• No results found

c bijlage Verslag workshops

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "c bijlage Verslag workshops"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag Workshops dorpsondersteuning Asten

“Hart van Heuze”, 22 oktober 2013

Workshop 1 Workshop 1

 De gemeente faciliteert de inrichting van een drietal

“maatschappelijke knooppunten” van waaruit vrijwilligers en professionals hun activiteiten kunnen ontplooien; “Hart van Heuze”, dienstencentrum de Beiaard en de

multifunctionele accommodatie in Ommel.

 Professionals weten vrijwilligers steeds meer te vinden. Ze maken bijvoorbeeld gebruik van sleutelfiguren in het dorp om signalen te verzamelen over bewoners.

 Soms werken ze intensiever samen en zijn vrijwilligers als volwaardig lid aan het dorpsondersteuningsteam toegevoegd. Welke vorm ook wordt gekozen, er moet altijd worden nagedacht over een duidelijke afbakening van taken en verwachtingen. Zowel aan de kant van de vrijwilliger als aan de kant van professionals in het dorpsondersteuningsteam.

Vragen die in workshop 1 aan de orde komen zijn:

 Wat is de meerwaarde van het werken met vrijwilligers ?

 Welke vorm van samenwerking ?

 Dilemma’s in het werken met vrijwilligers

 De gemeente faciliteert de inrichting van een drietal

“maatschappelijke knooppunten” van waaruit vrijwilligers en professionals hun activiteiten kunnen ontplooien; “Hart van Heuze”, dienstencentrum de Beiaard en de

multifunctionele accommodatie in Ommel.

 Professionals weten vrijwilligers steeds meer te vinden. Ze maken bijvoorbeeld gebruik van sleutelfiguren in het dorp om signalen te verzamelen over bewoners.

 Soms werken ze intensiever samen en zijn vrijwilligers als volwaardig lid aan het dorpsondersteuningsteam toegevoegd. Welke vorm ook wordt gekozen, er moet altijd worden nagedacht over een duidelijke afbakening van taken en verwachtingen. Zowel aan de kant van de vrijwilliger als aan de kant van professionals in het dorpsondersteuningsteam.

Vragen die in workshop 1 aan de orde komen zijn:

 Wat is de meerwaarde van het werken met vrijwilligers ?

 Welke vorm van samenwerking ?

 Dilemma’s in het werken met vrijwilligers Samenwerken met

vrijwilligers in een netwerk dorpsondersteuning Samenwerken met vrijwilligers in een netwerk dorpsondersteuning

Enkele thema’s komen in steeds wisselende bewoordingen terug in alle groepen:

Samenwerking en communicatie tussen professionals (professionele organisaties) en vrijwilligers

Concurrentie en dubbelingen in het werk van vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties moeten voorkomen worden. Ga met elkaar in overleg, werk aanvullend aan elkaar, dat voorkomt dat je elkaar in de weg loopt.

Zorg voor goede communicatie onderling, probeer samen op één lijn te zitten. Pas op dat je als professional niet op je strepen gaat staan omdat je beter op de hoogte meent te zijn. Samenwerking is tweerichtingsverkeer.

Zorg voor structuur en één aanspreekpunt. Betaald en nuttig onbetaald werk staan naast elkaar.

Durf voorrang te verlenen: maak met gebiedsgerichte teams en instellingen afspraken over wat een vrijwilliger kan oppakken en wanneer de grens bereikt is.

Door goede samenwerking behaal je een hoger rendement van zowel professional als vrijwilliger.

Maak goed duidelijk wat de rol en taak is van de ambtenaar, deze is er niet om de professional weg te duwen en te vervangen maar is er om de rol van de gemeente uit te voeren. De ambtenaar is ook een inhoudelijk professional en is er voor de burger, zonder verder belang (commercieel of anderszins).

Uitgaan van talenten, interesses van vrijwilligers

De vrijwilliger moet dan wel kunnen doen wat hij wil én kan. Benut talenten en sluit aan bij kwaliteiten. De vrijwilliger moet voldoende ruimte hebben voor eigen initiatieven.

