• No results found

Hoe ziet het profiel Economie & Maatschappij er uit?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe ziet het profiel Economie & Maatschappij er uit?"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe ziet het profiel Economie & Maatschappij er uit?

Elk profiel bestaat uit verplichte profielvakken en profielkeuzevakken.

In principe gaat het om 3 verplichte vakken en 1 profielkeuzevak, alleen bij het cultureel en maatschappij profiel is die verhouding anders.

De verplichte profielvakken zijn: wiskunde A of B, economie en geschiedenis.

Bij de profielkeuzevakken moet een keuze gemaakt worden uit de volgende vakken:

- bedrijfseconomie - aardrijkskunde

- maatschappijwetenschappen - moderne vreemde taal

Profielvakken

Wiskunde A

Het vak bereidt voor op vervolgstudies van het hbo in met name de sectoren economie, gezondheidszorg en landbouw & natuurlijke omgeving. Inhoudelijk ligt de nadruk op ‘het analyseren van verbanden tussen grootheden in een toegepaste probleemsituatie’ en op statistiek.

De inhoud is niet alleen van belang voor vervolgopleidingen, maar dient ook een meer algemeen vormende waarde. Leerlingen worden voorbereid op de (informatie)maatschappij en zij leren in verschillende situaties wiskundige aspecten te herkennen, te interpreteren en te gebruiken. Daarnaast leren leerlingen de mogelijkheden en beperkingen van wiskundige toepassingen op waarde te schatten.

Het programma besteedt vooral aandacht aan het toepassen van wiskundige vaardigheden in authentieke situaties passend bij de profielen Economie & Maatschappij en Natuur &

Gezondheid, of aan het ‘dagelijks leven’, namelijk: modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleem oplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren, alsmede voor het functioneel gebruiken van ICT daarbij.

De onderwerpen die worden behandeld vallen in vijf verschillende categorieën, namelijk:

1. Vaardigheden 2. Algebra en tellen 3. Verbanden 4. Verandering 5. Statistiek

Vaardigheden en Algebra en Tellen: Het gestructureerd werken, het kunnen toepassen van rekenregels en het kunnen kiezen van de juiste oplossingsstrategie zijn belangrijke vaardigheden. Verder is ook gebruikelijke rekenwerk (denk aan procenten, vereenvoudigen, etc) onderdeel van het programma.

Verbanden en verandering: Van verbanden heb je in de derde klas al een aardig beeld gekregen. Regelmatig moet je grafieken tekenen van formules en begrijpen hoe deze grafieken in elkaar zitten. Ook bekijk je daarbij veranderingen: dalen of stijgen van de grafieken, en wat betekent dat. Daarbij gebruik je in de bovenbouw dikwijls de grafische rekenmachine. Verder is het niet alleen interessant om te weten hoe hoog en/of ver iets is maar ook hoe snel iets veranderd (denk hierbij aan de snelheid)

Statistiek: Dit onderdeel is veranderd t.o.v. afgelopen jaren. Er wordt nu gekeken naar presentaties van data interpreteren, het beoordelen van data, data verwerken en statistische uitspraken hierover doen. Hierbij wordt nu ook gebruik gemaakt van de computer.

(2)

Als je twijfelt en of meer wilt weten over wiskunde A, kun je altijd advies of informatie vragen aan je wiskundedocent.

Wiskunde B

Het vak bereidt voor op vervolgopleidingen met een sterk kwantitatieve en exacte component, zoals de technische sector van het hbo. Inhoudelijk ligt de nadruk op analyse en meetkunde, met ruime aandacht voor wiskundige vaardigheden die passen bij het examenprogramma wiskunde B – te weten modelleren en algebraïseren, ordenen en structureren, analytisch denken en probleem oplossen, formules manipuleren, abstraheren, en logisch redeneren en bewijzen – alsmede voor het functioneel gebruiken van ICT daarbij.

De onderwerpen die worden behandeld vallen in 4 verschillende categorieën, namelijk:

1. Vaardigheden

2. Functies, grafieken en vergelijkingen 3. Meetkundige berekeningen

4. Toegepaste analyse

Vaardigheden: Het gestructureerd werken, het kunnen toepassen van rekenregels en het kunnen kiezen van de juiste oplossingsstrategie zijn belangrijke vaardigheden. Het exact bepalen van een antwoord in plaats van het te benaderen is de insteek.

