• No results found

DE VERGOEDINGEN VOOR DE WATERSNOODSC

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE VERGOEDINGEN VOOR DE WATERSNOODSC "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Zaterdag 24 Octo&er 1953 • No. 277

Strijd om een spoorlijn ook elders

<Zie pag. 3>

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

DE VERGOEDINGEN VOOR DE WATERSNOODSC

Een be•chouwing over het de 1'weede Kamer

wetaontwerp, dat der Staten-Generaal

vorige week aanvaard· i•

Neen, er kan met de hand op het hart niet ge~

zegd worden dat het in de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp inzake de Waters~

noodschade algemene voldoening heeft gewekt.

Daarvoor weken de standpunten te veel van el~

kander af. Te ener zijde stonden de leden der Kamer, waaronder wij, die voor integrale ver~

goeding pleitten, aan de andere zijde stond de Regering, die daartoe niet bereid was. Deze meen~

de dat integrale schade slechts kon worden er~

kend binnen de grenzen van het mogelijke en dat daarom gelijkstelling moest plaats hebben van de watersnoodslachtoffers met de oorlogsslacht~

offers. Zij stelde, dat de getroffenen wel in rede~

lijkheid konden verlangen dat zij zoveel mogelijk in hun vroegere positie zouden worden hersteld, doch niet dat zij in een betere positie zouden wor~

den gebracht. Daarom krijgen de totaal verwoeste bedrijfspanden een korting van 10 tot 15% van de bouwkosten, bovenop de korting van 1 % per jaar - tot 40 jaar - , die op alle "total loss'' gevallen zal worden toegepast. En bij de herstel~

bare gebouwen komt een regeling, die al naar gelang de herstelkosten varieert. Bij f 1.000,-•

wordt f 1.000,- uitgekeerd, bij meer dan

f 1.000,- doch niet meer dan f 3.000.- wordt het f 2.500,- en boven de f 3.000.- wordt het

f 2.500,- vermeerderd met 60% van hetgeen de herstelkosten meer dan f 3.000,- bedragen.

We krijgen dus een degressie te· zien die van 100% bij f 1.000,- loopt tot 83.3% bij

f 3.000,-. 67% bij f 10.000,-. 60.7% bij

f 100.000,-, een standpunt dat verdedigd wordt door naar voren te brengen dat de nieuwbouw het geheel aanmerkelijk verbetert, maar waarbij zeker de vraag mag worden gesteld, of de eigë- naar, die steeds aan een zekere huur gebonden is, in feite niet achteruitgaat. We durven te stellen dat de Gemeenschap tegenover de getroffene heeft op te komen voor de schade wegens "acts of God or the King's ennemies", maar de Rege~

ring was op dit punt niet te vermurwen.

* * *

De tweede belangrijke materiële schade was de huisraadschade, waarover de Kamer van oordeel was, dat hier speciaal voor de Regering een taak lag. Deze taak werd echter overgedra~

gen aan het Nationaal Rampenfonds, dat, na een enigszins aarzelend begin, met zulk een voortva~

rendheid en met zo breed inzicht deze zaak ter hand nam dat men daarover niet anders dan grote lof kan hebben. Dit hield mede verband met het feit, dat de gelden op geweldige wijze toestroom~

den, terwijl de Regering toezegde, dat eventuele tekorten door haar zouden worden gedekt. Er werden aan de hand van lijsten, bevattende de voornaamste huishoudelijke goederen, welke vol~

gens gangbare begrippen in een huisgezin aan~

wezig moeten zijn, eerste uitkeringen van 50%

van de kostprijs dier goederen verstrekt, bij een tweede phase werd die uitkering tot 100% op~

gevo.erd en in de derde plaats wordt een uitke~

ring gegeven, welke het woonmilieu in zijn geheel moet herstellen. Er is rekening. gehouden met milieuverschillen, die meestal in een kostbaarder inboedel tot uitdrukking komen, er zijn gelden beschikbaar gesteld voor wandversiering, voor boeken en tuingereedschap. voor kippen en voor een varken, als men dit bezat, voor voorraden van kolen, aardappelen en voor de weck.

Hier ligt het diJ<wijls zo dat men er inderdaad beter van is geworden, maar wie zal bij al het leed dat geleden is, zoiets betreuren?

Daar komt nog bij, dat het Nederlandse Rode Kruis door de hulp van het Internationale Rode Kruis in de gelegenheid is gesteld om textiel~

producten uit te reiken van zodanige samenstel~

ling dat vele gezinnen daardoor voor lange tijd zijn geholpen.

• • *

Het Rampenfonds beschikte over ongeveer 125 millioen gulden, waarvan ruim 24 milHoen uit het buitenland is ontvangen. Daarvan zullen ongeveer 80 milHoen nodig zijn voor de huisraad~

schade, aan eerste hulp werd lO millioen he~

steed, voor pensioenen van weduwen en wezen werd een bedrag uitgetrokken van f 13 millioen,

f 5 milHoen zal worden besteed voor schade door Kerken, Kerkvoogdijen enz. geleden wegens min~

der ontvangsten van gelden, en f 12 mill. zal wor~

den besteed aan immateriële schade, welke alle andere schade dan materiële schade is en waar~

voor ·n het wetsontwerp geen regelen zijn ge~

troffen. Het Rampenfonds rekent er op met 15 milHoen te kunnen volstaan, omdat niet meer dan 500 gevallen worden verwacht. Maar de Minister heeft reeds aangegeven, dat thans 26 millioen zijn uitgegeven en het laat zich aanzien, dat in~

derdaad nog wel veel grotere bedragen zullen worden vereist, wil men hen helpen kunnen, die van alle inkomsten zijn ontbloot en wier toe~

komst nog verre van rooskleurig is. Wanneer wij ons realiseren, dat de boomgaarden voQr een op~

pervlakte van ca. 1000 ha. totaal zijn vernietigd, dat het 6, 7, wellicht 8 jaren zal duren voor dat deze weder zover zijn dat men op een "bloeiende bongerd" zal mogen rekenen, dat er vele midden~

standers zijn, ook aan de peripherie van het rampgebied, die voorlopig hun omzet met 30- 60% zullen zien teniet gaan, dat tal van boerde~

rijen zijn verwoest of zwaar beschadigd en men niet weet wanneer het herstel zal kunnen plaats vinden, dan vraagt men zich toch wel met enige zorg af, wanneer inderdaad deze gebieden weder tot hun oude bloei en hun goede economische toe- stand zullen terugkeren. En dan de naschade!

