorzien. Drie grote spelers, inclusief KPN, hebben een A rating bij Standards and Poor, wat wil zeggen dat zij in staat moeten worden geacht om tegen scherpe voorwaarden toegang tot financiële middelen te krijgen. Deze spelers hebben een voorsprong op de drie aanbieders die een B-rating hebben.

Toegang tot eindgebruikers is essentieel voor het leveren van telefoondiensten. De directe toegang is (tot op heden) nagenoeg uitsluitend in handen van KPN. Om ook toegang te krijgen tot dezelfde eindgebruikers zijn veel marktpartijen afhankelijk van KPN voor levering van indirecte toegang. Marktpartijen hebben aangegeven dat toegang krijgen tot de klant via KPN op problemen stuit, van zowel technische als financiële aard.

KPN heeft op alle diensten een zeer groot marktaandeel, in alle gevallen boven de [65,0%]. KPN kan daarom voor alle onderscheiden diensten binnen vaste openbare telefonie worden aangemerkt als de dominante partij. De concurrentie neemt wel toe, dit is het sterkst op de markt voor internationale telefonie, waar KPN flink aan marktaandeel heeft verloren ten opzichte van 1999.

Op basis van de economische analyse blijkt dat de concurrentie op de markt voor vaste openbare telefonie toeneemt. Andere aanbieders zijn echter in grote mate afhankelijk van KPN voor wat betreft toegang tot het netwerk van KPN en de tarieven die KPN hanteert voor interconnectie. Nieuwe aanbieders worden geconfronteerd met dalende tarieven aan de retail-zijde van de markt en hoge tarieven op de wholesale markt. KPN moet in staat worden geacht om de voorwaarden en de tarieven op beide markten te beïnvloeden. Er is, gezien de dominante positie van KPN op de markt voor vaste openbare telefonie, geen sprake van een level playing field.

Huurlijnen

Beschrijving van de markt voor huurlijnen

De aanbieders van huurlijnen bieden hun een afnemers een verbinding tussen twee vaste

punten. Onderscheidend kenmerk betreft de capaciteit van de huurlijnen.

(11)

Naast het aanbod van huurlijnen met een vaste capaciteit tussen twee netwerkaansluitpunten, worden ook Permanent Virtual Circuits, met flexibele capaciteit, gebruikt voor het realiseren van capaciteit tussen een of meerdere punten. Deze PVC’s kunnen in verschillende capaciteiten aangeboden worden.

Het aanbod van huurlijnen kan worden onderscheiden in een wholesale-aanbod (leveringen aan andere aanbieders) en een eindgebruikersaanbod aan eindgebruikers.

KPN kent een soort wholesale-aanbieding (“Interconnecterende Vaste Verbinding”) voor huurlijnen, maar daarvan wordt niet of nauwelijks gebruik gemaakt. Kennelijk is het aanbod van KPN op de wholesale markt niet aantrekkelijk. De facto bestaat er dus in het aanbod van KPN geen onderscheid in een wholesale- en eindgebruikersaanbod.

Bij OPTA staan circa 80 aanbieders geregistreerd als leverancier van huurlijnen, hiervan kunnen naar schatting 21 aanbieders worden aangemerkt als actieve spelers op de markt. De meeste geregistreerde aanbieders van huurlijnen leveren nationale huurlijnen en/of corporate netwerk oplossingen (bijvoorbeeld frame relay and ATM oplossingen).

Enkele aanbieders richten zich ook op het aanbieden van internationale huurlijnen

.

Marktaandelenonderzoek

Om de totale omvang van de markt voor huurlijnen te bepalen zijn de omzetten, zoals door de aanbieders in antwoord op de vragenlijst gegeven, bij elkaar op geteld. De markt voor huurlijnen op basis van de antwoorden op de vragenlijsten komt in grote mate overeen met de inschattingen die door andere instanties zijn gemaakt. De markt voor huurlijnen bedraagt in 1999 1,2 miljard gulden en over de eerste helft van 2000 0,7 miljard.

KPN heeft in 1999 respectievelijk 2000 [70,0%-80,0%] en [60,0%-70,0%] van de totale omzet op de markt voor huurlijnen in handen. Het marktaandeel daalt en andere aanbieders hebben hiervan weten te profiteren.

Wanneer er gekeken wordt naar het marktaandeel van KPN op basis van aantal huurlijnen, blijkt dat KPN een marktaandeel heeft van [>95,0%]. Het verschil met het marktaandeel op basis van opzet valt te verklaren uit het feit dat KPN vooral huurlijnen met lage capaciteiten aanbiedt.

Economische analyse

Op basis van de economische analyse kan worden geconstateerd dat er duidelijk sprake is van toenemende concurrentie. De concurrentie neemt toe in aantal en omvang, de markt is echter sterk geconcentreerd. Klanten kunnen steeds makkelijker overstappen naar een andere aanbieder. Alle grote spelers zijn onderdeel van een groot concern en hebben op gelijkwaardige wijze toegang tot financiële middelen. Tenslotte wordt geconstateerd dat de ervaringsvoorsprong van KPN afneemt.

Ondanks de toegenomen concurrentie op de markt, moet toch worden geconstateerd dat KPN mogelijkheden heeft om de marktvoorwaarden te beïnvloeden. Deze mogelijkheid is uiteraard het sterkst voor die categorieën waar KPN het grootste marktaandeel heeft.

De concurrentie wordt belemmerd door het voortbestaan van toetredingsdrempels,

(12)

waarvan sommige door KPN kunnen worden beïnvloed. Verticale integratie werkt duidelijk in het voordeel van KPN en belemmert de mogelijkheden van andere aanbieders. Het gaat hier met name om het netwerk, dat door geringe omvang van de wholesale markt niet of nauwelijks aan derde beschikbaar wordt gesteld. Het doen van nader onderzoek hieromtrent is wenselijk. KPN heeft een voorsprong op andere aanbieders door een gediversifieerd aanbod. Op het punt van de toegang tot de klant bestaat er (nog) geen gelijke mate van concurrentie. Andere aanbieders zijn afhankelijk van KPN ten aanzien van toegang tot het KPN netwerk en de KPN prijzen. Op basis van bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er geen sprake is van een level playing field.

Kijkend naar de verschillende categorieën, kan worden geconstateerd dat KPN in 2000 niet langer op alle categorieën een marktaandeel heeft van meer dan 25%. Voor de categorie >2 Mb (nationaal en internationaal) neemt KPN over de eerste helft van 2000 een derde positie in.

