• No results found

UM C Radboud

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "UM C Radboud"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UM C ~~ St Radboud

Universitair Medisch Centrum

Bloktoets Datum Aanvang

50209 Zenuwstelsel 6 januari 2011 10.00 uur

Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen

••herhaaltoets~

FaoJiteit_der Medische WetenseNippon

Ook de doordruk van het antwoordfonnulier voor de meerkeuzevragen mag u behouden.

ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE:

• Dit tentamen bestaat uit 100 meerkeuzevragen.

• De beschikbare tijd voor het gehele tentamen is 2 uur.

• Controleer of lNI tentamenset compleet is.

• Vermeld op het antwoordformulier duidelijk 1.1\'1 naam en studentnummer.

• Bij iedere vraag is slechts één alternatief het juiste of het beste.

U geelt het naar uw mening juiste antwoord aan door het f.!:!ill voor het betreffende alternatief te omcirkelen.

• Vragen waar u door tijdnood niet aan toekomt, laat u onbeantwoord. Acht u alle alternatieven. na zorgvuldige bestudering. even juist, dan moet u de vraag niet beantwoorden. Kunt u één of meerdere allematleven elimineren, dan moet u de vraag wel beantwoorden.

Wanneer u het tentamen beëindigd hebt, dient u uw antwoorden (dus de omcirkelde CIJFERS)

zorgvuldig over te brengen op het antwoordformulier. het gebruik van een ootlood is ongewenst.

• Open gelaten vragen laat u blanco.

De op het antwoordformulier ingevulde antwoorden worden beschouwd ars uw definitieve antwoorden, ongeacht uw omcirkelingen in uw toetsboekje.

Onleesbare cijfers of meer dan één cijfer per hokje zullen als blanco worden gernterpreteerd.

Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen is niet toegestaan. tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken, dan zal dit als fraude worden aangemerkt. Op uw tafel mogen uw studenten-en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel.

De vragen worden als volgt gescoord:

antwoorden: Goed fout ooen

2 keuze-vraag 1 -1 0 punten

3 keuze-vraag 1 . 1/2 0 punten

4 keuze-vraag 1 . 1/3 0 punten

5 keuze-vraag 1 • 114 0 punten

Indien u commentaar heelt op de vragen, noteert u dat op het commentaarformulier (laatste blz.) en

levert u dat na afloop van het tentamen in. tezamen met uw antwoordformulier.

Voor het overige mag u de volledig ter hand gestelde tentamenset, incl. het kopie-antwoordformulier behouden.

LET OP 11

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMULIER!

VEEL SUCCES!

(2)

Cnsus

Een 24-jarige student is betrokken bij een auto-ongeval. Bij aankomst van de ambulance wordt een EMV -score bepaald. Patiënt opent zijn ogen niet op aanspreken en ook niet wanneer een pijnprikkel wordt toegediend. Bij toedienen van een pijnprikkel worden de armen gebogen en gelijktijdige extensie en endorotatie ,·an de benen.

Patiënt maakt kreunende geluiden.

1. De E-score van de::e palii!lll is:

El

E2 3. E3 4. E4

2. De lvi-score van de::e patiënt is:

I. MI (}M2

·-- 3. ~·f3 4.M4

5.~5

3. De V-score mn dc=e patiëm is:

~ ~~

.>. V3

4. V4

f

V

1 ,~\ .. ·r~'f'

:l

-"I'"" f.,..

~

..

r~

,...

rr""~'

'I or-

;f·"''"~

r .u-·

h.t.

r, ...

b.,c,.,-

h~

,~~-~..,

r:::--

){C~·<-•·;1-u,..._

j..,\A ,, ~G.~"

'

l

)

\ 'j

I (d-r~• \.k...,

...,.. L.., yf t e:=r. I 2 h I I

t e '

I

• """""'""' J.w.t,.v.> /

ts

•?.!.!-~

,.,.,.j..L1'"..À

\--<A"l...,.;;_c..,l

1

(1. {'«'.\

In het ziekenhuis wordt een CT-scan van het hoofd van deze patiënt gemaakt.

4.De::e CT-scan toom een beeld passend hij een:

L Diffuse axonale schade (DAl)

Epiduraal haematoom Subduraal haematoom

(3)

l

5. Een subduraal haematoom is in lret algemeen >'OJI origine :

6.

Ec'll

subduraallrematoom komt \'Oker •·oor don een epidurooi hematoom I. Juist

2. Onjuist

De dag na het ongeval verslechtert de tocst:md

'an

de pati<!nt. Zijn El\! V-score is nu EI-~11-Vl. Oe pupilreflex. de cornearellex en de oculoccphale reflexen zijn allen afwezig. Bij uitzuigen is er geen hocmetlex meer.

7. Wonneer de pupil ml't eenlampje \\ardt oot:henen. dan wrandl'rt de groouc wm de pupil bij een

0011" e:•ge pupilreflex.

