Vraag nr. 17
van 22 oktober 2004
van de heer STEFAAN SINTOBIN Bioscoopfilmgeluid – Gezondheidseffecten
Uit een Amerikaans onderzoek blijkt dat films in de bioscoop het gehoor van kinderen kunnen beschadigen.
Films in de bioscoop maken blijkbaar steeds meer lawaai. Bij sommige scènes gaf de decibelmeter 130 aan. Dat is vergelijkbaar met een vliegtuig dat van dichtbij opstijgt. Voor de medische wereld is elk lawaai boven de 85 decibel (dB) schadelijk. In 2006 zou de Europese grens naar 80 decibel zakken. Een te luide film lijkt niet erg, maar men mag de gevolgen niet onderschatten. Als men de zaal met suizende oren verlaat, gaat dit vrij snel over. Toch is het niet ondenkbaar dat cellen in het gehooror-gaan aangetast of vernietigd zijn. Op termijn kan dat tot serieuze problemen leiden.
Werd er in de Vlaamse bioscopen al een dergelijk onderzoek uitgevoerd ?
Zo ja, wat waren de resultaten en welke maatrege-len heeft de minister terzake genomen ?
Zo neen, stelt de minister zulk een onderzoek in het vooruitzicht ?
Antwoord
Het uitgangspunt van de Vlaamse volksvertegen-woordiger wordt niet gevolgd door wetenschap-pers. Het feit of geluidsbeschadiging optreedt vanaf 90 dB, hangt immers in belangrijke mate af van de duur van blootstelling. Concreet kan het over-schrijden van de geluidsnorm in een bios-coopzaal op termijn een probleem vormen, maar dan veel-eer voor de werknemers die zich telkens in deze zaal bevinden, en niet voor de occasionele bioscoopbezoeker.
In dit verband kan ik de Vlaamse volksverte-genwoordiger de volgende achtergrondinformatie geven.
– Als een persoon tijdelijk blootgesteld is aan lawaai (bv. door een bioscoopbezoek), dan
tre-den een aantal beschermingsmechanismen op. Na een tijdelijke gehoordaling van 24 tot 48 uur recupereert het gehoor.
– Er kan een verband worden gelegd tussen de algemene geluidspollutie in onze samenleving en gehoordaling. In gebieden met een gemid-delde geluidslast boven de 65 dB is het gehoor van de bevolking enkele dB slechter dan in regio's waar de geluidsbelasting lager ligt. – Er kan eveneens een verband worden gelegd
tussen gehoordaling en het gebruik van een walkman en/of het aantal uren discotheek-bezoek. De grootteorde van de gehoordaling die hieraan te wijten is, bedraagt 2 tot 3 dB. Bij extrapolatie tot oudere leeftijd mag rede-lijkerwijze worden aangenomen dat een hoger percentage van deze personen een hinderlijk gehoorverlies zal ontwikkelen.
Op basis van het voorgaande werden door de Gezondheidsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap geen geluidsmetingen verricht in bioscopen, noch werden er specifieke onderzoe-ken m.b.t. deze problematiek gevoerd. Wel leidt de Universiteit Antwerpen (universitaire dienst NKO (prof. dr. P. Van de Heyning) en universi-taire dienst Medische Genetica (prof. dr. G. Van Camp)) een grootschalig Europees onderzoek dat de relatie tracht te leggen tussen omgevingsfac-toren (met o.a. lawaaiblootstelling) en genetische voorbeschiktheid. De resultaten hiervan worden verwacht binnen twee à drie jaar. Een ander onderzoek hieromtrent stel ik niet in het vooruit-zicht.
Dit alles wil niet zeggen dat er geen aandacht wordt besteed aan de problematiek van gehoor-daling bij kinderen.