• No results found

minium uil urn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "minium uil urn"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

minium uil urn MI

IN15.02781 GEMEEN ĩN'ĩlľ'lr!

IV 6

pi V 1

Aan de gemeenteraad van Beuningen Van Heemstraweg 46

6641 AE Beuningen

7

- r

Betreft: Indiening zienswijzen bestemmingsplan Anima Mundi

Bij deze dien ik bij u mijn zienswijzen in betreffende bovengenoemd bestemmingsplan. Deze zienswijzen zijn opgesplitst in zeven delen:

A) Procedurele bezwaren

B) Technisch­inhoudelijke bezwaren C) Ruimtelijk­inhoudelijke bezwaren D) Bezwaren t.a.v. verkeer

E) Bezwaren t.a.v. de financiële uitvoerbaarheid

F) Bezwaren t.a.v. de maatschappelijke uitvoerbaarheid

G) Bezwaren betreffende mijn persoonlijke woon­ en leefomgeving A. Procedurele bezwaren

Door het college is erkend dat er door de gemeente t.a.v. de

terinzagelegging een fout is gemaakt: op de site ruimtelijke plannen.nl bleek niet het ontwerp­bestemmingsplan, maar het voorontwerp­

bestemmingsplan te staan. Het college heeft daarop, terwijl de huidige, bij uw raad lopende procedure nog niet is afgerond, het

bestemmingsplan, deze keer als ontwerpplan, ter visie gelegd. Met als gevolg dat er nu twee procedures lopen.

Het college is m.i. niet bevoegd om in te grijpen in een procedure die inmiddels bij de raad berust. De taak van het college houdt bij

bestemmingsplannen immers op na afronding van de inspraak, als het college het desbetreffende plan voor verdere afhandeling naar de raad heeft doorgestuurd. Het is dus alleen uw raad die bevoegd is om

herstelmaatregelen te nemen. Dat kan pas als uw raad daarover een besluit heeft genomen en t.a.v. de thans lopende procedure een intrekkingsbesluit heeft genomen.

Deze gang van zaken heeft effect op de rechtszekerheid en op de rechtsgeldigheid van beide procedures.

Dat geldt eveneens voor het door het college ingenomen standpunt (per brief d.d. 8 mei 2015) om alle zienswijzen met betrekking tot de huidige tervisielegging ook te beschouwen als zienswijzen t.a.v. de tweede tervisielegging. Er ontstaat rechtsongelijkheid omdat de ene zienswijze betrekking heeft op het voorontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin opgenomen informatie (en strikt formeel als

Geachte leden van de raad, 19 mei 2015

(2)

niet meer dan inspraak te beschouwen is), terwijl de andere zienswijze een reactie is op het ontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin gegeven informatie. Deze informatie wijkt op een aanzienlijk aantal onderdelen af van die in het voorontwerp en is bovendien met een aantal rapporten uitgebreid.

Ik verzoek uw raad dan ook om bij uw besluit de daarvoor staande wettelijke vereisten in acht te nemen en behoud mij t.a.v. de algehele tot nu toe door het college gevolgde procedure alle rechten voor.

Daarnaast is mij gebleken dat niet alle relevante documenten door het college voor inspraak zijn vrijgegeven. Met name de verbeelding

ontbrak, een essentieel onderdeel in een bestemmingsprocedure. Deze verbeelding ontbreekt nog steeds op de gemeentelijke website.

Daarnaast ontbreekt op de websites (zowel van gemeente als op ruimtelijke plannen.nl) de reactienota van het college op de

ingebrachte inspraak. De bijlagen 4 en 5 zijn slechts reacties van voor- en tegenstanders. De rapporten t.a.v. de ecologie en het verkeer zijn pas na beëindiging van de inspraakperiode ter beschikking gekomen.

B. Technisch-inhoudelijke bezwaren

Het gebied waar Anima Mundi op geprojecteerd is, maakt onderdeel uit van het in 2011 door uw raad vastgestelde bestemmingsplan

Buitengebied. In dat bestemmingsplan heeft genoemd projectgebied de hoofdbestemming Natuur met als nadere aanduiding: behoud, beheer en herstel van de landschappelijke waarden en natuurwaarden.

Deze bestemming is nog steeds van kracht op het projectgebied. Het enige verschil met het bestemmingsplan 2011 is de toevoeging dat ook beeldende kunstwerken zijn toegestaan. Het gaat hier echter niet om een kleinschalig beeldhouwwerk, maar om een massale combinatie van grootschalige elementen die over vrijwel de gehele bestemming geprojecteerd zijn: circa 100 meter lang, 15 meter breed, 7 meter hoog, en daaromheen nog eens 4 meter onderhoudsruimte. Daarmee wordt de bestemming Natuur geweld aangedaan. Door het bouwwerk kan er ter plaatse geen sprake meer zijn van behoud van de

landschappelijke waarden en de natuurwaarden. Al het groen verdwijnt om plaats te maken voor staal en (half)verharding.

In zowel het bestemmingsplan 2011 als het thans voorliggende plan zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan en alleen indien zij ten dienste staan van de bestemming. De vraag rijst of er nog wel sprake is van een bouwwerk in de zin van het

bestemmingsplan en in ruimtelijke-ordeningszin, gezien de omvang

1

(3)

van het geheel. Wat betreft de toevoeging "ten dienste van de bestemming": daar is geen sprake van omdat de natuur immers geheel verdwijnt.

Daarnaast mag het gehele plangebied tot aan de bestemmingsgrens volgezet worden met "beeldende kunstwerken" en mag er zelfs zoveel gebouwd worden dat er een nagenoeg gesloten ommuring kan

ontstaan, zolang er maar om de 3 meter een kleine vrije ruimte open blijft. De enige restrictie is immers dat beeldende kunstwerken bij een hoogte van meer dan 1,3 meter, niet breder mogen zijn dan 3 meter.

Het plan maakt dus al een rondom aaneengesloten muur van maximaal 1,3 m hoog mogelijk. Mochten de initiatiefnemers hun bouwwerk in die zin willen wijzigen, dan kan hun

bestemmingsplantechnisch geen strobreed in de weg gelegd worden.

Om niet nader verklaarde redenen zijn verder de horizontale

dwarsbalken die over de volle breedte van het bouwwerk komen te liggen, met daarop de tekst "Anima Mundi", uitgesloten van de maximaal toegestane afmeting van 3 meter. In artikel 3.2.2.

maatvoering, onderdeel c.3, van de regels is immers bepaald "dat de horizontale dwarsliggers niet meegerekend worden bij de breedte van een beeldend kunstwerk". Dat betekent in wezen dat het hele

plangebied volgezet mag worden met zgn. "horizontale dwarsliggers", zolang er maar geen sprake is van een gebouw. Gebouwen zijn

immers niet toegestaan.