I. De pupil wordt kleiner, door toegenomen activiteit van parnsymparisehc 'ctcls

<f>

De pupil wordt kleiner, door roegenomen activiteit van de sympatischc vetcls.

3. De pupil "ordt groter, door roegenomen activiteit ''an parasympatische vezels.

4. De pupil wordt groter. door toegenomen activiteit van sympatischc vCLCb.

Er" ordr bc.loten om een ijswmcncsr te verrichten. Hierbij wordt koud wmer mcr een temperatuur \'llll 30 graden in het reebieroor \':lil de p:lli~nl gespoten. Vcrvolgens wordt gekeken nn:u de stand van de ogen.

8. Welke reactie •·ertoom een comateu:e patii.'nt die nietlrel'$endood is op de=e ijswater/est?

I. Oe ogen bc" egen geconjugeerd naar links

Q)

Oe ogen bewegen geconjugeerd naar rechts.

9. Wel/..e aam'llllende onderzoekc•n moc:ten onder gebntikelijke omstamliglu:dcn minimooi •·erricht worden om een patiënt in Nederland lrcl'$ellllood te •·erklaren?

-,.. Een CT -scan van de hersenen. een EEG en een angiografie 2. Een CT-scan van de hersenen. een EEG en een apneurest (3~ Een EEG en een apneurest

";(, Een

EEG en een aogiogrnfic

P:~tiènt blijkt geregistreerd Ie s1:1an als donor. Het EEG laat echter minimale elektrische activiteit zien en \'Oidoct nier aan de cri1eria voor een ISO-elektrisch EEG.

De

familie van de patiënt staal helema:tl achter

een

bcart-bcating donorprocedurc.

10. /11 de::e situatie mag roch o•·ergegaan wordenrot eenltearr-beari11g do11orprocedure.

1. Juist

@ Onjuist

(4)

l

Casus

Een 52-jarige man merkt sinds een half jaar dat hij steeds slechter hoon met zijn rechter oor. Hij merkt ook dat hij zijn rechteroog niet goed kan sluiten en dat er speeksel uit zijn mond loopt aan de rechter kant. In zijn rechtergclaatsbclfi heeft hij minder gevoel. Vcrder heeft hij geen klachten.

PatiCnl beeft een aangezicbtsvcrlamming rechts.

IJ. Dit betreft een:

I. centrale aangczichtsvcrlamming

®

perifere aangczichtsvcrlamming Patiënt blijkt slechthorend te zijn aan het rechteroor.

De KNO-arts stelt vast dat er sprake is van perceptief gehoorsvcrlics.

12. Welke ltersen::enuw speelt een belangrijke rol bij het horen?

I. De 2' hersenzenuw (K 11)"- 2. De 5< hen;enzcnuw Ç\. V)'-.

3. De

7

hersenzenuw (K VII)'

ê)

De

s •

hersenzenuw (N. Vlll)

/3. Van welke •·an de onderstaande rcjlexen •·en..acht u dat cle::e •·er/aagd zal ::ijn bij bo•·engenoemde patiënt?

Î I. De pupilreflex rechts -! t - N)

) Çî)

De c:omcarcflcx rechts !lf:..

't:0 .

Y.

De masscterreflex rechts

t;c_,"' "'

..._ De brnchioradialis reflex rechts

Er wordt besloten een scan van bet hoofd van deze pati~nt te maken.

14. Waar in de hersenen l'en•·aclttu de afwijking te ••inden bij de::e patiëm?

~ I. In de concx links

~ 2. In de basale ganglia rechts

G)

In de brughoek rechts 4. In het cerebellum links

(5)

Casus

Een 40-jarige vrouw heeft een doof ge~'oel in haar rechren·oer. Geleidelijk aan breidt het gebied met het dove gevoeluit in de richting •·an de knie. haar lies en naar haar buik. Rondom haar n01·el zit bandvormig een gebied wat erg pijnlijk is bij aanroken.

Bij neurologisch onder::oek is er beiderzijds een piramidebarm syndroom aan de benen.

Zowel de gnostische als de virale sensibiliteitl'ml her gehele rechterbeen zijn 1'em1inderd.

Er wordt gedacht aan pathologie •·anlter ruggenmerg.

I 5. De bmuh-onnige hyperesthesie rondom de na•·el kamt m•ereen met dennatoom thoracale:

I. Thorncale 8

@

Thoracale 9

'S..

Thoracale I 0

16. Herresten l'an de vibratiezin geeft infomlOtie OI'Cr de vifale sensibiliteit

1. Juist

@)

Onjuist

1

17. f)e banen I'Oar het doorgenm I'OII de virale sensibiliteitlopen in de =ogenaamde achterstrengen 1•on her ruggenmerg

I. Juist

Q)

Onjuist

18. De tractus spinorlwlamicus lateralis speelt een belangrijke rol bij de gnostische semibilireir I. Juist

~ Onjuist

(6)

Casus

Een 21-jarige studente valttijdens een feestje plotseling bewusteloos op de grond. Zij been kortdurend trekkingen aan beide am1en en benen e

n laat haar urine lopen. Na een mi

nuut komt zij weer bij en heeft zij last van hoofdpijnklachten

.

