• No results found

Oude Delft 245/245a, Delft rapport 4206

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oude Delft 245/245a, Delft rapport 4206"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Oude Delft 245/245a, Delft

rapport 4206

(2)
(3)

Oude Delft 245/245a, Delft (gemeente Delft)

Een bureauonderzoek

R.M. van der Zee

(4)

Colofon

ADC Rapport 4206

Oude Delft 245/245a, Delft (gemeente Delft) Een bureauonderzoek

Auteur: R.M. van der Zee

In opdracht van: mevrouw A. Kraaij

© ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 25 januari 2017

Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Status onderzoek: definitief

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Autorisatie:

A. Müller

ISSN 1875-1067

ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel 033-299 81 81 Fax 033-299 81 80 Email info@archeologie.nl

(5)

Inhoudsopgave

Samenvatting 5

1 Inleiding en administratieve gegevens 7

2 Bureauonderzoek 8

2.1 Doelstelling en vraagstelling 8

2.2 Methodiek 8

2.3 Resultaten 9

2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie 14

3 Aanbeveling 14

Literatuur 15

Geraadpleegde websites 15

Lijst van afbeeldingen en tabellen 16

(6)
(7)

Samenvatting

In opdracht van mevrouw A. Kraaij heeft ADC ArcheoProjecten in oktober en november 2016 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarde van de locatie Oude Delft 245/245a in Delft, gemeente Delft. De aanleiding is de sloop van een achterhuis gevolgd door het oprichten van een nieuw achterhuis. Het voorhuis betreft een gemeentelijk monument en zal worden behouden.

Op basis van het bureauonderzoek is een gespecificeerde verwachting opgesteld. Hieruit volgt dat de natuurlijke ondergrond van het plangebied naar verwachting uit veen (Hollandveen Laagpakket binnen de Formatie van Nieuwkoop) en dekafzettingen van de Gantel (Laagpakket van Walcheren binnen de Formatie van Naaldwijk) bestaat. Op grond van deze opbouw wordt het aantreffen van bewoningsresten uit de Romeinse tijd niet waarschijnlijk geacht. Uit archeologische gegevens is bekend dat dergelijke resten in de binnenstad van Delft hoofdzakelijk op de hoger gelegen geulrug van de Gantel zijn aan te treffen. Deze rug moet echter ten westen en zuiden van het plangebied gezocht worden.

Gezien het ontbreken van resten uit de Vroege Middeleeuwen wordt aangenomen dat in deze periode het onderzoeksgebied geen bewoning kende. In de 11e eeuw werd het gebied vanaf de Schie ontgonnen en rond het midden van de 12e eeuw ontstond een lintvormige nederzetting langs de Oude Delft, die in het verlengde van de Schie lag. In 1246 werd aan de nederzetting

stadsrechten verleend en 1268 werd het stadsgebied uitgebreid met de percelen aan de westzijde van de Oude Delft, waar ook het plangebied gesitueerd is. Op basis van de historische ontwikkeling moet in het plangebied rekening worden gehouden met ontginnings- en bewoningssporen vanaf de 11e/12e eeuw. Deze zullen bestaan uit ophogingslagen met allerlei vondstmateriaal (zoals

aardewerk, baksteen, dierlijk bot enz.), afvalkuilen, greppels en sporen van bebouwing zoals muurresten, resten van vloeren en uitbraaksleuven. Ter plaatse van de huidige bebouwing zullen de ontginnings- en bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd naar verwachting gedeeltelijk verstoord zijn door sloop- en bouwactiviteiten in de 20e eeuw.

Op basis van de verkregen resultaten adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied het verwijderen van de ondergrondse delen van de funderingen van het achterhuis en het aanleggen van nieuwe funderingssleuven voor het nieuw op te richten achterhuis in een archeologische begeleiding te voorzien. Deze beperkte vorm van vervolgonderzoek is ingegeven door de beperkte omvang van de locatie en het feit dat de nieuwbouw grotendeels ter plaatse van de huidige bebouwing gerealiseerd zal worden. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een opgraving (AB/Opgraven). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, in zover de werkzaam- heden dat toelaten, worden gedocumenteerd.

De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

(8)

Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

Periode Afkorting Tijd in jaren

Nieuwe tijd NT 1500 - heden

Middeleeuwen: XME 450 – 1500 na Chr.

Late Middeleeuwen LME 1050 - 1500 na Chr.

Vroege Middeleeuwen VME 450 - 1050 na Chr.

Romeinse tijd: ROM 12 voor Chr. – 450 na Chr.

Laat-Romeinse tijd ROML 270 - 450 na Chr.

Midden-Romeinse tijd ROMM 70 - 270 na Chr.

Vroeg-Romeinse tijd ROMV 12 voor Chr. - 70 na Chr.

IJzertijd: IJZ 800 – 12 voor Chr.

Late IJzertijd IJZL 250 - 12 voor Chr.

Midden-IJzertijd IJZM 500 - 250 voor Chr.

