• No results found

De financiele positie van een aantal weidebedrijven in Friesland : een onderzoek in samenwerking met de cooperatieve centrale landbouwboekhouding te Leeuwarden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De financiele positie van een aantal weidebedrijven in Friesland : een onderzoek in samenwerking met de cooperatieve centrale landbouwboekhouding te Leeuwarden"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drs. S. Aukema

DE FINANCIËLE POSITIE VAN EEN AANTAL WEIDEBEDRIJVEN IN FRIESLAND

Studie No. 42

3

-•'

'^

g

Coöperatieve Centrale Landbouwboekhouding - Willemskade 33 - Leeuwarden Tel. O5IOO-2.84.4I.

LandbouwEconomisch Instituut Conradkade 175 ~ 'sGravenhage -Tel. O7O-6l.4i.6l.

(2)

INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF HOOFDSTUK I HOOFDSTUK II HOOFDSTUK III DOEL EN WERKWIJZE

§ 1 <, Doel van het onderzoek

§ 2» Herkomst en verwerking van de gegevens § 3' Opzet van liet onderzoek

ALGEMENE BALANSBEOORDELING § 1. De gemiddelde balans

§ 2« Toelichting op de kapitaalscomponenten (debetzijde van de balans)

§ 3» Toelichting op de vermogenscomponenten (credietzijde van de balans)

§ 4o Solvabiliteit, liquiditeit, krediet- en bestedingsruimte

FACTOREN DIE HET EIGEN" VERMOGEN BEÏNVLOEDEN § 1. De mutaties in het eigen vermogen

De bedrijfseconomische winst 2, 3« 4« 5« r O .

Kosten, die geen uitgaven zijn De privé-ontvangsten en -uitgaven Mutaties in de bedrijfssector

Samenhang tussen bedrijfseconomische

resultaten en privé-ontvangsten en -uitgaven

Blz. 7 7 7 8 9 9 9 16 18 25 25 26 27 27 31 34 SAMENVATTING 1290

(3)

WOORD VOORAF

Door het Landbouw-Eeonomisch Instituut is in 1964 e e n onderzoek

verricht naar de inkomens- en vermogenspositie van een groep onderne^ ners met een gemengd bedrijf op de West-Veluwe. Daar dit onderzoek

slechts op 15 eigenaarsbedrijven en 10 pachtbedrijven betrekking had, konden uit de resultaten van het onderzoek geen algemene conclusies worden getrokken»

Er is daarna gezocht naar een groter aantal bedrijven, waarop over een reeks van jaren een soortgelijk onderzoek kon v/orden verricht.

De Coöperatieve Centrale Landbouwboekhouding te Leeuwarden beschikte over een aantal fiscale boekhoudingen, waaraan tevens over een reeks van jaren een bedrijfsanalyse was verbonden.

Door samenwerking tussen de C.ü.L.B. en het L.E.I. is - na verkre-gen toestemming van de desbetreffende ondernemers - op 50 pachtbedrij-ven in Friesland over de periode 1 mei 1959 "tot en met 1 mei 1963 de

ontwikkeling aan de hand van balansgegevens geanalyseerd en tevens de achtergrond van de financiële positie belicht.

De uitkomsten van het onderzoek zijn weergegeven in deze studie die is verricht door drs. S. Aukema van de afdeling Bedrijfseconomisch Onder-zoek Landbouw van het L.E.I.

Leeuwarden, juni 1966 'A. Jolinli

(directeur C.C.L.B.)

/

V A /

m

's-Gravenhage, juni i960 Dr. A. Mari s

(4)

r

LIGGING VAN DE BEDRIJVEN

X X X V x X X x .43 x Ui-";-Sneèfc X '•.Leeuwarden -•' xx . , - • " • . . , x- X X x x .•• x XX x,-' :''. X x \ xx x •: x V.W„ X x'.,.-X > D r a c h t e n Î ... X . X - ' x x x ..•• x M ï e e r e n v e e n .._., Lemmer x

K„V„ = kleiweidegebied5 gemeten naar gemeentegrenzen» V.W. = veenweidegebied., gemeten naa: gemeentegrenzen„

(5)

7

-HOOFDSTUK I DOEL M WERKWIJZE

§ 1. D o e 1 v a n h e t o n d e r z o e k

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verschaffen in de finan-ciële positie van de ondernemer en na te gaan of de totale inkomsten voldoende zijn om in het levensonderhoud van hem en zijn gezin te

voor-zien zonder de continuïteit van het "bedrijf in gevaar te brengen. Uit verslagen omtrent de rentabiliteit van de bedrijven blijken de bedrijfseconomische uitkomsten dikwijls ongunstig te zijn. Niet alle kosten zijn evenwel uitgaven en daardoor kan het totale inkomen van de ondernemer soms belangrijk hoger zijn dan het arbeidsinkomen van de ondernemer»

Reeds eerder is op een groep gemengde bedrijven op de West-Veluwe onderzocht hoe, ondanks bedrijfseconomische verliezen, vele bedrijfs-hoofden toch nog over voldoende middelen kunnen beschikken om, naast dekking van de uitgaven voor levensonderhoud, noodzakelijke investe-ringen te verrichten.

In deze studie worden de resultaten weergegeven van een soortge-lijk onderzoek op een groep kleiweidebedrijven en op een groep veen-weidebedrij ven in Friesland.

Ook nu is uitvoerig aandacht besteed aan de voornaamste factoren, die de ontwikkeling van het eigen vermogen beïnvloeden, te weten:

a. de rentabiliteit van het bedrijf 5 b. de kosten, die geen uitgaven zijn;; c de privé-ontvangsten en -uitgaven.