Ze heen minder kracht in haar rechterarm en in haar rechterbeen.

Dit trekt in de loop van enkele

minuten weer helemaal weg.

Ze wordt door haar vriendinnen naar het ziekenhuis gebracht. Daar wordt ze onderzocht door de

neuroloog die bij

neurologisch onderzoek geen afwijkingen ziet.

De neuroloog

O\'erwecgt een vasovagale collaps of een epileptisch insult als mogelijke diagnose.

19. Het hebben •·on urineverlies pleittegen een •·asovagale collaps.

L. ® I. Juist

Onjuist

20. Het hebben van trekkingen aan de am1en en benen:

I. Maakt een epileptisch insult waarschijnlijker en pleit tegen een vasovagale collaps

~\9

Maakt een epileptisch insult niet waarschijnlijker dan een vasovagalc collaps

21. Het kortdurende kraclusverlies in rechterarm en been pleit meer voor een epileptisch insult dan mor een •·aso•·agale collaps.

I. Juist

2. Onjuist

Dit meisje blijkt als kind eenmalig een koonssmip te hebben gehad.

2 2. /Ier hebben nm een koorr.:s.:sruip als kind pleir bij dr.:e slltdcn/e WJOr cle diagnose epileptisch in.sulr.

Q)

Juist

2. Onjuist

De neuroloog besluit een EEG

te maken. Hierop wordt epileptifonnc activiteit gezien met name links

temporaal in de hersenen.

Stel dat de studente inderdaad een epileptische aanval heen gehad.

23. Welk t;pe aam·a/ past dan het best bij het •·erhaal ••a11 de aa11val i11 combina/ie met de be••itulingen op het EEG?

'l,

Een eem·

oudig partii!le aanval '>!.

Een complex paniele aanval

\3. Een secundair

gegeneraliseerde aanval

@ Een primair gegeneraliseerde aanval

(7)

Casus

Een 40-Jarige man heeft last van vermoeidheid O\erdag. Hij gaat om 22.00 's avonds naar bed en sl33pttot 7.00 de: volgende ochtend. Hij wordt's nachts een keer w:lkker om te pi3SSen.

Zijn 'rouw geeft aan dat haar man veel snurkt 's oaehts en regelmatig zijn ndcm inhoudt.

Er wordt gedacht aan de slaapstoornis OSAS.

24 . . \let welk onder.oek =oude diagnose OSAS aangetOond of wm•·orpen kwmen worden?

I. Een EEG

) (D

Een multi-slcep-latcncy test (MSL T)

<- 3. Een polysomoografic

4. Het bepalen van bet hypocrctine gehalte in de liquor

Pati~nl blijkt inderdaad

een

ernstige vorm\ an OSAS te hebben.

25. Welke behandeling is hetmee~t geïndiceerd nu?

(}l.

Af,allen

2. liet naaien van een tennisbal in de pyjama 3. Het voorschrijven \'an antideprc~i\ a 4. Een Cf>AP-bchandcling

Casus

Een 34-jarigc jonge mnn wordt naar de neuroloog vcrwezen in vcrband met aanvallen 'an hefiigc pijn rondom zijn linkeroog. Hij wordt er helemaal radeloos van. De pijn houdt 20 minuten aan en trekt dan langzaam weer weg. Tijdens zo ·n aanvat tr:l<lnt :rijn linkeroog hevig en zit zijn linkerneus vcn.topL 26. Ou beeld i• kenmerkend wJor:

I. T rigemin11.>-neuralgie -~ 2. Migraine

- (.f.) Clusterhoofdpijn

ir.'

Chronische paroxysmalc hemierania

Tijdens de aanval is de pupil van het linkeroog :tfwijkend van grootte.

27. Bij' de C<ISIIS als ho••en beschrc•·c11 is hetwaarschijnlijk dat de linker pupil

'·," (j)

:-lauwer is dan de rechter normale pupil

/

'

2. Wijder is dan de n.~bter nonna Ie pupil

Behandeling van de klachten vnn dc7c jongeman kan bestaan uit aanvalsbehandeling tijdcos de aam·al zelf. Daarnaast kan er ondcrhoudsbchandeling worden gegeven.

28. De meest effectie~·e aam·alsbehantleling is

([) Inhalatie van I 000/o zuurstof (7 liter) gedurende 15 minuten 2. Het nemen van 2 tablellen paracetamol (I 000 mg)

3. liet nemen van 2 tablenen propranolol (80 mg)

(8)

Casus

Een 65-jarige man heeft problemen met plassen. Hij verliest ongewild urine.

29. De blaas wordt geinnen·eerd door zowel S)?llpatisclu:, parasympatische als somatische zeiluwen

(j)

Juist

1

7 2. Onjuist

30. De nervt1s pudendr:ns regelt de tonus van de exreme sfincter •·an de urethra.

(!) Juist 2. Onjuist

,

....

