• No results found

G emeente TB euningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "G emeente TB euningen "

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Behoort bij het besluit van de raad var

G emeente TB euningen

de "riffier.

Memo Van Aan Datum

college van B&W de gemeenteraad 14 januari 2014

Onderwerp : Toelichting nieuwe reclamebeleid Registratienummer : INT14.0042

Registratiecode : ‘•’TNT14.0042*

Tijdens de commissievergadering Ruimte van dinsdag 7 januari zijn vragen gesteld over het nieuwe Reclamebeleid, welke voor vaststelling van de raadsvergadering van 21 januari staat geagendeerd.

In deze memo beantwoording van vragen, een voorstel van wijziging van de APV (artikel 2:10 en 4:15) en de gebiedskaart Reclamebeleid (die als bijlage aan het Reclamebeleid kan worden toegevoegd).

1. Het beleid is niet één op één teruggelegd bij de ondernemers. Waarom is er geen bezwaar- en beroep mogelijkheid voor betrokkenen en belanghebbenden en kan die er niet alsnog komen?

Antwoord: De deregulering zorgt voor een versoepeling van de regels voor belanghebbenden.

Inspraak is dan ook niet noodzakelijk. Daarbij heeft diegene die een vergunning of ontheffing gaat aanvragen voor het plaatsen van een reclame-uiting altijd de mogelijkheid om niet akkoord te gaan met een besluit en daartegen bezwaar of beroep aan te tekenen.

2. Wat is de relatie van het Reclamebeleid met de Verordening Reclamebelasting Leuningen en zijn de gebiedskaarten op elkaar afgestemd?

Voor reclame die vanaf de openbare weg zichtbaar is, zijn ondernemers vanaf 1 januari 2013 reclamebelasting aan de gemeente verschuldigd. In Leuningen is een reclamebelasting ingesteld om het centrummanagement te financieren. De reclameheffing is alleen voor niet-woningen in het werkgebied van centrummanagement Leuningen, uitgezonderd scholen, kerken en dergelijke. De verordening Reclamebelasting Beuningen heeft geen invloed op het Reclamebeleid, of andersom.

Het werkgebied van centrummanagement Beuningen is vastgelegd in een gebiedskaart die onderdeel uitmaakt van de verordening Reclamebelasting. Deze verordening en bijhorende

gebiedskaart zijn vastgesteld door de raad van de gemeente Beuningen. De gebiedskaart behorende bij het Reclamebeleid is afgestemd met de gebiedskaart Reclamebelasting.

3. Is met het opstellen van het beleid ook rekening gehouden met het creëren van ruimte voor mindervaliden en de doorrijroute van dienstverlenende instanties?

Ja. Een reclame-uiting mag geen overlast of hinder veroorzaken voor derden en/of de veiligheid in gevaar brengen. Dit uit zich ook in de regels behorende bij uitingen zoals stoepborden

(uitstallingsborden) en uitstekende reclameobjecten (vlaggenstokken). Reclames moeten zo geplaatst worden dat er geen hinder is voor minder validen en voertuigen van dienstverlenende instanties (er moet altijd een vrije doorgangsstrook van minimaal 3,50 m breed zijn en een vrije doorgangsstrook van 1,50 m breed voor voetgangersverkeer).

4. In de kanttekening van het voorstel staat dat het beleid zou worden afgestemd met

belanghebbenden, maar dat dit niet is gebeurd. Dit terwijl in het plan van aanpak het knelpunt staat dat de gemeente niet voldoende weet van de wensen van de belanghebbenden. Hoe zijn de wensen van de klant toch nog in het beleid verwerkt?

Met het opstellen van het nieuwe Reclamebeleid zijn de volgende overwegingen meegenomen:

a. Alle aanvragen die de gemeente de afgelopen 5 jaar heeft ontvangen van inwoners, ondernemers en sportverenigingen met betrekking tot het reclamebeleid en het plaatsen

(2)

G

emeente

B

euningen

van reclame-uitingen. De aanvragen zijn geïnventariseerd en de wensen van de belanghebbenden zijn hieruit naar voren gekomen. Ook zijn uit gesprekken tussen de gemeente en de ondernemersverenigingen en sportverenigingen wensen kenbaar gemaakt.

De verruiming van de maatvoering van reclame-uitingen zijn hier onder andere een vervolg van.

b. De eisen die door hulpverlenende diensten en voor vrije doorgang mindervalide gesteld worden (mede geregeld in het Bouwbesluit).

c. De input van de Commissie ruimtelijke kwaliteit over het nieuwe reclamebeleid.

d. De afstemming van het nieuwe Reclamebeleid met het Terrassenbeleid van de gemeente Beuningen.

5. Aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening met betrekking tot artikel 2:10 (het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan) en artikel 4:15 (vergunningplicht handelsreclame) aan de nieuwe situatie.

Huidige regels APV:

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven een openbare plaats in strijd met de publieke functie daarvan

1. Het is verboden een openbare plaats of een gedeelte ervan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:

a. Het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van een openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

b. Het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

2. Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen.*

3. Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

4. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor:

a. Evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

b. Standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18.

5. Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal Wegenreglement.

Artikel 4:15 Vergunningplicht handelsreclame

1. Het is verboden om zonder vergunning van het bevoegd gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.

(3)

G

emeente

^ LEUNINGEN

2. Het verbod geldt niet voor onverlichte:

a. Opschriften, aankondigingen of afbeeldingen in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op zichtbaarheid vanaf de weg;

b. Opschriften of aankondigingen op of aan onroerende zaken, daartoe aangewezen door de overheid;

c. Opschriften of aankondigingen kleiner dan 0.50 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter die betrekking hebben op:

i. Een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulk voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

ii. Het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd;

d. Opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

e. Opschriften of aankondigingen op of aan onroerende zaken dienstbaar aan het openbaar vervoer, indien deze zijn aangebracht ten dienste van dat vervoer.

3. Het verbod geldt niet voor opschriften of aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits:

a. Van het aanbrengen ervan tevoren schriftelijk kennisgeving si gedaan aan het college;

b. Het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken;

c. Deze opschriften of aankondigingen niet langer dan negen weken op de onroerende zaak aanwezig zijn.

4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

a. Indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

b. In het belang van de verkeersveiligheid;

c. In het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

5. a. De weigeringsgrond van her vierde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken met uitzondering van vergunningvrije bouwwerken.

b. De weigeringsgrond van het vierde lid onder b geldt niet voor zover in het daarin

(4)

G

emeente

^ B

euningen

geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Voorstel voor wijziging van APV

De nota “Reclamebeleid gemeente Beuningen 2013” bevat (beleids)regels die benw vaststellen en hanteren bij de verlening van vergunningen en ontheffingen voor reclame-uitingen.

Bij de besluiten rond omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen, zo die nodig zijn voor een reclame-uiting, kunnen de beleidsregels zonder meer gehanteerd worden.

Voor niet omgevingsvergunningplichtige reclame-uitingen zijn de artikelen 2.10 en 4.15 van de APV van toepassing. Die artikelen kennen nog niet de mogelijkheid dat benw ontheffing verleent (art.

4.15) en de mogelijkheid dat benw nadere regels stelt ten aanzien van het algemeen gestelde verbod (art. 2.10 en art. 4.15).

Het is noodzakelijk om die mogelijkheden op te nemen in de artikelen, zodat op basis van de (beleids)regels duidelijkheid bestaat over de reikwijdte van de verboden: wanneer geen vergunning of ontheffing hoeft te worden gevraagd, en welk beleid wordt gevolgd bij een aanvraag.

Daartoe kunnen art. 2.10, lid 3 en artikel 4.15, lid 3 komen te luiden als volgt:

“3a. Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod;

3b. Het bevoegd bestuursorgaan kan nadere regels stellen ten aanzien van het in het eerste lid gestelde verbod.”

Het nu geldende art. 4.15 lid 3 kan komen te vervallen. Dit regelde een meldingsplicht voor

tijdelijke reclame-uitingen, met een maximale duur van 9 weken. In de beleidsregels worden andere termijnen gehanteerd. Via een ontheffing of flitsvergunning kan snel ingespeeld worden op tijdelijke reclame-uitingen.

De wijziging van de artikelen 2:10 en 4:15 van de APV komt middels een apart raadsvoorstel in februari, conform de afspraak die is gemaakt in de commissie Ruimte.

(5)

G

emeente 0

B

euningen

6. Gebiedskaart Reclamebeleid gemeente Beuningen Zie bijlage

Bij totstandkoming van de gebiedskaarten voor het Reclamebeleid is gekeken naar de terrassenkaart behorende bij het Terrassenbeleid van Beuningen en de gebiedskaart behorende bij de verordening Reclamebelasting Beuningen. Ook is de kaart afgestemd met vigerende bestemmingsplannen en zijn ontwikkelingen die nog gerealiseerd moeten worden maar waar al wel een bestemming wonen ligt meegenomen (Keizershoeve I en II).