Wie kan zeggen hoever deze zich zal uitstrek- ken? Wie kan zeggen hoever het staat met de verzilting van de bodem, met de verzilting ook van de huizen? Hoe zal het gaan met het culturele leven in deze gebieden, met de jeugd die haar ontwikkeling ook op sportgebied niet zal kunnen ontvangen zoals wij die allen wensen? Zeer zeker heeft de Regering ook op dit punt haar maatrege-

!en getroffen. Het Rampenfonds verleent ook op dit gebied velerlei en te waarderen steun, maar dit alles duurt en de tijd gaat snel. En dan de angst en de zorg hoe het zal zijn met de weder ..

opbouw. Reeds lang voelt men zich in de provin- cie Zeeland ten achter gesteld ten opzichte van de woningbouw. 1500 huizen zijn door de minis- ter over 3 jaar voor deze provincie toegestaan, waar over het gehele land er 175.000 zijn ver- deeld. En de bouw van de duizenden vernielde en zwaar beschadigde woningen en boerderijen, het herstel van meer dan 24.000 licht beschadigde woningen en 1400 boerderijen is niet alleen- af- hankelijk van de aanvoer van materiaal, maar voor een zeer belangrijk deel ook van het be- schikbaar zijn van de nodige vakbekwame arbei- ders, die voor een groot deel van buiten het ge- bied moeten komen. Het is goed en juist gezien van de Regering, dat zij daarvoor een toeslag geeft op de lonen, op de reis~ en verblijfkosten van het personeel en van de aannemers, maar daàrbij moge er toch wel in de eerste plaats op worden gelet, dat zij, die steeds hun werk in het rampgebied zelf hebben gevonden, nu ook zul- len worden aangewezen, om daar bij de wederop- bouw werkzaam te zijn. Anders zou op deze wijze ook weer de economische toestand in dat gebied sterk worden geschaad.

• •

wanneer men terugziet op de afgelopen tijd, de 18e Mei werd het wetsontwerp inge~

diend, 18 October is het in de Tweede Kamer aangenomen, lijkt het een lange weg, maar al die tijd is eraan gewerkt en geschaafd, de waters- noodcommissie uit de Tweede Kamer heeft vele malen met de Regering geconfereerd, zij heeft verschillende malen, hetzij in pleno, hetzij door subcommissies een onderzoek ter plaatse inge- steld, zij heeft vele autoriteiten, colleges en per- sonen gehoord en dit alles heeft mede geleid tot een wetsontwerp dat wel niet volledig aan de wensen der getroffenen tegemoet komt, maar toch zodanig is dat het de hoop in vele harten, dat zij weer kunnen gaan werken aan een goede toe- komst, . doet herleven.

Er is in de Kamer zeer terecht lof gebracht aan allen, die hun beste krachten hebben gegeven om het herstel te bevorderen, er is ook gesproken over een te veel aan perfectionnisme bij sommige ambtenaren. Bij monde van de minister van Fi~

nanciën is de "zeer pertinente verzekering gege- ven, dat het de· bedoeling is om niet alleen met de grootst mogelijke snelheid en vlotheid ten deze te helpen, maar ook om een soepele toepassing van deze wet mogelijk te maken en te bevorde ..

ren. Alle betrokken ambtenaren zijn in die rich- ting geïnstrueerd."

Het was verheugend dit te horen, omdat de Zeeuwen, die van de Zuid-Hollandse eilanden en onze West-Brabanders, die stoere nijvere wer~

kers, het zozeer verdienen.

G. RITMEESTER.

(2)

VRUBEID EN DEMOCRATIE 24 OCTOBER 1958 - PAG. 2

Ontmoetinf{ met Nieuw Guinea (1 V)

De meeste Papoea's stellen er prijs op om met de Nederlanders samen te werken

Van de ondernemer wordt een groot doorzettingaver moge~ geëist

Zoals ik reeds in het laatste verslag mededeelde, moesten wij Vrijdag 21 Augustus Gebrek aan machines

""" , . : f ~ (

.

.

'

< .,_ " '

' f

n en evenals bij de aankomst werden wij weer met bagage en al wen geladen en ving de roeitocht van twee uren weer aan naar liggende Catalina.

Zaterdag werden in de omgeving ver- schillende ondernemingen bezocht, in de eerste plaats de grootste en voornaam- ste, namelijk het bedrijf van de heer G.

Timmermans te Amban.

... 6n 2~ uur bracht ons naar Manokwari, waar wij in een baai aan-

daar werden wij weer overgezet in enige roeiboten, die ons naar de

' ' 0 ~- kwari brachten. Daar werden wij ontvangen door de assistent-

resident, E. B. J. Eibrink Jansen, en de controleur, H. W. Assink, en voorts nog door een aantal belangstellenden.

Bij het bezichtigen van dergelijke be- drijven kwam wel sterk naar voren, dat het te behalen of reeds behaalde succes erg afhankelijk is van het doorzetÜngs- vermogen van de ondernemer en ook van de middelen, welke deze ter beschikking heeft of kan krijgen.

Onze Missie kreeg onderdak in de pasang-grahan, - dat is een soort Gouverne- mentsverblijf voor op doorreis zijnde ambtenaren.

Z ulk een verblijf in een pasang-gra- han heeft dit voor op een versprei- de onderbrenging, dat men meer bij el- kaar blijft en ook veel meer gelegenheid heeft tot onderlinge gedachtenwisseling.

Wij werden verdeeld over twee ka- mers, op elke kamer dus vier personen, waarbij niet geroemd kon worden over enige luxe.

Een viertal ijzeren soldatenkribben, een matras, een stoel per persoon, dat was het gehele comfort en de koffers naast je krib op de grond. Onwillekeurig rlèp dit alles bij hen, die in dienst waren geweest, herinneringen aan hun dienst- tijd op. De badkamer bevatte niet meer dan een stenen bak met water en een pannetje er bij om je af te spoelen. Dat was het gehele interieur.

Op de tijd, dat een bad werd genomen, stonden wij in een rij te wachten, met ene verwikkelingen van dien.

Het eten werd verzorgd door de gé- rant, zullen wij maar zeggen, met zijn huisgenoten, een Indonesische familie, die hierin haar bestaan vindt.

Win·kelen in Manokwari

Na een eerst'e kennismaking met en- kele vooraanstaande personen uit dé Ma- nokwarische gemeenschap, bezichtigden wij des middags de kota (d.i. winkelcen- trum).

Ik moet eerlijk bekennen, dat dit niet tegenviel; een brede straat, zelfs ge- asphalteerd, natuurlijk geen trottoirs en open goten.

Aan weerszijden houten gebouwen, waar in plaats van spiegelruiten meestal traliewerk was aangebracht. Voorts een aantal·kantoren in dezelfde barakkenstijl als te Hollandia.

Vestigingsbesluiten kent men natuur- lijk niet in Nieuw-Guinea en de branche- vervaging is daar vanzelfsprekend, want practisch in elke winkel kan men dezelf- de artikelen kopen.