Op de internationale > 2Mb categorie is het gevaar voor joint dominance aan de orde.

Er zijn twee partijen die samen ruim 70% van de markt in handen hebben. De mogelijke gevolgen hiervan voor de concurrentieverhoudingen voor de categorie > 2 Mb verdienen nadere analyse. Voor de nationale > 2Mb categorie is dit gevaar nauwelijks aanwezig omdat er door de overige aanbieders voldoende countervailing power kan worden geboden.

Op de internationale markt voor PVC’s is KPN geen speler.

(13)

1 Inleiding

Als toezichthouder op de markten voor post en telecommunicatie heeft OPTA de taak om een goede functionering van deze markten te waarborgen en concurrentie te bevorderen en te initiëren. Dit houdt onder meer in dat OPTA erop toeziet dat er voldoende concurrentie mogelijk wordt op de beide markten. Een belangrijk instrument van OPTA om het goed functioneren van de markten te bevorderen is het aanwijzen van partijen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht (AMM). Deze aanbieder (of aanbieders) krijgt (krijgen) dan een aantal verplichtingen opgelegd, die erop zijn gericht te voorkomen dat deze aanbieder(s) misbruik kan (kunnen) maken van zijn marktmacht.

Op de telecommunicatiemarkt is KPN in 1998 voor de gehele markt voor vaste openbare telefonie en voor huurlijnen aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht. Op basis van artikel 20.1 van de Telecommunicatiewet

2

(Tw) zullen op 15 december 2000 de huidige aanwijzingen verlopen. OPTA dient te bezien of er aanleiding bestaat één of meerdere aanbieders aan te wijzen als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht voor vaste openbare telefonie en/of huurlijnen.

Als hoofdregel geldt dat een partij wordt aangewezen als aanbieder met AMM indien het een marktaandeel heeft van 25% op de markt voor vaste openbare telefonie respectievelijk huurlijnen (artikel 6.3, eerste lid, van de Tw).

Artikel 6.4, vierde lid, van de Tw geeft OPTA de mogelijkheid om uitzonderingen op het 25% criterium te maken. Dit betekent dat een marktpartij die minder dan 25%

marktaandeel heeft kan worden aangewezen als aanbieder met AMM, dan wel dat een marktpartij niet kan worden aangewezen als aanbieder met AMM hoewel hij beschikt over een marktaandeel van meer dan 25%. In beide gevallen dienen de criteria zoals genoemd in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw te worden getoetst. Deze criteria zijn:

Het vermogen van marktpartijen om marktvoorwaarden te beïnvloeden;

De omzet in verhouding tot de markt;

De beheersing van de middelen van toegang tot eindgebruikers;

De toegang tot financiële middelen;

De ervaring met betrekking tot het verstrekken van producten en diensten op de markt.

Bovenstaande criteria hebben tot doel te bezien of afwijking van de hoofdregel geïndiceerd is. Daarnaast geeft informatie aangaande de criteria een dieper inzicht in de mate van concurrentie op de markt.

NEI/Logica Consulting heeft een studie verricht die erop was gericht om informatie te verzamelen op basis waarvan OPTA aanbieders met aanmerkelijke marktmacht kan aanwijzen. De onderzoeksopdracht van OPTA aan NEI/Logica Consulting betreft het nader onderzoeken, op grond van door marktpartijen verstrekte informatie, of KPN op

2 Staatsblad 1998, 610

(14)

grond van artikel 6.4 van de Tw, met ingang van 15 december 2000, opnieuw dient te worden aangewezen als aanbieder met AMM en welke andere partij(en) eventueel ook zou(den) moeten worden aangewezen als aanbieder met AMM. Dit betekent dat KPN centraal staat in de analyse en andere aanbieders in de analyse worden betrokken voor zover zij van invloed zijn op de concurrentieverhoudingen op de markt.

De door NEI/Logica Consulting verrichte studie betreft een marktaandelenonderzoek en een marktanalyse. In de marktanalyse heeft NEI/Logica Consulting KPN’s marktpositie onderzocht aan de hand van de criteria zoals vermeld in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw. Verder zijn in de marktanalyse de ontwikkelingen op de markt per dienst onderzocht. De Terms of Reference zijn bijgevoegd als Annex A.

Dit rapport bestaat uit twee delen: deel A gaat over de vaste openbare telefonie en Deel B over huurlijnen. Voor iedere markt wordt eerst een analyse gemaakt van de marktaandelen op de totale markt en vervolgens worden de criteria, conform artikel 6.4, vierde lid, van de Tw, bestudeerd.

Alvorens de resultaten van het onderzoek te beschrijven, wordt in hoofdstuk 2 ingegaan

op de gehanteerde onderzoeksmethode en de werkwijze. Hoofdstuk 3 gaat in op het

wettelijk kader waarbinnen de aanwijzing plaats vindt.

(15)

2 Onderzoeksmethode en werkwijze

2.1 Onderzoeksmethode

De centrale vraag die bij deze studie voor beide markten beantwoord wordt luidt: “Dient KPN met ingang van 15 december 2000 opnieuw te worden aangewezen als aanbieder met AMM en welke andere aanbieder(s) zou(den) eventueel moeten worden aangewezen als aanbieder met AMM?”

De vraagstelling is uitgewerkt in twee sub-vragen:

Hoe groot zijn de marktaandelen van de verschillende aanbieders op de markt voor respectievelijk vaste openbare telefonie en huurlijnen?

Hoe moeten de criteria uit artikel 6.4, vierde lid, van de Tw worden beoordeeld voor de positie van KPN (in relatie tot andere aanbieders) op de markt voor vaste openbare telefonie respectievelijk huurlijnen?

Gegeven de aanwijzingssystematiek, heeft het onderzoek zich in eerste instantie gericht op de marktaandelen.

2.2 Werkwijze

Voor dit onderzoek zijn alle bij het college geregistreerde aanbieders van vaste openbare telefoonnetwerken en/of vaste openbare telefoondiensten en een selectie van de belangrijkste geregistreerde aanbieders van huurlijnen verzocht informatie te verstrekken aan de hand van een vragenlijst.