Het kan niet zo zijn dat uw raad, die in 2011 heeft bepaald dat dit gebied bestemd is om de aanwezige natuur- en landschapswaarden te behouden en zelfs te versterken, en die dat ook nog heeft bevestigd in het nu voorliggende plan door handhaving van de bestemming

"Natuur", hier, ruim binnen de planperiode van 10 jaar van het

bestemmingsplan, een radicale koerswijziging zou willen inzetten, juist ten koste van die door u toch gekoesterde natuur- en

landschapswaarden. U tast daarmee de geloofwaardigheid en

rechtszekerheid van uw eigen beleid aan. Dit klemt temeer nu u in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald dat het dijkmagazijn dat op nog geen 35 m van de projectlocatie afligt, niet uitgebreid mag worden, noch met gebouwen noch met bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Dan doet u toch het vertrouwen dat uw bewoners in u stellen geweld aan door op een steenworp afstand van het dijkmagazijn wel een bouwwerk toe te staan dat de maatvoering van het dijkmagazijn vele malen overstijgt!

Daar komt nog bij dat u eveneens in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald en in het thans voorliggende bestemmingsplan volledig hebt

4

(4)

overgenomen, dat er binnen het kader van de toegestane functie

"extensief recreatief medegebruik" alleen beperkte recreatieve voorzieningen zijn toegestaan, zoals paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d. Hoe kunt u deze kleinschalige ingrepen dan rijmen met een bouwwerk dat de grootte van bijv. een picknicktafel verre te boven gaat??

C. Ruimtelijk-inhoudelijke bezwaren C l . Ruimtelijke analyse

Als men wil weten of een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling past in de omgeving zal men allereerst een heldere analyse moeten maken van de bestaande ruimtelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van die omgeving. Deze analyse ontbreekt volledig. Men heeft voor het kunstwerk een plek bepaald in plaats van te bepalen of de plek wel om dit kunstwerk vraagt. Men is uitgegaan van het kunstwerk en heeft daaromheen een "passende omgeving"

gecreëerd. Dit wordt ook volmondig in de toelichting op het

bestemmingsplan toegegeven. Daarin staat dat het kunstwerk vraagt om een locatie op de dijk met aan de ene kant de uiterwaarden en aan de andere kant een bos als coulisse. Er wordt op geen enkele manier gemotiveerd WAAROM het kunstwerk daarom vraagt. Het is zelfs zo dat indertijd het rivierloze en coulisseloze eiland Pampus als locatie in beeld was en zelfs het drukke Malieveld middenin in de stad Den Haag (zie toelichting best.plan)

C.2. De betekenis van het kunstwerk

Dat er langs de dijk sprake is van een "bijzondere relatie tussen mens/

samenleving en omgeving", aldus het bestemmingsplan, rechtvaardigt nog niet dat er voor deze relatie op de dijk bij het kleine dorp Winssen een kolossaal bouwwerk nodig is in de vorm van een (citaat

best.plan): " 2 1 eeuwse universele tempel als manifeste

inspiratiebron voor de ingrijpende veranderingsprocessen in onze samenleving bedoeld o m :

- "op te roepen tot bezinning",

- "een inspirerend verbindend platform te bieden in het zoeken naar antwoorden op de drie grote levensvragen: wie ben ik, wat is de zin van mijn leven, hoe geef ik mijn leven vorm",

- "het keerpunt te verbeelden in het westers materialistische denken"

- "als pelgrimsoord te dienen met een mythische dimensie",

4

(5)

- "een "proces van ik naar w i j " gestalte te geven,

- "ons bewust te maken dat we als mens deel zijn van de alles en allen verbindende oerstroom".

Als dit alles de waarde van dit kunstwerk moet zijn, als dit de

boodschap en de spirituele lading is die het kunstwerk moet uitdragen ("anima mundi, ziel van de wereld"), dan rijst ontegenzeggelijk de vraag waarom dan alleen een klein stukje dijk bij een klein dorpje in de Betuwe daarvoor de enig geschikte locatie is.

Als dit de gedachte achter het kunstwerk is, dan moet men niet

zoeken naar een locatie die qua attentiewaarde "hoofdzakelijk gericht is op de toevallige, niet-frequente voorbijganger" (zie toelichting best.plan), maar naar een verblijfslocatie waar deze gedachte overgebracht kan worden, naar een locatie die een grote

bezoekersstroom aan kan, naar een locatie die geen frictie oplevert met de karakteristieken van de bestaande omgeving.

C.3. De waarde van de plek

Waar gaat het hier werkelijk om? Wat is de werkelijke waarde van de plek op de dijk bij Winssen?

De werkelijke waarde is gelegen in het gegeven dat hier zes elementen op een harmonieuze manier samen komen: de dijk zelf als uiting in de strijd tegen het water, het dijkmagazijn als cultuurhistorisch relict, het weidse en beschermde rivierenlandschap aan de ene kant van de dijk, het waardevolle en eveneens beschermde bos van de Biezenwaard aan de andere kant, de dijkhellingen met hun uitbundige flora die aan de binnenkant extra beleefd kan worden vanwege de bocht in de weg, en (vanuit het oosten) het zicht op de oude dorpskerk van Winssen.

Dat zijn de werkelijke waarden van de plek, dat is de echte "genius loei".

Door het oprichten van Anima Mundi gaan al deze waarden, al deze karakteristieken verloren. Het dijklichaam moet aan de binnenkant aanzienlijk uitgebreid worden om plaats te bieden aan het bouwwerk met alle gevolgen van dien voor het onder aan de dijk aanwezige, tot de ecologische hoofdstructuur behorende struweel (o.a. verdwijning nestplaatsen). Het zicht vanuit het oosten op het dijkmagazijn en de kerktoren verdwijnt achter de enorme omvang van het bouwwerk. Ook vanuit het westen wordt de horizon vervuild doordat het bouwwerk hoog boven het maaiveld uit zal steken. Daarenboven wordt, als men op de dijk direct tegenover het bouwwerk staat, ook het zicht op het fraaie broekbos van de Biezenwaard verstoord. Alle aanwezige flora verdwijnt op de plek waar het bouwwerk komt te staan en de stelling

s

(6)

dat men de aanwezige flora op de dijkhelling wel weer terug zal

brengen is niet meer dan een aanname. Het leefgebied van dieren die deels in het bos, op en langs de dijk en in de uiterwaarden foerageren wordt verstoord door de barrierewerking van het kunstwerk. Naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna is slechts een minimaal onderzoek ingesteld.

C.4. De plaats van het kunstwerk

Men noemt het een "transparant kunstwerk", en voegt daar ten

"bewijze" een suggestieve en misleidende "artist impression" aan toe, met als standplaats een plek halverwege het kunstwerk onderaan de dijk aan de kant van de uiterwaarden, (zie toelichting best.plan).

