RAPPORT
PER IOD IEK KWAL ITE ITSONDERZOEK
NTC- VO ST ICHT ING NEDERLANDS ONDERW IJS IN BOTSWANA
School : ntc-vo Stichting Nederlands Onderwijsin Botswana Plaats : GABORONE - BOTSWANA
BRIN-nummer : 28YG Onderzoeksnummer : 118712
Datum schoolbezoek : 22, 23 en 24 maart 2010 Datum vaststelling : 26 mei 2010
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 3 van 15
Inhoud
1 Inleiding 5 2 Kwaliteitsprofiel 7 3 Beschouwing 11
4 Vervolg van het toezicht 15
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 5 van 15
1 In le id ing
De Inspectie van het Onderwijs bezocht ntc-vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van
kwaliteitsaspecten op grond van het door de inspectie gehanteerde Waarderingskader PO/VO 2009.
Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch
handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol vanleerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen.
Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van deinformatie die door de schoolis toegestuurd kan deinspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest.
Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan een document ingestuurd dat op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking heeft, namelijk het instrument voor zelfevaluatie van de Stichting NOB. De wijze van verzameling van gegevens van deze zelfevaluatie was niet zodanig objectief en betrouwbaar dat de inspectie op basis daarvan oordelen kon overnemen. Om die reden, maar ook omdat het hier een eerste inspectieonderzoek op de school betrof, heeft de inspectie besloten om toch zelf alle kernindicatoren te onderzoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie diverse andere beleidsdocumenten ingezien.
Uiteraard zijn de gegevens die uit deze documenten naar voren kwamen wel bij het onderzoek betrokken.
De opzet van het onderzoek
Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.
• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 6 van 15
• Schoolbezoek, waarbij in de groepen VO-1 en VO-2 de
onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal.
• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de coördinator en het bestuur.
• Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen en ouders.
• Tevens zijn gesprekken gevoerd met de directeur van de Thornhill Primary School in Gaborone en met de Nederlandse Consul in Botswana.
• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de coördinator en het bestuur.
De inhoud van het rapport
Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van
toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.
In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 7 van 15
2 Kwa l ite itsprof ie l
Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke
kenmerken van goed onderwijs.
In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:
1. draagt niet of nauwelijks bij;
2. draagt onvoldoende bij;
3. draagt voldoende bij;
4. draagt in hoge mate bij;
5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van
leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.
Het kwaliteitsprofiel van ntc-vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana
Tabel 2.1 Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de
leerlingenpopulatie verwacht mag worden.
1 2 3 4 5
1.1 * De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag
worden verwacht. .
1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de opleiding.
Tabel 2.2 Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de
voorbereiding op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving.
1 2 3 4
2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend
voor de examenprogramma's.
2.3 * De school met taalzwakke leerlingen heeft een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze
leerlingen.