De vragenlijst bestaat uit twee delen: een deel waarin gevraagd wordt naar feitelijke gegevens over 1998, 1999 en de eerste zes maanden van 2000 zoals productaanbod, marktaandelen, omzet, omzetgroei en prijsontwikkelingen en een deel waarin de opvatting van aanbieders wordt gevraagd over het functioneren van de markt (toetredingsbarrières, overstapdrempels voor eindgebruikers, interconnectie en prijsleiderschap). De vragenlijsten zijn bijgevoegd als Annex B.

In totaal hebben 54 van de 69 potentiële aanbieders van vaste openbare telefonie een respons gegeven op de vragenlijst. Van hen hebben 26 aanbieders

3

, namens 35 aanbieders, de vragenlijst ingevuld geretourneerd. Dit komt doordat 9 aanbieders inmiddels zijn overgenomen of gefuseerd. Verder hebben 19 aanbieders aangegeven geen vaste openbare telefonie aan te bieden, dan wel in een testfase te verkeren, dan wel zich alleen te richten op de wholesale markt. 15 aanbieders hebben niet gereageerd. Van deze 15 marktpartijen zijn in ieder geval 5 aanbieders actief op de markt voor vaste

3 Casema (Dutchtone), Colt Telecom BV, Comfour, Debitel Nederland NV, Edutel, Energis, Essent, Global One, GTS (Global TeleSystems), Kast telecom (Axxon), Koninklijke KPN NV, MCI WorldCom BV, NETnet (Worldxchange), Onetel, RSLCom Nederland, Scarlet Telecom BV, Talkline, Tele2, Telegroup NL (Primus), Telepartner Plus BV, Telfort, Triple S, Tritone Telecom BV, UPC Nederland, VersaTel Telecom International NV, Viatel Global Communications.

(16)

openbare telefonie. Op de markt voor vaste openbare telefonie zijn er derhalve circa 30 aanbieders actief.

Op de vragenlijst voor huurlijnen hebben van de 35 aangeschreven aanbieders 24 aanbieders, namens 26 aanbieders van huurlijnen, gereageerd. Twee aanbieders zijn inmiddels overgenomen of gefuseerd. Van deze 24 aanbieders hebben drie aanbieders aangegeven geen huurlijnen aan te bieden.

Tabel 2.1 Respons op vragenlijst vaste openbare telefonie

totaal aangeschreven 88 100%

Verkeerd aangeschreven 19 22%

Aantal potentiële aanbieders 69 100%

Respons 54 78%

Operationeel 26 38%

Fusie of overname: 9 13%

Geen aanbod/testfase/alleen wholesale 19 28%

Geen respons 15 22%

Huurlijnen

Totaal aangeschreven 35 100%

Respons 26 74%

Schriftelijk, aanbieder huurlijnen 21 60%

Schriftelijk, fusie of overname 2 6%

Geen aanbod 3 9%

Geen respons 9 26%

Voor de onderliggende analyse is gebruik gemaakt van de gegevens van 47

marktpartijen (26 voor vaste openbare telefonie en 21 voor huurlijnen) over 1999 en de

eerste zes maanden van 2000. Aangezien marktpartijen veelal niet bleken te beschikken

over gegevens over 1998 is in de onderliggende analyse hiervan geen gebruik gemaakt.

(17)

3 Wettelijk kader

3.1 Inleiding

Het Europese regelgevende kader is richtinggevend voor de nationale toezichthoudende instanties. Nationale wetten zijn afgeleid van het Europese kader. Een korte toelichting bij het Europese regelgevende kader is daarom noodzakelijk voor een goede interpretatie van de Nederlandse wetgeving.

3.2 Het Europese regelgevende kader

De wettelijke basis voor het aanwijzen van één of meerdere partijen als aanbieder met aanmerkelijke markmacht voor vaste openbare telefonie respectievelijk huurlijnen wordt gevormd door een aantal richtlijnen en een aanvullende explanatory note

4

. Dit zijn:

Richtlijn 92/44

5

laatstelijk gewijzigd door richtlijn 97/51

6

inzake huurlijnen;

Richtlijn 98/10

7

inzake vaste openbare telefonie;

Explanatory Note ‘Determination of Organisations with Significant Market Power (SMP) for implementation of the ONP Directives

8

.

Doordat op de markt voor vaste openbare telefonie en huurlijnen sprake is van ongelijke concurrentieverhoudingen, beoogt het aanwijzen van aanbieders met AMM een level playing field te creëren en toetredingsdrempels te verlagen. Als gevolg van een AMM- aanwijzing gelden derhalve extra (asymmetrische) verplichtingen voor de aangewezen aanbieder.

Het aanwijzen van een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht leidt ertoe dat een asymmetrisch stelsel van rechten en plichten voor marktpartijen gaat gelden. Deze rechten en plichten verschillen afhankelijk van de positie die de marktpartij op de telecommunicatiemarkt inneemt. De noodzaak van een asymmetrisch stelsel vloeit voort uit het feit dat op bepaalde onderdelen van de telecommunicatiemarkt nog geen of nog onvoldoende concurrentie bestaat, waardoor er sprake is van een ongelijk speelveld. Het doel van het instrument aanmerkelijke marktmacht is het bevorderen van een concurrerende markt voor openbare telecommunicatienetwerken en -diensten. Met het aanwijzen wordt beoogd het functioneren van de telecommunicatiemarkt te verbeteren en de toetreding van andere marktpartijen op de telecommunicatiemarkt te vergemakkelijken.

4 Naast de aanwijzing als AMM voor vaste openbare telefonie en huurlijnen, kan OPTA ook een of meerdere partijen aan wijzen als AMM voor mobiele telefonie en/of de nationale markt voor mobiele en vaste openbare telefonie tezamen. Deze markten worden in dit rapport verder buiten beschouwing gelaten.

5 PBEG L165, 5 juni 1992

6 PBEG L295, 6 oktober 1997

7 PBEG L101, 26 februari 1998

8 ONP-Com 98-03, 1 maart 1999

(18)

Hiermee is tevens aangegeven waarom aanwijzing van de aanbieders op basis van de ONP richtlijnen verschilt van de normale mededingingspraktijk. De ONP richtlijnen gaan uit van de beginsituatie van een niet optimaal functionerende markt met één of meerdere aanbieders met een aanmerkelijke marktmacht. Aanwijzing wordt noodzakelijk geacht om de markt te corrigeren en een zeker level playing field te creëren. De mededingingswetgeving

9

gaat uit van goed functionerende markten en grijpt in indien aanbieders (dreigen) misbruik (te) maken van hun positie.