Vroege IJzertijd IJZV 800 - 500 voor Chr.

Bronstijd: BRONS 2000 - 800 voor Chr.

Late Bronstijd BRONSL 1100 - 800 voor Chr.

Midden-Bronstijd BRONSM 1800 - 1100 voor Chr.

Vroege Bronstijd BRONSV 2000 - 1800 voor Chr.

Neolithicum (Jonge Steentijd): NEO 5300 – 2000 voor Chr.

Laat-Neolithicum NEOL 2850 - 2000 voor Chr.

Midden-Neolithicum NEOM 4200 - 2850 voor Chr.

Vroeg-Neolithicum NEOV 5300 - 4200 voor Chr.

Mesolithicum (Midden-Steentijd): MESO 8800 – 4900 voor Chr.

Laat-Mesolithicum MESOL 6450 - 4900 voor Chr.

Midden-Mesolithicum MESOM 7100 - 6450 voor Chr.

Vroeg-Mesolithicum MESOV 8800 - 7100 voor Chr.

Paleolithicum (Oude Steentijd): PALEO tot 8800 voor Chr.

Laat-Paleolithicum PALEOL 35.000 - 8800 voor Chr.

Midden-Paleolithicum PALEOM 300.000 – 35.000 voor Chr.

Vroeg-Paleolithicum PALEOV tot 300.000 voor Chr.

Bron: Archeologisch Basis Register 1992

(9)

1 Inleiding en administratieve gegevens

In opdracht van mevrouw A. Kraaij heeft ADC ArcheoProjecten in oktober en november 2016 een bureauonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarde van de locatie Oude Delft 245/245a in Delft, gemeente Delft (afb. 1 en 2). De aanleiding is de sloop van een achterhuis gevolgd door het oprichten van een nieuw achterhuis. Het voorhuis betreft een gemeentelijk monument en zal worden behouden.

Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg, die onderdeel uitmaakt van de Monumentenwet, moeten archeologische (verwachtings)waarden gewaarborgd zijn in het bestemmingsplan. In het voorontwerp-bestemmingsplan ‘Binnenstad 2012’, dat op 15 november 2011 door de gemeente Delft is opgesteld, heeft het plangebied de dubbelstemming Waarde - Archeologie.1 Op de gemeentelijke beleidskaart betreft dit een zone met een hoge archeologische verwachting (afb. 3).2 Volgens de bestemmingsregels geldt een onderzoeksplicht bij plannen met een oppervlakte van 50 m2 of meer en bodemingrepen dieper dan 30 cm onder maaiveld. Hiervan wordt afweken als het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bebouwing waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut. Dit is evenwel bij de in het plangebied voorgenomen ontwikkeling niet het geval.

Ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden.

In Nederland dient het vaststellen van de archeologische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.3).3 Behalve op de KNA is de uitvoering van het onderzoek tevens gebaseerd op de aanbevelingen van de gemeente Delft.4 De volgende administratieve gegevens zijn van toepassing:

Opdrachtgever: Mevrouw A. Kraaij Nieuwe Plantage 14 2611 XH Delft Tel.: 06 – 131 504 88 E-mail: akraaij@xs4all.nl Fase AMZ-cyclus: bureauonderzoek

Aanleiding: gedeeltelijke sloop en nieuwbouw van een woning

Locatie: Oude Delft 245/245a

Plaats: Delft Gemeente: Delft Provincie: Zuid-Holland Kadastrale gegevens: gemeente Delft sectie B nummer 656

Kaartblad: 37E (1:25.000)

Oppervlakte plangebied 428 m2

Coördinaten: NW: 83.990 / 447.854 ZO: 84.038 / 447.867 NO: 84.017 / 447.870 ZW: 83.998 / 447.846 Bevoegde overheid met contactgegevens: Gemeente Delft

Postbus 78 2600 ME Delft Tel.: 14 015

1 http://www.ruimtelijkeplannen.nl/

2 http://archeologie-delft.nl/zaken-en-regels/gemeentelijke-beleidskaarten

3 SIKB 2013.

4 e-mail mw. P. Kloosterman d.d. 7 november 2016.

(10)

Deskundige namens de bevoegde overheid met contactgegevens:

Mw. drs. P. Kloosterman Archeologie Delft Postbus 78 2600 ME Delft Tel.: 06 539 88 767

E-mail: pkloosterman@delft.nl ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 4022179100

ADC-projectcode: 4180646

Auteur: R.M. van der Zee

Projectmedewerker(s): n.v.t.

Autorisatie: A. Müller

Periode van uitvoering: oktober en november 2016 en januari 2017 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e-depot): http://dx.doi.org/10.17026/dans-xk9-j95a

2 Bureauonderzoek

2.1 Doelstelling en vraagstelling

Het bureauonderzoek vormt de eerste stap in het vaststellen van de archeologische waarde van het gebied. Het doel van bureauonderzoek is het aan de hand van schriftelijke bronnen verwerven van informatie over bekende en/of verwachte archeologische waarden in het plangebied, om daarmee te komen tot een gespecificeerde, archeologische verwachting.

Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

• Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting?

• Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd?

2.2 Methodiek

Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 Landbodems, protocol 4002 Bureauonderzoek.

Het bureauonderzoek bestaat uit de volgende elf processtappen:

1. Afbakenen plan- en onderzoeksgebied en vaststellen consequenties van mogelijk toekomstig gebruik;

2. Aanmelden onderzoek bij Archis;

3. Vermelden (en toepassen) overheidsbeleid;

4. Beschrijven huidig gebruik;

5. Beschrijven historische situatie en mogelijke verstoringen;

6. Beschrijven mogelijke aanwezigheid bouwhistorische waarden in de ondergrond;

7. Beschrijven bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden;

8. Opstellen gespecificeerde verwachting;

9. Opstellen standaardrapport bureauonderzoek;

10. Afmelden onderzoek bij Archis: overdracht onderzoeksgegevens;

11. Aanleveren digitale gegevens bij e-Depot.

De processtappen 1 tot en met 7 leveren gegevens op basis waarvan processtap 8, de gespecificeerde verwachting wordt opgesteld. De gespecificeerde verwachting kan worden beschouwd als een belangrijke conclusie van het bureauonderzoek, omdat hierin wordt aangegeven of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht, indien relevant weergegeven op een kaart.

(11)

De resultaten van processtappen 1 tot en met 8 worden behandeld in de paragrafen 3.1 tot en met 3.5. Processtap 9 resulteert in het voorliggende rapport. De processtappen 10 en 11 hebben betrekking op het voor derden openbaar maken van de resultaten van het bureauonderzoek bij onder meer Archis en het e-Depot.

De beschrijving van de historische en aardwetenschappelijke informatie is gebaseerd op het volgende bronmateriaal:

• Stadsplattegrond van Delft (na stadsbrand) uit 1536

• Stadsplattegrond van Delft van Jacob van Deventer uit 1556

• Stadsplattegrond van Delft van Braun en Hogenberg uit 1581

• Stadsplattegrond van Delft ‘Kaert Figuratief’ uit 1703

• Stadsplattegrond van Delft van Frederick de Wit uit 1698

• Kaart van het hoogheemraadschap van Delfland uit 1712

• Kadastrale minuut uit 1832

• Grote historische atlas van Nederland, 1:50.000, deel 1 West-Nederland 1839-1859

• Bonnekaarten uit 1876, 1890, 1900, 1904, 1908, 1913 en 1934

• Topografische kaarten uit 1936-2015

• Geologische kaart van Nederland 1:50.000

• Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000 (digitale versie)

• Bodemkaart van Nederland 1:50.000

• Archeologisch-Geologische kaart van de gemeente Delft

• Recente luchtfoto’s (Google Earth)

• AHN-beelden

• Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland

• Indicatieve Kaart Militair Erfgoed (IKME1.1)

• Archeologische beleidskaart van de gemeente Delft

• Archeologische Monumentenkaart (AMK)

• Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS)

• Diverse literatuur en websites 2.3 Resultaten

2.3.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied, beschrijving huidig gebruik en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik

Het plangebied bevindt zich in de stadskern van Delft (afb. 1 en 2). De locatie beslaat het perceel dat kadastraal geregistreerd is als ‘gemeente Delft sectie B nummer 656’. De noordoostelijke begrenzing wordt gevormd door bebouwing aan de Oude Delft (huisnummers 247, 249/249a en 251) alsook de Oude Delft zelf. De zuidoostelijke en noordwestelijke begrenzing wordt gevormd door tuinen. De zuidwestzijde van de locatie is niet fysiek begrensd.

Het plangebied is grotendeels bebouwd. De bebouwing wordt gevormd door de bestaande uitbouw (‘achterhuis’) en een pand aan de Oude Delft 245/245a (‘voorhuis’; afb. 4). De huidige bebouwing is gefundeerd op staal, waarbij de vloerconstructie van beton is en op zand gestort.5 Het overige deel van het plangebied bestaat uit tuin en achtererf.

In het plangebied moet rekening worden gehouden met aansluitingen van nutsvoorzieningen.

Uit het Bodemloket6 blijkt dat in het plangebied nog geen milieukundig bodemonderzoek is uitgevoerd. De milieuhygiënische bodemkwaliteit is derhalve niet bekend.

Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden

5 e-mail de heer K. Heslenveld (Mecanoo) d.d. 18 november 2016.

6 http://www.bodemloket.nl

(12)

gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 100 m rondom het plangebied. De begrenzing van deze zone is gebaseerd op het gegeven dat hierbinnen sprake is van voldoende informatie om een uitspraak te doen over de archeologische verwachting die representatief is voor het plangebied.

