• No results found

Vraag nr. 113 van 4 maart 2005 van mevrouw VERA VAN DER BORGHT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 113 van 4 maart 2005 van mevrouw VERA VAN DER BORGHT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 113 van 4 maart 2005

van mevrouw VERA VAN DER BORGHT N8 Ninove-Brussel – Heraanleg – Tramlijn De oorspronkelijke plannen voor de herinrichting van de N8 (Brusselsesteenweg), volgens toenma-lig minister van Openbare Werken en Mobiliteit Gilbert Bossuyt in de commissievergadering van 7 oktober 2003, voorzagen in een herinrichting waarbij men van 2x2 rijstroken naar 2x1 rijstrook voor het autoverkeer zou overgaan. Op die manier zouden er twee busbanen gecreëerd worden over het traject Ninove-Brussel. De minister sprak toen over een tijdwinst van 8 minuten over het traject van Ninove naar Brussel en een totale kostprijs van 7,5 miljoen euro (Handelingen C14 van 7 oktober 2003, blz. 12-15).

Op dat moment bleek echter ook dat een aantal gemeentebesturen langs deze gewestweg deze herin-richting niet zagen zitten. Naast de vrees voor één grote file van Ninove tot Brussel door de geplande halvering van het aantal rijstroken voor het verkeer, was hun grote angst dat ook heel wat auto-mobilisten de files zouden willen vermijden via sluipwegen in de gemeenten langs de N8, wat ook ten koste van de verkeersveiligheid zou zijn daar. De minister besliste vervolgens om de herinrich-ting van de N8 voorlopig niet te laten starten in het voorjaar van 2005, maar de administratie Wegen en Verkeer (AWV) nog een bijkomende studie te laten uitvoeren naar de mogelijke impact van het sluipverkeer op de omliggende gemeenten. Dit onderzoek zou tegen het einde van het jaar vol-tooid zijn, aldus nog de minister in de commissie-vergadering van 29 april 2004 (Handelingen C195 van 29 april 2004, blz. 11-13).

1. Is de bijkomende studie van de AWV met betrekking tot de mogelijke gevolgen van de her-inrichting van de N8 voor het sluipverkeer in de omliggende gemeenten voltooid zoals gepland werd tegen eind 2004 ?

Zo ja, welke zijn de conclusies daarvan ?

Zo niet, hoe komt het dat deze studie nog niet voltooid werd, en wanneer zal ze voltooid zijn? 2. Ondersteunen beide ministers de plannen voor

de herinrichting van de N8 tussen Ninove en Brussel ?

Zo ja, welke timing wordt dan vooropgesteld, ook in de context van de realisatie van het Gewestelijke Expresnet (GEN) en de geplande GEN-buslijn Ninove-Brussel ?

Komt het deel van de N8 tussen Ninove en de grens met Vlaams-Brabant eerst aan bod ? En is er nog steeds sprake van de

oorspronke-lijke herinrichtingsplannen, of worden alterna-tieve pistes bewandeld ?

3. Op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijke gewest zal op de Ninoofse-steenweg een vernieuwde tramlijn worden aan-gelegd. De Lijn Vlaams-Brabant spreekt ook over een eventuele aanleg van een tramlijn op de N8 tussen Ninove en Brussel, weliswaar op lange termijn.

Hoe staat de minister tegenover deze plannen ? Is dit praktisch realiseerbaar ?

Kan er een eventuele timing worden gegeven, en moet de realisatie van deze tramlijn gezien worden binnen de context van het GEN ? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers

Peeters (vraag nr. 431) en Van Brempt (nr. 113).

Gecoördineerd antwoord

1. De bijkomende studie naar mogelijke impact van sluipverkeer en ingrepen in de omliggende gemeenten werd nog niet voltooid. Na over-leg tussen het kabinet van voormalig minister Gilbert Bossuyt en de administratie Wegen en Verkeer (AWV) werd overeengekomen deze stu-die te laten uitvoeren om in te schatten hoe het verkeer, dat conform de categorisering van de A10/E40 moet gebruik maken maar nu dage-lijks de N8 gebruikt om Brussel te bereiken, bij-komend zou verschuiven bij realisatie van het project op de N8: overstappen op het openbaar vervoer, opnieuw gebruik maken van A10/E40, andere sluipwegen, ...

(2)

wor-den, was het niet opportuun deze uitgebreide studie in 2004, en ook niet in 2005, uit te voe-ren.

Het is derhalve aangewezen deze studieop-dracht in het najaar van 2005 voor te bereiden zodat ze in de loop van 2006 kan uitgevoerd worden.