Niemand gaat daar staan! De realiteit is dat men, komende zowel vanuit het oosten als het westen het kunstwerk ervaart als een gesloten wand van stalen beelden. Zo werkt immers het perspectief.

Pas als men er direct voor staat zijn er enige openingen zichtbaar en ook die worden weer kleiner naarmate de kijkafstand groter wordt.

C.5. Maat en schaal

Gesteld wordt dat het kunstwerk "past in de maat en schaal van de omgeving". Een gotspe!! Geen enkel bouwwerk langs de hele dijk is (de onderhoudstrook meegerekend) bijna 110 meter lang, circa 22 meter breed en, gerekend vanaf de kruin van de dijk, meer dan 7 meter hoog. Wie op de dijk staat kijkt eerst tegen een talud van

"ongeveer" (!) 70 cm aan (nodig omdat men niet in de dijk mag

graven), dan tegen een over de hele lengte doorlopende gesloten balk van bijna een halve meter hoog en daartussenin beelden van meer dan 6,5 meter hoog. Het is zelfs nodig om de huidige maat en schaal nog verder met een extra stuk dijk, de zgn. "aanberming" aan te tasten, als ware het een dijkverzwaring.

C.6. Dijkverzwaring?

Onder het mom van dijkverzwaring wil men de eertijds al verbrede dijk aan de kant van de beschermde Biezenwaard nog verder verbreden, omdat het bouwwerk er anders niet in past. De dijkverzwaring is rond 1987 al uitgevoerd, juist aan de rivierkant om het binnendijkse

beschermde gebied niet aan te tasten. Dat er nu opnieuw en

merkwaardig genoeg alleen ( ü ! ) op de plek waar het bouwwerk moet komen te staan een dijkverzwaring nodig is, is een compleet

verzonnen argument. Zijn er stukken waaruit blijkt dat het Waterschap

(7)

aangegeven heeft dat een dijkverzwaring hier nodig is? Absoluut niet!!

C.7. De argumentatie uit het bestemmingsplan zelf

Als men de toelichting van het bestemmingsplan goed leest, dan komt men tot de conclusie dat deze toelichting, in weerwil van de intenties van de initiatiefnemers, alleen maar een pleidooi is om het bouwwerk JUIST NIET op de gekozen locatie te realiseren. Zie hieronder de punten 1 tot en met 6.

1) Het programma WaalWeelde

De doelstellingen van de visie WaalWeelde betreffen, aldus het

bestemmingsplan, 7 thema's, waaronder natuur, recreatie/ toerisme en cultuurhistorie. Anima Mundi is echter een uiting van (eigentijdse) cultuur en niet van cultuurhistorie; het heeft ook geen relatie met natuur (de natuur ter plaatse van het kunstwerk verdwijnt immers);

en het heeft evenmin een bijzondere recreatieve aantrekkingskracht, want het zal, aldus het bestemmingsplan, voornamelijk bekeken worden door de toevallige, niet-frequente passant. WaalWeelde heeft bovendien alleen betrekking op de Waal en haar uiterwaarden (zie bestemmingsplan).

2) De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Gelderland

Het bestemmingsplan stelt dat de provincie in deze beleidsdocumenten o.a. "streeft naar het beter benutten van gebiedskwaliteiten met

respect en aandacht voor cultuur en cultuurhistorie".

Het beter benutten van gebiedskwaliteiten houdt uiteraard niet in dat men deze totaal ondergeschikt maakt aan een nog op te richten, de omgeving zwaar overheersend kunstwerk met de afmetingen van Anima Mundi. De provincie heeft het ook over respect en aandacht voor cultuur EN cultuurhistorie. Nergens is te lezen dat de provincie streeft naar het openbreken van de landschapswaarden en de

cultuurhistorie ten gunste van 21 eeuwse grootschalige kunstuitingen.

3) Ruimtelijke Verordening Gelderland - Ecologische Hoofdstructuur Het plangebied is, aldus het bestemmingsplan, "gelegen in de

Ecologische Hoofdstructuur". Dat betekent, aldus nog steeds het bestemmingsplan, "dat in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen worden toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van een gebied significant worden aangetast.

Uitzonderingen zijn alleen toegestaan als er geen reële alternatieven

(8)

zijn en er sprake is van groot openbaar belang".

Het is evident dat op de plek waar het bouwwerk moet komen te staan de wezenlijke kernwaarden significant worden aangetast. De natuur verdwijnt er immers geheel onder staal en halfverharding.

Daarenboven leidt de aanberming ertoe dat ook een deel van de aangrenzende beschermde Biezenwaard wordt aangetast omdat deze aanberming deels in de Biezenwaard komt te liggen. Het is ook evident dat hier geen sprake is van een groot openbaar belang en men kan evenmin staande houden dat er in heel Nederland geen andere plek voor het bouwwerk te vinden is dan hier. Het al of niet aanwezig zijn van beschermde soorten is dus een tweede aspect. Doorslaggevend is al dat niet voldaan wordt aan de hierboven, in het bestemmingsplan zelf (!) genoemde randvoorwaarden die op een EHS-gebied van toepassing zijn.

4) Regionaal Plan 2005-2020

In het Regionaal Plan van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen wordt, aldus het bestemmingsplan "gezocht naar nieuwe hoogwaardige functiecombinaties van natuur, water, cultuurhistorie, landbouw, recreatie en wonen. Kleinschalige initiatieven kunnen d.m.v. een recreatief netwerk verbonden worden. Door de concreet aanwezige cultuurhistorische patronen, relicten en objecten in het landschap zichtbaar te houden of te versterken wordt de identiteit van de regio versterkt en wordt aangesloten bij de recreatieve en toeristische behoeften".

Het gaat hier dus om kleinschaligheid, om natuur en om

cultuurhistorie. Met de beste wil van de wereld is het kunstwerk Anima Mundi niet in te passen in deze drie definities. Het is, zoals gezegd, allesbehalve kleinschalig, de natuur ter plaatse verdwijnt en het is een eigentijds, hypermodern kunstwerk en geen cultuurhistorisch object.

Dus ook hier geeft het bestemmingsplan zelf aan dat het kunstwerk evenmin past in het Regionaal Plan.

5) Gemeentelijk beleid - Strategische Visie

In deze visie gaat het, volgens het bestemmingsplan, "om het

respecteren en waar nodig versterken van de groene kwaliteiten. De groene kwaliteiten die de gemeente wil behouden en accentueren zijn o.a. de natuurlijke uiterwaarden en het karakteristieke oeverwal-

landschap. Een van de zes kernambities betreffen de Waal, de

uiterwaarden, de dijken, de fruitteelt en de kleinschalige landschappen rond de oeverwal. De gemeentelijke ambitie voor de toekomst is om de unieke eigenschappen van de verschillende landschappen en de onderlinge verbindingen te behouden en verder te versterken". Aldus

8

(9)

de visie.

