• No results found

Dienst uitvoering en toezicht Energie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dienst uitvoering en toezicht Energie"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Aan

de Minister van Economische Zaken De heer mr. L.J. Brinkhorst

Postbus 20101 2500 EC Den Haag

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

5 januari 2005 101832

Onderwerp

Advies omtrent het verzoek tot instemming met de aanwijzing van Gas Transport Services B.V. als netbeheerder van het landelijk gastransportnet

Geachte heer Brinkhorst,

Hierbij breng ik advies uit omtrent het verzoek tot instemming met de aanwijzing ex artikel 2, lid 2, van de Gaswet, van Gas Transport Services B.V. als beheerder van het landelijk

gastransportnet. Achtereenvolgens ga ik in op het juridisch kader, de gevolgde procedure, de beoordeling van het verzoek om instemming en het advies.

Ik ga in mijn advies uit van de huidige situatie en de thans geldende wet- en regelgeving. Mijn beoordeling zal gericht zijn op de vraag of de netbeheerder in staat zal zijn op voldoende onafhankelijke wijze zijn wettelijke taken uit te voeren. Inmiddels is het besluit genomen om de landelijke gasnetbeheerder volledig af te scheiden van de N.V. Nederlandse Gasunie. Deze afscheiding dient zijn beslag te krijgen medio 2005. Dit betekent dat tot dat moment Gas Transport Services B.V. beperkt zal zijn in zijn mogelijkheden om optimaal onafhankelijk te kunnen functioneren.

1. Krachtens artikel 2, lid 2, van de Gaswet1 wijst degene aan wie het landelijk gastransportnet geheel of voor het grootste gedeelte toebehoort voor het beheer van dat net, ten behoeve van

1

(2)

de uitvoering van de taken, bedoeld in de artikelen 10, 10a, 42 en 54a en hoofdstuk 2, één naamloze of besloten vennootschap als netbeheerder van het landelijk gastransportnet aan. 2. Ingevolge artikel 4, lid 2, van de Gaswet behoeft de aanwijzing de instemming van de

Minister van Economische Zaken. De Minister onthoudt zijn instemming of kan

voorschriften verbinden aan de instemming, indien niet is voldaan aan de artikelen 3, 3a, 3b of 3c van de Gaswet of indien de aangewezen netbeheerder in onvoldoende mate in staat zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 34 en 35 van de Gaswet te voldoen, om een taak als bedoeld in de artikelen 10, 10a, 42 of 54a van de Gaswet uit te voeren, aan hoofdstuk 2 van de Gaswet te voldoen of indien hij niet voldoet aan een verbod als bedoeld in de artikelen 10b, 10c of 10d van de Gaswet.

3. De Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) heeft onder andere tot taak werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de uitvoering van de Gaswet alsmede van het toezicht op de naleving van deze wet. In dat kader ziet DTe toe op de naleving van de eisen die de wet stelt aan de onafhankelijkheid van de netbeheerders. 4. De directeur DTe zal ten behoeve van de besluitvorming met betrekking tot het verlenen van

instemming met de aanwijzing van netbeheerders de Minister van Economische Zaken adviseren. Dergelijke adviezen zullen betrekking hebben op de vraag in hoeverre de netbeheerder in staat zal zijn op onafhankelijke wijze zijn wettelijke taken uit te voeren. 5. Bij de beoordeling van de aanwijzing in het kader van het advies aan de Minister zal de

directeur DTe er op toezien dat een correcte invulling wordt gegeven aan de eisen die de Gaswet stelt aan een onafhankelijk netbeheer, teneinde te waarborgen dat een aangewezen netbeheerder onafhankelijk van producenten, leveranciers en zijn aandeelhouders kan functioneren.

6. Per brief van 13 juli 2004 (brief met kenmerk H 04.48) heeft de Minister van Economische Zaken van N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) het verzoek tot instemming met de aanwijzing van de dochtervennootschap Gas Transport Services B.V. als netbeheerder gas ontvangen. Het verzoek en de bijbehorende stukken zijn ter advisering aan de directeur DTe voorgelegd.

(3)

aan te leveren.

8. Gasunie heeft per brief van 14 oktober 2004 (kenmerk: HJ 04.B.050) nadere gegevens betreffende het verzoek om instemming overgelegd, aangevuld bij brief van 29 november 2004 (kenmerk L 04.B.073).

Beoordeling van de formele structuur.

9. De Gaswet bevat enkele bepalingen die beogen de bestuurlijke en organisatorische structuur van de netbeheer onafhankelijk te maken ten opzichte van vennootschappen waarmee de netbeheerder in een groep verbonden is. Onderstaand treft u de uitkomsten van onze toetsing van het instemmingsverzoek aan deze bepalingen.