Functies, grafieken en vergelijkingen: Denk aan lineaire formules (rechte lijnen), kwadratische functies (parabolen), exponentiële functies en wortelfuncties. Er komen nog enkele functies bij zoals goniometrische functies. Dit zijn sinus- en cosinusfuncties.

Ook ga je onderzoeken hoe het zit met hellingen van grafieken. Daalt een grafiek of stijgt een grafiek? Kun je dat al “zien” aan de formule die bij de grafiek hoort? Je leert hellingen te berekenen van grafieken en deze weer te verwerken in een formule.

Bij al deze onderwerpen zal aandacht zijn voor algebra: het leren omgaan met formules met haakjes, breuken, machten, kwadraten en wortels. Vergelijkingen en ongelijkheden leer je oplossen. Denk aan ontbinden in factoren en de abc-formule.

Meetkundige berekeningen: Ruimtemeetkunde is uit het programma gehaald en hiervoor in de plaats is er sprake van platte meetkunde. Geen drie dimensionale figuren meer waarmee gerekend wordt. Denk bij platte meetkunde aan het bepalen van de afstand tussen twee punten of de hoek tussen twee lijnen.

Toegepaste analyse: Hier gaat het voornamelijk over de verandering en de afgeleide. Hoe snel veranderd iets en welke conclusies kun je trekken als je weet hoe iets veranderd. Ook wordt er in dit domein stil gestaan hoe bij bepaalde processen het optimum bepaald kan worden.

Als je twijfelt en of meer wilt weten over wiskunde B, kun je altijd advies of informatie vragen aan je wiskundedocent.

Economie

Veel mensen denken dat economie over geld gaat, dat je leert om snel rijk te worden, dat je straks alles weet van welke aandelen goed zijn en hoe hoog de olieprijs morgen is.

Helaas. Dat is niet zo...

Natuurlijk speelt geld een belangrijke rol, leer je over winst, krijg je zaken te horen over aandelen en weet je hoe prijzen tot stand komen, maar economie gaat vooral over kiezen.

We kunnen niet alles kopen wat we hebben willen en daarom moeten we steeds keuzes maken. Hoe iemand dat doet, moet hij lekker zelf weten. Economen kijken alleen maar wat er dan allemaal gebeurd, wat de gevolgen daarvan zijn. En zo komen we op een heleboel onderwerpen terecht die in ons dagelijks leven voorkomen. Of je nu wil of niet: je neemt deel

(3)

aan de maatschappij en dan heb je automatisch met deze zaken te maken. Als je er dan niets van af weet, is dat wel erg vervelend.

Bij economie leer je daar van alles over en je leert bovendien wat de verbanden daar tussen zijn. Of het nu gaat over jouw inkomen, de belastingen, de prijzen van de goederen, de rol van de overheid, onze welvaart, de winsten van bedrijven, de banken, verzekeringen, sparen of lenen, handel met het buitenland, de invloed van reclame, het milieu, kosten, vakbonden, vergrijzing, ontwikkelingshulp, hypotheken enz. enz. Je leert het bij economie.

FAQ

Lijkt economie in de bovenbouw op economie in de onderbouw?

Niet of nauwelijks. We beginnen bij het begin en het breidt zich uit. Omdat er veel verschillende onderwerpen behandeld worden, kan het zijn dat je de ene keer een goed cijfer haalt en de volgende keer een veel beter cijfer. Het een ligt je beter dan het ander.

Moet je voor economie goed zijn in wiskunde?

Nee, dat hoeft niet. Er wordt wel (veel) gerekend bij economie en er worden af en toe ook vergelijkingen opgelost. Natuurlijk helpt het wel als je enig gevoel voor cijfers hebt.

Waar heb je economie voor nodig?

De vraag omdraaien is eenvoudiger. Waar heb je economie niet voor nodig? Economie helpt natuurlijk als voorbereiding op een economische of bedrijfskundige vervolgopleiding. Voor leerlingen die andere opleidingen in hun hoofd hebben, is de invloed van economie op hun algemene ontwikkeling moeilijk te overschatten. Economisch inzicht kan zelfs het meest creatieve brein helpen bij de dagelijkse beslissingen.