Ook hier is het duidelijk dat een New Age cultuuruiting van in totaal circa 110 meter lang, 22 meter breed en 7 meter hoog, op de dijk bij Winssen, tussen twee waardevolle, kwetsbare en beschermde

gebieden in (uiterwaarden en Biezenwaard) in het geheel niet strookt met de doelstellingen van het beleid van de gemeente Beuningen. De tempel voegt niets toe aan het karakteristieke landschap, gekenmerkt door de combinatie van dijk, natuur en cultuurhistorie (dijkmagazijn), en zorgt door zijn enorme afmetingen niet voor onderlinge

verbindingen, maar tast deze juist op onaanvaardbare wijze aan.

6) Landschapsontwikkelingsplan

In het landschapsontwikkelingsplan dat de gemeente Beuningen samen met de gemeenten Wijchen en Druten in 2006 heeft opgesteld staat te lezen (wederom citaat uit bestemmingsplan): "Het gebied Waaloeverwallen waar het onderhavige plangebied onder valt is landschappelijk fraai en recreatief zeer aantrekkelijk door de diversiteit, de kleinschaligheid en de groene uitstraling. De dijken vormen belangrijke historische onderdelen van het landschap. Bij nieuwe ontwikkelingen is het interessant om oude elementen en patronen op te nemen en deze ruimtelijk te versterken. Het na te streven recreatieve netwerk bestaat uit paden, wegen, kleinschalige bezienswaardigheden of rustpunten met kleinschalige recreatieve voorzieningen passend binnen het landschapstype. Daarbij kan

gedacht worden aan o.a. informatie over cultuurhistorische objecten of elementen".

Ook hier wordt nergens een pleidooi gehouden voor het oprichten van grootschalige moderne cultuuruitingen met een abstracte, esoterische boodschap. Integendeel, ook hier zijn weer de sleutelwoorden: natuur, kleinschaligheid, cultuurhistorie.

Concluderend: het kunstwerk Anima Mundi past niet in het provinciaal beleid, niet in het regionaal beleid en ook niet in het beleid van de gemeente Beuningen. En gelet op de afwezigheid van de noodzaak van de dijkverzwaring past het ook niet in het rijksbeleid.

D. Bezwaren t.a.v. verkeer

In de reactie op de inspraaknota verwijst het college naar een door bureau Loenersloot uitgevoerd verkeersonderzoek van maart 2015. Dit onderzoek was ten tijde van de inspraak (nog) niet beschikbaar en is in de huidige procedure evenmin te zien op de site ruimtelijke

plannen.nl vanwege de verwijzing op deze site naar het

3

(10)

voorontwerpbestemmingsplan. In de reactie op de inspraaknota stelt het college enerzijds dat het hoofdzakelijk om eenmalig en niet-

frequent bezoek zal gaan. Aan de andere kant heeft men het in het bestemmingsplan over toeristisch-recreatieve versterking, spin-off richting de lokale ondernemers en over aanvullende horeca. Men hinkt dus op twee benen. Het spreekt vanzelf dat de spin-off meer

autoverkeersbewegingen en een grotere parkeerbehoefte met zich meebrengt. Het college gaat er daarbij zonder meer vanuit dat men parkeert op het plein bij de kerk en niet op de dijk. En mocht men toch op de dijk parkeren, dan acht men een parkeerverbod afdoende. Het is echter volstrekt onduidelijk om hoeveel bezoekers het zal gaan. Er zijn geen landelijke voorbeelden die met dit plan te vergelijken zijn. Er is totaal geen inzicht in wat de initiatiefnemers, die het kunstwerk aan de gemeente aanbieden, met het kunstwerk voorhebben. Is het een

gratis geschenk aan de samenleving zoals men een schilderij aan een museum schenkt en er niets voor terug wil hebben? Zolang daar geen duidelijkheid over is, is het slechts gissen om hoeveel auto's en

hoeveel benodigde parkeerplaatsen het zal gaan.

E. Bezwaren t.a.v. de financiële uitvoerbaarheid

In het bestemmingsplan staat dat "alle kosten die gemaakt moeten worden voor het opstellen van het bestemmingsplan voor rekening van de initiatiefnemers zijn". Er wordt echter totaal geen inzicht gegeven in wie alle andere kosten betaalt. Deze zijn een veelvoud van de

plankosten, nl: de kosten om het kunstwerk te realiseren,

transportkosten, plaatsingskosten, onderhoudskosten, kosten voor een eventuele verwijdering en weer terugplaatsing, planschadekosten, kosten die gemaakt moeten worden in het kader van de verbreding van de dijk, kosten die gemaakt moeten worden om het terrein rondom het kunstwerk in te richten (flora) en te onderhouden,

verzekeringskosten, kosten ingeval van calamiteiten. In de reactie op de inspraak geeft het college wel aan dat er met het Waterschap een o v e r e e n k o m s t w o r d t gesloten over de plaatsing, beheer en onderhoud van het kunstwerk. Uit dat gegeven blijkt niet of de gemeente zelf zal moeten voorzien in eventuele uitgaven en kosten. De overeenkomst is er overigens nog niet.

Dit alles betekent dat er geen enkele zekerheid is omtrent de financiële uitvoerbaarheid van het project.

F) Bezwaren t.a.v. de maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het kunstwerk komt te staan op de dijk in Winssen. Meer dan de helft

(11)

van de volwassen bevolking van Winssen heeft zich tegen de komst van het bouwwerk uitgesproken (zie lijst met 900 handtekeningen).

Hoofdthema in de motivatie daarbij is de aantasting van een prachtig stuk natuur en cultuurhistorie door een bouwwerk dat de maat en schaal van het gebied verre te boven gaat. Is het u, raadsleden van de gemeente Beuningen wat waard om in de eerste plaats te luisteren naar de stem van uw eigen Winssense bevolking? Een bevolking die dagelijks geniet van de stilte, de rust, de natuur, de bloemen op de dijk, het uitzicht, de cultuurhistorie? Of kiest u liever voor de, om in de termen van het bestemmingsplan te blijven, voor de toevallige

passant, voor de incidentele bezoeker, of wellicht voor mogelijke groepsbezoekers die e.e.a. combineren met een bezoek aan de al bestaande beeldentuin van de initiatiefnemers? Het antwoord is aan u.

G) Bezwaren betreffende mijn persoonlijke woon- en leefomgeving In 1984 is door mij de bewuste keuze gemaakt om op Dijk 31 te gaan wonen om verschillende redenen, o.a.:

-omdat deze woning direct gelegen is aan een beschermd

natuurreservaat (de Biezenwaard) en mijn natuurlijke geaardheid daar tot zijn recht zou komen;

-omdat deze woning direct gelegen is aan de dijk aan de rivier, waar in alle rust gewandeld en gefietst kan worden;

-omdat het een geheel vrij gelegen en met groen omgeven vrijstaande woning is;

-omdat deze situatie al vele jaren in het bestemmingsplan

gewaarborgd is, namelijk behalve de bestemming Wonen van mijn woning, de bestemming Natuur in de onmiddellijke omgeving van mijn woning.