Voedingsmiddelen, bijna uitsluitend in blik of glas, textiel, huishoudelijke arti- kelen, gereedschappen, maken het hoofd- bestanddeel van het assortiment uit. Er was zelfs een schoenmaker, die maat- werk leverde en verder lederwaren ver- kocht. Een kapper rekende voor sche- ren f 1.50 en voor haarknippen f 2.-.

Een slager was nergens te bekennen, wel werden natuurlijk in verschillende zaken verse groenten verkocht en hier en daar wat vis.

Na deze rondrit, die als een eerste kennismaking gold, vond een bespreking plaats met de ambtenarenstaf, welke in de nederzettingen in Nieuw-Guinea de plaats inneemt van onze Burgemeester en Wethouders en gemeenteraad, welke laatste colleges in Nieuw-Guinea nog on- bekend zijn. Alles wordt daar geregeld door het Hoofd Plaatselijk Bestuur (H.P.B.), zij het dan ook onder voor- schriften van de Gouverneur.

Dat de heer Eibrink Jansen het in Manokwari niet gemakkelijk heeft ge- had, kon men duidelijk uit de besprekin- gen opmaken en dit bleek ons nog te meer, nadat wij contact hadden gehad met de verschillende groepen der bevol- king.

Des avonds werd door onze Missie een bezoek gebracht aan een georganiseerde expositie in het societeitsgebouw. Hier waren allerlei artikelen, welke in Ma- nokwari en omgeving als huisvlijt wor~

den vervaardigd, tentoongesteld. Verder zagen wij er tuinbouwproducten, groen- ten en fruit en van deze laatste zeer mooie exemplaren komkommers, ananas en diverse soorten Hollandse groenten.

Na het bezoek aan deze tentoonstelling splitste de Missie zich weer en werden verscheidene personen in het gehoor ont- vangen. In de eerste plaats was hieron- der de bekende Papoea en oud-onderwij- zer J. Ariks en de veel jongere hulp-be- stuurs-assistent C. Rumsajor.

Reactie van de bevolking

Ik zal in dit reisverhaal natuurlijk geen verslag geven van deze besprekin- gen, maar wel bleek hierbij, om één voor- beeld te noemen, dat te Manokwari de Papoea's hetzelfde standpunt innamen als overal elders waar wij zijn geweest, n.l. dat het land van hen is.

Zij kunnen er maar zeer ptoeilijk in berusten, dat dit land nu in bezit is ge- nomen door anderen, of het nu landbou- wers dan wel overheidsinstanties zijn, dat blijft hen hetzelfde.

De heer Ariks gaf echter als zijn me- ning te kennen, dat de doorsnee Papoea er prijs op stelt met de Nederlanders sa- men te werken en zij verwachten dan ook, dat Nederland zijn beste mensen zal sturen om de inheemse bevolking voor te lichten. Deze voorlichting is vooral no- dig op het gebied van de landbouw, niet alleen theoretisch maar ook practisch.

Daarnaast wenst men - en dit is ook dringend nodig - ruimere geneeskundi- ge hulp ter bestrijding van een aantal ziekten als melaatsheid, framboesia en t.b.c. Ook de heer Ariks beaamde, dat op dit terrein door de Zending en Mis- sie al veel werd gedaan, maar steeds nog niet zoveel, dat van een vermindering van deze ziekten kan worden gesproken.

Eveneens werden in gehoor ontvangen vertegenwoordigers van het Nederlands Nieuw-Guinea Verbond, een organisatie hoofdzakelijk bestaande uit landbouwers, die elkaar, zij het in bescheiden mate, op sociaal-economisch terrein willen hel- pen.

Vervolgens werd nog gesproken met het bestuur van het Nieuw-Guinea Ver- bond, afdeling ·Manokwari, waarvan de voorzitter de heer Wessels, de secretaris, de heer Schepers en de vice-voorzitster, mevrouw David Richards de vertegen- woordigers waren.

Voor hen, die in Buitenzorg bekend zijn, is deze laatste zeker geen onbeken- de, daar zij voor de souvereiniteitsover- dracht eigenaresse is geweest van een groot aantal zaken aldaar.

Ook werd nog ontvangen het bestuur van het Christelijk Werknemersverbond, waarvan zowel Europeanen als Papoea's lid zijn.

Zeer ernstig werd het gemis aan de be- nodigde machines gevoeld, waarvan de invoer zeer sterk wordt belemmerd door de bezwaren van de zijde der ambte- lijke instanties.

Ook over de geldsanering was men maar bitter slecht te spreken, waarbij wel vastgësteld moest worden, dat de be- treffende voorschriften op de verschil- lende bestuursposten niet altijd even nauwkeurig waren opgevolgd.

Het ·aantal klachten was legio en ver- scheidene hiervan zullen dan ook wel ter bevoegde plaatse aanhangig gemaakt worden.

Een veel gehoorde klacht was, dat men de zo moeilijk geteelde producten niet al- tijd even vlot kon afzetten door gebrek

aan verbindingen. ·

Natuurlijk, de bewoners van Manok- wari - en dit zijn er ca. 2.000 (exclusief de inheemsen) - kopen wel verse groen- ten en af en toe komt er ook wel een Catalina van de Marine deze producten halen, die zelfs wel eens wat medeneemt voor de burgerbevolking van Blak en Hollandia, maar een ieder zal begrijpen, dat hier hoog nodig geregelde verbindin- gen moeten komen, opdat een vast -.afzet- gebied geschapen kan worden.

Hiervoor zou dus een geregelde coas- terverbinding met andere plaatsen tot stand moeten komen. De plannen hier- voor bestaan ook wel, maar er zit te wei- nig voortgang in.

Zondupsoverpeinzing

Op het programma stond eveneens nog een bezoek aan een zeevisserij-bedrijf te Sanggeng en aan een houtzagerij. Beide . waren evenwel nog zeer kleine bedrijven.

De houtzagerij was zelfs zeer primitief door gebrek aan voldoende grote machi- nes.

De Zondag werd vrijwel geheel besteed

a~n particuliere besprekingen met kolo- nisten en inwoners, alsmede aan onoffi- ciële bezoeken aan verschillende instel- lingen als ziekenhuis, zendingsgebouwen, politie-cantine en militaire tehuizen, want ook te Manokwari is een afdeling Land- macht gelegerd.

Wat mij deze Zondagmiddag speciaal opviel, waren de totaal verschillende as- pecten, waaronder de bevolking van

DEZE BURGER

heeft geduldig zitten wachten op wat er gebeuren zou, toen een openbare aanklager met zoveel woorden - ·"expressis verbis" zeggen wij, classici - verklaarde, dat hij een officier zou ophangen aan een voor particuliere doel- einden gebruikte overheidsspijker en zou vastnagelen aan een dito plank - niet omdat hij, de aanklager, die spijker en die plank nu zo belangrijk achtte, criminologisch gezien, maar omdat hij die officier ·.rilde vangen; de man moest de dienst uil; dat had de generaal trouwens zèlf 66k gezegd.