Geschiedenis

Iedereen heeft een geschiedenis. Om de ander goed te kunnen begrijpen, is het soms nodig om iemands geschiedenis te kennen. Dat is zo in het klein, maar ook in het groot. Daarnaast kunnen we van de geschiedenis ook iets leren. Om dit te illustreren een stukje uit het voorwoord van ons handboek:

“Janusz Korczak was een Poolse joodse arts die begin augustus 1942 met tweehonderd kinderen van zijn weeshuis in Warschau werd weggevoerd naar Treblinka en in de gaskamer stierf. Vlak voor het einde kreeg hij als pedagoog met enige internationale faam nog een ontsnappingskans aangeboden door de Duitsers, die hij verontwaardigd van de hand wees.

Hand in hand met ‘zijn kinderen’ liep hij, terwijl ze samen een lied zongen, de gaskamer binnen.

Is deze man belangrijk voor de geschiedenis? Zijn de tweehonderd weeskinderen belangrijk voor de geschiedenis? Moeten we zijn naam kennen? Moeten we de namen van die tweehonderd kinderen kennen als die nog te achterhalen zijn? Moeten we dat allemaal weten?

Korczak staat symbool voor dapperheid, solidariteit en plichtsbetrachting. Een voorbeeld voor ons, een lesje in moed en in jezelf wegcijferen. Maar ook een spotlight op grote gebeurtenissen en historische begrippen die ons nog lang zullen heugen: de jodenvervolging, Tweede Wereldoorlog en het nationaal-socialisme en ook hoe dat allemaal kon gebeuren. Korczak dobbert met zijn weeskinderen als een klein thema rond in die eindeloze zee van gebeurtenissen, begrippen en personen, die samen het vak geschiedenis vormen.”

Het vak geschiedenis is verplicht in de twee maatschappijprofielen. Bij de natuurprofielen kan het vak niet gekozen worden. Wanneer leerlingen het toch willen volgen kunnen zij contact op nemen met JBw. Samen kunnen ze kijken er ruimte in hun rooster is om het vak toch op vrijwillige basis te kunnen volgen.

We ‘wandelen’ in 4 en 5 havo door de Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen en Vroegmoderne tijd naar de Moderne Tijd. Daarbij maken we gebruik van een handboek met daarin ook vragen

(4)

verwerkt. We beginnen dus weer helemaal bij het begin. Verder krijg je ook nog een hoofdstuk over staatsinrichting en er worden drie onderwerpen iets verder uitgelicht. Voor die onderwerpen die bij het eindexamen uitgediept worden komt er een extra katern.

“Iemand die zijn geschiedenis niet kent, kent zichzelf niet”

Profielkeuzevakken

Bedrijfseconomie

In de bovenbouw kun je kiezen voor het vak Bedrijfseconomie.

Het vak leert je om actief de maatschappij van morgen mede vorm te geven. Je staat niet langs de zijlijn, maar je bent een deelnemer in de samenleving. Het gaat niet meer om jou als leerling, als werknemer of over een bedrijf als een losstaand ‘iets’, maar om de onderlinge verhoudingen en beïnvloedingen. Dat hoeft geen ver-van-je-bed-show te zijn. Je bent het je misschien niet bewust, maar je maakt deel uit van veel organisaties. Je staat ingeschreven bij een school, maakt deel uit van een gezin, je bent lid van de sportvereniging, van de muziekschool, van een kerk, je hebt een baantje, je bent inwoner van een gemeente, je maakt gebruik van de openbare ruimte, etc.

Op het moment dat je de middelbare school verlaat om te gaan studeren, krijg je te maken met weer nieuwe organisaties: een hogeschool of universiteit, DUO, studentenraden, onderwijscommissies, studentenverenigingen, etc. Jouw financiële verantwoordelijkheid wordt groter en het is belangrijk dat je daarop wordt voorbereid.

Als individu moet je economisch overleven door een bijdrage te leveren aan de maatschappij.

Eenmaal afgestudeerd, kun je op veel plaatsen in een organisatie terecht komen of als ondernemer de spil in een eigen organisatie worden.

In alle gevallen is het noodzakelijk om te weten hoe een organisatie functioneert en de samenleving beïnvloedt. Je moet weten welke processen er in een organisatie te onderscheiden zijn, maar ook weten hoe een organisatie in zijn omgeving staat en welke invloeden de omgeving en de organisatie op elkaar uitoefenen.

Dat gaat dus verder dan dat je je zelf leert zien als privépersoon, medewerker of ondernemer.