Toelichting op de kaart:

Er zijn 3 soort gebieden te onderscheiden waarvoor dezelfde criteria gelden namelijk:

Gebied 1: Centrumgebieden en bedrijfsterreinen

Gebied 2: Buitengebied, woongebied, groengebieden en recreatieterreinen Gebied 3: Sporttereinen.

Toelichting op de soorten gebieden met de gebiedstypes:

Gebied 1:

Centrumgebied

Binnen de kernen Beuningen en Ewijk zijn twee duidelijk herkenbare winkelcentra gelegen. Zowel de Klef in Ewijk als het winkelcentrum nabij het Julianaplein in Beuningen kenmerken zich door gesloten wanden met een winkelfunctie op de begane grond en veelal woningen daarboven.

Incidenteel zijn op de eerste verdieping ook bedrijfsfuncties ondergebracht. Het winkelgebied van Beuningen bestaat uit de Julianapassage en een vijftal pleinen (Julianaplein, Thorbeckeplein, Mauritsplein, Amaliaplein en Kerkplein) met een groot aantal parkeerplaatsen. Dit winkelcentrum is vrij ruim opgezet en beperkt toegankelijk voor verkeer. De winkelgebieden liggen als eilanden in de omliggende bebouwing.

Bedrijfsterreinen

Bedrijventerrein ‘Schoenaker’, industrieterrein ‘de Sluis’ en shoppingpark ‘de Heuve’.

Gebied 2:

Buitengebied

Het buitengebied van de gemeente omvat het oeverwallen- en stroomruggengebied ten noorden en zuiden van de Van Heemstraweg en het kommengebied aan beide zijden van de A73/ Maas en Waalweg.

Woongebied

Onder het woongebied vallen de projectmatige woonbuurten, de individuele woningbouw en de thematische woonbuurten. Voor een beschrijving van de types zie de Nota Ruimtelijke Kwaliteit.

Groengebied

Wandelpark de Heuve en Hosterpark. De begraafplaatsen in de gemeente Beuningen vallen ook onder groengebied.

Recreatieterreinen

Recreatieplas Groene Heuvels en Hof van Wezel.

(6)

G

emeente

B

euningen

Gebied 3:

Sportterreinen

In alle vier de kernen zijn één of meerdere sportcomplexen aanwezig. De complexen bestaan uit een aantal sportvelden met kleedkamers en sportkantines.

Overgangsrecht

Bedrijven die niet vallen in een centrum- of bedrijventerrein maar al meer reclame-uitingen hebben dan nu in het beleid staan, behouden deze ‘rechten’.

Waar het beleid meer ruimte geeft (bijvoorbeeld meer vlaggenmasten) kan de ondernemer gebruik maken van het beleid. Waar het beleid beperkend is, zal het college bekijken of zij af willen wijken van het beleid.

Het afwijken van het beleid kan sneller en makkelijker omdat het college hiertoe bevoegd is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze controle heeft veel inzet en tijd gekost en heeft geleid tot een aantal opmerkingen en/of aanpassingen welke niet meer konden worden verwerkt in de reeds aan de raad

Terugblik 2017 en Vooruitblik 2018 De fracties kunnen hun voorkeuren of nieuwe ideeën voor 2018, uiterlijk 31 mei doorgeven aan mw. Peters... Zie

gemeente Nijmegen doen besluiten niet verder mee te willen werken aan de wijziging van het bestemmingsplan voor de transportband. De gemeente Nijmegen heeft wel aangegeven mee te

Beuningen kiest er namelijk voor om gronden aan te wijzen voor woningbouw, die hier nog niet voor bestemd zijn.. Dit is strijdig met de ladder van duurzame

U stelt de vraag waarom de eerste vier leden van artikel 7 van de verordening niet van toepassing zijn op een aanvraag voor gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader.. Dat heeft

Op 23 november 2017 heeft rechtbank Gelderland een uitspraak gedaan over de hulp bij het huishouden zoals die in Beuningen georganiseerd is.. In deze brief geven we een korte

Het voorstel kan als bespreekstuk naar de vergadering van de raad van 19 december

Dit heeft er toe geleid dat sinds het tweede kwartaal van 2017 de uitstroom naar werk vanuit de bijstand, als ook de plaatsingen op part-time of tijdelijk werk sterk zijn