5DSSRUWSHULRGLHNNZDOLWHLWVRQGHU]RHNQWF_YR6WLFKWLQJ1HGHUODQGV2QGHUZLMVLQ%RWVZDQD_
PDDUW
SDJLQD YDQ
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HOHHUOLQJHQNULMJHQYROGRHQGH
WLMGRP]LFKKHWOHHUVWRIDDQERGHLJHQWHPDNHQ
%'HVFKRROKHHIWYROGRHQGHRQGHUZLMVWLMGYRRU1HGHUODQGVHWDDO
JHSODQGXXU z
'HXLWYDOYDQJHSODQGHRQGHUZLMVDFWLYLWHLWHQEOLMIWEHSHUNW z
+HWRQJHRRUORRIGYHU]XLPYDQOHHUOLQJHQLVEHSHUNW z
'HOHHUOLQJHQPDNHQHIILFLsQWJHEUXLNYDQGHRQGHUZLMVWLMG z
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW+HWVFKRRONOLPDDWZRUGW
JHNHQPHUNWGRRUYHLOLJKHLGHQUHVSHFWYROOHRPJDQJVYRUPHQ
2XGHUV]LMQEHWURNNHQELMGHVFKRROGRRUGHDFWLYLWHLWHQGLHGH
VFKRROGDDUWRHRQGHUQHHPW z
+HWSHUVRQHHOYDQGHVFKRRO]RUJWHUYRRUGDWGHOHHUOLQJHQRS
HHQUHVSHFWYROOHPDQLHUPHWHONDDUHQDQGHUHQRPJDDQ z
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HOHUDUHQOHJJHQGXLGHOLMNXLW
RUJDQLVHUHQGHRQGHUZLMVDFWLYLWHLWHQHIILFLsQWHQKRXGHQGH
OHHUOLQJHQWDDNEHWURNNHQ
'HOHUDUHQJHYHQGXLGHOLMNHXLWOHJYDQGHOHHUVWRI z
'HOHUDUHQUHDOLVHUHQHHQWDDNJHULFKWHZHUNVIHHU z
'HOHHUOLQJHQ]LMQDFWLHIEHWURNNHQELMGHRQGHUZLMVDFWLYLWHLWHQ z
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HOHUDUHQVWHPPHQDDQERG
LQVWUXFWLHYHUZHUNLQJHQRQGHUZLMVWLMGDIRSYHUVFKLOOHQLQ
RQWZLNNHOLQJWXVVHQGHOHHUOLQJHQ
'HDDQJHERGHQOHHULQKRXGHQPDNHQDIVWHPPLQJPRJHOLMNRSGH
RQGHUZLMVEHKRHIWHQYDQLQGLYLGXHOHOHHUOLQJHQ z
'HOHUDUHQVWHPPHQGHLQVWUXFWLHDIRSYHUVFKLOOHQLQ
RQWZLNNHOLQJWXVVHQGHOHHUOLQJHQ z
'HOHUDUHQVWHPPHQGHYHUZHUNLQJVRSGUDFKWHQDIRSYHUVFKLOOHQ
LQRQWZLNNHOLQJWXVVHQGHOHHUOLQJHQ z
5DSSRUWSHULRGLHNNZDOLWHLWVRQGHU]RHNQWF_YR6WLFKWLQJ1HGHUODQGV2QGHUZLMVLQ%RWVZDQD_
PDDUW
SDJLQD YDQ
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HOHUDUHQYROJHQV\VWHPDWLVFKGH
YRUGHULQJHQYDQGHOHHUOLQJHQ
'HVFKRROJHEUXLNWHHQVDPHQKDQJHQGV\VWHHPYDQ
JHQRUPHHUGHLQVWUXPHQWHQHQSURFHGXUHVYRRUKHWYROJHQYDQGH
SUHVWDWLHVHQGHRQWZLNNHOLQJYDQGHOHHUOLQJHQ
z
'HOHUDUHQYROJHQHQDQDO\VHUHQV\VWHPDWLVFKGHYRRUWJDQJLQ
GHRQWZLNNHOLQJYDQGHOHHUOLQJHQ z
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HOHHUOLQJHQGLHGDWQRGLJEOLMNHQ
WHKHEEHQNULMJHQH[WUD]RUJ
2SEDVLVYDQHHQDQDO\VHYDQGHYHU]DPHOGHJHJHYHQVEHSDDOW
GHVFKRROWLMGLJGHDDUGYDQGH]RUJYRRUGH]RUJOHHUOLQJHQ z
'HVFKRROYRHUWGH]RUJSODQPDWLJXLW z
'HVFKRROHYDOXHHUWUHJHOPDWLJGHHIIHFWHQYDQGH]RUJ z
7DEHO.ZDOLWHLWVDVSHFW'HVFKRRO]RUJWV\VWHPDWLVFKYRRU
EHKRXGRIYHUEHWHULQJYDQGHNZDOLWHLWYDQKDDURQGHUZLMV
'HVFKRROKHHIWLQ]LFKWLQGHRQGHUZLMVEHKRHIWHQYDQKDDU
OHHUOLQJHQSRSXODWLH z
'HVFKRROHYDOXHHUWMDDUOLMNVGHUHVXOWDWHQYDQGHOHHUOLQJHQ z
'HVFKRROHYDOXHHUWUHJHOPDWLJKHWRQGHUZLMVOHHUSURFHV z
'HVFKRROZHUNWSODQPDWLJDDQYHUEHWHUDFWLYLWHLWHQ z
'HVFKRROERUJWGHNZDOLWHLWYDQKHWRQGHUZLMVOHHUSURFHV z
'HVFKRROZDDUERUJWGHNZDOLWHLWYDQKHWVFKRROH[DPHQHQYDQ
DQGHUHWRHWVLQVWUXPHQWHQ z