Vrijwilligersorganisaties moeten zicht hebben op capaciteiten van de vrijwilligers.

Maatwerk leveren. Kijk waar de interesses liggen. (maar laat wat een vrijwilliger al jaren doet ook zo). Speel in op de behoefte van de vrijwilliger. Stimuleer jongeren door ze in contact te brengen met evt. ouderen om samen dingen op te pakken.

Betrek vrijwilligers bij de organisatie en ben betrokken bij de vrijwilligers

(2)

Betrokken zijn bij de vrijwilligers: betrek de vrijwilliger bij wat je van hem vraagt.

Regelmatig stilstaan bij het vrijwilligerswerk, zorgen dat alle gezichten dezelfde kant opstaan. Respect voor elkaar en communicatie. Maak goede afspraken en sta daar regelmatig bij stil. Goede afstemming op de hulpvraag: past dit bij de vrijwilliger en komen de verwachtingen overeen. Bespreek dit in een gezamenlijk gesprek tussen vrager, vrijwilliger en professional. Waardering. Spreek bv. eens in de twee maanden een Functioneringsgesprek af. Beleg bijvoorbeeld eens een bijeenkomst om te bespreken wat beter of anders kan. Respect en veiligheid bieden aan volwassenen en jong-volwassenen.

Ondersteuning aan vrijwilligers is belangrijk.

Verder zijn er een aantal min of meer losse opmerkingen die verschillende punten van vrijwilligerswerk aansnijden.

• Er zijn sommige vrijwilligers waaraan veel ‘getrokken’ wordt. Trek soms wat zachter. Vaak worden vrijwilligers al voor veel activiteiten gevraagd. Zet niet te veel druk. Gebruik een takel.

• Vrijwilligerswerk is voor iedereen (ieder is ‘naober), dus je hoeft niet voor alles een vrijwilliger te zoeken maar kunt ook zoeken naar iemand, bv. in de wijk, die iets wil doen. Vrijwilligerswerk is voor en door iedereen.

• Vrijwilligerswerk is van alle leeftijden, of je nu 14 bent of 75. Beperk je bij het zoeken dus niet teveel tot één leeftijdsgroep.

• We gaan één kant op, of we willen of niet. Zorg dat alle neuzen dezelfde kant opstaan

• Snelheid is niet altijd goed voor de kwaliteit van contact en dienstverlening.

• Vergeet de groep gehandicapten niet en zorg dat zij ook vrijwilligerswerk kunnen doen (aangepast of niet).

• Zonder vrijwilligers draaide de samenleving allang niet meer volledig. Belangrijk is waardering voor vrijwilligers en goede afspraken over privacy.

• De decentralisaties en bezuinigingen gaan door. Er wordt meer een beroep gedaan op vrijwilligers. Let op regelgeving.

• Kijk goed om je heen, neem de tijd voor een ander (naoberschap)

• Veiligheid en vertrouwen zijn een onderwerp dat in verenigingen lastig te bespreken is. Blijf in gesprek, stel ook ‘lastige onderwerpen’ aan de orde.

• Op peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, basisonderwijs en voortgezet onderwijs is structureel aandacht voor ‘samen doen’ en iets over hebben voor een ander.

Workshop 2 Workshop 2

 Een dorpsondersteuningsnetwerk (–team) functioneert op het niveau van een dorp. Dit betekent dat het team een bewoner niet alleen als individu benadert met zijn of haar specifieke problemen en vragen, maar juist ook kijkt naar de kenmerken, de problematiek en de vragen die in die kern spelen. Vanuit die collectieve bril kan een

dorpsondersteuningsteam bepalen voor welke vragen hij een collectieve aanpak inzet, aangevuld met individuele ondersteuning daar waar bewoners specifieke vragen hebben. Op die manier ontstaan arrangementen op maat, met het accent op een collectieve aanpak en op het gebruik van collectieve voorzieningen. Maar wat betekent zo’n collectieve aanpak eigenlijk voor de werkwijze van een dorpsondersteuningsteam en wat is de meerwaarde?

Vragen die in workshop 2 aan de orde komen zijn:

 Wat is een collectieve insteek?

