• No results found

BESPREKING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESPREKING"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESPREKING

Levensverzekering Pensioenen

door Drs. H. Marseille

„Bijdrage tot de discussie over het pensioenvraagstuk” (naar aanleiding van het in januari 1980 verschenen concept Vierde Interim rapport van de Commissie Pensioenen van de Stichting van de Arbeid over de pensioenplicht).

De kritische toon waarin deze bijdrage van het Algemeen Burgerlijk Pensioen­ fonds (ABP) en het Pensioenfonds PGGM gezet is laat zich goed vertolken m et de conclusie in de inleidende paragraaf: „Een in opzet en uitvoering onw erk­ baar pensioensysteem dreigt te worden ingevoerd”.

Hierm ede scharen beide fondsen, naar hun zeggen een zekere terughou­ dendheid overwinnend, zich in de rij van degenen die een waarschuwend ge­ luid laten horen over de plannen van de pensioencommissie om trent de ko m ende pensioenplicht. Deze plannen hebben gaandew eg vorm gekregen in een aantal interim rapporten. Het in decem ber 1979 uitgebrachte concept 4e interim rapport, een lijvig werk van 150 pagina’s, m et een groot aantal bijlagen daaraan toegevoegd, geeft breedvoerig, m otiverend, goed sam envattend weer welke opzet en welke uitvoering van de pensioenplicht de commissie voor ogen staat.

De kritiek van het ABP en het PGGM richt zich vooral op de gecompliceerd­ heid van het door de commissie voorgestane pensioensysteem en op de uit­ voeringsorganisatie. Gecompliceerd is de reeds in een eerder stadium als uit­ gangspunt gekozen regeling: fmal-pay m et toepassing van het levensjarenbe­ ginsel. Deze regeling is veel moeilijker in te passen in de bestaande pensioen­ regelingen dan een final-pay regeling op basis van het dienstjarenstelsel m et indexatie van premievrije aanspraken, welke laatste vorm in de praktijk veel m eer voorkomt. Beide stelsels beogen, zij het op verschillende wijze, pensioen- verlies bij vertrek te voorkomen.

Gecompliceerd is ook, zo stellen de auteurs, de pluriform e structuur van de uitvoeringsorganisatie. In een moeizaam bereikt comprom is is besloten de pensioenplicht te doen uitvoeren door de bestaande pensioenfondsen en pen sioenverzekeraars.

De consequentie is tweeledig:

a. Het fmal-pay systeem m et levensjarenbeginsel, m et daaraan gekoppeld het

zogenaam de 65-X financieringsstelsel, leidt tot extreem hoge lasten voor oudere deelnemers. H et plan van de pensioencommissie voorziet dan ook in een landelijke verevening - op basis van theoretische lasten - teneinde een gelijkmatige spreiding van lasten over de ondernem ingen te verkrij­ gen. Afgezien van bij die verevening optredende ongewenste neveneffec­ ten betekent dit „een torenhoog uit het stadssilhouet oprijzend adm inistra­ tief orgaan” voor de uitvoering en coördinatie van de verevening (zie Be­

(2)

schouwingen over een kom ende pensioenplicht, m aart 1978, Kring van Onafhankelijke Raadgevende Actuarissen).

b. De pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen worden opgescheept m et een m eerledige pensioen- en prem ieadm inistratie. Het prem ieplich­ tige gedeelte m oet m ede in verband m et de verevening afzonderlijk ge­ registreerd worden. De restrictieve bepalingen voor inpassing in bestaan­ de pensioenregelingen zullen in een niet onbeduidend aantal gevallen lei­ den tot een boven-pensioenplichtig (zogenaamd excedent) gedeelte w aar­ bij de bestaande aanspraken bij invoering van de pensioenplicht nog als een afzonderlijke categorie m oeten worden onderscheiden. Daar kom t bij dat de uitkering van het ingegane wettelijke pensioen volgens de plannen door één orgaan zal geschieden waartoe overdracht van reserves aan het uitvoeringsorgaan van de laatste werkgever m oet plaatsvinden. Door de pensioencommissie wordt in verband daarm ede de invoering van de zo­ genaam de pensioenpas aanbevolen die de w erknem er in zijn levensloop m oet vergezellen. Al m et al een grote extra belasting van de uitvoerings­ organen die niet licht m ag worden opgevat.