Dil was dus helemaal spijkers cp laag water zoeken en de plank helemaal mis slaan, dacht deze burger; want die openbare heer had toch wel héél duidelijk te verstaan gegeven, dat hij de verdachte .. zocht".

Wel, ik heb geduldig, met de handjes op de knieën, zitten wachten op wat er nu allemaal los zou komen aan openbaar misnoegen, aan gekrenkt- heid van het oer-en-oer-gezonde volksgevoel voor rechtvaardigheid, aan ver- ontwaardiging, aan interpellaties en vragen aan de excellente heer Donker.

Niks ...

Alleen een paar stukjes in De Telegraaf en in De Tijd (dat in De Tijd waarlijk majestueus van boosheid) maar verder: niks.

Alle andere hoofdartikelen in alle andere dagbladen gingen weer - kurk- droog en to-the-point - over loonronden, belastingen, sociale aangelegen- heden en andere belangwekkende, doch passieloze, onderwerpen en ik zit daar nu maar - met mijn handen op de knieën en met gekrenkt· rechts- gevoel in het hart.

Ilc vind die historie van de officier, de auditeur, de spijker, de plank en de generaal bizonder boosaardig; zij doet mij, burger van Nederland, pijn.

Doch wie ben ilc, dat ik, alléén met die twee krantenheren, mijn stem daartegen verheffen mag?

Wie ben ilc anders dan

DEZE BURGER

Nieuw-Guinea leeft in vergelijking met die in Europa.

Men heeft gauw de neiging, als men zo enige weken in den vreemde rond- trekt, vergelijkingen te maken en als men daar dan zo rondwandelt in dat zwaar begroeide land, mist men iets.

Men ziet daar geen kerktorens, men treft daar geen grote gebouwen aan, men mist de koeien, schapen en varkens in het landschap, terwijl daar bovendien de vogels bijna geheel ontbreken en men geen getjilp en gefluit hoort, zoals bij ons.

Die avond was het voor Manokwari in de haven erg druk. Daar lagen liefst drie schepen in de baai, n.l. een K.P.M.'er, een tankboot en een schip van de Ma- rine, die met hun twinkelende lichtjes een vrolijk aanzien gaven, maar verder was het in het landschap volkomen stil.

Tevergeefs zocht men daar naar een gelegenheid, waar men iets kon gebrui- ken, want deze is er practisch In geheel Nieuw-Guinea niet te vinden.

Tenslotte nog één opmerking over de kolonisten. Ik heb het reeds gezegd, in de omgeving van Manokwari is voor zeer velen, vooral op het terrein van de land- bouw, een bestaan op te bouwen, maar men zal er de· werkkrachten, de machi- nes en het benodigde kapitaal voor moe- ten hebben.

Daarnaast zal de overheid voor verbin- dingen moeten zorgen en de mensen zelf zullen moeten samenwerken.

Zonder hierop verder in te gaan, komt het mij voor, dat deze samenwerking, zo- wel in het verleden als op het ogenblik, nog zeer veel te wensen overlaat, al hoop ik, dat door de besprekingen, welkE' door de leden van de Parlementaire Missie met de diverse instanties en personen zijn gevoerd, dit in elk geval is bereikt, dat hieruit onderlinge samenwerking voortvloeit en uitkomst brengt.

Een kijkje in Fak Fak

's Maandagsmorgens togen wij weer in het vliegtuig en een uur later landden wij voor het plaatsje Fak Fak, dat niet meer dan een kleine nederzetting is, waarvan de huizen (?! !) tegen de heu- vels zijn gebouwd.

Hier werden wij ontvangen door de controleur C. F. Knödler. Na een klim- tocht over de glibberige keien, waarmede de voornaamste straat was geplaveid, be- reikten wij de leprozerie Tambaroeni, waarvan ·aan het hoofd staat Zr. Carme- la, een missiezuster, die geassisteerd wordt door enkele inheemse hulpen.

Hier was een 20-tal patiënten onder- gebracht. De gebouwen zouden nodig moeten worden uitgebreid, daar vooral in de omgeving van Fak Fak en op de eilanden voor de kust, de gevreesde ziek- te nog veelvuldig voorkomt.

Trouwens volgens officiële cijfers lijdt 6% van de inheemse bevolking aan deze ziekte.

De Zending heeft hier een zeer uitge- breid schoolcomplex, ·met een opleidings- school voor volksonderwijs en een jon- gensvervolgschooL

Ook de Missie heeft hier internaten.

Bezoek aan politie-kampementen stond ook weer op het programma en des avonds vond er een ontvangst plaats ten huize van de controleur, waar behalve verscheidene Europeanen ook enige Rad- ja's en een Kapitan, als vertegenwoordi- gers van de inheemse bevolking aanwe- zig waren.

Alhoewel deze nederzetting als één van de oudste mag worden beschouwd, is zij nog betrekkelijk gering van omvang.

Hier is vrijwel gebrek aan alles, in die zin, dat ook hier machines, pakhuizen en opslagplaatsen dringend nodig zijn, omdat dit punt zich bij uitstek leent als uitvoerhaven en hier ook wel enige ex- port is van ijzerhout, de inlandse hout- soort, welke door de industrie veel wordt gevra-:tgd.

Ook in het tekort aan arbeidskrachten, maar vooral aan wegen en vervocrsmid- delen, om dit ijzerhout te verzenden, dient nodig voorzien te worden.

De Missie-leden logeerden in Fak Fak bij verschillende notabelen en zonder uit- zondering waren deze verblijd eens iets nieuws uit Holland te vernemen, zodat in verscheidene huizen het bescheiden electrisch lampje van 100 KW per wo- ning nog laat brandde die avond.

Joh. c.

(3)

VRIJBEID EN DEMOCRATIE

*

tcan

WEEK to.t WEEK *

Strijd om een spoorlijn ook elders

Gelijk de belangstellende lezer zich ongetwijfeld zal herinneren, is destijds in de Eerste Ka~

mer een belangrijk principieel debat gevoerd tus~

sen de minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Algera en onze partijgenoot, prof. mr Mole~

naar, over de opheffing van de spoorlijn Loolaan~

Scheveningen. (Men zie "Parlementaire Flitsen", opgenomen in ons weekblad van 4 Juli j.l.)

De betekenis van het verzet van prof. Molenaar tegen de opheffing van genoemde lijn (die zeer onlangs helaas toch werd opgeheven) ging even~

wel 'verre uit boven het plaatselijk belang, dat hier ongetwijfeld mede een rol speelde.