'

31. De cortex speelt geen rol bij Ir er reguleren van de werking •·an de blaas

!. Juist

\D

Onjuist

Casus

Een 34-jarige vrouw heen last van duizcligheidsklacbten. Ze heen bet ge,·ocl alsof ze voortdurend op een schip loopt. De coassistent heen haar neurologisch nagekeken In de diffcremi~lc diagnose van de coassistent staat hyperventilatie, benigne paroxysmalc positicaOtankclijkc duizeligheid. een brughoek tumor. neuritis \'estibularis en het syndroom van Wallenberg.

Oe neuroloog gaal samen met de coassistent naar de pati~ntc toe. Oe patiënte vcrtelt dan ineens dat zij ook gemerk'1 been dat zij steeds slechter is gaan boren met het rechter oor.

De neuroloog vcrricht een aantal testen en stelt \'US! dat er sprake is van perceptief gehoorsverlies rechts. De neuroloog voerde de proef van Weber uit.

32. Waar =al de=e patiëllle het geluid •·an de stem•·ork horen ge::ien bO>·enstaande bevindingen?

Jn haar rechteroor In haar linkeroor

- 3. In het midden van haar hoofd

"':4..

Ze zal geen geluid horen

Met het gcge,•en \'nn het perceptief gchoorsvcrlies rechts verandert de diffcreruiaal diagnose 33. Benigne paroxysmale positie aflwnkelijke dui=eliglreid wordimt minder waarschijnlijk

'--- CD

Juist 2. Onjuist

34.Neuritis •·estibularis wordt nu minder \l'a(trschij'nlijk

I. Juist

~. Onjuist

35. Een bntglroektumor wordtmt minder H'aorschijnlijk

I. Juist

(b>

Onjuist

36. Het syndroom V(lfl rvai/enberg h't>rdt nu minder \.\'Oarschijnlijk

"'L..

@ Juist

@

Onjuist

(9)

Uiteindelijk wordt bij pati~nte de diagnose syndroom van Wallenberg gesteld.

37. Het syndroom 1·an Wallenberg wordt meestal \'eroorzookt door een infarct in dr!.

(j)

Laterale medulla oblongata 2. Mediale medulla oblongata

Patiënten met het syndroom van Wallenberg hebben vaak een veranderd gevoel aan één kant in het gelaat.

38. Het gaat om een ''en11indering von de:

I. Gnostische sensibiliteit

Q)

Vitale sensibiliteit '\-"'- fyr~:~..W• ""'~ 1

Stel er is sprake van een infarct aan de rechterkant in de hersenstam die geleidt heeft tot de symptomen ''an bet syndroom van Wallen berg.

39. Het \'eronderde gel'fx:l =it aan de rechterkam \'OJrlter ge=ic/11.

@

Juist

2. Onjuist

Patii!nten met het syndroom van Wallenberg hebben vaak ook bet syndroom van Homer.

40. Het syndroom \'On Homer is oam,·e=ig twn de recltterka/11 \'mrltet ge=icltt.

Î (j)

Juist 2. Onjuist

4/. Het syndroom 1·an Homer wordt 1·eroor=ookt door 11in·o/ \'On de:

,..!..:.

pnrnsympaticus

~ symJlaticus

(10)

Casus

Een 37-jarigc alcoholist wordt opgenomen op de spoedeisende hulp in vcrband met verwardheid, geheugenstoornissen, wankel op de benen staan en dubbelzien. Bij neurologisch onderzoek is er een nystagmus, zijn er oogbewegingsstoomissen en een ernstige ataxie.

De spoedcisende hulparts denkt aan een alcoholintoxicatie of een vitamine dcfici&ltie.

Bij neurologisch onderzoek valt op dat beide ogen geadduceerd zijn. Het rechteroog kan niet io de richting van bet rechteroor bewegen, wel in de richting van de neus.

Het linkeroog kan niet in de richting van het linkeroor bewegen, maar wel in de richting van de neus.

42. Dil beeld kan •·eroorzaaktworden door beiderzijds uin·al \'011 de 11er\'us oculomotorius.

I. Juist

~ Onjuist

43. ,\lees/ waarschijnlijk is er met deze kladzien sprake \'all eenvilamine dejicit!lllie \'011 •·i/amine:

cp :i.

3. Bl2

44. Hel is heel bela11grijk om pariënt ecrsr een infuus met glucose re gewm, I'Oordat er ••i/amine supplerie gegeven gaar u·orde11.

-...-{1:) Juist

Y.

Onjuist

PatiCnt knupt gdeidelijk aan op. Hij kan weer nonnaai lopen. I lij is vrolijk, maar blijf\ wellast houden van geheugen - en oriëntaticproblemen.

Zijn vrouw merk-t op dat hij allerlei vcrhalen \'Ciánt op vragen die mensen hem stellen.