Dat maakt het vak een algemeen vormend vak. Het vak geeft dus een invulling die ingaat op je eigen persoon als ondernemer, werknemer of als privépersoon die belangrijke financiële beslissingen moet nemen.

De kans is groot dat je als havo- of vwo-leerling later als werknemer een leidinggevende functie bereikt, daarom is het van groot belang dat je kennis hebt over het functioneren van organisaties en dan vooral de financiële kant er van. Vandaar het belangrijkste deel van het vak: bedrijfseconomie. Kennis over het initiatief dat nodig is om organisaties te starten wordt behandeld in het gedeelte ondernemen.

Omdat je als privépersoon ook allerlei financiële beslissingen moet nemen, is het belangrijk dat je financieel bewust bent. Je zult over voldoende kennis moeten beschikken om op korte, middellange en lange termijn je financiën in balans te houden. Zaken als lenen, sparen, beleggen (vwo) en samenleven (trouwen, sparen, erven en schenken) komen aan de orde en moeten zorgen voor financiële zelfredzaamheid.

Aardrijkskunde

Waarom zou je kiezen voor aardrijkskunde?

Het vak van de toekomst

✓ Aardrijkskunde gaat over het nu en de toekomst van onze omgeving, ons land, ons continent en onze wereld. En de toekomst betreft natuurlijk vooral de toekomst van leerlingen zelf.

✓ Aardrijkskunde gaat over de relatie mens en natuur op onze planeet, van wereldschaal tot bij je om de hoek. Aardrijkskunde stelt de wisselwerking van de mens en natuurlijke omgeving centraal en is daarin uniek. Met een groeiende wereldbevolking en toenemende

(5)

schaarste van bestaansbronnen neemt de druk op de ruimte en de druk op de kwaliteit van leven toe. Aardrijkskundige kennis gaat over een duurzame leefomgeving, dichtbij en veraf, in een wereld waarin steeds meer alles met alles samenhangt. Aardrijkskunde helpt leerlingen zicht te krijgen op die wereld.

✓ Aardrijkskunde leert je complexe situaties te overzien. Bij aardrijkskunde zoom je in en uit, leer je denken vanuit verschillende invalshoeken en het geheel.

✓ Aardrijkskunde helpt om de grote vraagstukken van deze tijd te begrijpen en mogelijke oplossingen aan te dragen. Tot deze vraagstukken behoren bijvoorbeeld het voedselvraagstuk, het energievraagstuk en het klimaatvraagstuk.

✓ Aardrijkskunde opent je wereld. Bij aardrijkskunde maak je kennis met andere gebieden en culturen. We krijgen steeds meer te maken met andere delen van de wereld. Hierdoor wordt kennis van andere gebieden en culturen van steeds groter belang.

✓ Bedrijven en individuen kunnen niet internationaal opereren zonder geografische kennis.

In een wereld waarin mensen en landen steeds meer met elkaar verbonden zijn, zijn kennis en inzicht in zowel mondiale ontwikkelingen als ontwikkelingen in specifieke gebieden als China, India, de VS, Rusland, Brazilië, de EU en ons eigen land essentieel om Nederland ook in de toekomst een toonaangevende kenniseconomie te laten zijn. Aardrijkskunde is het schoolvak dat hier aandacht aan besteedt.

Niet alleen leren maar ook doen

✓ Aardrijkskunde is een ‘buitenvak’, je gaat erop uit om buiten onderzoek te doen in de vorm van veldwerk. Aardrijkskunde is ook bij uitstek een vak met excursies.

✓ Aardrijkskunde is een spannend vak, het gaat over de echte wereld en biedt waardevolle bagage voor je hele leven. Bagage die je gebruikt als je op reis gaat of mensen uit andere culturen ontmoet en bagage die je straks goed kunt gebruiken in je werk.

✓ Bij aardrijkskunde leer je werken met Geo-ICT toepassingen als Google Earth, TomTom, GIS en Remote Sensing. Geotechnologie en geo-informatie is wereldwijd een van de sterkste groeisectoren. Door deze ‘geo-revolutie’ is er veel behoefte aan specifieke geo- kennis en vaardigheden.