In de afgelopen 30 jaren heb ik Dijk 31 ontwikkeld tot een "paradijs"

met erfbeplanting, biologische moestuin, weiland met schapen, hoogstam fruitboomgaard met oude rassen etc, dit alles zoveel mogelijk aansluitend aan het natuurreservaat.

Het houtwerk aan de buitenzijde van mijn huis is bewust in een groene kleur geverfd, zodat het huis opgenomen wordt in de natuur en deze niet bepaalt.

Vanuit mijn 3 vakopleidingen, namelijk docent Beeldend Vormen NXX, Pedagogiek en later Kunstacademie, ontstond het idee, om in

(12)

het dijkmagazijn (vlakbij mijn woning gelegen) kunstactiviteiten te realiseren in de vorm van een kleinschalige expositieruimte. Dat heb ik vanaf 2008 tot 2011 gedaan en op dit moment is GBK de huidige huurder. Sinds begin 2014 ben ik coördinator van Dijkmagazijn GBK.

In 2011 vernam ik van de plannen van Anima Mundi. Deze plannen hebben mij zo verontrust dat zij een deel van mijn leven zijn gaan beheersen, zowel privé als in mijn werk.

Mijn huis is een waardevol kleinschalig ensemble met het

dijkmagazijn en het aanpalend natuurreservaat de Biezenwaard, passend in de maat en schaal van de omgeving en het dorpse karakter van Winssen.

Als het kunstwerk Anima Mundi wordt gerealiseerd, dan betekent dit dat mijn horizon er naar het oosten/noordoosten toe volledig door wordt vervuild en overheerst. Het kunstwerk komt boven op de dijk te staan, waar ik vanuit praktisch al mijn ramen op uit kijk (keuken,

eetkamer, woonkamer, kantoor, mijn eigen slaapkamer, de

logeerkamer). Datzelfde geldt ook voor mijn buitenruimte, die een groot deel van het jaar ook deel uit maakt van mijn leefruimte. Mijn huis en mijn buitenruimte zijn voor meer dan de helft oost/noordoost georiënteerd en dat is precies in de richting van de locatie van Anima Mundi.

Daar komt nog bij dat mijn huis 5 meter lager ligt dan de weg. Als het plan doorgaat, zal straks het hoogste punt van Anima Mundi 12,50 meter hoger dan de begane- grondvloer van mijn woning komen te liggen. Door deze verdiepte ligging komt de enorme massa van het kunstwerk extra prominent naar voren. Daarenboven is de afstand hemelsbreed tussen mijn woning en de plangrens slechts 53 meter en vanaf mijn erfgrens slechts 35 meter.

Dit betekent dat, waar ik nu nog vanuit vrijwel al mijn binnen- en buitenruimtes vrij uitzicht heb op een ongerept stuk natuur en een stille, bloemrijke dijk met daarboven de lucht, ik straks permanent zicht zal hebben op een kil stalen bouwwerk. Zie bijgaande 9 foto's en een tekening.

Dan het aspect veiligheid: het gaat om een zeer groot en hoog stalen bouwwerk boven op de dijk, met een potentiële grote

aantrekkingskracht op de bliksem.

Alle electrische apparaten in mijn woning lopen daardoor extra

n

(13)

gevaar en zelfs brand is niet uit te sluiten.

Verdere factoren, die de kwaliteit van mijn woonomgeving zullen aantasten zijn mogelijke fluittonen veroorzaakt door de wind alsmede hinder door mogelijk aangebrachte verlichting.

De negatieve invloed van een dergelijk project heeft een grote

waarde drukkend effect op mijn rustieke woning, terrein en atelier. De huidige waarde wordt voor een belangrijk deel door de kwaliteit van de unieke locatie bepaald. Daarbij zijn rust, vrijheid, weinig verkeer, uitzicht op natuur etc. van essentieel belang.

De huidige natuur- en landschapswaarden in mijn naaste

(werk)omgeving zijn een grote inspiratiebron voor mij, zowel voor mij als persoon als voor mijn werk als beeldend kunstenaar.

Anima Mundi doet sterk afbreuk aan deze waarden en heeft een negatieve invloed op mijn denken, gevoelens, emoties, mijn fantasie en mijn creativiteit en inspiratie.

Sinds 2011 ben ik niet of nauwelijks in staat nieuw werk te maken en te exposeren of scholenprojecten uit te voeren en ben ik gestopt met de boetseercursussen in mijn atelier.

Ook heeft het gevolgen op mijn lichamelijke gesteldheid, zoals o.a.

hartkloppingen, oorsuizen, slapeloosheid, stress, vermagering.

Waarom woon ik in Winssen? Wat maakt mij daar gelukkig? Hoe gaat de overheid om met mijn woonplek en geluk? Niet alleen voor mij maar ook voor mijn buren en hun buren, en ook weer de buren daarvan, eigenlijk voor het gehele dorp. 900 personen zijn het met elkaar eens: "het kado" van de tempel Anima Mundi past niet in Winssen. Het kolossale bouwwerk hoort niet thuis op de dijk want essentiële belevingswaarden in ons dorp gaan er door teloor. Het past de overheid om rekening te houden met de gevoelens van haar burgers.

Hooç

1

achtend,

7

J . Broeder-Schepens Dijk 31

6645 KA Winssen Bijlagen:

-mijn zienswijzen namens de initiatiefgroep, integraal deel van de zienswijzen -9 foto's

-tekening ten aanzien van de hoogtemaat

(14)

I PERSOONLIJK ÂF8EGEVEN

Zienswijze op het Ontwerpbestemmingsplan "Animá Mundi

zo-s- ts

c::tvanŕer i

Winssen, 19 mei 2015

Geachte leden van de raad,

Ondergetekende, mede lid van de Initiatiefgroep " Bescherm Winssens Dijklandschap" dient de volgende zienswijze tegen het

ontwerpbestemmingsplan. Een zienswijze met een groot aantal bezwaren.

Algemene bezwaren:

Voorafgaand aan een aantal inhoudelijke bezwaren tegen het

ontwerpbestemmingsplan "Anima Mundi" wil ik eerst enige procedurele en algemene bezwaren naar voren brengen.