45. HE'/ amnesrisch .~I'Jzdroom van deze pariëlllll·ordr hel Korsakow-sy11droom genoemd.

~Juist

2:''

Onjuist

46. De prognose \'On deze geheugenproblemen is goed. Bij de meeste patiënten zijn de gelzeugenproblemen binnen zes u·cken na omstaan grotendeels weer l'erdwene.n.

I. Juist

Q)

Onjuist

Bij poli<ontrolc zes weken na de opname klaagt patii.'nt over tintelingen in zijn beide voeten.

Bij neurologisch onderzoek worden vcrlaagde reflexen gevonden. De achillcspccsrcficx is helemaal niet opwckbaar.

4 7. De combinatie •·an deze klaclllen en bevindingen bij onder=oek wij= en op een polyneuropathie.

<D

Juist

2. Onjuist

(11)

Casus

Een 34 jarige

vrouw op de afdeling obstetrie heeft e

en gegeneraliseerd cpilepstiscb insult

gehad. Twee dagen geleden is ze bevallen van een gezonde dochter. Sinds gisteren klaagt ze over hoofdpijn en aanvallen van seconden durend wazig zien. Na het insult is haar rechter arm

minder krachtig en heeft ze moeite met het benoemen van voorwerpen. De diagnose cerebrale

veneuze sinus trombose wordt overwogen.

48. De klachten en prohlemen van d eze vrouw kunnen goed passen bij de diagnose sinustrombose

---\_ î)

Juist 2.

Onjuist

49. Bij patiënten met een sinustrombose is de trombose het meest frequent gelokaliseerd in de sinus sagitalis inferior

"'--(i~ Juist

'i. Onjuist

50. ,\[ogelijke oor;:aken voor een sinustrombose ::ijn

I. Mastoidilis

2.

Parasaggitaal meningeoom 3.

Systemiscbc lupus el)·thematodcs

($, Alle drie bovengenoemde oorzaken zijn mogelijk

~ll''\·' ,~-.

\..c, ... \\.-:.

"'vy-~"-

51. Blij••ende intracraniele hn)ertensie kan een ge••olg ::ijn \'On het doomwken •·on een sinustrombose

<!) Juist 2. Onjuist

52. De epileptische aam·al van patiëm is het meest waarschijnlijk:

I.

Een

primair gegeneraliseerd insult.

2.

Een

secundair gegeneraliseerd insult

(12)

. -

L

~

I

Casus

Bij meting op bet consultatiebureau bl i jkt he t hoofdje van een 8 maanden oude jongen geleidelijk aan steeds groter te worden. Bij 4 maanden zat de hoofdo mvang op de 0 SD, inmiddels zit zijn hoofdomvang op de +3 S D.

Deze jongen wordt verwezen naar de ki nderneuroloog die een hydrocefalus vem10edt.

Er wordt een MRl scan gemaakt die hier is afgebeeld. De MRI sc.an laat een hydrocefalus

zien.

53. De wiue pijl wijst naar:

(!)

De derde ventrikel

~ 2. De vierde ventrikel

~

Het

aquaduct

van

Sylvius

54. Dezej ongen heeft een obstrucliehydrocef alus

(j)

Juist 2. Onjuist

55. Liquor "·ordt onder andere aangemaak1 in de plexus cltoroideus •·an de laterale •·entrikels.

(i)

Juist

2. Onjuist

56. De hoe~·eellteid liquor die per dag bij een ••olovassene word/ aangemaakt bedraagt ongeveer:

()) 150 cc 2. 500 cc ' 750cc

(13)

Er wordt bij deze jongen c:cn ruggenprik vcrTic hL De liquordruk wordt gemeten.

De liquordruk blijkt 10

cm

H20 te z.ijn.

57. Een liquordntk 1'011 JO cm HZO is •·oor een•·o/..,asse11e:

-

~

3.

nonn:tal verhoogd ,·erlXlgd

Ca

sus

Een 64-jarigc man krijgt per acuut verminderde coördinatie in rechter ann en been. ook spreekt hij onduidelijk met variatie in luidheid van de stem. Hij heeft hoofdpijn en is

misselijk. Patii!m blijkt een bcroene te hebben.

58. Deze patiënt heeft een probleem van de cerebellaire hemisfeer:

I.

Links

Q)

Rechts

59. Het onduidelijk spreken en •·ariatie in luidheid \'(111 de stem \\'Ordt een atactisch of cere:bellaire dysarthrie genoemd.

(il. Juist

2. Onjuist

60. Welke bei'Ïndingcn bij neurologisch ondet-=oek •·cn•·aclu 1111iettc ,·inden bij de::e patiifm:

- I.

gesaccadcerde oog,otgbcwcgingcn

~ dysdiadochokincse rechts Çl) tandrad fenomeen rechts

~

gestoorde koorddansersgang

Pati~nt wordt opgenomen op de strokc-unit van het ziekenhuis. Hij ligt naast een 75-jarigc

vrouw. Deze vrouw heen ook een bcrocnc. Bij haar is onderstaande CT-scan gemaakt.