Het voorhuis betreft een gemeentelijk monument en zal worden behouden. Het achterhuis is geen monument. Dit zal worden gesloopt en voor het grootste deel weer worden opgebouwd in hetzelfde bouwvolume als de bestaande bebouwing.7 Aan de achtergevel worden aan beide zijden,

aansluitend aan beide erfafscheidingen, uitbouwen gerealiseerd (afb. 5). De funderingsconstructie van de nieuwbouw wordt hetzelfde als van de huidige bebouwing. Aan de buitenzijde wordt een vorstrand gestort, waarbij de onderkant van de balk tot het maaiveld 800 mm zal bedragen. De balkbreedte zal 300 mm bedragen.

De consequentie van de voorgenomen ontwikkeling kan zijn dat eventuele aanwezige waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.

2.3.2 Beschrijving van de aardwetenschappelijke waarden

De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied:

Bron Informatie Geologische kaart van Nederland 1:50.000

(afb. 6)8

Afzettingen van Duinkerke I9 op Hollandveen10 op Afzettingen van Calais11 met Hollandveen (kaartcode: A2.1)

Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000 (digitale versie)12

niet gekarteerd (bebouwd)

Bodemkaart van Nederland 1:50.00013 niet gekarteerd (bebouwd) Archeologisch-Geologische kaart van de

gemeente Delft14

dekafzettingen van Duinkerke I15 (kleidek > 200 cm dik op zanddek op Hollandveen16)

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)17 circa 0,7 m +NAP

Landschappelijke ontwikkeling

De landschappelijke ontwikkeling van het gebied waar zich de huidige binnenstad van Delft bevindt is beschreven in een door Archeologie Delft opgesteld bureauonderzoek.18

‘Aanvankelijk bestond de ondergrond van Delft uit veen (Hollandveen Laagpakket). Omstreeks300 v.Chr. werden er vanuit zee getijdengeulen in dit veengebied uitgeschuurd, waarin zandige sedimenten werden afgezet: de geulafzettingen van de Gantel Laag (Laagpakket van Walcheren).

De belangrijkste geul van het getijdensysteem was de Gantel, die bij Naaldwijk aan land kwam en via Wateringen, Rijswijk en Delft liep. In Monster en Poeldijk is er nog altijd een restgeul van de Gantel. In Delft Zuid en Pijnacker eindigde de hoofdgeul in tientallen kleinere geulsystemen. De geulafzettingen bestaan hoofdzakelijk uit klei, afgewisseld met zandlaagjes. De hoofdgeul van de Gantel doorsnijdt de binnenstad van Delft van noordwest naar zuidoost.’

7 e-mail de heer K. Heslenveld (Mecanoo) d.d. 18 november 2016.

8 Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO 1998.

9 Verouderde terminologie, volgens huidige lithostratigrafische indeling (TNO 2011) Gantel Laag, Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk.

10 ibid., Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop.

11 ibid., Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk.

12 Alterra 2006.

13 Stichting voor Bodemkartering 1972.

14 Gemeente Delft vakteam archeologie 2004.

15 Verouderde terminologie, volgens huidige lithostratigrafische indeling (TNO 2011) Gantel Laag, Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk.

16 ibid., Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop.

17 http://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/

18 Van Horssen 2016.

(13)

‘Buiten de geulafzettingen werd een dik kleipakket afgezet: de dekafzettingen van de Gantel Laag.

Als gevolg van oxidatie en klink van het Hollandveen onder de afzettingen van de Gantel Laag is er in het verleden inversie opgetreden in het landschap. Hierdoor zijn de zandige geulafzettingen als hogere ruggen in het landschap komen te liggen. Deze geulafzettingen vormden daardoor ideale vestigingsplaatsen in zowel de Romeinse tijd als de Late Middeleeuwen.’

‘Op de top van de Gantel Laag is in de omgeving van Delft vaak een blauwgrijze, humeuze kleilaag aanwezig. De laag is waarschijnlijk het restant van het veenpakket uit de Vroege Middeleeuwen dat door oxidatie volledig is verdwenen en wordt aangeduid als de Woudlaag. De hoogteligging van deze laag komt overeen met het loopvlak uit de Romeinse tijd of de periode daar vlak na en wordt doorgaans als gidslaag gebruikt bij archeologisch onderzoek.

Jonge afzettingsperioden van het Laagpakket van Walcheren hebben geen sedimenten in de Delftse binnenstad achtergelaten.’

Bodemopbouw

Op de Bodemkaart van Nederland 1:50.00019 is het plangebied gelegen in een zone die vanwege bebouwing niet gekarteerd is. Op basis van de Archeologisch-Geologische kaart van de gemeente Delft20 moet worden aangenomen dat de natuurlijke ondergrond van het plangebied uit kleiige dekafzettingen van het getijdensysteem van de Gantel bestaat. Naar verwachting zullen deze zijn afgedekt door ophogingspakketten.

Voor de binnenstad van Delft geldt dat vanaf de 12e eeuw ophogingspakketten werden

aangebracht.21 Deze hadden een dikte van 20 tot 100 cm en hadden als doel de wateroverlast op de erven te beperken, die door inklinking en bodemdaling was veroorzaakt. Dit werd vaak

verschillende keren herhaald, waardoor het huidige maaiveld in de oudste delen van de binnenstad nu tot 4 m boven het natuurlijke maaiveld van voor de stedelijke ontwikkeling in de 12e eeuw ligt.