De explanatory note meldt dat het niet gepast is om relevante markten voor de telecommunicatiesector te bepalen puur op basis van mededingingswetgeving. Er dient een beoordeling gemaakt te worden op basis van de relevante markten zoals aangegeven in de richtlijnen

10

.

Er dient opgemerkt te worden dat het Nederlandse wettelijke kader de primaire basis vormt voor de aanwijzing van aanbieders met aanmerkelijke marktmacht en dat de Europese wetgeving slechts wordt gehanteerd wanneer de nationale wetgeving aspecten niet regelt, dan wel geen duidelijkheid geeft.

11

3.3 Aanmerkelijke marktmacht

Wanneer is sprake van ‘aanmerkelijke marktmacht’?

Op basis van de relevante Europese richtlijnen beschikt een aanbieder over AMM wanneer een aanbieder een aandeel heeft van meer dan 25% in een bepaalde telecommunicatiemarkt in het geografisch gebied van een lidstaat waarvoor zij gerechtigd is tot het verrichten van werkzaamheden. De nationale regelgevende instanties mogen evenwel vaststellen dat een organisatie met een aandeel van minder dan 25% in de relevante markt een aanmerkelijke macht op de markt heeft. Zij mogen ook vaststellen dat een organisatie met een marktaandeel van meer dan 25% geen aanmerkelijke macht op de markt heeft

12

Wanneer de nationale regelgevende instanties willen afwijken van het 25% criterium, zijn zij verplicht de afwijking te toetsen aan de hieronder genoemde criteria

13

.

De criteria die een rol spelen bij het afwijken van het 25% criterium zijn

14

:

Vermogen van marktpartijen om marktvoorwaarden te beïnvloeden.

Omzet in verhouding tot de markt.

Beheersing van de middelen van toegang tot eindgebruikers.

Toegang tot financiële middelen.

Ervaring met betrekking tot het verstrekken van producten en diensten op de markt.

9 Artikel 81 en 82 van het Europese verdrag

10 Explanatory note, ONP-Com 98-03, 1 maart 1999, paragraaf 2,1, pagina 2

11 Stcr. 2000, 48, onder II, 5

12 Richtlijn 98/10EC, artikel 2 lid 2 sub i

13 Brief van de Europese Commissie aan OPTA d.d. 30 mei 2000, kenmerk A/13730

14 idem voetnoot 11

(19)

3.4 De relevante markt

Om vast te kunnen stellen of een aanbieder aanmerkelijke marktmacht heeft, zal eerst vastgesteld moeten worden wat de relevante markt is waarop die aanmerkelijke marktmacht wordt uitgeoefend.

Op basis van de ONP-regels en ook op basis van de mededingingsregels wordt de relevante markt gedefinieerd in termen van diensten/producten die op de relevante markt worden aangeboden en het relevante geografische gebied waarbinnen deze producten worden aangeboden.

In haar explanatory note ‘Determination of Organisations with Significant Market Power (SMP) for implementation of the ONP Directives’ heeft de Europese Commissie voor zowel vaste openbare telefonie als huurlijnen aangegeven wat mogelijk de relevante (deel-)markten zijn.

Vaste openbare telefonie

De explanatory note

15

stelt dat op basis van de ONP-spraaktelefonie richtlijn de relevante producten/diensten markt bestaat uit het aanbieden van vaste openbare telefoonnetwerken en/of het aanbieden van spraaktelefoondiensten.

Daarnaast wordt in dezelfde explanatory note gesteld dat de geografische markt voor vaste openbare telefonie wordt bepaald door het geografische gebied waarin het de organisatie is toegestaan om vaste openbare telefoonnetwerken en/of -diensten aan te bieden

16

.

Huurlijnen

In zowel de explanatory note

17

als de ONP-huurlijnen richtlijn

18

wordt gesteld dat de relevante markt voor huurlijnen gedefinieerd moet worden op basis van het type huurlijnen dat wordt aangeboden in een bepaald geografisch gebied. Het geografische gebied kan het geheel of een deel van het gebied van een lidstaat zijn

19

.

3.5 Het Nederlandse regelgevende kader

Op basis van artikel 6.4, eerste lid van de Tw kunnen één of meerdere aanbieders worden aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht op de markten voor vaste openbare telefonie (bestaande uit vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten) respectievelijk huurlijnen.

15 ONP-Com 98/03, paragraaf 4.1, pagina 5

16 ONP-Com 98/03, paragraaf 4.1, pagina 5

17 ONP-Com 98/03, paragraaf 3.1, pagina 4

18 Richtlijn 97/51/EC, artikel 2, lid 8

19 ONP-Com 98/03, paragraaf 3.1, pagina 4

(20)

Ten aanzien van de hiervoor genoemde markten laat OPTA in haar richtsnoeren de mogelijkheid open om een nadere afbakening te introduceren van productmarkten

20

. Een mogelijke afbakening is om vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten als aparte productmarkten te onderscheiden.

De relevante geografische markt is volgens de Tw en de richtsnoeren: “het gebied waarbinnen de aanbieders binnen Nederland actief zijn”

21

.

3.6 Systematiek van aanwijzing

Op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw wijst OPTA aanbieders aan, die in het gebied waarin zij binnen Nederland actief zijn, beschikken over aanmerkelijke marktmacht. Voor het vaststellen van een aanmerkelijke marktmacht van een aanbieder geldt als hoofdregel een marktaandeelcriterium (25%), met de mogelijkheid tot uitzonderingen op deze hoofdregel op grond van de criteria, zoals genoemd in artikel 6.4, vierde lid, van de Tw.

20 Artikel V, punt 15 richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt, Stcr. 2000, 48

21 Artikel VI, punt 16, richtsnoeren aanwijzing aanmerkelijke macht op de markt, Stcr. 2000, 48

(21)

A Vaste openbare telefonie

(22)

4 Beschrijving van de markt voor vaste openbare telefonie

In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een aantal kenmerken een beschrijving gegeven van de markt voor vaste openbare telefonie. De volgende aspecten zullen aan de orde komen:

Toegang tot de eindgebruiker;

Aanbieders van vaste openbare telefonie;

Aangeboden telefoondiensten;

Alternatieven voor bellen via een vaste telefoonaansluiting;

Toekomstige ontwikkelingen.