1) Ik moet constateren dat het college in zijn Reactienota op geen enkele wijze concreet is ingegaan op de ingediende argumenten tegen de plaatsing van de tempel "Anima Mundi". Het college is daarmee tevens geheel voorbij gegaan aan de 700 handtekeningen van de Winssenaren die zich hebben uitgesproken tegen plaatsing van de tempel en gepleit hebben voor behoud van het prachtige dijklandschap aldaar. Het vermelden waard is het feit dat door een bezoek aan enkele eerder nog niet bezochte straten het aantal handtekeningen ondertussen met 200 is gestegen naar 900. Dat is meer dan de helft van de

volwassen bevolking van Winssen. Deze 200 extra handtekeningen zullen eerdaags alsnog aan het college worden overhandigd. Iedere deskundige zal U kunnen bevestigen dat dit een ongekend groot

resultaat is voor een huis aan huis actie in een dorp met 850 woningen en ca. 1550 inwoners ouder dan 21 jaar.

2) Een gemeenteraad kan in principe de wens van de meerderheid van de bevolking naast zich neerleggen. Dan moet er echter wel sprake zijn van een groot maatschappelijk belang dat de belangen van in dit geval de locale belangen van de meerderheid van de bevolking van Winssen overstijgt. Is hier echter sprake van een zodanig groot maatschappelijk belang?

Er is een kunstenaar die een immens bouwwerk wil opzetten vlak bij de plaats waar hij zijn echtgenote heeft leren kennen. Waar in eerder

geschriften het college van B&W nog aangaf dat het medewerking wilde verlenen aan de plaatsing van de tempel omdat dat goed zou zijn voor het toerisme in de gemeente en daarmee ook voor de middenstand, met name de horecagelegenheden, komt het college daar nu in de

Reactienota op terug. Daarin wordt namelijk tot tweemaal toe gesteld dat het plaatsen van "Anima Mundi" slechts zal resulteren in een geringe

i

(15)

vermeerdering van het aantal toevallige passanten. Er is dus geen

sprake van een zodanig algemeen belang dat het noodzakelijk maakt om het massale verzet van een ruime meerderheid van de Winssense

bevolking te negeren. Verzet van de bevolking dat zich voor alle duidelijkheid niet richt tegen de tempel an sich maar tegen de plek waarop die tempel gerealiseerd zou moeten worden.

3) Waardering voor de (locale) kunstenaar is in de gemeente reeds

uitgebreid zichtbaar, immers in het verleden zijn door de gemeente reeds 6 ü! grote werken van hem aangeschaft en geplaatst. De inwoners van Winssen willen nu zelf bepalen of zij het "geschenk" van de kunstenaar willen aanvaarden en willen, zo ja, vervolgens zelf bepalen waar het dan geplaatst zou kunnen worden. Als alternatieve plaatsingsmogelijkheden zijn genoemd ; de uiterwaarden bij Beuningen, aan de voet van de

afvalberg/park van de ARN, langs de nieuwe ontzandingsplas ten westen van Winssen, op de kop van het nieuwe eiland gevormd door de

nevengeul van de Waal bij Nijmegen. Allen plaatsen waar de kolossale tempel beter tot zijn recht zou kunnen komen dan op de relatief kleine dijk bij Winssen. Overigens lijkt het er op dat de locatie niet is bepaald door vooraf gestelde zoekcriteria ( aanvankelijk waren immers locaties ver verwijderd van het rivierengebied in beeld, zoals het eiland Pampus en het Malieveld middenin Den Haag), maar dat de zoekcriteria (rivier, coulissenbos en verbrede dijk) achteraf zijn bepaald

Niet alleen in de Reactienota wordt minimaal aandacht besteed aan de, toen nog 700, protest handtekeningen en aan de overige negatieve reacties op de mogelijke plaatsing van Anima Mundi . Opvallend is namelijk dat in de bijlage van het bestemmingsplan wel alle positieve reacties uit de inspraakronde zijn vermeld maar slechts een paar van de vele negatieve reacties worden weergegeven, vele andere negatieve reacties worden niet vermeld.?? De bijlage en daarmee het

ontwerpbestemmingsplan geeft daardoor een verkeerde voorstelling van zaken

4) Ik wil de raadsleden er verder op wijzen dat onderhoud en het beheer van de tempel aanzienlijke kosten met zich mee zullen brengen. In het plan is aangegeven dat de kosten voor de initiatiefnemers zijn. Er zijn echter geen stukken waaruit blijkt dat de liquiditeitspositie van de

initiatiefnemers ook op de lange termijn afdoende is. Er is geen financiële zekerheid voor beheer, onderhoud en eventuele restauraties en

calamiteiten voor vele jaren. Er is geen exploitatieplan, er zijn geen (bank)garanties afgegeven. Hetzelfde geldt voor de kosten die gemaakt moeten worden als de tempel weer verwijderd moet worden. Denk

daarbij ook aan het herstel van de natuurwaarden ter plaatse. Het vlakbij de tempel op de dijk gelegen andere werk van de kunstenaar werd tot voor kort door omwonenden (vrijwilligers !) schoon gehouden en daar waar mogelijk van graffiti ontdaan. De geweldige kosten die de

9

(16)

gemeente Nijmegen voor haar rekening moest nemen bij het herstel van de zogenaamde blokken van Struijken mogen als waarschuwing gelden.

Naast de hiervoor genoemde argumenten, die op zich al reden zouden moeten zijn om het bestemmingsplan niet goed te keuren, heb ik grote problemen met en bezwaren tegen een aantal onderdelen van het bestemmingsplan:

1) De aangegeven functie "kunstwerk" is misleidend. Beoogd wordt een zeer omvangrijke tempel "Anima Mundi" te realiseren binnen het nieuwe bestemmingsplan. Deze functie is niet passend op de dijk. De functie is volledig in strijd met het rijksbeleid en het provinciaal beleid met

betrekking tot dijken en uiterwaarden. Er is tevens strijdigheid met de ter plaatse geldende bestemming "Natuur"

2) Een milieuaspecten rapportage is ten onrechte niet uitgevoerd. Voor een grootschalige tempel gesitueerd in een zeer kwetsbaar gebied is dit noodzakelijk. Nu ontbreekt relevant onderzoek en een samenhangende afweging van onderzoeksresultaten.

3) De tempel vraagt volgens een (onlangs bijgestelde) mening van de kunstenaar ( zie paragraaf 1 van het bestemmingsplan) om een

achtergrond van bomen. Kijkend naar de concrete situatie ter plekke is het volstrekt duidelijk dat gezien de kwaliteit van het bomenbestand aldaar de aanwezige coulissen maar een beperkt aantal jaren aanwezig zullen blijven, waarmee de ratio voor de gekozen locatie komt te

vervallen

4) Onder de paragraaf Bestaande situatie (2.1)wordt alleen ingegaan op de huidige recreatieve functie van het gebied. De enorme stoelen

vormen echter een grote ingreep op de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden in het projectgebied en de omgeving. Om te kunnen toetsen of deze ingreep maatschappelijk aanvaardbaar is dient een goede omschrijving opgenomen te worden van deze nu aanwezige waarden. Wat maakt het huidige landschap zo waardevol en ook voor recreanten interessant? Wat zijn de huidige cultuurhistorische waarden?

