• No results found

De Mosterdboomkerk Stukje uit ‘The Gospel of Matthew: An Exposition’, Arno C. Gaebelein

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Mosterdboomkerk Stukje uit ‘The Gospel of Matthew: An Exposition’, Arno C. Gaebelein"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

De Mosterdboomkerk

Stukje uit ‘The Gospel of Matthew: An Exposition’, Arno C. Gaebelein - Loizeaux Brothers, USA1 Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling HSV of 1977. Plaatjes door M.V.

Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan het mosterdzaad, dat een mens heeft genomen en in zijn akker gezaaid; dat wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgegroeid is, dan is ‘t het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en in zijn tak- ken nestelen - Mattheüs 13:31-32.

Het gaat hier over de uitwendige ontwikkeling van het Koninkrijk der hemelen in zijn groei - een uitbreiding op onnatuurlijke wijze: het wordt een schuilplaats voor de “vogelen des hemels”.

De bijna algemene uitleg is, dat het mosterdzaad en zijn wonderbare groei, de uitbreiding van de Gemeente (Kerk) voorstelt, terwijl de vogels worden beschouwd als typen van de volken, die in de Gemeente bescherming vinden. Steeds maar groeiende, reikt de mosterdboom over de gehele aarde, zijn takken spreiden zich wijder en wijder uit, en spoedig, zo zegt men, zal de boom de gehele aarde bedekken zoals de wateren de zee.

Maar als de Heer met de uit het mosterdzaad gegroeide grote boom, de Gemeente bedoelde, die Zijn lichaam is, dan zou deze gelijkenis in flagrante tegenspraak zijn met wat Hij en de Heilige Geest elders leert over de Gemeente op deze aarde, haar opdracht en haar toekomst.

In Zijn gebed zegt de Heiland van de Zijnen, van hen die één zijn gelijk de Vader en de Zoon één zijn: “Zij zijn niet van de wereld gelijk Ik van de wereld niet ben” (Joh. 17:14). De Gemeente dan, die alle ware gelovigen omvat, is niet van de wereld gelijk Hij niet van de wereld is. De Gemeente is van boven en elke gelovige heeft zijn leven van boven. Nog een kleine tijd is de Gemeente in de wereld en na een weinig tijd zal de Gemeente boven zijn, waar Christus het verheerlijkte Hoofd van het lichaam is.

Het mosterdzaadje, groeiend op de akker (vergeet niet dat de akker de wereld is), zich al dieper en dieper in de aarde wortelend en uitbreidend op onnatuurlijke wijze, biedt schuilplaats aan de vogels en is een afbeelding van iets heel anders. Het laat ons een systeem zien dat in de aarde wortelt, dat beweert een grootheid te zijn in de wereld, zich uitbreidende over de aarde. De Heer kan nooit

1 In het Nederlands uitgegeven onder ‘Zie, uw Koning komt’.

Mattheüs 13:31-32

(2)

2 bedoeld hebben, dat Zijn Gemeente geworteld en gegrond zou zijn in de wereld. Hij heeft haar niet geroepen om zulke proporties aan te nemen en haar niet bestemd voor zo’n abnormale groei op de aarde.

Al wat van Christus is gezegd, geldt ook voor Zijn Gemeente. Lijden en heerlijkheid, na vernede- ring verhoging, kenmerkt de weg die Christus ging; eenzelfde weg is bestemd voor de Gemeente.

Zij behoort nederig te zijn, nu met Hem lijdend, verworpen en in de wereld miskend zoals Hij, niet nu regerend en heersend, maar geduldig met Hem wachtend op het ogenblik totdat Hij geopenbaard zal worden, en dan zal zij Zijn troon en heerlijkheid delen. De roeping en bestemming van de Ge- meente is hemels.

Haar taak is Hem te openbaren en uit te laten stralen, een getuigenis te zijn van Zijn genade, maar nooit om de wereld te beheersen en te overdekken. De Brieven aan de gemeenten gericht, maken dat voldoende duidelijk.