De ophogingslagen vormden vaak de scheiding tussen verschillende bebouwingsfasen.22 Als het terrein opgehoogd moest worden, werd de oude bebouwing tot op het maaiveld afgebroken, waarna een ophogingslaag werd opgebracht en nieuwe bebouwing kon worden neergezet.

2.3.3 Beschrijving van bekende archeologische waarden

Op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland is het plangebied gelegen in een zone met een zeer grote kans op archeologische sporen (afb. 7).23 Deze trefkans is gerelateerd aan de middeleeuwse stadskern van Delft. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Delft24 is aan deze zone een hoge archeologische verwachting toegekend.

Op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) maakt het plangebied geen deel uit van een archeologisch terrein (monument; afb. 7).25 In het onderzoeksgebied zijn evenmin archeologische monumenten aanwezig.

Op de Indicatieve Kaart Militair Erfgoed (IKME1.1)26 is de Delft, met inbegrip van het plangebied, gelegen in een zone die als ‘Neue-Landfront’ is aangeduid. Dit betrof een Duitse verdedigingslinie achter de Atlantikwall, die een invasie vanuit de kust diende te vertragen en tevens rugdekking moest bieden aan eerder genoemde verdedigingslinie. Gezien de aard en ligging van het plangebied is hier evenwel geen militair erfgoed te verwachten.

19 Stichting voor Bodemkartering 1972.

20 Gemeente Delft vakteam archeologie 2004.

21 Van Horssen 2016.

22 Ibid.

23 http://pzh.b3p.nl/viewer/app/Cultuur_historische_atlas

24 http://archeologie-delft.nl/zaken-en-regels/gemeentelijke-beleidskaarten

25 http://archeologieinnederland.nl/bronnen-en-kaarten/amk-en-ikaw

26 http://www.ikme.nl

(14)

Uit Archis3 blijkt dat in het onderzoeksgebied weinig archeologische gegevens voorhanden zijn (afb. 7). Binnen het gebied zijn slechts één onderzoeksmelding en één waarneming geregistreerd.

De onderzoeksmelding heeft betrekking op een in 1998 uitgevoerd noodonderzoek aan de Wateringsevest, op circa 80 m ten noordwesten van het plangebied.27 De aanleiding van het onderzoek werd gevormd door bouwwerkzaamheden op de locatie. Uit de geraadpleegde

dagrapporten28 blijkt dat tijdens dit onderzoek verschillende mestkuilen, een gedempte sloot en een tonput aan het licht kwamen.

De waarneming29 heeft betrekking op een in 2009 uitgevoerd onderzoek in de vorm van drie proefputjes rondom molen ‘De Roos’, op circa 90 m ten westen van het plangebied. Het onderzoek had als doel het lokaliseren van eventuele restanten van het fundament van de oude stadsmuur en daar waar mogelijk het bepalen van de dikte ervan.30 Ter hoogte van de veronderstelde ligging van de stadsmuur werden echter geen fundamenten of aanwijzingen daarvoor aangetroffen.

Vermoedelijk dienen de overblijfselen van de stadsmuur iets meer naar het oosten (onder de oostelijke rijbaan van de Phoenixstraat) gezocht te worden.

Langs de westzijde van de Oude Delft, tussen de Dirklangenstraat en de Bagijnestraat, zijn verschillende gebouwde monumenten aanwezig. Dit betreft negen panden uit de periode 1600 – 180031 die status van een rijksmonument hebben en één pand uit 1925 dat de status van een gemeentelijk monument32 heeft. Laatst genoemd pand vormt een deel van de in het onderhavige plangebied aanwezige bebouwing. Het betreft een door J.B.A. Loomans ontworpen woonhuis. Het pand wordt van algemeen belang geacht voor de gemeente Delft vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. Het wordt gezien als een goed en gaaf voorbeeld van een in de Delftse binnenstad zeldzame gevelarchitectuur uit de jaren 20 van de vorige eeuw.

De bebouwing op het achterterrein van het plangebied stamt uit 1972 en heeft geen monumentenstatus.

2.3.4 Beschrijving van de historische situatie, mogelijke verstoringen en bouwhistorische waarden

De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt:

Bron Jaartal Historische situatie

Stadsplattegrond van Delft (na stadsbrand ;afb. 8) 1536 bebouwing (woonhuis?) Stadsplattegrond van Delft van Jacob van Deventer (afb. 9) 1556 idem

Stadsplattegrond van Delft van Braun en Hogenberg 1581 idem Stadsplattegrond van Delft van Frederick de Wit 1698 idem Stadsplattegrond van Delft ‘Kaert Figuratief’ (afb. 10) 1703 idem Kaart van het hoogheemraadschap van Delfland (afb. 11)33 1712 idem

Kadastrale minuut (afb. 12)34 1832 perceel: 656 huis en erf; eigenaar:

Jan Boon, scheepmaker Topografische kaart35 1849 bebouwing

Bonnekaart36 1876 idem

Bonnekaart37 1890 idem

Bonnekaart38 1900 idem

27 zaakidentificatie 2006664100 (Archis2: onderzoeksmelding 2.028).