(14)

61. Op de CT -scan is een bloeding te zien gelokaliseerd in de rechter thalamus en cms posterior \'an de capsu/a imema.

I.

Juist

(6) Onjuist

62. De etiologie van deze bloeding

is

meest waarschijnlijk chronische hypertensie.

(i) Juist 2. Onjuist Casus

Een 75 jarige vrouw heeft 2 dagen geleden gedurende 5 minuten acuut verminderd zien van beelden aan de rechterkant. Dit is zowel bij afdekken van het linker als het rechter oog. Dit is geheel hersteld. Bij aanvullend beeldvormend onderzoek wordt geen bloeding gevonden, een nom1ale cirkel van Will is en een >70% stenose van de a carotis interna links.

63. Dit visus verlies is te typeren als een:

î

L

_)/.amaurosis fugax rechts

.1_. rechtszijdige bitemporale hemianopsie G)rechtszijdige homonieme hemianopsie

2

64. Bij morkeur wordt deze patiënte (onder andere) behandeld met de volgende medicij nen

I.

Combinatie van orale anticoagulantia en trombocyten aggregatieremmers

2. Omlc anticoagulantia (acenocoumarol of marcoumar)

3. Trombocyten aggregatieremmers (acetylsalicylzuur en dipyridamol)

Een weck later krijgt deze patii:!nte acuut een perifere facialis parese links en een parese van rechter arm en been.

65. Deze uitva/s\•erschijnse/en worden gelokaliseerd I. links in het mesenccphalon

Q>. links in de pons

3. in de linker cerebrale hemisfeer 4. in de rechter cerebrale hemisfeer

66. Ongel·eer I 0% l'an de mensen, die ee n TJA hebben gehad krijgt binnen 3 maanden een tweede TJA of herseninfarct

I.

Juist

@ Onjuist

Intraveneuze trombolyse is een effectieve behandeling van het acute herseninfarct.

67. De behandeling is wetenschappelijk bewe zen e.ffectiel·er wanneer deze wordttoegediend binnen 90 minuten dan tussen 90 en 180 minuten na ontstaan van de neurologische uitval.

(!)

Juist

2. Onjuist

(15)

C asus

Een 60-jarige plllil!nt hcctl sinds een maand progressief last van hoofdpijn en krachtsverlies in zijn linker lichaamsheltl. :-in onderzoek door de neuroloog wordt een MRI hersenen vcrricht waarop 3 ringvonnig aankleurende laesies worden gezien in de rechter hemisfeer.

68.Het anamnestische geglr\·en dat patiënt rookt is in de::e casus relemnt.

(i)

Juist 2. Onjuist

Aanvullend onderzoek \\Ordt ingezet.

69. Het is :im·ol een PSA te bepalen.

I. Juist 2. Onjuist

Op een CT thorax worden :lf\\ ijkingen gezien. vcrdacht voor een tonge3rcinoom.

~o. Hiemree kon de diagnose ltcrsenmetrutasen ge.wdd worden. Aanntlhmd PA-dragnostiek is niet meer nodig.

') I. Juist

'- @)

Onjuist

7/.Ge=ien de aamw:=igheid •·an 3 laesies ••·ordt ,.·aarsc:lrijnlijk gel..o::en •·oor bclrandeling mettorale schede/bestraling.

Casus

I. Juist

~ Onjuist

Een 50-jarige patiënt wordt op de spoedeisende hulp gebracht met een epileptisch insult. Bij neurologisch onderzoek zijn er geen uitYalsvcrschijnsclcn. De voorgeschiedenis is blanco. Patiënt rookt niet, drinkt geen alcohol.

71. Bij een epileptisch insult op oudere leeftijg met een blanco •-oorgcschiedems is beeld•YJmting wm de hersenm geïndiccertl

(DJuist 2. Onjuist

Er wordt een niet-aankleurende laesie littks tempornnl gevonden. In het vcrslag van de radioloog wordt gcsproken over een laaggradig glioom.

73. Omdat er een .uructurele laesie is glrl·ondcn is ltet ::im·o/te startenmet dexamethason.

I. Juist 2. Onjuist

74. Een behandeling met cltcmotlrcrapi<- is bij lnassradige gliomen nirt gofndtc(!"rd.

®

Juist

(16)

Î

Casus

Een 44-jarige man beeft sinds vier

weken hoofdpijn en last van toenemend braken. Hij ziet wazig met

beide ogen. Sinds twee dagen merkt hij dat hij

met zijn rechter

been sleept bij het lopen.

Bij neurologisch onderzoek is e

r sprake van een piramidaal syndroom van het linker been.

De neuroloog besluit een lvt

RI eerebrum te laten maken.

Op onderstaande

MRI

(T

l

met contrastvloeistot) is een ruimteinnemend proces links frontaal te zien.

75. Her MRJ-beeld past fret best bij

I.