Prof. Molenaar nam bij deze gelegenheid de verveerspolitiek van de Nederlandse Spoorwe~

gen principieel onder de loupe, waarbij hij zeer terecht opmerkte, er ernstig bezwaar tegen te moeten maken als het streven der Spoorwegen zou zijn, alleen de lucratieve lijnen te laten be~

staan en de kleinere verbindingen te liquideren.

Zeer juist merkte onze partijgenoot daarbij op, dat de Spoorwegen een openbaar belang beharti~

gen. Dit openbaar belang eist, zo stelde prof. Mo~

lenaar het, dat in het algemene kader van het spoorwegbeleid en van het verveersbeleid in Ne~

derland, ook onrendabele lijnen in stand worden gehouden, wanneer hiervoor verkeers~ en ver~

voerstechnische argumenten pleiten.

Dat het hier gaat om een wel zeer principiële kwestie in het verveersbeleid werd onlangs wel duidelijk, toen wij kennis kregen van een soortge~

lijke ontwikkeling in Engeland.

Uit enkele ingezonden stukken, opgenomen in The Times blijkt, dat de Britse Spoorwegen voornemens zijn de Bleuheim en Woodstock spoorlijn op te heffen in het graafschap Oxford, onder het motief, dat deze spoorlijn onrendabel zou zijn. Enige lezers van The Times verbazen zich over een dergelijk voornemen, omdat de.be~

volkingsaanwas van Oxford niet meer door geze stad zelf opgevangen kan worden en velen zich in de nabij gelegen gemeenten moeten gaan vesti~

gen, hetgeen evenwel impliceert, dat de verbin~

ding tussen die gemeenten en Oxford zelf uiter~

aard van de grootste importantie is.

De Britse Spoorwegen blijven evenwel scher~

men met het argument van het niet rendabel zijn van deze spoorlijn, hetgeen een der lezers van de Times niet ten onrechte de volgende verzuchting doet slaken:

"Een van de vaak herhaalde argumenten voor nationalisatie was de bewering, dat, terwijl de verdorven kapitalistische eigenaren niet bereid zouden zijn om voort te gaan met verlies te ex~

ploiteren (b.v. deze spoorweglijn), hoezeer dit de gebruikers ook zou treffen, dit zeker wel door de Staat zou geschieden bij nationalisatie van het vervoer".

Tenslotte vraagt de inzender zich af, of de opheffing van genoemde spoorlijn niet ongedaan zou kunnen worden gemaakt, a1 was het alleen maar om de voorstanders van de nationalisatie in de gelegenheid te stellen hun beloften waar te maken.

Men ziet: ook in Engeland een soortgelijke ont~

wikkeling als bij ons: Een zeer gevaarlijke en be~

denkelijke ontwikkeling overigens, waarop prof.

Molenaar terecht heeft gewezen.

Mogen wij hopen, dat de strijd van onze par~

tijgenoot in deze ons moge behoeden, dat wij op het terrein van de verveerspolitiek op een hellend vlak zullen terecht komen.

Een stap voorwaarts

Z ondag j.l. werd te Brussel een conventie on~

dertekend, waarbij de oprichting tot stand kwam van een permanente conferentie van Eu~

ropese ministers van Verkeer.

Hieraan nemen achttien landen deel, waarvan er zeventien tot de organisatie voor Europese economische samenwerking behoren.

Deze conventie bepaalt o.m. dat de minister~

raad tenminste eenmaal per jaar zal bijeenko~

men, terwijl het voorzitterschap elk jaar in an~

dere handen zal worden gelegd.

Voor dit jaar werd de Belgische minister van Verkeer, Segers, tot voorzitter gekozen.

Hiermede is een weliswaar bescheiden, doch evenzeer belangrijke stap gezet op de weg naar een Europese vervoersintegratie. De besluiten door de conventie genomen zijn voor de verschil~

lende regerif!g'en niet bindend, doch men heeft thans een Europees contactpunt geschapen al~

waar de verschillende nationale vertegenwoordi~

gers, deskundigen op vervoers~ en verkeersge~

bied, elkaar ontmoeten en kunnen kennisnemen van de belangrijke problemen, die zich in Europa op het gebied van verkeer en vervoer voordoen.

Nogmaals, wij zijn ons ervan bewust, dat deze eerste stap op de weg naar een Europese ver~

voeq;integratie nog sleéhts een wankele schrede is. Doch belangrijker is het te constateren, dat deze stap in elk geval is gezet.

Bezien wij de tot standkoming van deze con~

ventie tegeR de achtergrond van de ontwikkeling in dit verband aan het begin van dit jaar, dan kan met vreugde worden geconstateerd, dat een aantal conclusies op het gebied van het verkeer en ver~

voer, die aan het begin van dit jaar door de mi~

nisters van Verkeer .van acht landen werden ge~

nomen, thans konden worden uitgebreid tot acht~

tien landen.

Verschillende belangrijke problemen de Eu~

ropese verveersintegratie betreffende konden in Brussel worden aangesneden en op menig punt kon ook overeenstemming worden bereikt.

Achttien Europese landen hebben zich aldus op het gebied van zeer belangrijke problemen nader aaneengesloten en dit feit kan voor het streven naar een nauwere Europese samenwer~

king een belangrijk winstpunt worden genoemd.

Ten minste als men zich weet te hoeden voor het nemen van dirigistische maatregelen!

.

..

.

Exportbonusdollars exit

De export~bonusdollar:, d.w.z. de vrije dollar . voor exporten naar de Verenigde Staten. en Canada heeft Maandag j.l. opgehouden te be~

staan.

Deze export~bonusdollar werd voor het eerst ingevoerd op 9 September 1949.

Zijn creatie hield in, de vergunning aan Neder~

landse exporteurs om tien procent van de dollar~

opbrengst van hun export zelf te behouden en naar eigen wens te besteden.

Deze maatregel werd genomen, teneinde de ex~

port naar de dollargebieden aldus te stimuleren.

In het begin van het vorige jaar werd deze re~

geling uitgebreid tot enkele andere landen.

Deze maatregel vond evenwel in het buitenland ernstige critiek en vooral op de jongstleden ge~

houden vergadering van het Internationale Mo~

netaire Fonds in Mexico maakte men ernstige bezwaren tegen deze Nederlandse exportpremie.

Het ministerie van Economische Zaken heeft thans medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt over enige tijd in het kader van het dollarinvoer~

programma middelen ter beschikking te stellen voor de invoer van goederen uit het dollargebïed, welke tot dusver alleen tegen betaling van export~

bonusdollars konden worden aangeschaft.

Nu is de termijn "over enige tijd" een rekbaar begrip en deze vage termijnsaanduiding heeft dan ook niet nagelaten zekere gevolgen te hebben, n.l. in die zin, dat de koers van de export~bonus~

dollars inmiddels is gestegen.

