Vraag nr. 51 van 1 1 mei 2005
van de heer ERIK MATTHIJS
Praktijkcentra voor tuinbouw – Financiering De Vlaamse Regering keurde op 22 april de meer-jarenplanning van de praktijkcentra voor tuinbouw goed. De financiële ondersteuning wordt afhanke-lijk gemaakt van hun onderlinge samenwerking. Ook zijn er facultatieve subsidies mogelijk.
Een medewerker van de administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL) stelde onlangs in VILT dat er een nieuw decreet moet komen om de praktijkcentra meer rechtszeker-heid te geven over de financiële inbreng van de Vlaamse overheid, decretaal en structureel vastge-legd in plaats van de facultatieve subsidies nu, en om de hervorming van de proeftuincentra gestalte te geven.
1. Hoe is de financiering van de praktijkcentra geregeld?
2. Hoe wordt de rechtszekerheid van de praktijk-centra gegarandeerd?
3. Zijn er inderdaad hervormingen nodig binnen de praktijkcentra en wordt er gewerkt aan een decretale en structurele basis voor de financie-ring en voor de hervormingen?
Antwoord
1. Bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de toekenning van facultatieve subsidies aan Praktijkcentra, actiefin de voor-lichting en ontwikkeling van Landen Tuinbouw worden jaarlijks werkingssubsidies toegekend aan 17 praktijkcentra voor een totaal bedrag van 2.018.000 euro (basisbedrag 2005).
Om in aanmerking te komen voor deze subsi-dies, moeten de Praktijkcentra daarenboven inkomsten verwerven uit de betrokken sector. De Praktijkcentra werken met vaste
werkings-termijnen van vijfjaar en stellen hiervoor een vijfjarenplan op dat door de Vlaamse Regering dient goedgekeurd te worden. Op 22 april 2005 werden de vijfjarenplannen goedgekeurd voor de periode 2005 - 2009. De vijfjarenplannen
worden jaarlijks omgezet in jaarplannen op basis waarvan de jaarlijkse subsidie wordt toe-gekend. De ministeriële besluiten hieromtrent voor 2005 werden op 9 mei 2005 ondertekend. Het bovenvermelde besluit van de Vlaamse
Regering van 14 mei 2004 bepaalt eveneens de missies en opdrachten van de Praktijkcentra evenals de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidiëring.
Naast de werkingsubsidies kunnen de Praktijkcentra in aanmerking komen voor investeringssubsidies. Dit werd decretaal gere-geld binnen het Vlaams Landbouwinvesterin gsfonds bij het Decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005.
2. De betrokken Praktijkcentra hebben een rechts-persoon onder de vorm van een vereniging zon-der winstoogmerken (V.Z.W.). Het beheer van de verenigingen valt onder de verantwoordelijk-heid van hun Raad van Bestuur en Algemene Vergadering. In het kader van de controle op de uitvoering van het jaarprogramma en de aan-wending van de subsidies woont een ambtenaar van de landbouwadministratie als waarnemer de vergaderingen van de Raad van Bestuur en van de Algemene Vergadering bij.
3. Zoals eerder vermeld, werken de Praktijkcentra met vaste werkingstermijnen van vijfjaar. De eerste termijn loopt van 2005 tot 2009. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14
mei 2004 bepaalt eveneens dat in het vierde wer-kingsjaar, zijnde 2008, een eerste evaluatie van de missie, werking, subsidiebedragen en onder-linge verhoudingen tussen de Praktijkcentra dient gemaakt te worden.