10. Artikel 3a van de Gaswet stelt allereerst enkele eisen aan de statuten van de netbeheerder. Aan deze eisen wordt voldaan. De statuten van de netbeheerder stellen een raad van commissarissen in en bepaald is dat de leden van het bestuur en de meerderheid van de leden van de raad van commissarissen direct noch indirect een binding hebben met een rechtspersoon die de productie, aankoop of levering van gas of elektriciteit verricht of met een aandeelhouder van die rechtspersoon. De huidige bestuurders en commissarissen van de vennootschap voldoen aan de genoemde kwaliteitseisen. De statuten bevatten

goedkeuringsbevoegdheden voor de raad van commissarissen in lijn met het gestelde in artikel 3a sub c van de Gaswet. Ten slotte is statutair gewaarborgd dat de aandeelhouders van de netbeheerder zich onthouden van iedere bemoeiing met de uitvoering van de taken die op grond van de Gaswet aan de netbeheerder zijn opgedragen.

11. Door Gasunie is bevestigd dat nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 10c van de Gaswet niet worden uitgevoerd door Gas Transport Services B.V.

12. De beheersovereenkomst bepaalt dat de financiële beleidskaders van de netbeheerder worden vastgesteld door Gasunie (artikel 13). Rekening houdend met deze financiële beleidskaders dient Gas Transport Services B.V. capaciteitsplannen op te stellen (artikel 14). Gasunie stelt vervolgens een investeringsplan op voor de netbeheerder waarin de

(4)

netbeheerder alleen bestaat voor investeringen die niet voortvloeien uit de capaciteitsplannen.

13. Bovengenoemde bepalingen staan in de visie van DTe op gespannen voet met het in voldoende mate kunnen voldoen aan een taak zoals genoemd in artikel 10 of 10a aangezien de netbeheerder zelfstandig in staat moet zijn financiële voorzieningen te treffen die deze taken mogelijk maken. Dit betekent in het bijzonder dat de netbeheerder zelfstandig een investeringsplan moet kunnen opstellen op basis van de geraamde capaciteitsbehoeften en over de noodzakelijke uitgaven moet kunnen beslissen. Gezien de bovengenoemde

besluitvormingsprocedure heb ik hier zorgen over. Deze zorgen worden weggenomen indien Gasunie als partij bij de beheersovereenkomst waarborgt dat de netbeheerder zowel

financieel als procesmatig onafhankelijk voorzieningen kan treffen die nodig zijn voor de vervulling van diens taken.

14. Voor de regionale netbeheerder zijn de wettelijke onafhankelijkheidseisen verder uitgewerkt in de Beleidsregels aanwijzing netbeheerders Gaswet2. De Beleidsregels bieden de

mogelijkheid voor DTe om beheers- en dienstverleningsovereenkomsten te toetsen. Deze toetsing is nuttig gebleken bij het t0ezicht op onafhankelijkheid voor de regionale netbeheerders. Nu de materiële belangen en risico’s bij de landelijke netbeheerder van vergelijkbare aard zijn, is DTe er voorstander van dat een dergelijke bevoegdheid wordt gecreëerd ook voor het toezicht op de landelijke gasnetbeheerder. Met een daartoe strekkend voorschrift bij het instemmingsbesluit kan dat worden gerealiseerd.

15. Hoewel de genoemde Beleidsregels op de beheerder van het landelijk gastransportnet strikt genomen niet van toepassing zijn, heeft DTe de beschikbare stukken getoetst aan deze voorwaarden, teneinde u zo compleet mogelijk te informeren omtrent de bestaande mate van onafhankelijkheid en verbeteringen die daarin nog kunnen worden aangebracht. Elementen uit deze Beleidsregels waaraan de getoetste beheers- en

dienstverleningsovereenkomsten van de netbeheerder in onvoldoende mate voldoen zijn: • Financiële onafhankelijkheid

Bovengenoemde financiële bepalingen uit de beheersovereenkomst staan op gespannen voet met de vereiste financiële onafhankelijkheid als genoemd in artikel 2, lid 5, van de Beleidsregels.

22

(5)

• Gebruik van concurrentiegevoelige gegevens

De toepasselijke overeenkomsten geven er blijk van dat er aandacht is voor dit

onderwerp. De expliciete bepaling dat via certificering door een geaccrediteerde instelling gewaarborgd moet zijn dat gebruiksgegevens zoals die zullen worden afgelezen door medewerkers van Gasunie, niet buiten de kring van die medewerkers bekend zullen worden, ontbreekt evenwel (artikel 3, lid 4, Beleidsregels). Nu het aflezen van dergelijke meters zal worden uitbesteed aan Gasunie (dan wel zal worden gedaan door vanuit Gasunie gedetacheerde medewerkers) en Gasunie actief is in de belevering van klanten, ziet DTe nut en noodzaak in van een dergelijk voorschrift voor ook de beheerder van het landelijke gastransportnet. Met de aanstaande inwerkingtreding van de ministeriële regeling Kwaliteit en de daarin voorziene optie van certificering, zal evenwel in voldoende mate in het bovengenoemde belang kunnen worden voorzien.

