lngezonden
Normen voor Uv-straling en
chronische blootstelling
W.
F. Passchier, Gezondheidsraad, Den
FlaagIn
hetTijdschrift
voor toegepaste Arbowetenschap 2 (1989)nr.
4, pu- bliceerden VanRijssen-Moll
enNij-
huis een lezenswaardartikel
over gezondheidsbedreigende factorenin
ziekenhuizen en verpleeginrichtingen(Rij89).
Een van die factoren isultraviolette
(UV) strating. De au- teurs vermeldendat
er 'geen interna-tionaal
geaccepteerdelimiet
voor beroepsmatige blootstelling aan UV-straling'bestaat,
en tevens dat de ,in deliteratuur
genoemdelimieten
(.. . ) alÌeen rekening (houden)met
de acute gezondheidseffecten'.Die
twee citaten brengenmij tot
het volgende aanvuÌlende commentaar.Blootstellingslimieten
Het
is meniet duidelijk wat
de au- teursmet'internationaal
geaccep- teerd' bedoelen.Door
diverse natio- nale en internationale instantieszijn
aanbevelingen gedaan voor blootstel- lingslimieten voor UV-straling die'verdacht'veel
op etkaarlijken
(SI80,4C82, IN85,
GR86). De voorgestelde limietwaarden voor de bestralings- dosis ter plaatse vanhuid
en oogzijn
vermoedelijk alle terug te voeren op voorstellenuit
de koker van de Ame-rikaan
Sliney (5180,blz.
B2B).Sinds een aantal jaren houdt een internationale commissie zich speciaal bezig met de risico's van niet-ionise- rende
straling:
deInternational
Non-Ionizing Radiation
Committeeof INIRC.
Deze commissie is opgericht door deInternational Radiation
Protection Association, de federatie van beroepsverenigingen ophet
ge- biedian
de stralingshygiêne. DeINIRC
doet op basis van wetenschap-pelijke
gegevens aanbevelingen om mensen tegen de schadelijke effecten van blootstelling aan niet-ioniserendestraling
te beschermen. DeINIRC
stemtin
met de blootstellingslimieten voor UV-straling zoals die eerder door o.a. de American Conferenceof
GovernmentalIndustrial
Hygienists waren aanbevolen(4C82, IN85).
Onlangs heeft de
INIRC
een beperkte aanpassing van de bÌootstellingslimie- ten voorgesteld, daarmee een advies van de (Nederlandse) Gezondheids- raaduit
1986 volgend(IN89,
GR86).Ik
concÌudeer dat er wel degelijk eeninternationale'acceptatie'
vanlimiet-
waarden voor blootstelling aan UV- straling bestaat. De mate waarin deze waarden'kracht
vanwet'
heb- ben, verschilt van landtot
land.In
elk geval hebben ze datin
Nederlandniet, terwijl
er ook geen aanbeveling ofrichtlijn
van de Europese Gemeen- schappen dienaangaande bestaat.Staar
enhuidkanker
Dan het tweede
citaat.
