Jaarboek Letterkundig Museum 2 · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Dat gebeurt wel degelijk, maar vaak als specialisme en veel van de door deze specialisten opgebouwde kennis blijft binnen de groep van specialisten hangen en vindt niet zijn weg naar
Op 20 februari 1918 informeerde Verwey bij Van Eyck naar de voorwaarden waaronder Brusse diens bundel Opgang wilde uitgeven, en schreef: ‘Ik sta nu tusschen Brusse en van Looy, van
‘[...] voor zo'n eerste druk geeft u altijd meer, laten we dàt dit keer weer doen door mij nog eens voor zeker bedrag aan boeken uit uw fonds te laten kiezen, ik heb toen nog lang
achttiende-eeuwse Duitse toneelschrijver A.F.F. Kotzebue hem te ‘boekachtig’ en paste hij die taal spontaan aan zijn eigen, kinderlijke, taalgebruik aan. 2 Cremer leerde niet graag
Op 8 maart 1866 heeft de redacteur van Asmodée het derde deel nog niet gelezen, maar hij rapporteert alvast dat de Nieuwe Utrechtsche Courant klaagt dat Van Lennep zich in de
Zoals ik U al vertelde heeft mijn vader dan ook niet de referentie [lees: reverentie] tegenover het werk van Boutens gehad (enkele manuscripten en overige correspondentie heeft
hoff zich misschien niet helemaal bewust geweest, want een verantwoording voor deze ommezwaai geeft hij niet. In de Nederlandse inzending op de Bugra ontbraken volgens Greshoff de
Hier is Burssens geheel alleen aan het werk geweest en zijn taak was gedeeltelijk heel gemakkelijk: het chronologisch overnemen van alle gepubliceerde gedichten (in Ruimte, Vl.