Vraag nr. 23
van 14 oktober 1998
van de heer WALTER VANDENBOSSCHE Commissie Laakbare Praktijken – Klacht vrij onderwijs Anderlecht
Op 10 maart 1998 werd klacht neergelegd tegen het college van burgemeester en schepenen van Anderlecht bij de Commissie Laakbare Praktijken wegens de discriminatie van het vrije onderwijsnet door de gemeentelijke overheid. Tot op heden heeft deze Commissie geen uitspraak gedaan. Het langdurig uitblijven van een advies schaadt de belangen van het onderwijsnet.
Kan de minister mij laten weten waarom deze Commissie haar uitspraak uitstelt ?
Antwoord
Naar aanleiding van de klacht, ingediend door de Vlaamse volksvertegenwoordiger in zijn hoedanig-heid van gemeenteraadslid van de gemeente Anderlecht in naam van de ouders van de leerlin-gen van het gesubsidieerd vrij onderwijs op het grondgebied van de gemeente Anderlecht, werden de partijen bij aangetekend schrijven verwittigd dat de zaak zou worden behandeld op de zitting van 28 april 1998.
Op 22 april 1998 diende het college van burge-meester en schepenen een schriftelijke memorie in, overeenkomstig artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1998 betreffende laakbare praktijken en de samenstelling, de bevoegdheid en de werking van de Commissie Laakbare Praktijken voor het basisonderwijs. De klacht werd op de zitting van 28 april 1998 ver-daagd naar de zitting van 1 juli 1998, omdat de Commissie van oordeel was dat er getuigen dien-den te wordien-den gehoord.
Gelet op het feit dat er discussie was over het belang, werd de zaak in beraad gehouden en werd er op de zitting van 30 september 1998 een discus-sie ten gronde gevoerd over het belang.
De Commissie zal haar advies in deze zaak formu-leren op de zitting van 10 november 1998.