Bijlage: Mentorschap
Maatregelen bij verminderde wilsbekwaamheid
Mensen met een verstandelijke beperking of dementie hebben soms begeleiding nodig bij het nemen van beslissingen. Hiervoor zijn er verschillende mogelijkheden en juridische stappen. Hieronder wor- den deze mogelijkheden beschreven. Afhankelijk van de mogelijkheden en problemen rondom de individuele patiënt kan er gekozen worden voor een van deze opties.
Mentorschap
Mentorschap is een wettelijke beschermingsmaatregel die ervoor zorgt dat er voor iemands belangen wordt opgekomen en die probeert te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van een bepaalde situ- atie. Tijdens een mentorschap worden persoonlijke belangen behartigd. In de zorg betreft dit beslis- singen over verzorging, verpleging en (medicamenteuze) behandeling of begeleiding. Mentorschap kan aangevraagd worden door de betrokkene zelf, familie tot in de vierde graad, de bewindvoerder of directie van de zorginstelling waar de persoon verblijft of zorg ontvangt. Als anderen mentorschap nodig vinden, kan via de Officier van Justitie worden gevraagd een verzoek tot mentorschap bij de rechtbank in te dienen (Mentorschap 2012). De rechtelijke beschikking omtrent de aanvraag omvat de benoemingsbeslissing, de duur van het mentorschap en de onkostenvergoeding, welke door de cliënt zelf betaald moeten worden. De hele procedure neemt gemiddeld 2-3 maanden in beslag.
Volmacht
Een volmacht is een schriftelijke verklaring waarmee iemand een ander de bevoegdheid geeft om bepaalde (rechts)handelingen voor u te verrichten. Een volmacht heeft grenzen, onder andere door de Wet op Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Hierdoor mag een gevolmachtigde niet een verzoek om euthanasie doen; een weigering om een levensreddende handeling te ondergaan of het invullen van een donorformulier. Bij het geven van een volmacht, blijft de patiënt zelf het recht behouden om de handelingen en verrichtingen te verrichten, waarvoor een volmacht is afgegeven.
Een volmacht kan bij de notaris worden opgemaakt, maar ook onderhands worden geregeld. Deze laatste volmacht heeft beperktere bevoegdheden. Zo kan Mw. Smulders haar echtgenoot of een ander familielid een volmacht geven.
Onderbewindstelling
Een verzoek tot onderbewindstelling wordt voorgelegd aan de kantonrechter van de rechtbank binnen het gebied waarin de betrokkene woont (www.judex.nl). Tijdens een onderbewindstelling worden financiële belangen behartigd. Het verzoek kan worden ingediend door de betrokkene zelf, de echt- genoot, geregistreerde partner (of andere levensgezel), zijn familie tot in de vierde graad, de voogd van de betrokkene of het openbaar ministerie. Het verzoek kan ook ingediend worden zonder een advocaat. De kantonrechter zal tijdens een mondelinge behandeling informatie inwinnen over de situatie van de betrokkene. Als een onderbewindstelling wordt uitgesproken, gaat deze in op de dag van de uitspraak en geeft de rechter aan over welke goederen de onderbewindstelling zich uitstrekt Ondercuratelestelling
Een verzoek tot ondercuratelestelling wordt voorgelegd aan de kantonrechter van de rechtbank bin- nen het gebied waarin de betrokkene woont (www.judex.nl). Tijdens een ondercuratelestelling is de betrokkenen niet lager wilsbekwaam. Het verzoek kan worden ingediend door de betrokkene zelf, de echtgenoot, geregistreerde partner (of andere levensgezel), zijn familie tot in de vierde graad, de voogd van de betrokkene of het openbaar ministerie. De kantonrechter zal tijdens een mondelinge behandeling informatie inwinnen over de situatie van de betrokkene. In het geval de kantonrechter oordeelt dat er een grond aanwezig is, geestelijke stoornis, verkwisting of (drank)misbruik, en de betrokkene hierdoor zijn belangen niet voldoende kan behartigen zal een ondercuratelestelling wor- den uitgesproken. Op de dag van de uitspraak wijst de rechter een curator aan. Binnen 10 dagen na de uitspraak wordt deze gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en in twee landelijke dagbladen.
Tevens wordt er een openbaar curateleregister bijgehouden. Als de betrokkene het niet eens is met de beslissing van de kantonrechter, dan kan binnen 3 maanden na uitspraak hoger beroep worden ingesteld. Opheffing van de ondercuratelestelling wordt op eenzelfde wijze publiekelijk gemaakt.
B I J L A G E B I J P R O T O C O L L A I R E O U D E R E N Z O R G , E D I T I E 2 0 1 5 © N E D E R L A N D S H U I S A R T S E N G E N O O T S C H A P
Inbewaringstelling en rechtelijke machtiging
Een rechterlijke machtiging is een beslissing van de rechter dat een cliënt gedwongen wordt tot een opname of opgenomen moet blijven. De rechterlijke machtiging is geen spoedprocedure; voor een acute noodsituatie bestaat de inbewaringstelling (IBS). Er zijn verschillende soorten rechterlijke machtigingen, maar de term wordt meestal gebruikt voor de ‘voorlopige machtiging (VM)’ en voor de ‘machtiging tot voortgezet verblijf (MVV)’.
Een cliënt kan op drie manieren een rechterlijke machtiging krijgen:
• Mensen uit de omgeving vinden dat iemand een gevaar is voor zichzelf of voor anderen. Dit gevaar komt door een ‘stoornis van de geestesvermogens’ (bijvoorbeeld een psychische ziekte, een ver- standelijke beperking of dementie). Zij willen dat de cliënt wordt opgenomen in een instelling, maar de cliënt wil dat niet. In die situatie kunnen zij een rechterlijke machtiging(RM) aanvragen.
• De cliënt kan een rechtelijke machtiging krijgen als hij al is opgenomen (vrijwillig of met een IBS).
• Mensen met een psychische ziekte kunnen zelf een machtiging aanvragen: rechterlijke machtiging op eigen verzoek.
B I J L A G E B I J P R O T O C O L L A I R E O U D E R E N Z O R G , E D I T I E 2 0 1 5 © N E D E R L A N D S H U I S A R T S E N G E N O O T S C H A P