Toegang tot de eindgebruiker

Momenteel zijn er twee soorten toegang tot de klant te onderscheiden, namelijk directe toegang en indirecte toegang.

Directe toegang wil zeggen dat de aanbieder met een eigen aansluiting in de woning/het bedrijf aanwezig is. Directe toegang tot eindgebruikers wordt thans geboden via het standaard telefoon-stopcontact (analoge PSTN of digitale aansluiting) van KPN.

Daarnaast leveren andere aanbieders aansluitingen via een eigen netwerk (veelal ISDN30-aansluitingen voor grootschalig zakelijk gebruik). In sommige delen van het land leveren kabelmaatschappijen directe toegang via de tv-kabel. Tenslotte wordt ook directe toegang geboden via Main Distribution Frame-access (hierna: MDF-access) waarbij een operator de aansluitingen van KPN overneemt.

Indirecte toegang wil zeggen dat er geen eigen aansluiting aanwezig is en dat aanbieders die diensten via indirecte toegang leveren gebruik moeten maken van delen van het netwerk van KPN om toegang tot de klant te krijgen (interconnectie en/of bijzondere toegang). Voorbeelden van indirecte toegang zijn de originating acces diensten van KPN: Carrier Select (CS) en Carrier Pre-Select (CPS) diensten.

Aanbieders van vaste openbare telefonie

Op de markt voor vaste openbare telefonie bieden 14 aanbieders directe toegang tot hun netwerk aan. KPN heeft in Nederland als enige een landelijk aanbod voor zowel consumenten als zakelijke eindgebruikers. Naast KPN bieden drie kabelexploitanten in een beperkt geografisch deel van Nederland diensten aan (zowel aan particuliere als aan zakelijke eindgebruikers). De overige 10 aanbieders leveren uitsluitend diensten aan zakelijke eindgebruikers.

Er zijn 23 marktpartijen die indirecte toegang aanbieden door middel van C(P)S-

diensten. C(P)S-aanbieders bieden hun diensten veelal landelijk aan. Van deze 23

aanbieders bieden zestien aanbieders CS-diensten aan zowel particuliere als zakelijke

gebruikers. Zeven aanbieders van CS-diensten bedienen uitsluitend zakelijke

gebruikers. De meeste CS-aanbieders bieden inmiddels ook CPS aan. Van de

bovengenoemde zestien CS-aanbieders bieden twaalf aanbieders CPS aan voor zowel

(23)

particuliere als zakelijke eindgebruikers. Van de zeven CS-aanbieders voor zakelijke gebruikers bieden inmiddels vijf ook CPS diensten aan.

Aangeboden telefoondiensten

Via het telefoonnet biedt KPN thans twee diensten aan. De vaste openbare telefoondienst en internet-toegang. Kabelexploitanten bieden via hun kabelnet daarnaast ook kabeltelevisie aan. De belangrijkste verkeersdiensten, die door KPN maar ook door C(P)S-aanbieders, onder de vaste openbare telefoondienst worden aangeboden, zijn lokaal, nationaal, internationaal bellen en bellen van vaste naar mobiele nummers.

Lokale telefonie werd tot voor kort vooral door aanbieders die vaste telefoonaansluitingen leveren aangeboden. Sinds de invoering van CPS wordt lokaal telefoneren in beperkte mate ook door CPS-aanbieders aangeboden. Het lokale telefoonverkeer bestaat, naast gewone lokale spraakverkeer, verder uit internet- inbelverkeer.

Alle gesprekken van vast naar mobiel verlopen thans via het netwerk van KPN (transitdienst). Dit komt doordat er op dit moment geen sprake is van directe interconnectie tussen mobiele operators.

Alternatieven voor bellen via een vaste telefoonaansluiting

Hoewel de markt voor mobiele openbare telefonie sterk groeit, vormen mobiele telefoonaansluitingen vooralsnog in beperkte mate een alternatief voor vaste telefoonaansluitingen. Dit heeft met name te maken met de relatief grote prijsverschillen tussen bellen via een vaste en mobiele aansluiting. De meeste gebruikers, die thans een mobiele telefoonaansluiting hebben, gebruiken deze naast een vaste telefoonaansluiting.

Dit wordt bevestigd door de gegevens waaruit blijkt dat het aantal vaste aansluitingen van KPN nauwelijks daalt.

Op termijn zal Wireless Local Loop (WLL) een alternatief voor een vaste telefoonaansluiting kunnen gaan vormen. WLL is een verzamelnaam voor technieken om op draadloze wijze gebruikers van niet-mobiele diensten aan te sluiten. Om deze technieken te gebruiken is een vergunning nodig voor het gebruik van bepaalde frequentiebanden. Naar verwachting zullen deze vergunningen eind 2000 door de minister van Verkeer en Waterstaat worden verdeeld. Daardoor zullen in de loop van 2001 WLL-netwerken operationeel worden. Met de komst van WLL-netwerken ontstaan meer mogelijkheden voor het aansluiten van een gebruiker.

Toekomstige ontwikkelingen

Enkele van de belangrijkste ontwikkelingen op de markt voor vaste openbare telefonie zijn:

• De introductie van MDF-access: als gevolg van MDF hebben de concurrenten van

KPN een nieuwe mogelijkheid om toegang tot de klant te krijgen en kunnen ze

tegelijkertijd ook meer controle over de klant gaan uitoefenen. Naar verwachting zal

MDF-access voornamelijk gebruikt gaan worden voor breedbanddiensten gebaseerd

op diverse xDSL technieken.

(24)

• De ontwikkeling van Voice over IP diensten (VoIP), ook wel IP-telefonie. VoIP is in principe een alternatief voor bellen via een vaste telefoonaansluiting. Gezien het verschil in kwaliteit en gebruiksgemak, de hoge investeringen in het net en de hoge prijs van de randapparatuur kan IP-telefonie vooralsnog niet als een serieus alternatief worden beschouwd. Momenteel wordt VoIP nog niet beschouwd als vaste openbare telefonie zoals gedefinieerd in de wet. Niettemin zal dit product zich naar verwachting in de toekomst zodanig ontwikkelen dat het op zijn minst een gelijkwaardig product wordt met vaste openbare telefonie.

Een uitgebreide bespreking van de toekomstige ontwikkelingen wordt gegeven in

Annex C.