De auteurs wijzen terecht nog op het kostenaspect. De ambitieuze plannen van de pensioencommissie zullen door de regeling als zodanig en de m aatschap­ pelijke kosten verbonden aan de uitvoering een kostenverhoging voor bedrij­ ven en instellingen tengevolge hebben.

Twijfel wordt geuit of de huidige economische situatie voldoende ruim te laat de plannen te realiseren.

De beide auteurs staan een alternatief voor dat waard is overwogen te worden. Dat alternatief is ingegeven door de overweging dat een snelle invoering van de pensioenplicht het m eest gediend is m et een regeling die niet te kostbaar is en bovendien eenvoudig van opzet. Hun voorstel luidt onderm eer:

— bescheiden start m et een m inim um opbouw van bijv. 196, teneinde een voorziening te vorm en voor de m eest schrijnende gevallen (de zgn. witte plekken), m et geleidelijke verhoging nadien, afhankelijk van de macro-eco- nomische om standigheden, tot de door de commissie voorgestelde li96; — dienstttijd-evenredige premievrije aanspraken bij vertrek, gecom bineerd

m et een passend financieringsstelsel - dat wil zeggen m et volledige kapi­ taaldekking -;

— indexatie premievrije rechten minstens uit de overrente;

— geen vereveningsinstituut, wel controle op de uitvoering door middel van verklaringen van accountants en actuarissen;

— nadere studie aan de hand van opgedane ervaringen over de uiteindelijke gewenste inhoud van de pensioenplichtregeling.

Met deze voorstellen zitten de beide fondsen op dezelfde lijn als de Kring van Onafhankelijke Raadgevende Actuarissen. In de voorstellen van de commissie zit nog een elem ent besloten dat in het hier besproken geschrift van het ABP en het PGGM niet wordt genoemd. De cumulatieve werking van flnal-pay en achterbalkon (bij keuze voor het levensjarenbeginsel) en de financiering vol­ gens het 65-x stelsel doet bij voortgaande inflatie in grote m ate een

(3)

verschuiving n aar de toekomst ontstaan; die heeft onderm eer tot gevolg dat de hoogte van de pensioenplichtlasten sterk afhankelijk is van de gemiddelde landelijke leeftijdsopbouw. Om enig inzicht te krijgen in de lasten op langere term ijn verbonden aan de adoptie van het geesteskind van de pensioencom- missie zal m eer inzicht m oeten bestaan op de te verw achten demografische ontwikkelingen. Een verraderlijk elem ent bij dit alles is dat in de beginfase van de regeling een achterstand in de dekking van aanspraken ■ als gevolg van het gekozen financieringsstelsel • zal ontstaan en groeien, die zich eerst vele jaren later zal stabiliseren. Hierdoor zal in de groene jaren van de regeling het ni­ veau van de werkelijke lasten, w aarm ede op den duur gerekend m oet worden, worden gecamoufleerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast is het de vraag of het opleggen van lange verwervingsperioden in pensioenvoorzieningen in proportie is met de doelstelling een langdurige binding met het bedrijf te

Een bèta welke gebaseerd is op een zestal vergelijkbare bedrijven is aanzienlijk nauwkeuriger dat een bèta die gebaseerd is op een groep van 10 bedrijven indien in

Ten slotte wil ik wijzen op het feit dat de instel- ling die een personeelslid dat volledig is terbe- schikkinggesteld in het onderwijs en via het sys- teem van de

Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur.. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel

Niet alleen omdat de dichter in zijn tijd genoeg stof tot controverse gaf, maar vooral omdat een dadaësk gedicht als ‘Sonate’ uit De wandelaar (1916) hier toch eigenlijk niet

Indien vóór het tijdstip, gelegen twee jaren na de inwerking­ treding van artikel 7, in de statuten of reglementen van een pensioenfonds, waar­ op de in artikel 4

De twee voorbije jaren waren er 26 zogenaamde "wilsverklaringen", waarbij de patiënt een euthanasieverklaring opstelt waarin hij beschrijft wanneer hij voor euthanasie

Alleen enkele wilde zwijnen, die waren dood gevonden op plekken waar AVP was uitgesloten door het testen van andere eerdere kadavers, zijn in overleg voor onderzoek aangeboden bij het