• No results found

Oud Archief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oud Archief"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Danny Beckers Oud Archief NAW 5/6 nr. 2 juni 2005

161

Danny Beckers

Dorpsstraat 26-A 6582 AN Heumen d.beckers@inter.nl.net

Oud Archief

Het decimale stelsel heeft zijn populariteit in grote mate te danken aan Simon Stevin. Hij publiceerde een handleiding, waarin de na- druk lag op het rekenen met decimale breu- ken. Stevins handleiding werd in meerdere talen vertaald. Danny Beckers, onderzoeker op het gebied van geschiedenis van wiskun- de, verklaart het succes van Stevin.

In 1585 verscheen bij de Leidse boekdruk- ker en boekverkoper Christoffel Plantijn een boekje van 36 pagina’s. Dit boekje, waar- van het titelblad hieronder is afgebeeld, was getiteld De Thiende en was geschreven door Simon Stevin (1685-1820), een inge- nieur/wiskundige uit Brugge die zich tijdens de tachtigjarige oorlog bij de legers van prins Maurits van Oranje had gevoegd.

De invloed van De Thiende was enorm. Het- zelfde jaar nog verscheen een Franse editie (La Disme), door Stevin zelf verzorgd. Een En- gelse vertaling volgde in 1608 (Dime: the Art of Tenths). Zowel de Nederlandse editie als de vertalingen kenden verscheidene drukken.

De publicatie van Stevins boekje is de ge- schiedenis in gegaan als het moment waarop de decimale breuken werden ge¨ıntroduceerd.

In De Thiende stelde Simon Stevin voor om na de gehelen een nul in een rondje te plaatsen.

Na de tiende delen volgde een 1 in een rondje.

Na de honderdste delen een 2 in een rondje etcetera. Bij optelling en aftrekking werden de indices (in het rondje) bovenaan gezet en de getallen zodanig in kolommen gegroepeerd dat de cijfers van dezelfde orde onder elkaar kwamen te staan. Bij de vermenigvuldiging werden de tussenresultaten steeds genoteerd in de kolom die hoorde bij de som van de indi- ces in de rondjes. Volkomen terecht beweer- de Stevin dus op het titelblad van De Thiende dat hij een methode bood om met breuken te rekenen alsof het gehele getallen waren.

Daartoe moest hij natuurlijk wel afrondingen accepteren: op pagina 18 en verder stelt hij

dat die afrondingen in de praktijk helemaal geen probleem opleveren omdat we sowieso afronden bij het aflezen van de meetappara- tuur.

Voor onze zestiende-eeuwse voorouders was het gebruik van tiendelige breuken he- lemaal niet vanzelfsprekend. Elke stad en streek had een eigen maten- en gewichten- stelsel. Dergelijke stelsels waren niet tiental- lig onderverdeeld. Stevin was zich daar terde- ge van bewust en had De Thiende daar ook op ingericht. De pagina’s 10 tot en met 21 bevatten de uitgewerkte regels voor het reke- nen met decimale breuken. Pagina’s 22 tot en met 36 behandelden de toepassingen van de tiendelige breuken voor een aantal beroepen:

landmeters, wijnroeiers, tapijtmeters, koop- lieden, etcetera. Stevin bood in die laatste pa- gina’s een aantal praktische wenken voor het aanpassen van de praktijk op het werken met de tiendelige breuken. Zo deed hij bijvoor- beeld voor de elstok van de tapijtmeter de suggestie om op ´e´en van de zijden (waar niet de stadsmaten stonden) de el in tiende de- len te verdelen en die tiende delen ieder weer in tienen. Na het rekenwerk op deze tiende- lige maten te hebben verricht kon vervolgens op deze dubbel-gemerkte meetlat eenvoudig de overeenkomstige waarde in de stadsma- ten worden afgelezen.

Het waren met name deze praktische aan- passingen op de maatstok die maakten dat Stevins De Thiende veel aftrek vond. De me- thode die Stevin introduceerde om decimale breuken te noteren was niet helemaal nieuw en het was zeker niet de handigste die voor- handen was. Te Augsburg was bijvoorbeeld in 1530 reeds een boekje verschenen van de hand van Christoff Rudolff die bij een bere- kening van rente-op-rente de successieve be- dragen had aangeduid met een decimale no- tatie waarbij een schuine streep dienst deed als scheidingsteken tussen de gehelen en de tiende delen, precies zoals bij ons vandaag

de dag de komma wordt gehanteerd. Noch Rudolff, noch de vele anderen die een notatie introduceerden, besteedden echter aandacht aan de wijze waarop met de tiendelige breu- ken gerekend moest worden en hoe ze in de praktijk hanteerbaar werden gemaakt.

Stevin was de eerste die een systemati- sche verhandeling schreef over het gebruik van de decimale breuken met praktische wen- ken voor gebruik in zijn (niet tientallige) tijd.

Daardoor werd De Thiende een groot succes.

Gewestelijke en plaatselijke belangen maak- ten dat een universeel, of zelfs maar tiental- lig matenstelsel tot de onmogelijkheden be- hoorden. Maar het was bijvoorbeeld aan De Thiende te danken dat de maatstok van de zeventiende-eeuwse Westeuropese landme- ters tientallig werd onderverdeeld. k

Een complete versie van De Thiende, inclusief een aantal vertalingen, is te vinden op http:

//home.wxs.nl/˜hopfam/ThiendeMenu.html

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De tekst van zijn voordracht is (voor zover ik weet) niet bewaard gebleven, maar afgaan- de op het voorwoord van zijn boek mogen we aannemen dat de voortreffelijkheid waar- naar hij

Het Genootschap der beschouwende en werkdadige wiskunst onder de zinspreuk Ma- thesis Scientiarum Genitrix, zoals het voluit heette, was een genootschap dat werd opge- richt door

Maurice d’Ocagne werd benoemd tot erelid van het Wiskundig Genootschap en introduceerde de nomografie bij de Nederlandse wiskundige gemeenschap tijdens een voordracht voor

Een steentje tus- sen de verticale lijnen telde voor ´e´en; een steentje rechts van de tweede lijn voor (bij- voorbeeld) vijf; een steentje rechts van een derde lijn voor

In 1925 werd Wimecos opgericht: de vere- niging voor leraren in WIskunde, MEchanica en COSmografie, de huidige NVvW.. Wimecos was een vereniging voor leraren van

Niet alleen waren de meeste mensen niet bereid of niet bij machte om over te schakelen op het nieuwe stelsel; veel lokale macht- hebbers ontleenden een deel van hun status aan het

Overigens stelt Langendijk de Rechten niet boven de Wiskunde: de verloofde van Izabel is wiskundig ook enigszins onderlegd. In zijn voorwoord geeft de auteur bovendien aan dat het

Ferrari pareerde de laster op zijn leermeester in het openbaar, onder andere door te stellen dat het verkrijgen van een reputatie door middel van disputen uiteraard eervol was, maar