'HVFKRROYHUDQWZRRUGW]LFKDDQEHODQJKHEEHQGHQRYHUGH
JHUHDOLVHHUGHRQGHUZLMVNZDOLWHLW z
7DEHO1DOHYLQJ
MD QHH
1'HGRRURIQDPHQVKHWEHVWXXUYDVWJHVWHOGHVFKRROJLGVEHYDWGHYHUSOLFKWH
RQGHUGHOHQ z
1+HWGRRURIQDPHQVKHWEHVWXXUYDVWJHVWHOGHVFKRROSODQEHYDWGHYHUSOLFKWH
RQGHUGHOHQ z
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 11 van 15
3 Beschouw ing
Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs op de Nederlandse schoolin Gaboronein
Botswana (over het primair onderwijs heeft de inspectie aan apart rapport opgesteld), en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen deindicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken.
Uitgangssituatie
De Nederlandse school in Gaborone (NTC Gaborone, Botswana) is niet eerder door de inspectie onderzocht. Het bestuur is echter al sinds het begin van de jaren '90 aangesloten bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). De school verzorgt primair en voortgezet onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur. Momenteel telt de school 25 leerlingen (acht in het voortgezet onderwijs, zeventien in het primair onderwijs). Zij volgen dagonderwijs op verschillende scholen in Gaborone, waaronder de Thornhill Primary School, waar de leraar/coördinator van NTC Botswana haar lessen geeft in een portocabin. Deze heeft betrekkelijk weinig ruimte maar is goed uitgerust met methoden, boeken enlesbenodigdheden. Met de Thornhill School bestaat al jaren een hechte samenwerkingsrelatie. Met een van de scholen voor voortgezet onderwijs heeft de school goede betrekkingen in verband met de afsluiting van het voortgezet onderwijs via het International General Certificate of Secondary Education (IGCSE).
De school is de laatste jaren qua samenstelling van de leerlingenpopulatie aan nogal wat veranderingen onderhevig. Het aantal leerlingen van de zogenaamde richting 1, dat wil zeggen met een volledig Nederlandstalige thuissituatie nam de laatste jaren gestaag af en het aantal richting 2-leerlingen (thuissituatie deels Nederlandstalig) nam toe. Bovendien is er een flink aantal leerlingen dat weliswaar ten minste één Nederlandstalige ouder heeft maar datles krijgt op het niveau van richting 3 (Nederlands als vreemde taal) omdat de
taalvaardigheid (nog) te gering is voor onderwijs op het niveau van richting 2.
Het afgelopenjaaris, tegen de verwachtingenin, een groep van zeven richting 1-leerlingeningestroomd. Naar aanleiding daarvanis, met namein het primair onderwijs, stevig geïnvesteerd in nieuwe leermiddelen.
Evenals de leraar/coördinator vormt het bestuur een stabiele factor binnen NTC Gaborone. De leraar is ruim vijftien jaar aan de school verbonden en enkele bestuursleden zijn eveneens al vele jaren actief voor de school.