28 E. Bult d.d. 6 en 7 januari 1998.

29zaakidentificatie 3237484100 (Archis2: waarneming 413.300)

30 Bakx 2010.

31 https://bagviewer.kadaster.nl

32 gemeentelijk monument nummer 93-0193.

33 Kruikius & Kruikius 1712.

34 Kadaster 1811-1832.

35 Wolters-Noordhoff Atlasprodukties 1990.

36 Bureau Militaire Verkenningen 1876.

37 Bureau Militaire Verkenningen 1890.

(15)

Bron Jaartal Historische situatie

Bonnekaart39 1904 idem

Bonnekaart40 1908 idem

Bonnekaart41 1913 idem

Bonnekaart42 1934 idem

Topografische kaart43 1936-2015 idem

Bewoningsgeschiedenis

De bewoningsgeschiedenis van het onderzoeksgebied start in de Romeinse tijd.44 Tot op heden zijn in de binnenstad alsook in de directe omgeving geen resten aangetroffen, die wijzen op bewoning in de Prehistorie. De binnenstad van Delft en dan met name het zuidelijk en westelijk deel strekt zich hoofdzakelijk uit op de geulrug van de hoofdgeul van de Gantel. Deze geulrug werd in de Romeinse tijd intensief bewoond. Dit geldt ook voor het gedeelte ter plaatse van de huidige binnenstad van Delft. Het Romeinse niveau is hier echter grotendeels verstoord door activiteiten in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Vanwege de ligging buiten de geulrug wordt in het onderhavige plangebied de kans op bewoning in de Romeinse tijd niet waarschijnlijk geacht.

In de Vroege Middeleeuwen kende het onderzoeksgebied vermoedelijk geen bewoning.45 Aan het begin van de 11e eeuw werd begonnen met het ontginnen van het land. De Schie, een natuurlijke veenrivier, werd gekanaliseerd en in noordwestelijke richting verlengd om de afwatering van het gebied te verbeteren. Dwars op de Schie werden sloten gegraven om de akkers te ontwateren en het land in percelen te verdelen. De eerste ontginningsboeren vestigden zich langs de op de koppen van de percelen, waardoor zich hier een bewoningslint ontwikkelde.

Rond het midden van de 12e eeuw ontstond een lintvormige nederzetting langs de Oude Delft, die in het verlengde van de Schie lag. In 1246 werd door de graaf van Holland aan de nederzetting stadsrechten verleend. Het stadsrecht had aanvankelijk alleen betrekking op de percelen ter weerszijden van de Nieuwe Delft. In 1268 werd het stadsgebied uitgebreid met de percelen aan de westzijde van de Oude Delft, waar ook het plangebied gesitueerd is. Vermoedelijk stonden langs de Oude Delft reeds boerderijen en ontstond hier in de daarop volgende periode stedelijke bebouwing.

In 1299 werd begonnen met de bouw van vestingwerken, waaronder een wal en een stadsbuitengracht.46 In 1347 en 1355 werden delen van het omliggende gebied aan de stad toegevoegd en werden nieuwe vestingwerken aangelegd.

Oude kaarten

De stadsplattegronden van Delft uit de 16e en 17e eeuw alsook de ‘Kaert Figuratief’ uit 1703 en de kaart van het hoogheemraadschap van Delfland uit 171247 geven een vrij nauwkeurig beeld van de ligging van de straten en grachten in de binnenstad van Delft (afb. 8, 9, 10 en 11). Zo lijkt zich aan de zuidwestzijde van het plangebied een steeg te bevinden. De bebouwing op de verschillende kaarten is evenwel veelal schematisch weergegeven. Op basis hiervan moet worden aangenomen dat het plangebied bebouwing kende. De aard en omvang van deze bebouwing kan echter niet goed afgeleid worden. Dit geldt overigens ook voor recentere kaarten, zoals de Bonnekaarten uit 1876, 1890, 1900, 1904, 1908, 1913 en 193448 en de topografische kaarten uit 1936-201549.

38 Bureau Militaire Verkenningen 1900.

39 Bureau Militaire Verkenningen 1904.

40 Bureau Militaire Verkenningen 1908.

41 Bureau Militaire Verkenningen 1913.

42 Bureau Militaire Verkenningen 1934.

43 http://www.topotijdreis.nl

44 Van Horssen 2016.

45 Ibid.

46 Van Horssen 2016.

47 Kruikius & Kruikius 1712.

48 Bureau Militaire Verkenningen 1876, 1890, 1900, 1904, 1908, 1913, 1934.

49 http://www.topotijdreis.nl

(16)

Het minuutplan van de gemeente Delft (1832) geeft wel een nauwkeurig beeld van omvang van de bebouwing (afb. 12). De kaart geeft de situatie weer voordat in 1925 de huidige woning werd opgericht, waarbij opvalt dat het bebouwde oppervlak afwijkt van de huidige situatie (afb. 13 en afb.