Waarschijnlijk is aan deze koersstijging de vrees van de Nederlandse exporteurs niet vreemd, dat de beloofde beschikbaarstelling van normale dollars te lang op zich zal laten wachten, of niet voldoende zal zijn.

Het is daarom dringend gewenst, dat de Ne~

derlandse exporteur snel weet waar hij aan toe is.

Onze export is voor onze welvaart van een te groot belang om haar welke belemmering dan ook in de weg te leggen, in dit geval de onzekerheid wat er precies gaat gebeuren nu de export~bonus~

dollar is komen te vervallen.

!f OCTOBER 195S- PAO. I

Verboden organisatie

D e Amsterdamse rechtbank heeft de vorige week door haar veroordeling van de twee leiders van de zich noemende "Nationaal Eur~

pese Socialistische Beweging", deze nieuwe fas ..

cistische organisatie tot een verboden politieke partij verklaard.

Beide leiders hebben tegen dit vonnis hoger beroep aangetekend en inmiddels zal moeten worden afgewacht wat de hogere rechter in deze zal beslissen.

Doch ook als de hogere rechter zich achter de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank stelt, is met het eenvoudig verbieden van een dergelijke

neo~fascistische organisatie het gevaar niet be~

zworen, waarmede de democratie weer eens wordt bedreigd.

Immers, dan blijft het zeker niet denkbeeldige gevaar bestaan, dat dergelijke organisaties in het geheim, dus oncontroleerbaar, opnieuw worden opgericht. Het is nuttig en noodzakelijk, dat men in Nederland met een dergelijke ontwikkeling in ernstige mate rekening houdt en dat men in zijn waakzaamheid ten deze niet verslappe. lntegen~

deel, waakzaamheid is thans meer dan ooit ge ..

boden.

Wij willen aan het optreden van dit neo~fascis ..

tische groepje niet te veel aandacht schenken.

Gelukkig weten wij, dat de democratische inslag van het Nederlandse volk historisch is gegroeid en vast is verankerd. Maar het optreden van deze politieke dilettanten moge anderzijds een aanspo ..

ring zijn om niet te versagen als het er om gaat de grote zaak van onze democratie, dus van on ..

ze vrijheid te verdedigen, ook en vooral, als dit nodig mocht blijken tegen ondergrondse wroe ..

ters.

Ergerlijk

Naar Het Vrije Volk vorige week wist te mei ..

den, heeft de Nederlandse schrijver Jan de Hartog te Parijs tijdens een Nederlands televisie ..

programma een even ergerlijke als bedenkelijke uitlating gedaan toen hij o.m. zeide: "In Neder ..

land bestond voor de oorlog geen haat tegen de Joden. Waarom niet? Omdat de Hollanders nog erger zijn".

De schrijver heeft zich later wel min of meer verontschuldigd o.m. met het excuus, dat er tij ..

dens de uitzending zulk een nerveuze stemming heerste, doch dit neemt niet weg, dat zijn uitla ..

ting als hoogst ergerlijk moet worden aange ..

merkt.

Mislukt aard!{asbeleid

De voorzitter van de Twentse Kamer van Koop ..

handel en Fabrieken, de heer H. van Heek Hz., heeft de vorige week ernstig critiek geleverd op het aardgasbeleid van het ministerie van Eco ..

nomische Zaken.

Hij beschuldigde de regering er o.m. van, dat zij het aardgas niet heeft aangegrepen om de Ne ..

derlandse industrie in een gunstiger positie te brengen.

Inmiddels hebben de voorzitters van de Friese en Noord~Overijsselse Kamers van Koophandel zich in gelijke zin uitgelaten en men moet zich toch verbazen over het feit, dat de regering, die zich zelf het brevet geeft de industrialisatie in ons land te willen bevorderen, een dergelijke halfslachtige politiek voert De woorden van de voorzitters van de diverse Kamers van Koophan ..

del hebben ons ...- en met ons velen in den lande ...- in ernstige mate verontrust.

Daarom lijkt het ons gewenst en noodzakelijk, dat deze zaak binnen de kortst mogelijke tijd uit de doeken wordt gedaan en wel in het openbaar.

Moge de openbare behandeling van de nota over het aardgasvraagstuk, die thans bij de Tweede Kamer aanhangig is, spoedig de zo nood ..

zakelijke opheldering brengen. Het gaat hier om een vraagstuk, dat van het hoogste belang is voor de Nederlandse volkswelvaart en het is dus no ..

dig, dat ons volk spoedig volledig weet waar het aan toe is. En ook moet duidelijk blijken waaraan de fouten zijn te wijten, die er tot dusverre op zo grove wijze zijn gemaakt.

(4)

24 OCTOBER 1858 ..- PAG. 4

Eerste l(amer

Wie het met professor Molenaar aan de stok krijgt, is nog niet gelukkig.

Wij durven dat onvoorwaardelijk zo neer te schrijven, maar moeten daar voor de lezer, die de heer Molenaar niet persoonlijk mocht kennen en diens optreden in de Eerste Kamer nooit zelf mocht hebben meegemaakt, onmiddellijk aan toevoegen, dat hij zich nu vooral niet een ietwat queru- lanterige afgevaardigde moet voorstellen, die iedere minister aanvalt, o m d a t die minister is. Zo zijn onze Kamerleden - gelukkig - geen van allen, in geen van de beide Kamers en wel zeer in het bijzonder is prof. Molenaar zo niet.

In tegendeel, onze geestverwant steekt ook zijn eventuele waardering nooit onder stoelen of banken. Maar bovendien: als hij critiek heeft, dan weet hij vlijmscherpe opmerkingen toch op de meest hoffelijke en on- persoonlijke wijze te plaatsen. Maar vlijmscherp z ij n zijn critische op- merkingen, want onze geestverwant is een verbluffend scherpzinnig jurist, die al herhaaldelijk achteraf ten aanzien van zijn betogen en waarschuwingen door de feiten in het gelijk is gesteld.

D. it had voor minister Van de Kieft de vorige week een waarschuwing moe- ten zijn, niet hardnekkig op zijn - wan- kele - standpunt te blijven staan bij de verdediging van een zeer twijfelachtig stukje erfenis van zijn voorganger, minis-

ter Lieftinck. ·

Het betrof een wijziging van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden, waarover mi- nister Lieftinck, de laatste maal, dat hij in onze Senaat verscheen, reeds was gestrui- keld.