Van Rijssen-Moll
enNijhuis
stellen terecht dat de blootsteÌlingslimietenzijn
gebaseerdop'acute'
effecten van UV-straiing op oog enhuid. Het
al eerder genoemde advies van de Gezondheidsraaduit
1986 gaat echter
bij
de behandeling van de limietwaarden ookin
op chro- nische effecten.Met
betrekkingtot
effecten op het oog,
in
het bijzonder het optreden van staar, beschikte de commissie van de Gezondheidsraadniet
over een dosis-effectrelatie, waar- mee ze het risico van een bepaalde (chronische) blootstelling kon schat- ten. Uitgaande van gebruikelijke stralingsniveaus van de zon beval de commissiebij
blootstelling tussen Blb en 400 nm een richtwaarde voor de bestralingssterkte van 1 W/m2 aan.De term richtwaarde gebruikte men om aan te geven dat, voor zover bekend, schade
niet
geheel kan wor- den vermeden. Een aanbeveling voor kortere golflengten was overbodig, daarin dat
gebied de straling prak- tisch gesproken de ooglensniet
be-reikt
vanwege absorptiein
het hoorn- vlies.Over het verband tussen blootstelling aan UV-straling en het optreden van
huidkanker
(basaalcel- en plaveisel- celcarcinomen) is de laatste jaren veel bekend geworden.Het lijkt
erop dat de incidentie van huidkankerkwadratisch van de bestralingsdosis afhangt en
dat
de gevoeligheid voor het ontstaan van huidkanker als functie van de golflengte overeen-komt met
die van erytheem (GRB6, 5187, St87). Gebruik makend van de beschikbare gegevens heeft de groep van professor Van der Leun aan deUniversiteit
vanUtrecht
een model opgesteld om gegeven een bepaalde leeftijdsopbouw en blootstelling aan UV-straling van een bevolkingsgroep, het aantal gevalÌen van huidkanker te berekenen (5187). Door een mede- werker van Van der Leun ten behoe- ve van de Gezondheidsraaduit-
gevoerde berekeningen wezen
uit,
dat iemand die gedurende 40jaar
met inachtneming van de limieten aan UV-stralingbij
het werkwordt
bloot- gesteld, een 25 procent grotere kans heeft, op huidkanker, dan iemand die de blootstelling moet missen.In
beid.e gevallen gaat het om mensen die binnenshuis werken. Een Nederlander diealtijd
buitenwerkt,
en dusrijke- lijk
aan UV-straling van de zon wordt blootgesteÌd, heeft volgens dezelfde rekenmodellen een 5 maal zo grote kans op huidkanker als de binnen- werker (GR86).In
1985 bedroeg de sterfte aan huid- kankerin
Nederland volgens gege- vens vanhet
CBS 6 per 1 miljoen personen.Dit
is overigens slechts een kleine fracüie van alle gevallen van huidkanker. Volgens schattingen bedraagt de incidentie van basaalcel- en plaveiselcelcarcinomenin
Neder- land 400tot
500 per miljoen per jaar (SO81, GR86).Dit
getallijkt
nieruit
de pas te lopen met gegevens
uit
Australië, waar huidkanker aan-zienlijk
meervoorkomt
danbij
blan- ke bevolkingsgroepen verder van de evenaar. Volgens eenkort
geleden afgesloten onderzoek komen er in Australiê elkjaar
ongeveer 900 geval- len van huidkanker per miljoen (blanke) inwonersbij
(Ma89).Uit
de cijfers van het CBS en de modelberekeningen van de Utrechte- narenvolgt dat
de binnenwerker die 40 jaat aan UV-straling is bloot- gesteld, gemiddeld over de arbeids- periode een extra risicoloopt
van 2,5 op demiljoen
perjaar
om aan een basaalcel- of plaveiselcelcarcinoom teoverlijden
(Ìevensverwachting T0 jaar, 70x
(60 x 10-6) x 0,25140).Ik
benadruk
dat dit
getal niet meer is dan een zeer ruwe schatting, en men het dus zeer voorzichtig dient te hanteren.Melanomen
Er
is nog een reden om chronische blootstelling aan UV-stralingkritisch
te bezien. Een andere vormvân
>Tijdschrift
voor toegepaste Arbowetenschap 2(lggg)
nr 6 103huidkanker, melanoom, is
in
opmars en heeft een veel kwaadaardiger' karakter
dan de basaalcel- en plavei- selcelcarcinomen. De commissie van de Gezondheidsraad meendein
19g6 dat sommige typen melanoomvrijwel
zeker samenhangen met blootstelling aan de zon. Thans verschijnen erin
de wetenschappelijkeliteratuur
steeds meer artikelen waarin men inderdaad zonnestraling als de be-langrijkste
factor voorhet
optreden van melanomen aanmerkt (ElSg).(Niet
iedereenvolgt
dielijn
ove- rigens. De Nijmeegse onderzoekers Rampen en Fleuren houden het op een onbekende giftigestof;
Rag7.)Langgolvige UV-straling en huid- kanker
Tot
slot weer terug naar hetartikel
van Van Rijssen-Mol enNijhuis. Zij
geven aan dat chronische blootstel-ling
aan UV-B straling, clat is straling met golflengten van 280tot
815 nm, huidkanker kan veroorzaken. VoÌgens de commissie van de Gezondheids- raad is ook UV-Astraling
(315-400nm)
kankerverwekkend. Weliswaar is deeffectiviteit
van UV-A aanmerke-lijk
minder dan die van UV-B stra-ling,
maar daar staaü tegenover datin
destraling
van de zon de intensi-teit
van UV-A aanmerkelijk groter is.Er zijn
opdit
ogenblikin
Nederland en de Verenigde Staten onderzoeken met proefdieren aan de gang om wetenschappelijk zekerheid over de chronische effecten vanUV-A
stra-ling
tekrijgen
(Pa87).Literatuur
- AC82; American Confe¡ence of Gove¡n- mental Industrial Hygienists. Threshold limit values for chemical substances in work air adopted by ACGIH for 1982.