 Wat zijn redenen om bij hulpvragen collectief in te steken?

 Welke mogelijkheden biedt schakelen tussen collectief en individueel ?

 Een dorpsondersteuningsnetwerk (–team) functioneert op het niveau van een dorp. Dit betekent dat het team een bewoner niet alleen als individu benadert met zijn of haar specifieke problemen en vragen, maar juist ook kijkt naar de kenmerken, de problematiek en de vragen die in die kern spelen. Vanuit die collectieve bril kan een

dorpsondersteuningsteam bepalen voor welke vragen hij een collectieve aanpak inzet, aangevuld met individuele ondersteuning daar waar bewoners specifieke vragen hebben. Op die manier ontstaan arrangementen op maat, met het accent op een collectieve aanpak en op het gebruik van collectieve voorzieningen. Maar wat betekent zo’n collectieve aanpak eigenlijk voor de werkwijze van een dorpsondersteuningsteam en wat is de meerwaarde?

Vragen die in workshop 2 aan de orde komen zijn:

 Wat is een collectieve insteek?

 Wat zijn redenen om bij hulpvragen collectief in te steken?

 Welke mogelijkheden biedt schakelen tussen collectief en individueel ?

Van collectief naar individueel en andersom Van collectief naar individueel en andersom

(3)

Inleiding Workshop 2.

Tijdens de inleiding van workshop 2 werden een aantal principe’s toegelicht. Vervolgens werd de discussie gevoerd in 2 subgroepen op basis van een aantal stellingen en vragen.

Hieronder zijn de belangrijkste aandachtspunten uit de discussie aangegeven.

1. De kanteling

• Maatwerk -> elke situatie is verschillend, begint altijd bij de persoonlijke situatie en de omgeving.

• Balans (draagkracht-draaglast)

• Facilitering nulde lijn

2. Participatie – Leefbaarheid a. Ontmoeten

b. Meedoen c. Saamhorigheid

3. Samenwerking (hoe maken we de verbinding)

a. Kennis van elkaars activiteiten op uitvoeringsniveau b. Sleutelfiguren

c. Communicatie (weet elkaar te vinden) d. Respect

4. Ontwikkeling algemene en collectieve voorzieningen a. Initiatief burgers

b. Initiatief verenigingen c. Initiatief professionals d. Initiatief gemeenten

(4)

Discussietafels workshop 2.

In twee groepen werden vervolgens onderstaande stellingen en vragen besproken aan de discussietafels.

De uitkomsten hiervan staan in vermeld in de blokjes onder de betreffende stellingen en vragen. Vanwege de tijd zijn niet alle stellingen en vragen volledig behandeld.

Stellingen

1. Algemene en collectieve voorzieningen bevorderen de participatie en de leefbaarheid in kernen.

De ontwikkeling van participatie en collectieve voorzieningen is een zaak van lange adem.

Veel communicatie, elkaar goed leren kennen (vrijwilligers en professionals), een netwerk opbouwen zijn belangrijke acties in de ontwikkeling

Aanbod dichtbij de burger organiseren is belangrijk. Dit moet laagdrempelig zijn.

Maak daarbij vooral gebruik van bestaande accomodaties en aanbod (bijvoorbeeld ook Hof van Bluijssen, de Lisse).

2. Algemene voorzieningen moeten vanuit de basis ontstaan, alleen dan voorzien ze in een behoefte.

De vraag achter de vraag is belangrijk.

Aard/omvang/aanpak van Algemene voorzieningen niet vooraf invullen via beleid, maar behoefte laten ontstaan in het dorp en vervolgens faciliteren.

Kleinschalige opzet in de vorm van huiskamerprojecten maakt het mogelijk om ook diversiteit in het aanbod te creëren, waardoor aansluiting bij behoeften/interesses van burgers mogelijk is.

Bewustmaking van de totale samenleving is van belang. Niet forceren is een geleidelijk proces.

Kijk waar mensen gelukkig van worden (interesses) en probeer daarop aan te sluiten met ontwikkeling. Dit betekent diversiteit.

3. De gemeente moet zich niet bemoeien met het ontwikkelen van algemene en/of collectieve voorzieningen, ze moeten alleen faciliteren d.m.v.

subsidies, ruimte etc.