Een interessant vak dat veel mogelijkheden biedt

✓ Aardrijkskunde is het enige vak dat echt een brugfunctie tussen gamma en bèta kan vervullen, omdat het de relatie tussen de samenleving en de natuurlijke omgeving centraal stelt. De natuurkundige en maatschappelijke elementen komen nadrukkelijk en in een evenwichtige verdeling aan de orde. Aardrijkskunde sluit met thema’s als energie, grondstoffen, water, vulkanisme en klimaat uitstekend aan op andere bètavakken en met thema’s als globalisering, verstedelijking, geopolitiek en leefbaarheid op andere maatschappijvakken. Aardrijkskunde maakt bèta toegankelijker voor gammaleerlingen en andersom. Voor leerlingen is aardrijkskunde het perfecte vak waar alles samenkomt.

✓ Aardrijkskunde heeft een zeer aantrekkelijk programma. Het gaat om thema’s en gebieden die dagelijks in de actualiteit zijn.

✓ Aardrijkskunde sluit van alle schoolvakken het beste aan op de topsectoren. Denk aan de vakgebieden waar we in Nederland goed in zijn: water, energie, agrofood en logistiek. In deze sectoren zal Nederland in de toekomst veel mensen nodig hebben.

✓ Aardrijkskunde sluit aan bij vervolgstudies:

- Aardrijkskunde sluit aan op een breed palet aan beroepssectoren, zoals landbouw, de watersector, de energiesector, Geo-ICT, internationale handel, toerisme, recreatie, stedenbouwkunde, verkeer en transport, openbaar bestuur, beleid.

- Er is een directe link tussen aardrijkskunde en tal van studies als sociale geografie, fysische geografie, geologie, future planet studies, agrarische studies, ‘bodem, water en atmosfeer’ , ‘aarde en economie’, ‘geo-media en design’, Geo-ICT, internationale economie, ontwikkelingsstudies, antropologie, planologie en toeristische opleidingen.

- Aardrijkskunde is een breed en algemeen vormend kennisvak en daarmee in tegenstelling tot veel andere vakken geen voorportaal voor slechts een of enkele vervolgstudies. Met

(6)

aardrijkskunde kun je juist veel kanten op. Het bereidt voor op zowel gammastudies als bètastudies of combinaties daarvan.

Maatschappijwetenschappen

Als je nieuwsgierig bent naar de wereld om je heen en je hebt belangstelling voor dingen die je in het nieuws ziet, hoort of leest, dan is maatschappijwetenschappen wellicht een interessant vak voor jou.

Concept-context benadering

Bij MAW ga je dingen die spelen in Nederland en in de wereld analyseren met behulp van verschillende begrippen (kernconcepten). Deze begrippen zijn “tools” waarmee je verschijnselen in de wereld leert verklaren. Een voorbeeld is het begrip macht. Macht speelt een rol bij veel gebeurtenissen zowel op kleine schaal (in de klas) als op wereldniveau (relaties tussen landen). Doordat we met kernconcepten werken die je op allerlei situaties kunt toepassen is er bij MAW veel ruimte om actuele gebeurtenissen te bespreken zoals verkiezingen, demonstraties of media.

Binnen het onderwijs is steeds meer aandacht voor concept-context benaderingen. Bij MAW gebruiken we dit al. De kernconcepten kun je op verschillende contexten toepassen zodat je de geleerde kennis ook in nieuwe situaties kunt gebruiken. Voorbeelden van contexten die aan bod komen in de lessen zijn: criminaliteit, politieke besluitvorming, internationalisering en media.

Onderzoek

Naast de concept-context benadering, ga je bij MAW ook kennis maken met sociaal- wetenschappelijk onderzoek. Waaraan moet een goed onderzoek voldoen. Hoe stel je een goede onderzoeksvraag en hypothese op en hoe kun je kritisch kijken naar onderzoek dat al gedaan is. Je kunt hier veel profijt van hebben bij je profielwerkstuk en je vervolgopleiding.

Opzet

Bij het vak MAW is er veel ruimte voor eigen keuze, met name in de eerste drie perioden. Je gaat verschillende praktische opdrachten maken en daarbij heb je zelf de keuze voor (maatschappelijke) onderwerpen die je interessant vindt.

Maatschappijwetenschappen is een examenvak dat, in tegenstelling tot het vak maatschappijleer, een centraal schriftelijk eindexamen kent. Na de keuze-opdrachten gaan we aan de slag met de voorbereidingen van het eindexamen. Dan komt er ook meer contextkennis in de lessen aan bod.

Leuk om te vermelden en zeker de moeite waard: in het examenjaar breng je een bezoek aan de Tweede Kamer.