14). Op grond van de ouderdom van omliggende, thans nog aanwezige panden betreft de op het minuutplan afgebeelde bebouwing waarschijnlijk een pand uit 17e of 18e eeuw.

2.4 Gespecificeerde verwachting en conclusie

De eerste, voor het bureauonderzoek opgestelde onderzoeksvraag “Zijn mogelijk archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is de specifieke archeologische verwachting?”

kan als volgt worden beantwoord:

De natuurlijke ondergrond van het plangebied bestaat naar verwachting uit veen (Hollandveen Laagpakket binnen de Formatie van Nieuwkoop) en dekafzettingen van de Gantel (Laagpakket van Walcheren binnen de Formatie van Naaldwijk). Op grond van deze opbouw wordt het aantreffen van bewoningsresten uit de Romeinse tijd niet waarschijnlijk geacht. Uit archeologische gegevens is bekend dat dergelijke resten in de binnenstad van Delft hoofdzakelijk op de hoger gelegen geulrug van de Gantel zijn aan te treffen. Deze rug moet echter ten westen en zuiden van het plangebied gezocht worden.

Gezien het ontbreken van resten uit de Vroege Middeleeuwen wordt aangenomen dat in deze periode het onderzoeksgebied geen bewoning kende. In de 11e eeuw werd het gebied vanaf de Schie ontgonnen en rond het midden van de 12e eeuw ontstond een lintvormige nederzetting langs de Oude Delft, die in het verlengde van de Schie lag. In 1246 werd aan de nederzetting stadsrechten verleend en in 1268 werd het stadsgebied uitgebreid met de percelen aan de westzijde van de Oude Delft, waar ook het plangebied gesitueerd is. Op basis van de historische ontwikkeling moet in het

plangebied rekening worden gehouden met ontginnings- en bewoningssporen vanaf de 11e/12e eeuw.

Deze zullen bestaan uit ophogingslagen met allerlei vondstmateriaal (zoals aardewerk, baksteen, dierlijk bot enz.), afvalkuilen, greppels en sporen van bebouwing zoals muurresten, resten van vloeren en uitbraaksleuven. Ter plaatse van de huidige bebouwing zullen de ontginnings- en bewonings- sporen naar verwachting gedeeltelijk verstoord zijn door sloop- en bouwactiviteiten in de 20e eeuw.

De beantwoording van de overige onderzoeksvragen is als volgt:

• Is het plangebied voldoende onderzocht en zo nee, welke vorm van nader archeologisch onderzoek kan worden geadviseerd?

Het plangebied is niet voldoende onderzocht. In het plangebied moet rekening worden gehouden met ontginnings- en bewoningssporen vanaf de 11e/12e eeuw. Geadviseerd wordt het verwijderen van de ondergrondse delen van de funderingen van het achterhuis en het aanleggen van nieuwe funderingssleuven voor het nieuw op te richten achterhuis in een archeologische begeleiding te voorzien (zie hoofdstuk 3).

3 Aanbeveling

Op basis van de verkregen resultaten adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied het verwijderen van de ondergrondse delen van de funderingen van het achterhuis en het aanleggen van nieuwe funderingssleuven voor het nieuw op te richten achterhuis in een archeologische begeleiding te voorzien. Deze beperkte vorm van vervolgonderzoek is ingegeven door de beperkte omvang van de locatie en het feit dat de nieuwbouw grotendeels ter plaatse van de huidige bebouwing gerealiseerd zal worden. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een opgraving (AB/Opgraven). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, in zover de werkzaam- heden dat toelaten, worden gedocumenteerd.

De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies.

(17)

Literatuur

Alterra, 2006: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000. Landsdekkende en digitale versie.

Wageningen.

Bakx, J.P., 2010: Archeologische kroniek, Proefputten ter hoogte van Molen de Roos. In: Delfia Batavorum Jaarboek 19, 2009.

Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNO-rapport NITG 05-043-A).

Bureau Militaire Verkenningen, 1876, 189, 1900, 1904, 1908, 1913 en 1934: Delft, blad 459, 1:25.000.

Gemeente Delft vakteam archeologie, 2004: Archeologisch-Geologische kaart van de gemeente Delft. Delft.

Horssen, J. van, 2016: Drainage binnenstad Delft. Een archeologisch bureauonderzoek. Delftse Archeologische Rapporten 127. Delft.

Kadaster, 1811-1832: Oorspronkelijke aanwijzende tafel der grondeigenaren en der ongebouwde en gebouwde vaste eigendommen, Delft, Zuid Holland, sectie B, Blad 01.