Vindt “nieuwe” vrijwilligers, spreek ze aan op hun interesses/hobby’s en vaardigheden.

Zorg voor korte lijnen tussen zorgaanbieders en het DOT (dorpsondersteuningsteam).

Regelgeving is vaak een probleem bij ontstaan en doorontwikkelen van nieuwe (kleinschalige) initiatieven. Een van speerpunten voor gemeente is zorgen voor regelarme structuur.

(5)

Vragen

1. Kunnen reguliere activiteiten met extra facilitering (scholing, achtervang etc) uitgebouwd worden naar een algemene voorziening?

Regelgeving is vaak een probleem bij ontstaan en doorontwikkelen van nieuwe (kleinschalige) initiatieven. Een van speerpunten voor gemeente is zorgen voor regelarme structuur.

2. Wat is er nodig om de ontwikkeling van algemene en collectieve voorzieningen te stimuleren

Betrek ook andere partijen bij dit proces, bijvoorbeeld bedrijven, rotary etc.. Zij kunnen zorgen voor andere inzichten en andere benaderingswijze. Bedrijven hebben ook “taak” in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Verbinding tussen welzijn/zorg en bedrijfsleven op gebied van ontmoeting/meedoen en facilitering kan tot mooie initiatieven leiden. Denk bijv. aan brownies&downies.

3. Hoe zorgen we ervoor dat nieuwe initiatieven bekend worden bij burgers, mantelzorgers, proffesionals etc.

Communicatie in het totale proces van de kanteling is essentieel. Het begint bij bewustwording van veranderingen.

4. Welke individuele voorzieningen lenen zich ervoor om (deels) omgezet te worden in algemene of collectieve voorzieningen?

Onderstaande de individuele voorzieningen die we kennen.

Rolstoelen

Vervoer (o.a. lokaal vervoer, vervoer naar ziekenhuis, scootmobielen)

Woonvoorzieningen

Hulp bij het huishouden

Begeleiding

Dagopvang/dagbesteding

Verzorging

Niet meer aan toe gekomen

(6)

Workshop 3 Workshop 3

 Sturingsprincipe dat wordt nagestreefd is het ‘netwerk’, waarbij de samenwerking en overeenstemming tussen professionals en vrijwilligers centraal staat.

 Met name de sterke sturing op de waarde ‘dienstbaarheid aan de zelfredzaamheid en participatie van

burgers/vrijwilligers’ zorgt voor een gedeelde machtspositie van professionals en vrijwilligers.

 Hierdoor is er sprake van een voortdurend

aanpassingsproces, waarbij de samenwerking gaandeweg en in onderling overleg wordt vormgegeven.

Vragen die in workshop 3 aan de orde komen zijn:

 Hoe verhoud de ‘verticaal’ gestructureerde organisatie in de Peel met een aansturing middels protocollen en richtlijnen zich met de bij de participatiesamenleving passende netwerkgestuurde, horizontale organisatie van de nuldelijn ?

 Welke grenzen moet je trekken en welke afspraken moet je maken om het gebiedsgericht (Peel)team en het lokale netwerk van dorpsondersteuning productief en uitgaande van de vraag van de klant samen te laten werken ?

 Hoe zorg je ervoor dat het gebiedsgerichte team niet te snel in individuele oplossingen schiet ?

 Sturingsprincipe dat wordt nagestreefd is het ‘netwerk’, waarbij de samenwerking en overeenstemming tussen professionals en vrijwilligers centraal staat.

 Met name de sterke sturing op de waarde ‘dienstbaarheid aan de zelfredzaamheid en participatie van

burgers/vrijwilligers’ zorgt voor een gedeelde machtspositie van professionals en vrijwilligers.

 Hierdoor is er sprake van een voortdurend

aanpassingsproces, waarbij de samenwerking gaandeweg en in onderling overleg wordt vormgegeven.

Vragen die in workshop 3 aan de orde komen zijn:

 Hoe verhoud de ‘verticaal’ gestructureerde organisatie in de Peel met een aansturing middels protocollen en richtlijnen zich met de bij de participatiesamenleving passende netwerkgestuurde, horizontale organisatie van de nuldelijn ?