Natuurlijk is het goed om te weten welke vervolgopleidingen aansluiten bij het vak maatschappijwetenschappen. Het is een zeer gewenst vak als je kiest voor één van de meer sociale en maatschappelijke opleidingen, zoals:

• HBO rechten / Sociaal Juridische Dienstverlening;

• Social Work / Ontwikkelingsstudies;

• Communicatiewetenschappen;

• University Colleges (Liberal Arts & Sciences)

• (Academische) PABO; Lerarenopleiding maatschappijvakken (mij/gs/ak);

• Human Resource Management;

• Veiligheidskunde / Security Studies / Politie.

(7)

Moderne vreemde taal Duits

Meer nog dan in de onderbouw, staat het oefenen met de vier praktische vaardigheden (spreek-, lees-, schrijf- en luistervaardigheid) in de lessen Duits in de bovenbouw centraal. Dit betekent overigens níet dat het leren van woordjes en grammatica nu helemaal verleden tijd is. De grammatica uit de onderbouw wordt herhaald en de woordenschat wordt uitgebreid.

Iedere periode staat een bepaald thema centraal (b.v. sport, vrije tijd, film, internet etc.). Alle oefeningen en opdrachten in die periode staan in het teken van dit thema, ook alle woordjes die geleerd moeten worden.

Op deze manier willen we je leren de taal ook daadwerkelijk te gebruiken, zodat het leuk is en je er ook echt wat aan hebt.

Is Duits nou alleen maar een vak voor je als je van boeken lezen en taal houdt? Als je nou niet zo goed bent in grammatica, moet je dan maar geen Duits kiezen?

Dit zijn vragen die op voorlichtingsbijeenkomsten over de profielkeuze vaak gesteld worden.

Natuurlijk is het mooi meegenomen als je van taal houdt en alle naamvallen uit elkaar kunt houden, maar een voorwaarde is het absoluut niet. Wel is het belangrijk bij de keuze voor een vervolgopleiding te letten of je Duits nodig hebt!

Vanaf de vierde klas ga je druk in de weer met de oriëntatie op de toekomst. Er zijn opleidingen die bij de toelating als eis hebben dat je eindexamen Duits (of Frans) hebt gedaan, zoals bijvoorbeeld bij opleidingen in het toerisme en de horeca. Er is ook een aantal economische opleidingen, waarbij het een voordeel is als je Duits hebt gehad (Logistiek & economie, Commerciële economie); Duitsland is immers de belangrijkste handelspartner van Nederland.

Goede beheersing van het Duits kan je dus later, als je in het bedrijfsleven wilt werken, net een streepje voor geven. Maar ook als je geïnteresseerd bent in techniek komt Duits van pas;

nog steeds wordt er op technische opleidingen gebruik gemaakt van studiemateriaal in het Duits.

Kortom: genoeg redenen om verder te gaan met Duits.

Frans

Het accent ligt in de bovenbouw minder op de grammatica en meer op het oefenen van de vier vaardigheden: gespreksvaardigheid, schrijfvaardigheid, leesvaardigheid en luistervaardigheid.

Ook het boek is anders. Je werkt aan de opbouw van je woordenschat. Dit gaat niet via toetsen voor een cijfer, maar in de les gebeurt dat op verschillende manieren.

Schrijfvaardigheid bestaat uit oefeningen; daarnaast leer je zowel formele als informele brieven schrijven en ga je je mening verwoorden in het Frans. De leesvaardigheid wordt voornamelijk ontwikkeld via het boek. In 5 havo komt het accent meer te liggen op examenteksten. De literatuur is voornamelijk gericht op de moderne tijd. De gespreksvaardigheid is vooral praktisch gericht en de bedoeling is dat je in de les zoveel mogelijk Frans spreekt.

Waarom zou je Frans kiezen?

In de eerste plaats is Frankrijk nog altijd vakantieland nummer 1 voor de Nederlanders. En het is nog steeds een wereldtaal! Voor sectoren als toerisme en horeca, is een goede beheersing van het Frans een pré. Het is een keuzevak op diverse MBO- en HBO-opleidingen, zoals:

Hotelschool, Luchtvaartdienstverlening, Toeristisch en recreatief management, European studies.