De laatste waarden zitten o.a. in de combinatie van de dijk, uiterwaard, dijkmagazijn, de oude ontgravingsputten binnendijks ten behoeve van het dijkonderhoud in het verre verleden en het rabattenbos binnendijks.

De huidige natuurwaarden kunnen alleen door een deskundige inventarisatie bepaald worden. Al deze waarden dienen eerst beschreven te worden voordat het bestemmingsplan getoetst kan worden aan het bestuurlijke beleid. Het is een daad van onbehoorlijk bestuur dat een bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd zonder dat deze informatie beschikbaar is.

5) In de paragraaf Toekomstige situatie (2.2.1.) wordt gesteld dat gebiedsontwikkelingen de positie van de uiterwaarden en het

(17)

rivierenlandschap fundamenteel veranderen. Dat geldt wellicht voor de uiterwaarden buiten de gemeente en voor de uiterwaarden ten westen van Winssen door de mogelijke ontzanding daar maar juist niet voor dit gebied. Dit gebied kenmerkt zich juist doordat het al heel lang

onveranderd is gebleven. Er heeft geen enkele grote ingreep plaats gevonden. Dit maakt de huidige belevingswaarde juist zo groot.

Komend vanaf het oosten vormt dit een ongerepte entree tot het dorp Winssen. De enorme tempel met zijn hoogte van meer dan 7 meter vanaf de weg ( vergelijk de dakrand van een huis met twee

verdiepingen), zijn lengte van 99 meter ( vergelijk een rij van minimaal 7 woningen) en een breedte van 14 meter zal dit beeld volledig

vernietigen. Daarnaast wordt er rondom het hele complex nog een ruimte van 4 meter vrijgehouden zodat de feitelijke breedte en lengte nog eens met 8 meter vergroot worden.

6) De gebruikte afbeeldingen in het bestemmingsplan zijn misleidend. De afbeelding op pagina 7 is niet in oost-west richting genomen immers bij een oost-west opname zou duidelijk zijn hoe sterk het karakteristieke beeld van Winssen met dijkhuis, kerktoren etc. wordt aangetast.

Misleidend zijn ook de beide foto compilaties van de tempel op pagina 12 zij geven juist niet het beeld dat de wandelaar of fietser komend uit het oosten zal ervaren, de wandelaar gaat niet in vogelvlucht over het bouwwerk en loop ook niet onder langs de dijk door het afgezette

weiland. Hij zal de immense grootte eerder ervaren als op de hieronder afgedrukte afbeelding.

7) Het in het bestemmingsplan aangehaalde project Waalweelde heeft tot doel de huidige landschapwaarden te versterken. De suggestie dat het project de doelstellingen van Waalweelde ondersteunt is dus een falsificatie.

- De enorme tempel vormt een grote aantasting van het cultuurlandschap en de cultuurhistorie ter plaatse en is dus in strijd met de EHS-

doelstellingen van de provincie

- In de paragraaf Waalweelde 4.2.3 is op geen enkele wijze

beargumenteerd waarom het project bijdraagt aan de doelstellingen. Wat is de bijdrage aan bijvoorbeeld natuur en cultuurhistorie? Het is duidelijk dat het project de in Waalweelde geroemde eigen identiteit van dit

riviertraject vanuit haar landschappelijke en cultuurhistorische historie sterk aantast

8) In de paragraaf gewijd aan het Regionaal plan 2005-2020 (4.2.5.) wordt onterecht de conclusie getrokken dat het initiatief past binnen de

4-

(18)

regionale beleidskaders Het Regionaal Plan stelt op pagina 85 :"

Cultuurhistorie is van grote betekenis voor ons gevoel van identiteit, de ontwikkeling van toerisme en onze kennis over het verleden". Daarna volgt in het regionaal plan de aangehaalde tekst: "De stadsregio wil daarom de identiteit van de regio waarborgen en benutten door te

voorzien in een structuur waarin zowel het 'monumentale' (landschap als kijkdoos) als de 'verhalende' (biografie van het landschap) aspecten van de cultuurhistorie inhoudelijk en kwalitatief met elkaar verbonden

worden. Door de concreet aanwezige cultuurhistorische patronen,

relicten en objecten in het landschap zichtbaar te houden, te maken ofte versterken, de verhalen te vertellen die daarbij horen en toegankelijk te maken, wordt niet alleen de identiteit van de regio versterkt, maar ook aangesloten bij recreatieve en toeristische behoeften."

Het opnemen van ter plaatse volledig gebiedsvreemde elementen als de tempel met zijn immense toegangspoorten en de grote stoelen is dus in strijd met deze visie in het regionaal plan.

Op blz. 87 van het Regionaal Plan staan ook nog teksten, die duidelijk maken dat het project niet past in het rivierengebied volgens de

regionale visie. Dat betreft o.a. de volgende tekst:

"Bovendien is het landschap van onschatbare waarde voor het kennen en beleven van de eigen identiteit van de inwoners van de regio. Het is daarom uitermate belangrijk dit landschap te behouden en te

versterken". De New-Age achtige tempel met het achterliggende idee heeft totaal niets te maken met de Winssense identiteit, en doet enorm afbreuk aan het aanwezige historische landschap.

9) In de paragrafen 4.3.4 en 4.4 wordt geconcludeerd dat het initiatief uitvoering geeft aan het gemeentelijk beleid en past binnen de

vastgestelde beleidskaders. Dit is onjuist:

In de Strategische Visie gemeente Beuningen 2030 staat dat het gebruik van het buitengebied zal gaan veranderen maar dat dit niet ten koste mag gaan van het karakter en dat het in het buitengebied in het

algemeen gaat om behoedzame organische groei met oog voor de historie. Het plaatsen van de volledig gebiedsvreemde tempel zal echter grote afbreuk doen aan dit karakter en de aanwezige historie evenals dit bij een plaatsing van een Boeddhistische tempel het geval zou zijn

10) In de Structuurvisie gemeente Beuningen staat, zoals aangehaald in de paragraaf 4.3.2, dat bij het ruimtelijke beleid de groene kwaliteiten gerespecteerd moeten worden en dat deze waar dat kan versterkt moeten worden. In het bestemmingsplan is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat de tempel de "groene" kwaliteit van de omgeving zal versterken. Het tegendeel is het geval de tempel zal er grote afbreuk aan doen. De toelichting suggereert verder dat het project voldoet aan de ambitie versterken en verbinden van landschappen. Daar wordt geen argumentatie voor gegeven. Die is er ook niet omdat de grote

(19)

gebiedsvreemde elementen van het project een onnatuurlijke scheiding in het landschap betekenen tussen de uiterwaard met dijk en het

binnendijkse bos

11) Bij de dijkverzwaring in 1987 is bewust gekozen voor een buitendijkse verzwaring van de dijk om het aldaar bestaande

binnendijkse natuurgebied te sparen, Nu zou alsnog de dijk, onder het mom van een zogenaamd noodzakelijke, maar nergens hard gemaakte dijkverzwaring binnendijks met ca. 15 meter verbreed moeten worden ten koste van het natuurgebied, het gebied naast het talud wordt na 30 jaar alsnog verkleind. Ongeveer 0.35 ha EHS gaat op de schop.