(25)

5 Marktaandelen

5.1 Toelichting en overwegingen

5.1.1 Marktaandelen op basis van omzet

In dit hoofdstuk zijn de marktaandelen van aanbieders van vaste openbare telefonie diensten over 1999 en over de eerste zes maanden van 2000 in beeld gebracht. De marktaandelen zijn berekend aan de hand van de ontvangen antwoorden op de vragenlijsten van aanbieders. Er ontbreekt een aantal omzetgegevens van zeven aanbieders. Hierdoor wordt de berekening van marktaandelen enigszins bemoeilijkt.

Niettemin is de totale (ontbrekende) omzet van deze zeven aanbieders naar verwachting relatief klein. Voor het vaststellen van de grootte van de ontbrekende omzet is gebruik gemaakt van de schaduwberekening van OPTA op basis van belvolumes

22

. Op grond van deze berekening ontbreekt een omzet in de orde van grootte van maximaal enkele tientallen miljoenen guldens. Dit betekent dat naar verwachting omzetgegevens voor ruim 99% van de totale markt zijn ontvangen.

Op basis van de omzetten, zoals door aanbieders aangegeven in hun antwoord op de vragenlijsten, komt de totale markt voor vaste openbare telefonie in 1999 op 8,9 miljard gulden en over de eerste zes maanden van 2000 op 4,7 miljard gulden.

Om te verifiëren of de totale omzet op de markt die wordt verkregen volgens de vragenlijsten een goede weerspiegeling van de werkelijkheid is, is als referentie een aantal andere bronnen geraadpleegd. Het betreft een berekening van marktaandelen door KPN, een inschatting van marktaandelen zoals gemaakt door de andere marktpartijen en een TNO rapport over de Nederlandse telecommunicatiesector

23

. De ramingen van de aanbieders, zoals aangegeven in de vragenlijst, over de totale markt in 1999 schommelen tussen 7 en 10 miljard gulden. TNO raamt de markt in 1999 op 10,9 miljard gulden. KPN heeft een eigen berekening gemaakt en komt op 9,2 miljard voor de totale markt voor vaste openbare telefonie (5,8 miljard voor telefoondiensten en 3,4 miljard omzet uit aansluitingen). De berekening van OPTA leidt tot een totale markt voor vaste openbare telefonie van 8,9 miljard.

De berekening op basis van de antwoorden op de vragenlijsten komt sterk overeen met de raming van OPTA en ligt tussen de indicaties zoals door andere marktpartijen afgegeven. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat de marktomzetten zoals verkregen op basis van de vragenlijsten, geen goed beeld van de werkelijkheid geven.

Voor de analyse wordt dan ook van deze gegevens uitgegaan.

22 De schaduwberekening is gebaseerd op gegevens, verstrekt door marktpartijen in het kader van dit onderzoek over belvolumes en op interconnectiegegevens waarover OPTA beschikt uit hoofde van het schaarsteonderzoek.

23 De Nederlandse telecommunicatiesector in cijfers 1999, TNO STB, januari 2000.

(26)

De marktaandelen zijn bepaald door de omzet per aanbieder op de markt voor vaste openbare telefonie, zoals aangegeven in de vragenlijst, te delen door de totale marktomzet.

Voor de berekening van de omzet op de markt voor vaste openbare telefonie is uitgegaan van de omzet behaald met een vijftal feitelijk door de meeste aanbieders aangeboden eindgebruikersdiensten: aansluiting, lokaal, nationaal, vast-mobiel en internationaal verkeer. De dienst ‘aansluiting’ biedt toegang tot een telefoonnet, waarvoor een abonnementstarief geldt. De diensten lokaal, nationaal, vast-mobiel en internationaal verkeer betreffen respectievelijk ‘binnen basis zone’-verkeer, ‘buiten basis zone’ verkeer, verkeer van een vaste telefoonaansluiting naar een mobiele telefoonaansluiting en verkeer naar buitenlandse bestemmingen.

Wholesale en retail

Bij het bepalen van de omzet voor vaste openbare telefonie zijn marktpartijen verder gevraagd om omzet uit wholesale-diensten te geven, dit om dubbeltelling te voorkomen.

Uit de verstrekte gegevens van marktpartijen blijkt echter dat de meeste aanbieders geen wholesale-diensten aanbieden, dan wel geen onderscheid tussen wholesale en retail kunnen maken. Voor zover de omzet uit wholesale wel is gegeven, is deze bij de bepaling van het marktaandeel niet meegenomen. Voor zover de omzet uit wholesale niet is gegeven, heeft dit geen invloed op de uitkomsten van de bepaling van het marktaandeel.

Randapparatuur

Bij het bepalen van de omzet voor vaste openbare telefonie is, zoals ook blijkt uit de vragenlijst, de omzet uit randapparatuur niet meegenomen. Randapparatuur is immers geen onderdeel van de vaste openbare telefoondienst.

5.1.2 Marktaandelen op basis van aansluitingen

Naast het bepalen van de marktaandelen op basis van omzet wordt ook gekeken naar de marktaandelen op basis van aantal aansluitingen. Een aansluiting zorgt immers voor directe toegang tot de klant. De partij met een groot marktaandeel op basis van aantal aansluitingen heeft daardoor een voordeel ten opzichte van zijn concurrenten.

Een vergelijking van de marktaandelen op basis van omzet en op basis van aantal aansluitingen geeft een indicatie van het vermogen om al dan niet duurdere aansluitingen te verkopen.

5.1.3 Marktaandeel op basis van omzet versus belvolume

De relatie tussen het marktaandeel op basis van omzet en het marktaandeel op basis van belminuten zegt iets over het vermogen om klanten te binden ongeacht de tariefstelling.

Een lager marktaandeel op basis van belminuten dan op basis van omzet geeft aan dat er

relatief meer dure belminuten worden verkocht.

(27)

5.2 Onderzoeksresultaten

5.2.1 Marktaandelen op basis van omzet

Op basis van de antwoorden op de vragenlijsten kunnen de volgende marktaandelen worden berekend over 1999 en over de eerste zes maanden van 2000 voor de markt voor vaste openbare telefonie.

Tabel 5.1 Totale omzet en indicatie van marktaandelen vaste openbare telefonie over 1999, op basis van gegevens zoals door aanbieders verstrekt.