(8)

Spaans

Alweer een aantal jaar kun je bij ons op school Spaans kiezen als examenvak. Als je tot hier bent gekomen, ben je er ongeveer wel van op de hoogte hoe belangrijk de Spaanse taal tegenwoordig is. Het gewicht en invloed van deze taal is gebaseerd op objectieve gegevens, het gaat om de derde meest gesproken taal ter wereld en de tweede qua aantal mensen die het spreken als moedertaal.

De groei en uitbreiding van het Spaans is ook te danken aan het hogere aantal mensen die het studeren of uitoefenen als vreemde taal, waardoor velen het tegenwoordig als tweede taal spreken. In landen zoals de Verenigde Staten, waar de Spaanssprekende gemeenschap blijft groeien, is Spaans de meest aangevraagde taal in de academische centra en is in steeds meer bedrijven ook een vereiste.

Hetzelfde geldt voor Europa, waar Spanje een van de voorkeurslanden is voor de duizenden studenten die Spaans willen leren, en in Azië wordt de taal algemeen aanvaard. Zowel de Spaanse als de Latijns-Amerikaanse cultuur hebben meegeholpen aan de populariteit van de taal; de kleurrijke en feestelijke gewoontes, de kwaliteit van de kunstenaars of de beroemde geschiedenis, onder andere. Zijn diepte dringt bij miljoenen mensen door en verleidt hen onmiddellijk om de gemeenschappelijke taal die deze landen delen, te leren.

Waarom Spaans leren?

Naast het feit dat het een rijke en mooie taal is op vele niveaus, komt het naar voren als een onmisbaar element van communicatie in de internationale handel, als een werkinstrument en als een wereldwijde bron van sociale interactie.

Op steeds meer vervolgopleidingen kun je ook Spaans kiezen. Binnen het HBO zien wij dat het Spaans aan ruim 40 instellingen wordt gegeven, aan ruim 10000 studenten. De opleidingen waar het vaakst Spaans wordt gegeven: hotelscholen, Europese studies, toeristische opleidingen, economische studies (vooral richting handel/commercie) en vertaalopleidingen.

In de bovenbouw werk je, volgens een methode, verder aan de taalvaardigheden. Er worden nieuwe thema’s behandeld, maar er wordt ook veel herhaald uit de onderbouw. In de thema’s die behandeld worden, komen de gewoontes en tradities van de Spaanse cultuur naar voren.

Er is veel aandacht voor spreek- en luistervaardigheid. Je moet gesprekjes kunnen voeren over algemene onderwerpen. Het idioom wordt uitgebreid door middel van het leren van nieuwe woorden en uitdrukkingen, welke in gesprekjes moeten worden toegepast.

Tenslotte komt ook de schrijfvaardigheid aan bod; je leert emails, informele brieven en artikelen te schrijven in het Spaans.

Verdiep je in de taal en in de cultuur voor een unieke ervaring die steeds meer mensen toevoegen aan hun leven. ¡El español te abrirá nuevos horizontes!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De dialoog vindt plaats door samen te bidden, en al doende leg ik voor wat er in mijn hart leeft aan spijt en verdriet, aan verlangen naar een nieuw begin: ik toon mezelf zoals ik

Alle zure voedingsmiddelen, hoe gezond ook, kunnen schadelijk zijn voor uw gebit.. Vooral voor zuur fruit moet

Daarbij is van belang op te merken dat in een aantal gevallen duurzaamheid niet veel meer is dan een nieuwe naam voor milieubeleid of beleid dat erop is gericht op termijn

Den Haag Zuidwest raakt veel so- ciale cohesie kwijt, doordat mensen met wie het net wat beter gaat niet in de wijk kunnen blijven wonen. Bij sloop-

Gemeenten hebben maar een beperkt budget om deze mensen naar betaald werk te leiden of een voorziening te bieden.. Sociale Diensten richten zich steeds nadrukkelijker op mensen

Colofon Gemeente Uithoorn, Laan van Meerwijk 16, 1423 AJ Uithoorn, Postbus 8, 1420 AA Uithoorn Opdrachtgever: Gemeenteraad Uithoorn Concept & redactie: Merktuig,

Met de overgang van de beschutte werkplaatsen in het kader van Beter Bestuurlijk Beleid van Welzijn naar de sector sociale economie sinds 1 april 2006, treedt er een nieuwe fase

Sommige gemeenten stellen als eis dat mantelzorgers zich registreren, bijvoorbeeld bij de gemeente zelf, bij een Steunpunt Mantelzorg of bij Mezzo, om voor waardering in