Het mosterdzaad en zijn groei heeft betrekking op het Koninkrijk der hemelen, en dit is, zoals wij gezien hebben, het belijdend Christendom. In dit licht gezien, is alles in overeenstemming met wat de Heer in dit hoofdstuk leert. Het kleine mosterdzaad, niet bestemd om een boom te worden maar slechts een struik, ontwikkelt zich tegen zijn natuur in tot een boom. Dat wat van de Zoon des mensen, de Zaaier kwam doen, toevertrouwd aan de handen van mensen, ontwikkelt zich tot iets onnatuurlijks - men mag wel zeggen, tot iets wanstaltigs - want dit is een mosterdboom. Dat onnatuurlijke iets is het belijdende Christendom als een systeem van de wereld, Christus belij- dende zonder Hem en de Geest te bezitten. Hier bepalen wij de aandacht bij de derde zendbrief in de Openbaring aan de gemeenten, dat is de brief aan Pergamus, waarin het tijdperk van het Chris- tendom getypeerd wordt, beginnende met Constantijn de Grote in de vierde eeuw. De lijdende Kerk werd verheven tot Staatskerk. Het mosterdzaad werd spoedig een boom en sindsdien heeft de belij- dende kerk zich verheugd door zichzelf te zien als een grote, zich vertakkende boom.

De vogels, die een schuilplaats in de boom vinden, stellen volgens de Kerk, de bekeerde volken voor. Vertegenwoordigen vogels ooit reine personen? Wij behoeven niet buiten de grens van ons hoofdstuk te gaan om deze vraag te beantwoorden. De vogels, die op het zaad aanvielen, dat bij de weg gezaaid werd, waren instrumenten van Satan. De vogelen des hemels, of pluimgedierte, bete- kenen in de Schrift nooit iets goeds. Abraham stond temidden van de stukken van de offerande om de vogels te verjagen, die op de stukken wilden aanvallen (Gen. 15). De geslachte dieren daar beeldden Christus af en de roofvogels het verkeerde. De vogels in deze gelijkenis betekenen on- bekeerde mensen, volken en naties die uit zelfzuchtige bedoelingen bescherming zoeken in de boom, het uitwendig Christendom. Maar zij verontreinigen de boom.

Tenslotte zal de boom volwassen zijn. Van de volwassen boom wordt gezegd:

Gevallen, gevallen is het grote Babylon, en het is een woonplaats van demonen geworden, en een schuilplaats voor allerlei onreine geesten, en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels - Openbaring 18:2.

Wat een val zal het zijn als tenslotte de boom, de monsterachtige boom, zal vallen en uitgeroeid worden met wortel en tak (Romeinen 11:21-22).

verhoevenmarc@skynet.be - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer men probeert om bij kleine fluctuaties in te grijpen, (door bijvoorbeeld bij een iets te lage waarde te proberen de waarde van het proces te verhogen) dan zal het middel

In de gelijkenissen, waarmee we nu bezig zijn, wordt met de man, die de akker kocht met de schat erin en de koopman, die alles verkocht wat hij had om de éne parel van grote waarde

“2 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had, 3 en hij stuurde zijn slaven eropuit om de genodigden voor de bruiloft

Maar uiteindelijk zal alle vleierij door de Heer bestraft worden, want er staat geschreven: “de HEE- RE zal alle vleiende lippen afsnijden en de tong vol grootspraak” (Psalm 12:3)

Wij worden be- paald bij de verantwoordelijkheid van hen, die in het bezit zijn van gaven, hun door de afwezige Heer toevertrouwd en hoe deze gaven gebruikt of ongebruikt

22 En meteen dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, terwijl Hij de menigte weg zou sturen.. 23a En toen Hij de menigte

1 Toen dan de Heere verstond, dat de Farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes; 2 (Hoewel Jezus zelf niet doopte, maar Zijn discipelen), 3 Zo

Houdt moed want de Heer brengt verlossing voor jou. Want dit is de strijd van