• Toetsing dienstverleningsovereenkomsten

De dienstverleningsovereenkomst is voor onbepaalde tijd afgesloten zonder voorafgaande toetsing door DTe. De Beleidsregels verlangen dat regionale

netbeheerders deze overeenkomsten afsluiten voor telkens maximaal de duur van de reguleringsperiode (artikel 3, lid 3) en te voren ter goedkeuring aan de directeur DTe voorleggen. Beoordeling van dienstverleningsovereenkomsten is belangrijk met het oog op de vaststelling of de netbeheerder in staat zal zijn om op onafhankelijke wijze aan zijn taken te voldoen. Wijzigingen in de dienstverleningsovereenkomst tussen Gasunie en Gas Transport Services B.V. of nieuwe, aanvullende bepalingen op dit terrein, dienen daarom bij de directeur DTe gemeld te worden opdat een voorafgaande beoordeling mogelijk is.

Beoordeling van de materiële onafhankelijkheid.

16. DTe acht het voorts van groot belang dat netbeheerders voorzieningen treffen waarmee wordt gewaarborgd dat de netbeheerder en diens medewerkers ook in de praktijk onafhankelijk kunnen functioneren. DTe heeft navraag gedaan bij Gas Transport Services B.V. omtrent het bestaan van dergelijke maatregelen en informeert u daarover als volgt. 17. Gas Transport Services B.V. heeft een stelsel van normen en maatregelen in ontwikkeling

(6)

interne audtis, zal in de toekomst worden onderzocht door DTe.

18. Het stelsel van fire walls binnen de N.V. Nederlandse Gasunie zoals dat de laatste jaren is ontwikkeld alsmede het externe toezicht daarop, is ongewijzigd gehandhaafd. In aanvulling daarop is een stelsel van maatregelen ontwikkeld en geïmplementeerd teneinde de

uitwisseling van informatie tussen Gas Transport Services B.V. en de relevante onderdelen van N.V. Nederlandse Gasunie, in het bijzonder Gasunie Technology & Assets en Gasunie Trade & Supply, slechts op need to know-basis te laten plaatsvinden. De ontwikkeling en implementatie van dergelijke voorzieningen dragen naar mijn oordeel in hoge mate bij aan een effectieve unbundling. Ook de werking van deze voorzieningen zal in de toekomst door DTe nader worden onderzocht.

19. Vooralsnog wordt door de netbeheerder niet voorzien in een afwijkend regime per datum afsplitsing van het handelsbedrijf van N.V. Nederlandse Gasunie.

20. Gelet op het juridische kader, de gehanteerde procedure en de beoordeling van het instemmingsverzoek voor het aanwijzen van Gas Transport Services B.V. als netbeheerder van het landelijk gastransportnet, adviseert de directeur DTe om in te stemmen met de aanwijzing Gas Transport Services B.V. als beheerder van het landelijk gastransportnet. Ik adviseer u evenwel de instemming te verlenen onder de voorwaarde dat de N.V.

Nederlandse Gasunie als partij bij de beheersovereenkomst waarborgt dat de netbeheerder zowel financieel als procesmatig onafhankelijk voorzieningen kan treffen die nodig zijn voor de vervulling van diens taken.

Tevens adviseert de directeur DTe om aan de instemming de volgende voorschriften te verbinden:

1. Het voorschrift dat de vorenbedoelde gedragsregels binnen een nader door u te stellen redelijke termijn zullen zijn vastgesteld en geïmplementeerd.

(7)

Met het oog op de volledige afscheiding van de landelijke gasnetbeheerder van de N.V. Nederlandse Gasunie medio volgend jaar, bied ik ten slotte aan om u te gelegener tijd opnieuw van advies te voorzien.

Ik vertrouw erop u hiermee naar behoren te hebben geadviseerd. Voor een nadere toelichting houd ik mij gaarne beschikbaar.

Hoogachtend,

ir. G.J.L. Zijl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uw schriftelijke bedenkingen kunt u, onder vermelding van kenmerk 101847-21, richten aan de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie, Postbus 16326, 2500 BH Den

Mocht u niettemin bij de keuze willen blijven om de switchprocedure niet één op één over te nemen, dan zijn de in de bijlage genoemde aanpassingen mijns inziens minimaal nodig om

Het volledig doorknippen van de juridische èn eigendomsverbanden tussen netbeheerder en concern tot op het niveau van aandeelhouders, zoals ik de door u genoemde volledige splitsing

De hoogte van de stijging van de administratieve lasten kan niet worden ingeschat en zal mede afhankelijk zijn van het aantal organisaties dat zich als representatieve

Op basis van de door u verstrekte gegevens ben ik van oordeel dat het niet nodig is een nieuwe leveringsvergunning ex artikel 22 van de Gaswet te verstrekken omdat in het

De netbeheerders hebben eind 2002 voor de eerste maal op basis van deze voorschriften hun kwaliteitsrapportages ingediend, te weten over het jaar

Bij het opstellen van het leveranciersmodel is als uitgangspunt bepaald dat de voor- en nadelen voor de netbeheerder en de leverancier in evenwicht zijn en er geen nadere

Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen hebben dan kunt u contact opnemen met Martijn van Gemert van DTe, telefoonnummer: 070-330 1398 of Kevin James van Ofgem,