Op 24 Juni 1952 had de Eerste Kamer na een scherp duel tussen prof. Molenaar en minister Lieftinck, namelijk (met 20 tegen 15 stemmen) een motie van onze geestver- want aangenomen, waarin zij het orde- voorstel aanváardde, om dit ontwerp voor-·

lopig van de agenda af te voeren, omdat de tijd voor bestudering en voor het zich niten. van de .. des.~undigen en belanghebbene deiLte- ko.r:t was .. geweest. ·

.D~ heer Van de Kieft, toen zelf ook nog lid van de Eerste Kamer, had met zijn fractiegenoten tot de tegenstemmers be·

hoord. Thans, als minister, gaf hij echter toe, dat dit uitstel toch wel enig nut had gehad. De winst van dat uitstel was z.i.

namelijk zonder enige twijfel geweest de . betere redactie van ·de regelingen, die uit-

voering moeten geven aan artikel 72, aL 11.

Sedertdien zijn tussen de Regering en de - Eerste Kamer verschillende schriftelijke stukken gewisseld, die, zoals bijvoorbeeld ook ir. Kraaijvanger (K.V.P.) getuigde, "ten aanzien van datgene, wat toen duister was, verheldering hebben gebracht". En zelfs minister Van de Kieft, die destijds als Eerste-Kamerlid tegen de motie-Molenaar had gestemd, gaf nu, als minister toe, dat dit uitstel althans wel één winstpunt had opgeleverd.

Zoals wij opmerkten, minister Van de Kieft is zich hardnekkig op het standpunt van zijn voorganger blijven stellen en het gevolg was, dat een motie-Molenaar, welke . de minister krachtig had bestreden, met grote meerderheid door de Eerste Kamer werd aanvaard.

wij hebben deze weck in een beperkt bestek ook nog twee andere onder- werpen te behandelen, namelijk de in de Eerste Kamer eveneens behandelde Zon- dagswet en de in de Tweede Kamer af·

gehandelde wet op de Watersnoodschade.

Een uiteenzetting van de juridische fines- . ses, waar het hier om ging, is dus buiten- gesloten, maar zij zou voor de lezers waar- schijnlijk ook weinig zin hebben.

. Heel kort gezegd, kwam het hier op neer, aat de heer Molenaar reeds lang ernstige grieven heeft tegen de juridische ambte- naren van het Departement van Financiën die z.i. (onder verantwoordelijkheid var:

de minister) koppig vasthouden aan ver- keerde standpunten en menen, ,.alles wat krom is recht te kunnen praten."

. D~ wet kent o.a. aanvullende bijdragen, d1e m bepaalde omstandigheden aan gedu- peerden kunnen worden 'uitgekeerd. Nu be- staan daarnaast, terzake van schade door molest, mogelijke uitkeringen door onder- li~ge verzekeringsmaatschappijen, vergoed mt een door middel van premies daartoe gevormde "pot", en bedoeld om te supple-

I en, wat het Rijk niet zou vergoeden.

De regeling was nu echter zo, dat zij leid- d.e tot de onaanvaardbare consequentie, dat z1ch gevallen konden voordoen, waarin aan personen, die schade hebben geleden, meer dan de werkelijke schade wordt vergoed.

Dat was mede ook daarom zo onbevredi·

gend, omdat wat aan de. gedupeerden, die

meer dan honderd procent van de schade krijgen, wordt uitgekeerd, aan anderen wordt tekort gedaan, daar er tenslotte na- tuurlijk maar een zekere hoeveelheid geld in die "pot" is.

Prof. Molenaar stelde daar dan ook tegen- over, dat de enige gezonde oplossing zou zijn, om, conform het beginsel van de wet, de aanvullende bijdrage van de Staat be- vrijdend te doen werken, dat wil zeggen, dat de molestonderlinge niet behoefde te betalen, wat de Staat betaalt.

Minister Lieftinck heeft dat echter niet gewild en ook de juristen van het Departe- ment speelden - aldus prof. Molenaar - daarbij een rol.

Zij redeneerden aldus: die aanvullende bijdrage is geen bijdrage. Wat gegeven wordt is afhankelijk van de credietbehoefte, het is dus een crediet, althans het komt in de plaats van een crediet. Op grond daarvan beh~efde .. naar de mening., Vlln. mi·

nister Lieftinck de bevr·ijdende werking van deze aanvullcndè bijdragè in a1:Ükel 93 niet te worden opgenomen.,

Maar helaas voor minister Lieftinck en voor de Departementale juristen, kreeg de

MINISTER VAN DE KIEFT . . . nederlaag ..•

minis~r de ko\ls op de kop. _Het' scheids- gerecht verwierp de opvatting van de mi- nister, en omdat er nu geen bevrijdende werking is, vindt er, zoals prof. Molen-aar aan de hand van enige voorbeelden duide- lijk had gedemonstreerd, cumulatie plaats, met de mogelijkheid, dat de gelaedeerden meer dan 100 pct van de schade vergoed krijgen.

Nu is Leiden in last en de minister had bij de behandeling voor het scheidsgerecht ter illustratie van wat er nu- staat te ge- beuren, laten zeggen, dat de Staat der Ne- derlanden dit een bedrag van f 100 millioen zou kosten.

* * *

De juristen van het Departement waren nu opnieuw in het geweer gekomen en hadden een constructie bedacht, om de strop te ont~an.

Artikel 72 lid 11 moest uitkomst bieden door de bepaling, dat onder bepaalde voor- waarden de aanvullende bijdrage niet be- hoeft te worden verleend, wanneer de be- trokkenen gezien de winstuitkeringen of re- serveringen, het herstel of de heraanschaf- fing van de bedrijfsuitrusting redelij~erwijze zelf kunnen financieren.

* parieme

aanvaardde

Een duel over een wyz~~tng van de J van Steenwijk over het ontwerp nteU'f) 1 weede Kamer over het ontwerp van

Wel zeer onelegant was, dat, toen de de- batten in de Eerste Kamer om zakelijke redenen geschorst waren, de minister on- middellijk artikel 72, lid 11, door het nemen van een beschikking in werking stelde.

Bovendien ··was die beschikking naar de mening van onze geestverwant een volko- men ondeugdelijk middel om het doel te bereiken. De minister was bij het formule- ren van die beschikking verre buiten zijn bevoegdheid gegaan en voor prof. Mole- naar stond vast, dat de beschikking door _ het scheidsgerecht onverbindend zou wor-

den verklaard.

Minister Van de Kieft had thans aange- kondigd, met een nreuwe beschikking, ter vervanging van die van Juni 1952, te komen en het concept daarvan had hij als bijlage bij de stukken van de Eerste Kamer ge- voegd. Voor die kennisgeving was prof. Mo- lenaar zeer erkentelijk, maar de bestudering van de inhoud daarvan had hem tot de con- clusie gebracht, dat ook deze beschikking door het scheidsgerecht onverbindend zou worden verklaard.

De conclusie van prof. ~Iolenaar was dus, dat de minister, ter bereiking van een doel,

·waarover allen het eens waren, een weg insloeg of bleef begaan, die onaanvaardbaar was.