12) Bij de bouwbepalingen is de maatvoering van relevante

bouwonderdelen van de tempel ten onrechte buiten beschouwing gelaten. Het gehele bestemmingsvlak mag in principe worden

volgebouwd waardoor een nog massalere tempel zou kunnen ontstaan.

Er zijn geen garanties voor de maatvoering vastgelegd

13) In de tekst wordt erkend dat er beschermde stroomdalflora voorkomt Een zeer beperkte Quickscan naar het effect op fauna en flora is echter uitgevoerd op 24 februari 2014 en is mede gezien dat moment volstrekt onbruikbaar om echte conclusies te kunnen trekken. Aangegeven wordt dat dit geen probleem is omdat de schade voor de flora kan worden beperkt of voorkomen door de planten met zode te verwijderen en terug te zetten nadat de dijk verbreed en verzwaard is. Door het ontbreken van de gegevens welke planten er echt voorkomen is dat echter geenszins zeker. Het vermelden waard is dat in maart 1989 door het Polderdistrict Groot Maas en Waal is besloten om de dijk daar ter plaatse, buitendijks te verbreden. Dat geschiedde omdat de binnendijkse zuidkant van de dijk als zeer waardevol werd gekarakteriseerd, in het

landschapsbeheersplan werd het maaibeheer gericht op de daar aanwezige bijzondere marjolein vegetatie. Mede gegeven de

onzekerheid of die vegetatie met plaggen weer terug gezet zou kunnen worden na dijkverbreding aan de zuidzijde werd tegen aanzienlijke meerkosten de dijk buitendijks verbreed.

14) Het effect op de flora boven op de dijk zal zeker heel groot zijn, er worden immers naast de grote stoelen, vloersymbolen en

toegangpoorten grote grondplaten voor de stabiliteit aangebracht. Op pagina 12 van het ontwerpbestemmingsplan valt te lezen dat er in de tempel een halfverharding en grint zal worden aangebracht zonder een verdere aanduiding van de omvang daarvan. Gecombineerd met het gegeven dat de passanten niet langs de tempel over de verharde weg zullen lopen maar juist uitgenodigd worden om onder de toegangspoort de tempel binnen te lopen zal de complete vegetatie in deze immens grote tempel waarschijnlijk geheel verdwijnen.

15) De uitgevoerde Quickscan is ook met betrekking tot de fauna onvolledig en inadequaat. Verschillende onderzoeken hebben

í

(20)

aangetoond dat de binnendijkse kolken langs de Gelderse rivieren en de daarnaast gelegen zuidhellingen van de dijken het leefgebied bij uitstek vormen van de uiterst beschermde kamsalamander. Op geen enkele wijze is onderzocht hoe de situatie ter plekke is bij de twee tegen de dijk gelegen kolken in de Biezenwaard en het daarbij behorende bedreigde talud.

Gelet op mijn zienswijze en de daaraan ten grondslag liggende argumenten verzoek ik de Raad van de gemeente Beuningen om goedkeuring te onthouden aan het ontwerpbestemmingsplan "Anima Mundi".

Naam: Antoinette Adriana Johanna Josephina Broeder-Schepens Adres: Dijk 31

Postcode en Plaats: 6645 KA Winssen Handtekening:

(21)

I i

:

\

1 z.

í

I

'4V

•r" f j í

Vlaggenstok 6,60 meter hoog.

ontvanger

(22)

r

ì

I

:

«

•g

1

I I li

i »

. ut

ì

i .

7 4

GEMEEN r.

İ İ M ì

1

d.d on'

V o o r j a a r Dijk Winssen

v alitor

(23)

'NĨNGEN GEMEEN

PEK SOONLIJK AFGEGEVE

ontvanger

Uitzicht vanuit de eetkamer. Dijk 31 Winssen,

(24)

!

i

1**

1

Ĩ V

;

K a ,

« 9

'Sa*

GEMEEN ! BI

; i ŗ

\

Uitzicht vanuit de keuken. Dijk 31 Winssen.

ontvangei

b

(25)

f.

:

—m

4

•ar,

V

i

I

d.d

Uitzicht vanuit mijn slaapkamer. Dijk 31 Winssen

ontvanīiei mam

(26)

s

N

1

'ft V 1

I

ļ í

GFMï

Ld

1

Miteicht vanuit

onwangQ'

de woonkam

e r

'

D i

'

k

31 Winssen

(27)

I

XL

ì I

d i d ,

Uitzicht vanuit kantoor. Diik 31 Winssen

(28)

7

i

- 1

1

1

( 3

Uitzicht vanuit mijn terras, Dijk 31 Winssen

(29)

X

A

' 1

9» '

-

ì

1

O -

L Bí ÍEBI

Uitzicht vanuit logeerkamer (1e verd.) Dijk 31 Winssen.

- " ' — C

' i n —

(30)

NTE BEUNWGEN

'i GEME

EGEYBN

n : .O

•iV-cr

A

ontval

!

ì

(o,

ĩe

i

2J

?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens dit geloven charismaten dat de bijbelse canon niet afgesloten is, en dus is het geschreven Woord van God niet de finale gezagsbron. Zij geloven dat God toegevoegde

 Jehovah’s getuigen, in hun boek De Waarheid die tot eeuwig leven leidt 2 , propageren deze dwaling: “Hij bracht de schepping niet met werktuigen tot stand zoals door mensen

Openbaring 1:4 kan verwijzen naar Jesaja 11:2 (de zeven beschrijvingen van de Heilige Geest). Dit vers betekent echter niet dat er zeven Hei- lige Geesten zijn, maar het betekent

Kijk naar het antwoord dat Jezus gaf in Johannes 3:5-6: “Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk

Het zou geen fysisch huis zijn maar een “geestelijk huis” (1 Petrus 2:5). Gelovi- gen in Christus zullen de bouwstenen zijn van deze bijzondere structuur. Dit gebouw wordt ook

o Het feit dat wij nu de Heilige Geest hebben bewijst dat op een dag onze redding gecomple- teerd zal worden en we bij de Heer zullen zijn. Allen die verzegeld zijn, zijn voor

1) Vermits ik IN CHRISTUS ben, werd ik geïdentificeerd met Hem in Zijn dood, begrafenis en opstanding (Romeinen 6:3-4) en dus is de waterdoop een afbeelding van het feit dat ik

De perenboom zwoegt niet en spant zich niet tot het uiterste in om peren voort te brengen, en evenmin maakt hij zich zorgen en piekert niet over de kwestie of er al dan niet