Een laaggradig astToeytoom 2. Een hooggradig astrocytoom Q)

Een meningcoom

4.

Een medulloblastoom

Tumoren lamoen ontstaan uit niet-gliacellen of

uit gliaccllen.

76. Een asrrocy10om is een /I/mor die omstaatuil gliacellen

(D Juist

2.

Onjuist

Elke hersentumor kent zijn eigen behandeling.

Doel van de behandeling kan in opzet curatief of palliatief zijn.

77. In fret algemeen geldt dar de behandeling mn een glioblastoom multifomu! in opzet curatief is.

I. Juist

(!;)

Onjuist

78. In het algemeen geldt dat de belrmtdeling mn een meni"geoom in op=et curatief is.

<D

Juist 2.

Onjuist

(17)

Genetica gaat een steeds grotere rol spelen bij de behandeling van tumoren.

Bij oligodendrogliomen blijken genetische veranderingen, zoals het verlies van 1 pen 19q. een belangrijke prognostische factor te zijn.

79. Een •·crlies \'011 lp en 19q maa/..7 de prog11ose \'all ee11 patiëllf met een ofigode11drog/ioom

I. Beter 2. Slechter

Casus

Een 52-jarige man komt op uw sprceJ..:uur omdat hij s inds een jaar steeds moeilijker is gaan lopen en gemakkel i jker valt. Daarnaast heeft hij onwillekeurige bewegingen in z. ijn gezicht en am1en bemerkt.

Z i jn echtgenote vertelt dat patil!ot veranderd is van karakter. Hij wordt snel agressief en heeft een sombere stemming. Ook is hij erg vergeetachtig geworden.

Patit!nt

is

verder gezond en gebruikt geen medicatie.

U

overweegt de ziekte van Parkinson.

80. De

onwillekeurige bewegingen pa5se11 bij de diagnose ziekte van Parkinson

\D

Juist 2, Onjuist

81. /)(! karakten·erallderillgcn passe11 bij een beginstadium •·<m de =iekte wm ParkitlSon

Q) Juist

2. Onjuist

82. Sumbere >tt:mming kumt muk •·oor bij patil'mell met de =lekte van Parkfnsa11.

Q)

Juist

2. Onjuist

83. Vergeetachtigheid is ee11 vaak ••oorkameml s;mptoom bij metlSellmet de ziekte van Parkinson.

(!) Juist

2. Onjuist

Bij pati~nt wordt een MRJ-scan van zijn hersenen gemaakt. Hierop worden geen afwijkingen gezien.

84. Bij de ziekte \'011 Parkinson worden meestal ajwijki11gen gemnden op de ,\r/R/-scan.

I. Juist

(!>

Onjuist

Oe vader van deze man blijkt '7oeger ook op 50-jarige leeflijd dezelfde klachten te hebben gehad.

85. Dil pleit tegen de ::iekte van Parkinson.

I. Juist (D Onjuist

Er wordt bij deze pati~nt gestan met medicijnen.

(18)

86. Patiëmen met de =iekte van Parkinson krijgen medicijnen die het dopamine gehalte in de hersenen

\'l!rlagen.

Casus

I. Juist

(?,

Onjuist

Een 60-jarige man merkt dat hij steeds vergeetachtiger wordt. Hij kan zijn werk niet meer goed uitoefenen. Zijn vrouw geeft aan dat bij veranderd is van karnl.:ter. Hij weet niet meer hoe bij auto moet rijden.

De man wordt onderzocht door een neuroloog. De diagnose dementie wordt gesteld. In de difièrcntit!lc di:~gnose Sl:l:lll de zicl.:tc van Alzheimer. yá'sculaire dementie, frontotemporale dementie en Lewy Body dementie.

Er wordt een MRl scan van de hersenen gemaakt om verder te komen met deze differcntil!le diagnose.

Op de MRt scan zijn weinig bijzonderheden te zien. Wel is er toename van diameter van hettemporale gedeelte van de laterale ventrikels, de zogenaamde temporale booms.

87. De =iekte ,·an Alzheimer is de meest \'Qorkomende mmt \'an dememie. Op 80-jarige leeftijd is het percelllage mensen dat is aangedaan:

1.5%

(?)

20%

~40%

88. De b<H'engenoemde \'en,·ijding \'all de temporale hoonzs is een positi~·n: aam,·ij=ing voor de :iekll.'

\'all Aldteimer.

I. Juist

~([) Onjuist

Casus

Een 36-jarige ~TOuw heeft een neuritis optica. Haar neurologische voorgeschiedenis is blanco.

Zij krijgt een :v1RJ waarop enkele witte stof laesies gezien worden, die zouden kunnen passen bij Multiple Sclerose (.YIS).

89. De diagnose klultiple Sclerose fMS) kan mt terecht gesteld worden.

I. Juist

ê)

Onjuist

90. De kmLr dat deze patiënte uiteindelijk relapsing remiuing MS =al omwikkele11 is:

'h.

<20% ~

...

"l.