2. Aangezien de herinrichting van de N8 de ver-keersveiligheid en de doorstroming voor het openbaar vervoer moeten verbeteren, wor-den deze plannen door beide ministers onder-steund..

Het is echter weinig zinvol om al een uitbrei-ding van het openbaar vervoer aanbod te voor-zien wanneer de doorstroming niet kan worden gegarandeerd. De verdere versterking van deze as in het kader van het Regionet Brabant-Brussel (waarin het GEN verwerkt zit) is daarom afhankelijk van de herinrichting van de weg, waarin de aanleg van busbanen essentieel is om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren.

Het is voorzien om al van bij de start van de werken voor de aanleg van busbanen op de N8, het aanbod van openbaar vervoer uit te breiden tot het niveau dat gepland is in het Regionet Brabant-Brussel. De Lijn heeft hiertoe al een project uitgewerkt.

De Administratie Wegen en Verkeer blijft de oorspronkelijke plannen voor de herinrichting van de N8 ondersteunen onder de voorwaarden zoals die ook al bij de betrokken gemeenten bekend zijn:

– aanbod bussen De Lijn structureel opdrij-ven vanaf het begin voor de uitvoering van de werken (tot op niveau GEN/regionet Brabant-Brussel) ;

– garantie op een optimale werforganisatie (zo kort mogelijke hinder, met een maximum aan tijdelijke maatregelen en informatie);

– sluipverkeerprobleem in kaart brengen en oplossingen presenteren (AWV + betrokken gemeenten);

– AWV stelt voor om de aanleg van de busba-nen zo te maken dat een terugkeer naar de huidige toestand mogelijk blijft na evaluatie.

Na akkoord tussen alle betrokken partijen kan AWV snel werk maken van de nodige stappen om tot aanbesteden en uitvoering over te gaan. Hierbij dient ook de nog niet voltooide riole-ringsstudie van de gemeenten in het ontwerp ingepast te worden.

Het deel tussen de ring van Ninove en Vlaams-Brabant werd inmiddels verder bestudeerd in het kader van de actie voor het versneld weg-werken van gevaarlijke punten. De daaruit voortvloeiende projectnota bevestigt de alge-mene doelstellingen van de geplande herin-richting van de N8. De realisatie vergt relatief belangrijke onteigeningen; een definitieve uit-voeringstiming is nog niet vastgelegd.

3. De evolutie van het gebruik van het openbaar vervoer op de N8 zal uitwijzen of op termijn een tramexploitatie de voorkeur geniet op een busexploitatie. De aanleg van een busbaan kan op die manier gezien worden als het voorzien van faciliteiten die op lange termijn kunnen gebruikt worden voor een tramexploitatie en die op korte termijn een busexploitatie aantrek-kelijk maakt aangezien het zorgt voor een snel-lere en een meer betrouwbare verbinding. Er is geen principieel bezwaar tegen de aanleg

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wordt de kennisvoorsprong die Vlaanderen heeft en de internationale erkenning die Vlaanderen ervaart op het gebied van immuun- therapie met vaccin tegen hersentumoren vanuit

Het transport ervan houdt niet alleen risico's in voor de gezondheid en de vei- ligheid van de werknemers die rechtstreeks bij het vervoer betrokken zijn, maar ook voor de bewo-

Naast de vrees voor één grote file van Ninove tot Brussel door de geplande halvering van het aantal rijstroken voor het autoverkeer, was hun grote angst dat ook heel

van mevrouw VERA VAN DER BORGHT Belbus Faluintjesstreek – Stand van zaken Eind 2003 werd door De Lijn aangekondigd dat er tegen eind 2004 een belbusdienst zou worden inge- legd in

De onafhankelijke commissie die op grond van het decreet van 3 0 april 2004 betreffende het niet-drin- gend liggend ziekenvervoer belast wordt met de bepaling, actualisatie

Hoeveel personen staan er momenteel op de wachtlijst voor een behandeling in één van de extramurale centra voor functionele revalidatie?. Graag een opsplitsing van deze cijfers

Overeenkomstig artikel 10 van het besluit van 20 oktober 2000 van de Vlaamse Regering tot regle- mentering van het sociale huurstelsel voor sociale huurwoningen die worden verhuurd

De aanneming van de NV Betonac, die momen- teel loopt, gaat over een bedrag van 2,5 miljoen euro (incl. BTW), 1,5 miljoen euro dient voor de eigenlijke ecoduct (50% wordt dooF het