Algemeen beeld
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 12 van 15
De inspectie concludeert dat in het voortgezet onderwijs op de Nederlandse school in Gaborone de meeste kernindicatoren van voldoende kwaliteit zijn. De opbrengsten (leerresultaten) zijn van een voldoende niveau. Enkele
procesindicatoren zijn als goed gewaardeerd, maar er zijn ook nadrukkelijk verbeterpunten. Deleraar realiseert adequatelessenin een taakgerichte werksfeer. De beperkte onderwijstijd wordt voldoende efficiënt besteed en de leerlingen tonen voldoende betrokkenheid bij het onderwijs. Lesuitval komt praktisch niet voor maar wel is er naar het oordeel van de inspectie te veel (gedeeltelijk)lesverzuim.
De belangrijkste verbeterpunten zijn vastgesteld in de leerlingenzorg, waar analyse van leerproblemen, planmatig geven van aanvullende hulp en het vaststellen van de effecten daarvan niet voldoende zijn naar de maatstaven van de inspectie. Daarnaast zijn in de kwaliteitszorg (zelf)evaluatie van de opbrengsten (leerresultaten), planmatig werken aan verbeteringen en borging van bestaande en gerealiseerde kwaliteit voor verbetering vatbaar. Daarmee kan een betere waarborg voor de continuïteit van onderwijs en bestuur worden gegeven, wanneer personeelswisselingen optreden.
De conclusie luidt dat de school een basisarrangement voor het toezicht krijgt:
de inspectie voert over vier jaar opnieuw onderzoek uit.
Hieronder geeft de inspectie een korte toelichting. Ze beperkt zich tot
indicatoren die als onvoldoende of als goed zijn beoordeeld en indicatoren die niet worden beoordeeld.
Toelichting Opbrengsten
De inspectie beoordeelt op twee manieren de opbrengsten van het voortgezet onderwijs: door de eindopbrengsten (examenresultaten van leerlingen aan het eind van het voortgezet onderwijs) te waarderen en door vast te stellen of er (teveel) vertraging plaats vindt tijdens de schoolloopbaan.
De school neemt examens voor het vak Nederlands af in het kader van het International General Certificate of Secondary Education (IGCSE). Deze examens worden op verschillende niveaus afgenomen, de niveaus die passen bij de mogelijkheden van de leerlingen. In de periode 2002-2008 hebben acht leerlingen examen gedaan op het niveau van 'first language'. Ook heeft een aantal leerlingen in de afgelopen drie jaar het IGCSE-examen afgelegd als 'foreign language'. Allen zijn hiervoor geslaagd. De inspectie beoordeelt de eindopbrengsten daarom als voldoende.
De achterstand die een aantal leerlingen in het basisonderwijs heeft opgelopen of waarmee zij de school zijn binnengekomen, lopen naar de indruk van de inspectie in het voortgezet onderwijs niet verder op. Voor de richting 2-
leerlingen blijft deze doorgaans beperkt tot het acceptabele maximum van twee jaar. De inspectie stelt daarnaast ook vast dat de leerlingen tijdens hun
schoolloopbaan niet teveel vertraging oplopen.
Onderwijspraktijk
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 13 van 15
De oordelen over de onderwijspraktijk zoals die in de lessen te zien is, geven een wat wisselend beeld te zien. Op onderdelen, met name in de leerlingenzorg en de kwaliteitszorg, is verbetering wenselijk en noodzakelijk. Het proces van lerenen onderwijzen zelf is op alle elementen als voldoende en op enkele indicatoren als goed beoordeeld. Het aanwezige leerstofaanbod is voldoende actueel en adequaat om de leerlingen voor te bereiden op de afsluiting van het voortgezet onderwijs.
Het aantal geplande lesuren op jaarbasis is voldoende en tijdens de lessen wordt de beschikbare leertijd door de leerlingen voldoende efficiënt benut. De leerlingen werken geconcentreerd in een goede afwisseling van instructies, opdrachten en werkvormen. De leerlingen zijn voldoende betrokken, ondanks dat de lessen na afloop van de schooltijd van hun dagschool plaatsvinden.