 Welke grenzen moet je trekken en welke afspraken moet je maken om het gebiedsgericht (Peel)team en het lokale netwerk van dorpsondersteuning productief en uitgaande van de vraag van de klant samen te laten werken ?

 Hoe zorg je ervoor dat het gebiedsgerichte team niet te snel in individuele oplossingen schiet ?

Organisatieprincipes en sturing

Organisatieprincipes en sturing

In Workshop 3 speelden 4 “acteurs” (manager, beleidsmedewerker, Wmo-consulent en dorpsondersteuner) een discussie over sturing en structuur van Peelteam en

Dorpsondersteuningsteam (DOT) en mocht het publiek de acteurs “regisseren”. De discussie werd improviserend uitgevoerd met de bedoeling om te prikkelen en discussie uit te lokken en daarbij werden uitspraken uit de eerste twee workshops meegenomen.

De werkvorm bleek laagdrempelig en stimuleerde de bewustwording rondom het thema.

Het gaat te ver om te zeggen dat er een algemeen draagvlak ontstond voor het werken met een dorpsondersteuningsteam, maar de wens om te komen tot een heldere

(netwerk-)structuur en samenwerkingsafspraken was evident.

Een aantal inzichten die ontstonden op basis van de discussie zijn:

• Een dorpse cultuur sluit goed aan bij de (veranderende) relatie met de burger.

• Werken met een lokaal netwerk van dorpsondersteuning vergt ook een ‘omslag’ van gemeentelijke Wmo consulenten en professionals.

• De gemeente moet zich primair richten op het helder formuleren van de doelen van dorpsondersteuning; de dorpsondersteuner en de aanbieders die actief zijn in het dorp moeten voldoende ruimte krijgen om nieuwe manieren te vinden om de doelen te behalen.

• De gemeente moet het netwerk van vrijwilligers en professionals en de processen die hierin plaatsvinden faciliteren en coachen. Bij de start kan een meer sturende rol noodzakelijk zijn.

• Voor wat betreft de gekozen vorm van de Peelsamenwerking (“groene en blauwe stroom”): de vorm is altijd ter ondersteuning van het Doel !

• Insteek is om zoveel mogelijk toegang naar dorpsondersteuning en maatschappelijke knooppunten te brengen.

Het vervolg:

Op 30 januari 2014 vormen deze resultaten mede input voor de vervolgbijeenkomst

“Welzijn Nieuwe Stijl”. We willen dan samen met u gaan bekijken hoe we de doorontwikkeling vorm gaan geven en welke rol u daarin kunt nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U kunt subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan de collectieve erkenning van Indisch Moluks Nederland.. Dit zijn activiteiten op het gebied van scholing en educatie,

Hebben de leden van de D66-fractie het goed begrepen dat voor de aanpassing van artikel 7.25 van de WHW via de Variawet Hoger Onderwijs leerlingen in het havo en vwo die in

Met het oog op de genoemde regionale afwegingen in de RES, het gebruik van de zonneladder en het feit dat niet alle locaties geschikt of noodzakelijk zijn voor (een bepaalde vorm

Daarom is met bewoners, ondernemers en andere betrokkenen gezocht naar oplossingen voor de vele auto’s in de binnenstad.. De gemeenteraad heeft er voor gekozen om het grootste

1 Deze nadere voorschriften zijn van toepassing op in deze nadere voorschriften behandelde opdrachten die uitgevoerd worden door een accountant als bedoeld in artikel 1 van de wet

Initiatiefnemers ten Zuiden (I) van de spoorbaan schermen ermee dat indien een omgevingsvergunning wordt verleend voor de zoeklocatie ten Noorden (H) van de spoorbaan dit

Reflectieve denkvragen als je een opdracht doet die je niet bevalt?. • Wat spreekt mij niet aan in

We begrijpen de impact van deze maatregel, maar vanwege de bescherming van onze bewoners en medewerkers, kunnen we hiervoor geen uitzondering maken.. Ik maak me zorgen over de