20-40%

3. 40-60%

4. >60%

U besluit om een intraveneus mcthylprc.dnisolon lmur gedurende 3 dagen aan deze patiënte voor te schrijven.

(19)

91. De::e methylprednisolonkuur kan er l'OOr :orge11 dat de visusklachten sneller •·erbeteren.

I. Juist - 2. Onjuist

92. De methylprednisafonkrmr ::al er mcr ::orgen dal de visus beter herslef I. (minder restk/achten)

- -I. Juist

2. Onjuist

Casus

Een 48-jarige man heeft in de loop van twee jaar progressiefklachten van zijn linker been. Hij is .. onhandig .. geworden met het linkerbeen. Bij neurologisch onderzoek zijn er sensibele stoornissen en piramidale verschijnselen aan de linker lichaamshelfi. In zijn familie komt MS voor. PatiCnt heeft al jaren lichte hypertensie.

U vraagt zich af of er sprake kan zijn \'an vasculair probleem of van multiple sclerose.

Op de l\1Rl ccrebrum worden twee hyperintense laesies gezien die volgens de radioloog zowel bij een vasculair probleem als bij multiple sclerose kunnen passen.

Op de l\1Rl van het myclum worden twee hyperintense laesies gezien.

93. Afwijkingen in hetmyelum werden •·aker ge::ien bij multiple sclerose dan bij •·asculaire problematiek.

&>

Juist

2. Onjuist

Er wordt liquoronderzock '•crrieht. Dit toont vier unieke oligoelonale banden bij vcrder een nonnaai celgetal en ei wil. U lx-~luit dut dc:Lc patiënt p1 i111air progressieve MS hccfi.

Het lijkt u zinvol te gaan starten met immuunmodulerende therapie, in de vorm van glatiramccr.

94. Behandeling mei glatirameer is een effectiet•e behandeling ,·oor pmiënlen met primair progressieve ,\1S.

Juist Onjuist

Pati~nt geeft aan dat hij op zijn werk meer moeite heeft om alles goed te plannen, hij kan moeilijker complexe taken uitvoeren.

95. Deze cognitieve problemen/mnnen hel ge•·o/g :ijn \'an multiple sclerose.

I. Juist

"-- (D

Onjuist

(20)

Casus

Een 27-jarige man wordt biooengebmcht op de eerste hulp met hoge koortS en nekstijfheid.

Er wordt gccbcht aan een bactcri~le meningitis.

96. Het Lr belangrijk om eerstliqrmr te l'erltrijgen l'oordat gestartwordt met antibiotica.

I. Juist

G)

Onjuist

97. Een l'eelvoorkomende W!n•·ekker \'an een meni11gitir hij patii!ntC/1 met een blanco •·oorgesclriedenis is een:

I. statylococcus aureus

G)

streptococcus pneumoniac

Casus

Bij een 76-jarigc man met een aneurysma dissecans van de abdominale aorta is er een probleem ontStaan van het ruggenmerg.

98. Indien de oor-aak 1·an dc=e problemen is ontstaall door een gestoorde •·ascularisatie l'anlret myelum is dit :eer waarscltijnlijk lret gei'Oig van een infarct inhei I'O(Jtgebied ,·tm de:

l.a. spinalis anterior 2.a. spinalis postenor

99. Bij hm·ençtaande patiënt \'Cn•·acht 11 bij liclramelijk ondcr::oek 11aast =wakte \'all beide benen en 111ict iestoon1issen:

I. Gnostische scnsibilitcitsstoornisscn in beide benen 2. Vitale sensibiliteitsstoomisscn in beide benen

!00. De •·oorkcurslokalisatie \'Oor spinale arterio•·encuze malformati<:s (A VM's) is:

I. Cervicaal 2. Thomcnal 3. Lumbaal

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de loop van de jaren heeft de werkgroep bereikt dat, door bovenstaande ontwikkelingen, palliatieve zorg meer aandacht krijgt binnen de instelling.. Ook heeft de werkgroep een

We adverteren in de bladen van Friese Pers (Leeuwarder Courant (door heel Friesland verspreid), de plaatselijke gratis bladen (h-a-h) die de Friese Pers ook uitgeeft, maar

kchidupon kopcrasi supnjn t~.c1ok e üve l'-

dat Indië onder het vroegere en thans nog bestaan(le I'égi me niet alleen zich zelven oÎltlel'houdt, Illaar meer oplevcl'l dan voor zijne IJehoef\.en tot nog toe is

[r]

The answers to question 1A and 1B show what GIS can provide for decision making. The question that has to be answered next is: is it possible to integrate GIS in a

Indien zich tijdens het gebruik van hormonale substitutiebehandeling een mammacarcinoom ontwikkelt, zou deze behandel ing dan gestaakt moeten worden.. Verkl aar kort

Voor de bean~Noording van deze vragen heeft u aparte antwoordformulieren ontvangen. Beantwoord de vragen volledig, maar zo beknopt mogelijk op deze antwoordformulieren in de