Aanbieder* Omzet in NLG. Marktaandeel in %

Koninklijke KPN NV [90,0%-100,0%]

[0,0%-1,0%] 211

[1,0%-5,0%] 1

Totaal 8.923.767.420 100,0

* Dit zijn alle aanbieders die de vragenlijst hebben ingevuld en teruggestuurd naar OPTA en die kunnen worden aangemerkt als actieve spelers op de markt. Bedrijven die in de testfase zitten zijn derhalve niet opgenomen.

1De gevallen in de cellen geven het aantal bedrijven aan dat een marktaandeel heeft tussen de in de eerste kolom vermelde bandbreedte.

Op de vaste openbare telefonie markt over 1999 heeft KPN een marktaandeel op basis van totale omzet van [90,0%-100,0%]. De overige aanbieders hadden allen een marktaandeel van [<5,0%].

Op dezelfde wijze als voor 1999 is voor de eerste helft van 2000 een berekening gemaakt van de marktaandelen. De resultaten zijn in onderstaande tabel vermeld.

Tabel 5.2 Totale omzet en indicatie van marktaandelen vaste openbare telefonie over de eerste helft 2000, op basis van gegevens zoals door aanbieders verstrekt.

Aanbieder* Omzet in NLG Marktaandeel in %

Koninklijke KPN NV [85,0%-95,0%]

[0,0%-1,0%] 231

[1,0%-5,0%] 2

Totaal 4.748.600.075 100,0

* Dit zijn alle aanbieders die de vragenlijst hebben ingevuld en teruggestuurd naar OPTA en die kunnen worden aangemerkt als actieve spelers op de markt. Bedrijven die in de testfase zitten zijn derhalve niet opgenomen.

1De gevallen in de cellen geven het aantal bedrijven aan dat een marktaandeel heeft tussen de in de eerste kolom vermelde bandbreedte.

De totale vaste openbare telefonie markt voor de eerste zes maanden van 2000 komt uit op 4,7 miljard gulden. Dit betekent dat naar verwachting de vaste openbare telefonie markt in 2000 6,4% gegroeid is ten opzichte van 1999, ervan uitgaande dat omzetten gelijkelijk over het jaar zijn verspreid.

Gedurende de eerste zes maanden van 2000 blijkt dat KPN marktaandeel inlevert ten

opzichte van 1999.

(28)

In vergelijking met 1999 valt op dat een aantal aanbieders zijn marktaandeel heeft vergroot. Hoewel sommige aanbieders een groei laten zien van meer dan 100%, blijven de marktaandelen van alle andere aanbieders zeer gering.

Ofschoon de omzet van KPN gestegen is tussen 1999 en het eerste halfjaar van 2000, is het marktaandeel gedaald.

5.2.2 Marktaandeel verkeersdiensten op basis van omzet

Het berekenen van marktaandelen op basis van verkeersdiensten kan een betere indicatie geven voor de ontwikkeling op de vaste telefoniemarkt dan het marktaandeel voor de totale markt omdat de positie van de C(P)S- aanbieders beter in deze berekening tot uiting komt (omzet uit aansluitingen worden hier buiten beschouwing gelaten). Op basis van de antwoorden van aanbieders konden de volgende marktaandelen worden bepaald.

Tabel 5.3 Indicatie markaandelen vaste openbare telefoondiensten op basis van omzet, 1999 en 2000, voor alle aanbieders met een marktaandeel van meer dan 0,2%24

Aanbieder Marktaandeel (%)

Jaar 1999 2000

Koninklijke KPN NV [85,0%-95,0%] [80,0%-90,0%]

[0,2%-1,0%] 101 8

[1,0%-5,0%] 3 5

Totaal 100,0 100,0

1De gevallen in de cellen geven het aantal bedrijven aan dat een marktaandeel heeft tussen de in de eerste kolom vermelde bandbreedte.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat het marktaandeel van KPN daalt van [85,0%-95,0%] in 1999 tot [80,0%-90,0%] in 2000. De CS bedrijven laten een relatief grote toename van marktaandeel zien. Hun marktaandeel met betrekking tot verkeersdiensten blijft echter zeer laag. Ook aanbieders die directe toegang aanbieden winnen sterk in marktaandeel.

Ook hier geldt dat hun marktaandeel voor verkeersdiensten zeer gering is. Geen enkele aanbieder, op KPN na, heeft een marktaandeel met betrekking tot verkeersdiensten van meer dan [5,0%].

5.2.3 Marktaandelen op basis van omzet versus omzet op basis van aantal aansluitingen

In de tabel hieronder staan alle aanbieders die over directe toegang tot de klanten (eigen aansluitingen) beschikken. (N.B. de CS en CPS aanbieders zijn hier dus niet inbegrepen.

Zij hebben wel klanteneigendom maar geen eigen aansluitingen).

24 Omwille van de inzichtelijkheid is hier gekozen om alleen de partijen met een marktaandeel van meer dan 0,2% in 1999 of 2000 te presenteren. De grens van 0,2% heeft verder geen betekenis.

(29)

Tabel 5.4 Indicatie van marktaandelen op basis van aantal aansluitingen en behaalde omzet per aansluiting voor alle aanbieders met een marktaandeel van meer dan 0%.

1-1-1999 1-1-2000

Marktaandeel aantal aansluitingen (%) Marktaandeel aantal aansluitingen (%)

KPN [>95,0%] [>95,0%]

[0,0%-1,0%] 21 2

Totaal 100,0 100,0

1De gevallen in de cellen geven het aantal bedrijven aan dat een marktaandeel heeft tussen de in de eerste kolom vermelde bandbreedte.

Uit bovenstaande tabel kan worden opgemaakt dat aansluitingen nagenoeg uitsluitend door KPN worden geleverd. De aantallen aansluitingen van andere aanbieders zijn minimaal vergeleken met KPN. De grootste andere aanbieders van aansluitingen zijn kabelmaatschappijen die telefonie aanbieden.

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de hoogte van de omzet per aansluiting sterk varieert. Zo behalen de bedrijven die aansluitingen aanbieden voor de zakelijke markt een veel hogere omzet uit aansluitingen dan aanbieders die met name particuliere aansluitingen aanbieden

25

.

5.2.4 Marktaandelen op basis van omzet belminuten versus marktaandelen uit omzet

Voor het berekenen van het marktaandeel op basis van belminuten is voor de hoeveelheid belminuten over de gehele markt, gebruik gemaakt van de gegevens van marktpartijen en van OPTA.