- 8189; Elder D.8., Human melanocytic neoplasms and their etiologic relationship with sunlight. J Invest Dermatol 1989;
92S: 297-383.
- GR86; Gezondheidsraad. UV Straling:
blootstelling van de mens aan ultraviolet- te straling. Advies 1986/09. Den Haag:
Gezondheidsraad, 1986.
- IN85; International Non-Ionizing Ra- diation Committee, Guidelines on limits of exposure to ultraviolet radiation of wavelengths between 180 nm and 400 nm (incoherent optical radiation). Health Phys 1985; 49: 331-40.
- IN89; International Non-Ionizing Ra- diation Committee. Proposed change to the IRPA 1985 guidelines on limits of exposu¡e to ultraviolet radiation. Health Phys 1989; 56:971-2.
- Ma89; Ma¡ks, R., Jolley D., Dorevitch 4.P., Selwood T.S., The incidence of non-melanocytic skin cancers in an Au- stralian population: results of a ûve-year prospective study. Med J Aust 1989; 50:
475-8.
- Pa87; Editor's note in: Passchier W.F., Bosnjakovic B.F.M., eds. Human exposu-
104
re to ultraviolet radiation: risks and regulations. Excerpta Medica
Int
Congr Se¡ies 744. Amsterdam: Elsevie¡ Science Publishers, 7987;548.- Ra87; Rampen F.H.J., Fìeuren E., Melanomen of the skin is not caused by
.
ultraviolet radiation but by a chemical xenobiotic. Medical Hypotheses L987; 22:341.-46.
- Rij89; Rijssen-Mol M. van, Nijhuis E.J.N., Gezondheidsbedreigende factoren in de int¡amu¡ale gezondheidszorg. Tijd- schrift voor Toegepaste Arbowetenschap 1989; 2: 58-64.
- Sl80; Sliney D., Wolbarsht M., Safety with lasers and othe¡ optical sources.
Plenum Press, 1980.
- 5187; Slaper H., Leun J.C. van der, Human exposure to ultraviolet radiation:
quantitative modelling of skin cancer incidence. In: Passchier W.F., Bosnjako- vic B.F.M., eds. Human exposure to ult¡aviolet ¡adiation: risks and regula- tions. Excerpta Medica
Int
Congr Series 744. Amsterdam: Elsevier Science Pu- blishers, 1987;
155-7 L.- SO81; Stichting Samenwerkingsorgaan Oncologie Ziekenhuizen (SSOZ). Jaarver- slag 1980. Deurne, 1981.
- St87; Sterenborg H.J.C.M., Leun J.C.
van der, Action spectra for tumorigenesis by ultraviolet radiation. In: Passchier W.F., Bosnjakovic B.F.M., eds. Human exposure to ultraviolet radiation: risks and regulations. Excerpta Medica
Int
Congr Series 744. Amsterdam: Elsevier Science Publishers, 1987; L73-gl.
'':' ,¡
. : _:'i : )
Addendum
In
hettijdschrift
voor toegepaste Arbowetenschap 2 (1989)nr.
5 isin
hetartikel 'Ultraviolette straling',
op blz. 7 4, eerste kolom, de nummering van de formulesniet
correct. Deze dient te luiden:E.r,: f s(2)8,d,1
(1)ö
H",, :
J '^As(,¿)H,d¿
(2) 5Tevens dient aan de formule op blz.
75, kolom 3, nummer 3 toegevoegd te wolden.
Tot
slot dient de laatste zín op b\z.76, tweede kolom, bovenste
helft,
te ìMeten'Formule
(1) kan nu worden toegepast op het geheleultraviolette
golflengtegebied van 200tot
800 nm,, gewijzigd te worden in:'De formules