Een minpunt is het gedeeltelijk verzuim van een flink aantal leerlingen. De Nederlandse lessen vallen deels samen met after school activities van de dagscholen en het onderwijs in het Nederlands krijgt dan niet altijd de prioriteit van ouders en leerlingen. Dit trekt een zware wissel op de effectiviteit van de Nederlandse lessen omdat tijd (toch al gering in het NTC-onderwijs) een belangrijke succesfactor voor leerresultaten is. Daarom wordt de indicator die hierop betrekking heeft (3.2) als onvoldoende beoordeeld.
Binnen het pedagogisch-didactisch handelen zijn alleindicatoren van goed onderwijs aanwezig. De onderlinge omgang van de leerlingen en de
taakgerichte werksfeer zijn herkenbaar en als goed gewaardeerd. Aan de hand van het gesprek dat de inspectie heeft gevoerd met een aantal ouders
constateert de inspectie dat de ouders de contacten met de leraar/coördinator zeer waarderen en dat zij voldoende betrokken zijn bij de school. Er wordt echter betrekkelijk weinig een beroep op hen gedaan om mee te werken aan schoolse en/of buitenschoolse activiteiten.
De school neemt in het voortgezet onderwijs gedurende de schoolperiode methodegebonden toetsen af. Deleerlingenzorg verdient echter versterking.
Allereerst door het formuleren van criteria voor uitval en door duidelijker analyse van het leerprobleem. Vervolgens door het vastleggen van remediërende hulp waartoe is besloten, dan wel het opstellen van handelingsplannen. Met het kort en bondig vastleggen van dergelijke
maatregelen ter bestrijding van het leerprobleem kan ook beter het effect van de verleende zorg worden vastgesteld. De zorg is daarmee bovendien niet meer persoonsgebonden en wordt overdraagbaar op een invaller of vervanger. Tot slot kan in een dergelijke handelingsplanning ook een eventuele rol van de ouders bij de aanvullende zorg worden opgenomen.
Kwaliteitszorg
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie vastgesteld dat de kwaliteitszorg van NTC Gaborone op een aantal onderdelen verbetering behoeft. Evaluatie van de kwaliteit van opbrengsten op schoolniveau is nog geen vaste activiteit van coördinator en bestuur. Er zijn geen groepsoverzichten en er worden uit de resultaten op schoolniveau geen conclusies getrokken die als basis dienen voor het regelmatig bijstellen van het onderwijsleerproces.
In het kader van de zelfevaluatie van de processen binnen de school is het zelfevaluatie-instrument van de Stichting NOB gebruikt en op basis daarvan zijn conclusies getrokken over noodzakelijke verbeteringen. Eventuele
verbetermaatregelen die daaruit voortvloeien zijn niet gepland op een manier die persoonsonafhankelijk is. Doelen, (deel)activiteiten en verantwoordelijken voor de uitvoering zijn vooraf niet vastgelegd.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 14 van 15
De borging van bestaande kwaliteit en gerealiseerde verbeteringen kan worden versterkt door procedures, afspraken en criteria vast te leggen, bijvoorbeeld in documenten die als bijlagen aan het schoolplan kunnen worden gekoppeld. Zo wordt ook een rechtstreekse bijdrage aan de continuïteit van het onderwijs geleverd.
Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek ntc | vo Stichting Nederlands Onderwijs in Botswana | 22 maart 2010
pagina 15 van 15
4 Vervo lg van het toez icht
Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal voorschriften, zoals die ook in Nederland gelden. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de door het bestuur vastgestelde schoolgids en het schoolplan.
Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze bepalingen voldoet.
De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement):
De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. De school krijgt een basisarrangement voor het toezicht. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks digitaal een onderzoek plaats naar de eindopbrengsten.