Kruikius, N. & J. Kruikius, 1977 (1712): ’t Hooge heemreadschap van Delflant met alle de steden, dorpen en ambachten. Alphen aan den Rijn.

Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, 1993: Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 37 Oost, Rotterdam. Utrecht.

Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104. Delft.

SIKB, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) Landbodems. Gouda.

Stichting voor Bodemkartering, 1972: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 37 Oost, Rotterdam. Wageningen.

TNO, 2011: Lithostratigrafische Nomenclator van de Ondiepe Ondergrond, versie 2011.

Geraadpleegde websites

http://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/

http://archeologie-delft.nl/zaken-en-regels/gemeentelijke-beleidskaarten http://archeologieinnederland.nl/bronnen-en-kaarten/amk-en-ikaw http://historischgis.delft.nl/historischgisdelft/

http://pzh.b3p.nl/viewer/app/Cultuur_historische_atlas https://bagviewer.kadaster.nl

https://zoeken.cultureelerfgoed.nl http://www.bodemloket.nl http://www.ikme.nl

http://www.ruimtelijkeplannen.nl http://www.topotijdreis.nl

(18)

Lijst van afbeeldingen en tabellen

Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied

Afb. 3 Plangebied op een uitsnede van de archeologische beleidskaart van de gemeente Delft Afb. 4 Foto van de gevel van het huidige pand

Afb. 5 Plattegrond en funderingsconstructie van de nieuwbouw

Afb. 6 Plangebied op een uitsnede van de Geologische kaart van Nederland

Afb. 7 Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland en ARCHIS- meldingen

Afb. 8 Globale ligging van het plangebied op de stadsplattegrond van Delft na stadsbrand (1536) Afb. 9 Globale ligging van het plangebied op een uitsnede van de stadsplattegrond van Delft van Jacob van Deventer (1556)

Afb. 10 Globale ligging van het plangebied op een uitsnede van de stadsplattegrond ‘Kaert Figuratief’ (1703).

Afb. 11 Begrenzing van het plangebied geprojecteerd op een uitsnede van de kaart van het hoogheemraadschap van Delfland (1712). Het noorden is rechtsboven.

Afb. 12 Plangebied op een uitsnede van het minuutplan van de gemeente Delft (1832). Het noorden is linksboven.

Afb. 13 Foto van de Oude Delft uit 1914

Afb. 14 Kaart met de bebouwing in 1832 en de huidige bebouwing Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

(19)

Afb. 1 Locatie van het plangebied

(20)

Afb. 2 Detailkaart van het plangebied

(21)

Afb. 3 Plangebied op een uitsnede van de archeologische beleidskaart van de gemeente Delft

(22)

Afb. 4 Foto van de gevel van het huidige pand

(23)

Afb. 5 Plattegrond en funderingsconstructie van de nieuwbouw

(24)

Afb. 6 Plangebied op een uitsnede van de Geologische kaart van Nederland

(25)

Afb. 7 Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland en ARCHIS-meldingen

(26)

Afb. 8 Globale ligging van het plangebied op de stadsplattegrond van Delft na stadsbrand (1536)

Afb. 9 Globale ligging van het plangebied op een uitsnede van de stadsplattegrond van Delft van Jacob van Deventer (1556)

(27)

Afb. 10 Globale ligging van het plangebied op een uitsnede van de stadsplattegrond ‘Kaert Figuratief’ (1703).

Afb. 11 Begrenzing van het plangebied geprojecteerd op een uitsnede van de kaart van het hoogheemraadschap van Delfland (1712). Het noorden is rechtsboven.

(28)

Afb. 12 Plangebied op een uitsnede van het minuutplan van de gemeente Delft (1832).

Het noorden is linksboven.

Afb. 13 Foto van de Oude Delft uit 1914

(29)

Afb. 14 Kaart met de bebouwing in 1832 en de huidige bebouwing

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De panelen die zijn geselecteerd voor deze actie zijn van het merk DMEGC Solar van 330 Wattpiek.. Het zijn

Voor de doelstelling Duurzame stad worden geen substantiële afwijkingen over 2019

Double Beef patty, double cheddar, pickles, caramelized onions, bacon lettuce, SM burger sauce.

Zoals we eerder al stelden, moet het verhaal van Delft niet alleen op een duidelijke basis (het aanbod) van Delft berusten, maar moet omgekeerd ook vanuit het

De woning beschikt over een zeer fraaie ruime lichte woonkamer, lux kookeiland, badkamer en harmonicadeur over bijna de gehele breedte van de woning waardoor een

5.1 Het algemeen bestuur bestaat uit drie leden per deelnemende gemeente, waarvan twee leden door de raden van de gemeenten uit hun midden worden aangewezen.. Als derde lid

Na circa 70 meter gaan we links een stenen brug over en slaan daarna direct rechtsaf.. We bevinden ons nu aan de westzijde van de

De bestedingen in het kader van de doelstellingen worden verantwoord in het jaar dat zij zijn toegezegd of, voor zover dit niet bij toezegging het geval is, in het jaar dat de