• No results found

Driehoek met dubbele hoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Driehoek met dubbele hoek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

www.examen-cd.nl www.havovwo.nl

wiskunde B vwo 2016-I

Vraag Antwoord Scores

Driehoek met dubbele hoek

13 maximumscore 4

• ACB AEB; constante hoek 1

• ABE90; Thales 1

• BAD180  ABE AEB180     90 90   ; hoekensom

driehoek 1

• BDA180  BAD ABD180 (90     ) 2 90    BAD (dus driehoek ABD is gelijkbenig); hoekensom driehoek (; gelijkbenige

driehoek) 1

of

• ACB AEB; constante hoek 1

• DBE90   ; Thales2 1

• ADB90   ; buitenhoek 1

• BAD90   ; hoekensom driehoek (dus driehoek ABD is

gelijkbenig) 1

of

• AMB 2 ACB; omtrekshoek 1

• Ook ABC 2 ACB, dus AMB ABC 1

• Verder geldt BAM  DAB, dus AMB ABD; hh 1

Wegens MAMB is driehoek AMB gelijkbenig, dus driehoek ABD is

ook gelijkbenig (; gelijkbenige driehoek) 1

14 maximumscore 5

• CAF  ACB  ; Z-hoeken 1

•   CAF   ; hoek tussen koorde en raaklijn 1

• AFC180  ABC180   ; koordenvierhoek2 1

•  180  AFC  180 

180      2

; gestrekte hoek 1

• CAF  , dus l is evenwijdig aan AC; Z-hoeken 1

of

• CAF  ACB  ; Z-hoeken 1

• AFC180  ABC180   ; koordenvierhoek2 1

• ACF (180   

180    2

) ; hoekensom driehoek 1

   ; hoek tussen koorde en raaklijn 1

• CAF  , dus l is evenwijdig aan AC; Z-hoeken 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel de driehoek duizend jaar geleden al bekend was aan Chinese en Indiase wiskundigen, is de driehoek vernoemd naar de 17-de eeuwse Franse wiskundige Blaise

gerschap wordt begrepen als vaardigheden en bepaald gedrag, en niet alleen als kennis, wordt het duidelijk dat kritisch denken (onder andere logisch redeneren,

Deze drie punten zijn de hoekpunten van driehoek OAB , waarbij de coördinaten van de punten A en B afhankelijk zijn van de waarde van p.. Driehoek OAB is in de figuur

Deze drie punten zijn de hoekpunten van driehoek OAB , waarbij de coördinaten van de punten A en B afhankelijk zijn van de waarde van p.. Driehoek OAB is in de figuur

[r]

Bij een koordenvierhoek zijn twee overliggende hoeken samen 180 ◦ , dus als je kunt bewijzen dat bijvoorbeeld ∠A + ∠F = 180 ◦ heb je de stelling be- wezen.. Nu geldt vanwege

[r]

Je ziet ook dat je, als je de lijn door C evenwijdig aan AB trekt, en een willekeurig punt op die lijn pakt, een gelijkzijdige driehoek kunt maken waarvan het laatste punt op de lijn