Het totale verkeersvolume is ten opzichte van 1999 aanzienlijk gegroeid. Indien de hoeveelheid belminuten van de eerste helft 2000 geëxtrapoleerd wordt voor heel 2000, dan groeit het totale verkeersvolume ten opzichte van 1999 met 18,7%. KPN heeft, in 2000 ten opzichte van 1999, marktaandeel ingeleverd ten opzichte van haar concurrenten. De overige aanbieders hebben hiervan geprofiteerd.

In onderstaande tabel worden alleen de aanbieders vermeld met een marktaandeel op basis van verkeersdiensten van meer dan <5,0%

26

in 2000. Deze groep wordt in de tabel, en in de rest van het rapport, aangeduid als “de belangrijkste spelers”. Zoals eerder aangegeven hebben deze aanbieders, op KPN na, allen een zeer gering marktaandeel. Zij zijn dus relatief de belangrijkste spelers, ten opzichte van de andere aanbieders die een nog lager marktaandeel hebben. De marktaandelen van deze andere spelers zijn dermate laag dat een gedetailleerde bestudering van deze aanbieders weinig toevoegt aan het inzicht van de concurrentieontwikkeling op de markt.

25 KPN levert [70,0%-80,0%] in 1999 van zijn aansluitingen aan particulieren.

26 De grens van <5,0% is in die zin willekeurig dat het uitsluitend tot doel heeft de groep van bedrijven waarover verder gerapporteerd wordt te beperken.

(30)

Tabel 5.5 Vergelijking marktaandeel op basis van belminuten en marktaandeel omzet uit verkeersdiensten.

Totaal 1999 Eerste helft 2000

Aanbieder Marktaandeel

belminuten (%)

Marktaandeel omzet verkeer (%)

Marktaandeel belminuten (%)

Marktaandeel omzet verkeer (%)

KPN [90,0%-100,0%] [85,0%-95,0%] [85,0%-95,0%] [80,0%-90,0%]

[0,0%-1,0%] 61 4 5 2

[1,0%-5,0%] 1 3 2 5

1De gevallen in de cellen geven het aantal bedrijven aan dat een marktaandeel heeft tussen de in de eerste kolom vermelde bandbreedte.

Uit tabel 5.5 blijkt dat KPN een marktaandeel heeft op basis van belminuten dat ligt onder het marktaandeel op basis van omzet uit verkeersdiensten. Dit betekent dat KPN relatief goedkope belminuten verkoopt. Alle andere aanbieders hebben een marktaandeel uit omzet dat hoger ligt dan het marktaandeel op basis van belminuten. Zij verkopen derhalve relatief dure belminuten. Dit wordt verklaard door het feit dat KPN een relatief groot deel van de omzet uit (goedkoop) lokaal verkeer genereert, terwijl de concurrenten nauwelijks actief zijn op de markt voor lokaal telefoonverkeer. Verder kan het belprofiel van eindgebruikers (zakelijke gebruikers en consumenten) een reden zijn voor het relatief lage marktaandeel van KPN op basis van belminuten.

De concurrenten van KPN lijken zich te richten op de duurdere diensten op de markt en zijn, in de meeste gevallen, succesvoller dan KPN om de duurdere beller naar zich toe te trekken.

5.3 Conclusies marktaandelen

Op basis van de gegevens zoals verstrekt door aanbieders in antwoord op de vragenlijsten kan voor KPN een marktaandeel op de totale markt voor vaste openbare telefonie worden berekend van [85,0%-95,0%] in 2000. Indien de markt wordt opgesplitst in vaste openbare telefoonnetwerken en vaste openbare telefoondiensten dan heeft KPN een marktaandeel in 1999 (2000) van [>95,0%] ([>95,0%]) op de markt voor telefoonnetwerken en [85,0%-95,0%] ([80,0%-90,0%]) voor telefoondiensten. Geen enkele aanbieder, op KPN na, heeft een marktaandeel op de markt voor telefoondiensten van meer dan [<5,0%] in 1999 en [<5,0%] in 2000.

KPN overschrijdt derhalve in ruime mate het 25% criterium, zoals genoemd in artikel 6.4, derde lid, van de Tw. Er kan wel worden opgemerkt dat het marktaandeel van KPN een licht dalende tendens vertoont.

Indien wordt gekeken naar marktaandelen op basis van belminuten dan blijkt dat KPN

in 2000 nagenoeg de enige aanbieder is met een hoger marktaandeel op basis van

belminuten heeft dan op basis van omzet. Dit betekent dat KPN relatief goedkope

belminuten verkoopt. Dit wordt verklaard doordat de concurrenten van KPN veelal de

zakelijke klanten bedienen of met name actief zijn op de diensten waar hogere tarieven

gelden, zoals nationaal, internationaal en vast-mobiel verkeer, en nog maar nauwelijks

actief zijn op de markt voor lokaal verkeer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

117. Een veel voorkomende vorm waarin toegang geleverd wordt, is de analoge verbinding. Dit is de traditionele vorm van vaste telefonie. Analoge verbindingen worden doorgaans

Dienstenaanbieders die zowel directe als indirecte diensten leveren, rapporteren voor hun directe diensten over de storingsmeldingen die betrekking hebben op het eigen netwerk;

• Kosten bellen uit het buitenland gedaald van €0,71 naar €0,47 per minuut.. • Kosten gebeld worden in het buitenland gedaald van €0,45 naar €0,22

De verplichting van KPN tot het leveren van toegang ten aanzien van C(P)S-diensten en overige opbouwdiensten op grond van artikel 6a.17 van de Tw jo. artikel 6a.16, eerste lid, van de

▶ @Home: voor Basis Bellen zijn de starttarieven binnen de regio en de belkosten in daluren verhoogd, terwijl de overige tarieven zijn verlaagd... Ontwikkeling beltarieven

Geef, voor ieder van de onderstaande jaren, aan welk percentage van alle meervoudige aansluitingen voor vaste telefonie in dat jaar zullen worden vervangen

Dat BT, Colt en Verizon geen wholesale inputs kunnen afnemen bij Ziggo voor het bieden van enkelvoudige gesprekken klopt, maar in aanwezigheid van hogergelegen regulering zijn

aanbodsubstitutie. Dit baseert KPN op een door de NMa in 2005 opgestelde brief aan OPTA 232. ACM constateert dat vrijwel alle partijen die actief zijn in het aanbieden van VoB&gt;12