• No results found

Gesprekken Beoordelingsmodel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gesprekken Beoordelingsmodel"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Gesprekken

Beoordelingsmodel

Uitvoering

1. Kwaliteit van de inhoud

De inhoudelijke uitwerking van de leerling is op de meeste inhoudsaspecten zwak.

De inhoudelijke uitwerking van de leerling is op de meeste inhoudsaspecten redelijk.

De inhoudelijke uitwerking van de leerling is op de meeste inhoudsaspecten sterk. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

Voorbeelden van inhoudsaspecten zijn:

 de aanwezigheid en kwaliteit van de argumentatie,

 de helderheid van de voorstellen,

 de complexiteit van de inhoud.

Beurten nemen en bijdragen aan samenhang 2. Gesprek onderhouden

De leerling neemt geen initiatief om het gesprek te beginnen, gaande te houden en/of af te sluiten.

De leerling neemt af en toe initiatief om het gesprek te beginnen, gaande te houden en/of af te sluiten.

De leerling levert van begin tot einde een passend actieve bijdrage aan het gesprek. X Voorbeelden van actieve bijdragen zijn:

 vragen stellen,

 voorstellen doen.

3. Initiatief in beurten nemen

De leerling neemt hoogstens beurten wanneer deze direct worden toegewezen.

De leerling neemt soms beurten wanneer deze aan meerdere gesprekspartners worden toegewezen en doet dat zelden op eigen initiatief.

De leerling neemt regelmatig beurten op eigen initiatief. X

4. Passendheid van beurten nemen [Klik op ‘Help voor meer informatie]

De leerling neemt vaak op niet-passende wijze de beurt.

De leerling neemt beurten, maar niet altijd op passende wijze.

De leerling neemt doorgaans op passende wijze de beurt. X

De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

Voorbeelden van beurten nemen op passende wijze zijn:

 een zin beginnen wanneer de gesprekspartner een zin beëindigd heeft,

 interrumperen op juiste moment (wanneer de bijdrage van de ander goed beoordeeld is),

 frases gebruiken om de beurt te krijgen.

(2)

2 5. Inbreng gesprekspartners integreren

De leerling houdt geen rekening met de bijdragen van anderen.

De leerling erkent de bijdragen van de gesprekspartners, maar gaat vervolgens met zijn eigen inhoud verder.

De leerling integreert bijdragen van de gesprekspartners in zijn eigen inbreng wanneer dat

toegevoegde waarde heeft. X

De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

Afstemming op doel 6. Doelgerichtheid

De leerling levert geen actieve bijdrage aan het behalen van het gezamenlijke gespreksdoel.

De leerling levert een actieve bijdrage aan het behalen van het gezamenlijke gespreksdoel.

De leerling neemt initiatief om het gezamenlijke gespreksdoel te behalen door de

gesprekspartners te betrekken bij het gesprek, bijvoorbeeld met behulp van vragen. X

Afstemming op de gesprekspartners 7. Taalgebruik afstemmen

De leerling gebruikt geen taal die bij de situatie past.

De leerling gebruik af en toe taal die bij de situatie past, maar doet dat niet consequent.

De leerling gebruikt consequent taal die bij de situatie past. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

8. Non-verbale communicatie

Het non-verbale gedrag van de leerling past niet altijd bij zijn verbale boodschap.

Het non-verbale gedrag van de leerling past bij zijn verbale boodschap. X Het non-verbale gedrag van de leerling zet zijn verbale boodschap kracht bij.

De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

9. Actief luistergedrag [Klik op ‘Help voor meer informatie]

De leerling vertoont geen actief luistergedrag.

De leerling vertoont enigszins actief luistergedrag. X

De leerling vertoont adequaat actief luistergedrag.

Voorbeelden van actief luistergedrag zijn:

 een actieve zithouding,

 oogcontact,

 hoofdbewegingen (knikken) en/of klanken ter bevestiging (‘hummen’).

Woordgebruik en woordenschat 10. Woordgebruik

De inbreng van de leerling vertoont eenzijdig en/of herhaald woordgebruik.

De inbreng van de leerling vertoont een beperkte variatie in woordgebruik.

De inbreng van de leerling vertoont voldoende variatie in woordgebruik. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

(3)

3 11. Woordenschat

De getoonde woordenschat van de leerling is niet toereikend om het gesprek te voeren.

De leerling zoekt regelmatig naar woorden, maar de getoonde woordenschat is toereikend om het gesprek te voeren.

De getoonde woordenschat van de leerling is toereikend om het gesprek te voeren. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 12. Vloeiendheid

De leerling spreekt niet vloeiend, bijvoorbeeld met een groot aantal haperingen en/of herformuleringen.

De leerling spreekt redelijk vloeiend, al vertoont zijn uitwerking meerdere haperingen en/of herformuleringen.

De leerling spreekt redelijk vloeiend, al vertoont zijn uitwerking een enkele hapering en/of

herformulering. X

De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

13. Uitspraak en intonatie

De leerling is niet goed verstaanbaar vanwege zijn uitspraak, articulatie en/of intonatie.

De leerling is verstaanbaar genoeg door zijn uitspraak, articulatie en intonatie, ondanks

een eventueel accent. X

De leerling is goed verstaanbaar door zijn uitspraak, articulatie en intonatie, ondanks een eventueel accent.

De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

14. Grammatica: vervoeging

De leerling vervoegt veelvoorkomende werkwoorden meestal niet correct.

De leerling vervoegt veelvoorkomende werkwoorden over het algemeen correct.

De leerling vervoegt alle werkwoorden over het algemeen correct. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

15. Grammatica: verbuiging

De leerling verbuigt (combinaties met) naamwoorden meestal niet correct.

De leerling verbuigt (combinaties met) naamwoorden soms correct.

De leerling verbuigt (combinaties met) naamwoorden meestal correct. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

16. Grammatica: zinsbouw

De leerling maakt geen correcte enkelvoudige zinnen.

De leerling maakt over het algemeen correcte enkelvoudige zinnen, maar hij maakt geen samengestelde zinnen of doet dat niet correct.

De leerling maakt over het algemeen correcte enkelvoudige en samengestelde zinnen. X De inbreng van de leerling is onvoldoende om dit te kunnen beoordelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De fragmenten zijn ook bedoeld om docenten onderling te laten praten over wat leerlingen moeten kunnen op de werkvloer en hoe ze dat kun- nen gaan leren. Hoe je dat doet en waar je

Overstappen naar een ander niveau tijdens het eerste leerjaar is mogelijk. Incidenteel ook in het

vroegtijdige zorgplanning is een concept dat als doel heeft de zorg bij het levenseinde beter te doen aansluiten bij de wensen en voor- keuren van de patiënt.. in dit artikel wordt

Maak een foto van het typeplaatje van de waterkoker die jullie gaan gebruiken en plak die foto hieronder.. 1PT

Aan het einde van de brugklas wordt bepaald welke leerroute het beste bij de leerling past en in 2 e jaar vervolgd wordt..

• Rookmelders zou iedereen verplicht in huis moeten hebben, laat open vuur nooit alleen en zorg zelf voor een veilige zone om open vuur heen. •

De Raad oordeelt dat de gemeente de belangen van de VvE van het kappen zorgvuldig heeft afgewogen tegen de belangen van behoud van de boom en de ver- gunning terecht

Voor alle drie succesfactoren zijn in dit onderzoek veel lessen naar voren gekomen waar zowel initiatief- nemers als de gemeenten hun voordeel mee kunnen doen, zie ook de