Hij verzocht de minister dus, zijn doel langs de "koninklijke weg", namelijk door een.:wijzjging van de wet,- te .bereiken.. En llat dit niet alleen een verzoek was van de heer ~lolenaar en zijn politieke vrienden, maar dat ook de Kamermeerderheid er zo over dacht (zelfs de meerderheid van 's mi- nisters politieke vrienden), bleek wel uit de bijval, welke prof. Molenaar van alle kan- ten kreeg en uit de stemming over zijn mo- tie, welke hij, toen de minister voet bij stuk hield, intliemle.

Deze motte-Molenaar, mede-ondertekend door de heren prof. Helierna (A.R.) en ir Kraaijvanger (K.V.P.), luidde:

"De Kamer, kennis genomen hebbende van de tussen de Regering en de Kamer gewisselde stukken over Wetsontwerp 2509 en gehoord de discussies;

van oordeel, dat het tegen de bedoeling van de wetgever is, dat de toepassing van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden zou kunnen leiden tot meer dan integrale ver- goeding van geleden schade en dit dus dient te worden voorkomen;

van oordeel, dat de hantering van een be- schikking, gebaseerd op artikel 72, lid 11 der wet ter bereiking van het gestelde doel ondeugdelijk moet worden geacht;

van oordeel, dat dit doel alleen door wij- ziging van de wet kan worden berei~t;•

nodigt de Regering uit, onverwijld een wijziging van de Wet op de Materiële Oor- logssehaden te bevorderen,

en gaat over tot de vrde van de dag".

Deze motie is a a n g e n o m e n, ondanks de sterke bestrijding van de minister, met 28 tegen 11 stemmen. Tegen stemden alléén de aanwezige leden van de C.H.-fractie (de heren Kolff, De Zwaan, Gerretson, Pollerna en Vixseboxse), slechts 4 leden van de P.v.

d.A.-fractie (mej. Tjeenk Willink en de he- ren Schermerhorn, De Dreu en Jonkman) en de 2 communisten. -

Afgewacht zal moeten worden, wat de heer Van de Kieft nu zal doen: Naar men weet, kan een minister een motie desnoods naast zich neerleggen en uit de woorden van de minister zou men k u n n e n opmaken, dat hij, ondanks deze motie, toch niet met een wetswijziging in de beoogde zin zal ko- men. Met de grote kans dan, dat de minis- ter opnieuw van het scheidsgerecht "de kous op de kop" krijgt, zoals prof. Molenaar het terecht uitdru~te.

De minister moge zich nogmaals beden- ken!

Na een korte vel'klaring van prof. Mole- naar, waarin deze zei, over het wijzigings•

ontwerp geen hoofdelijke stemming te zul- len vragen, werd dit ontwerp zelf zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

N a de zeer uitvoerige behand' Tweede Kamer van de ni1 dagswet, waarbij nog verscheiden gen bij amendement werden a~

heeft de Eerste Kamer zich in sober getoond. Ook onze woordv De Vos van Steenwijk, beperkte z betrekkelijk korte beschouwir nochtans uitmuntte door helderh Men kan, zo betoogde onze ge~

o.a. de Zondag op tal van wijzen gen. Er zijn gelukkig vele menser sen ter kerke te gaan. Het is indeJ een dag per ·week zich te bezinn gedachten te wijden aan godsdien denking. Maar vele niet-kerkelijk kerkelijken na de kerkdienst, ze pozing in familiebezoek, in de spel of in kunst.

De oude woestijnbewoners in c

tijd zeiden: niets doen; de mod1 zoekt verpozing in bezigheden, ken van die, welke hij dagelijks

·de oude Israëliet bestond het stJ bathsgebod, maar wij moeten er ken, dat de Zondag niet hetzelfd«

sabbath en dat het sabbathsgèbc Tien Geboden op onze Zondag ni~

passing kan zijn. · Nu zijn er twee punten, waaraar gedachtengang van de heer De Steenwijk bij het doorbrengen va dag en bij de regelen, die daarvo gesteld, moeten denken. -'

Wanneer men zich op Zondag • zen in de natuur of met spel of l is daarvoor werk van anderen 01

DEN HARTOG ... verbeteringen •••

lijk. Maar wij moeten er voor zorg!

niet méér geschiedt, dan strikt'l lijk is. Het is bijvoorbeeld voldoei neer .er in een dorp één rijwièl open is (voor spoed- en noodge"ll benzinepomp bediend wordt, eriZ:

deze vakken beoefenen, kunnen 1

een onderlinge regeling treffen, voorbeeld ook bestaat voor de dol apotheken op de Zondag.

In de tweede plaats wilde hij el

d!cht op vestigen, dat wij zeer be.1 willen hebben de Engelse Zondal aldus onze woordvoerder, geen he~

de Zondag, maar het door striktil maken van de Zondag tot een eent«

een vervelende dag.

Dat achtte hij ook in strijd met de grondslagen van de Christelij dienst, want, zoals hij aan de hand halingen uit het Nieuwe Testament de, wordt daarin telkens weer d<

gelegd op het blijmoedige van he(

dom. Dat blijmoedige, zo zei hij, .l doorstralen in de viering van de Z Bovendien: door een viering vall

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

BELANGRIJKE winst aam stemmen uit het zich nu ook in partij-politiek op- zicht emanciperende katholieke volksdeel en uit de aanwas aan jonge kiezers; verlies aan de

Analist: Jasper VEKEMAN | hoofdredacteur Gids voor de Beste Belegger 09.50 – 10.20. XIOR

Denkbaar zegt dat hij geen tijd heeft, maar Kassaar voegt hem toe: ‘- Luister naar mijn geschiedenis, heer en begrijp waarom ik mij onderwerp.’ Kassaars geschiedenis is

De vraag van het begin – ‘wat moeten wij doen?’ – vat ik in dit artikel op als het in- nerlijke moeten dat patiënten en hun naas- ten kunnen ervaren in een grenssituatie,

Maar de ware Geest overtuigt een mens ervan dat zijn staat goed en zeker is, omdat hij niet alleen deze Christus gesmaakt heeft, maar Hem ook heeft gekocht, zoals die

Daar- om kunnen we zeker zijn dat zij die het meest van Hem kennen, niet de mensen zijn die de waarheid over Hem bespreken en daarbij hun opponenten tot schaamte brengen, maar wel

o Als iemand bewust van Jezus’ woord afdoet, door te zeggen dat Genesis niet zegt wat het zegt, alhoewel de Heer duidelijk alles in Genesis letterlijk accepteerde en leerde – zal

Hij is boven ons en zegent ons steeds weer, en zegent ons steeds weer.. Zo zegent Hij ons nu en morgen en tot