Over de factoren b en c is weinig bekend en daardoor wordt vaak een verkeerd beeld verkregen van de financiële positie van het boeren-bedrijf en van de levensomstandigheden van de boer en zijn gezinsleden.

Ten einde het inzicht hierin te vergroten izijn in deze studie de

financiële omstandigheden op een aantal Friese pachtbedrijven onderzocht. § 2 . H e r k o m s t e n v e r w e r k i n g v a n d e g e g e v e n s

De verwerkte gegevens zijn afkomstig van de C.C.L.B. te Leeuwarden en hebben betrekking op 50 bedrijven, nl. 25 kleiweidebedrijven en 25 veen-weidebedrij ven.

Het zijn uitsluitend pachtbedrijven, variërend van 15 tot 35 ha-j©"t m

een gemiddelde van 26 ha voor beide groepen.

Zoals uit het kaartje blijkt liggen de bedrijven verspreid over de gehele Friese weidestreek.

De gegevens hebben betrekking op de boekjaren 1959/60 tot en met 1962/63 en zijn - na verkregen toestemming van de desbetreffende onder-nemers - ontleend aan de fiscale boekhoudingen van die bedrijven, waar-van tevens een bedrijfsanalyse aanwezig is»

(6)

Hierdoor waren voldoende gegevens ter "beschikking om de vermogens-mutaties in de loop der jaren te analyseren.

De invloed van prijsveranderingen gedurende de onderzochte periode is zoveel mogelijk uitgeschakeld, door de aktiva te herwaarderen op basis van het prijspeil van 1 mei 1963«

Er is dus geen rekening gehouden met een toeneming van het eigen

vermogen als gevolg van de algemene prijsstijging in de "betrokken periode« § 3. 0 p z e t v a n h e t ' O n d e r z o e k

Het begrip "financiële positie" wordt in dit verslag volkomen neu-traal gehanteerd en kan "betrekking hebben op de solvabiliteit, op de li-quiditeit, op de rentabiliteitj op de krediet- en bestedingsruimte, op het eigen vermogen in de bedrijfssector of te zarnen met het eigen ver-mogen in de privé-sector, of op de verver-mogensbehoefte.

Hoewel het eigen vermogen van de ondernemer in bepaalde gevallen niet ten volle voor de bedrijfsbeoordeling in aanmerking komt - voor een deel kan het nl. bestemd zijn om kinderen te laten studeren of om een zoon een ander bedrijf te laten overnemen - kon hiermede bij het

onderzoek geen rekening worden gehouden. Ook te verwachten erfenissen of onverdeelde boedels, die van belang kannen zijn voor de beoordeling van de financiële positie van de ondernemer, moesten buiten beschouwing blijven.

In eerste instantie zijn de balansen van 25 kleiweidebedrijven ge-combineerd en is een analyse gegevens van de kapitaals- en vermogens-componenten« Ditzelfde is ook gedaan met de 25 veenweidebedrijven die bij het onderzoek zijn betrokken»

Daarna is een beschouwing gewijd aan de liquiditeit en aan de kre-diet- en bestedingsruimte van de bedrijven»

Tenslotte is de ontwikkeling van het eigen vermogen behandeld, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de bedrijfssector en de pri-vé-sector. Aan de mutaties in de privé-sector is hier veel aandacht besteed,

(7)

9

-"'•••-:- HOOFDSTUK II ~' ALGEMENE BALANSBEOORDELING

§:1 . D o g e m i d d e l d e b a l a n s '

Onder de gemiddelde balans van de bedrijven wordt verstaan de som van de activa resp. passiva van alle bedrijven, gedeeld door het aantal bedrijven.

Bij bet vaststellen van de gemiddelde balans is zoveel mogelijk uitgegaan van de waarde van de.activa op basis van het prijspeil van

1; mei 1963.

Van de 25 kleiweidebedrijven hadden twee ondernemers elk ongeveer 1,5 ha grond in eigendom. Bit is gewaardeerd tegen f. 8.000,- per ha.

Tan de 25 veenweidebedrijven hadden drie ondernemers ieder ruim 3 ha in eigendom. Bit is gewaardeerd tegen f. 6.5OO,- per ha. Voorts hebben twee pachters grond aangekocht (resp. in 1961 voor f. 12.000,- en in 1962 voor ruim f. 33»000,-). Deze is tegen de koopprijs opgenomen.

De bedrijfsbezittingen zijn van 1 mei 1959 "tot 1 mei 1963 toegeno-men van f. 69.400,- tot f. 76.100,- bij de kleiweidebedrijven (tabel 1)

en van f. 67.700,- tot f. 75-200,- bij de veenweidebedrijven (tabel 2 ) . De privé-bezittingen namen toe van f. 22.200,- tot f, 26,100,- bij ; de kleiweidebedrijven en van f. 15.900?- "tot f. 19-800,- bij de

veenwei-debedrijven.

In tabel 3 is het verloop van de balanscomponenten In indexcijfers aangegeven.; Hierbij dient er rekening mee te worden gehouden, dat een sterke stijging van een balanspost betrekking kan hebben op een gering percentage van het balanstotaal, daar alle componenten per 1 mei 1959 op 100 zijn gesteld. Uit deze tabel blijkt, dat de totale schulden op korte termijn met 100$ zijn gestegen. Hiertegenover staat een relatief kleinere, maar uitgedrukt in guldens oen grotere toeneming van de vlot-tende en liquide middelen. Vooral het tegoed op de spaarbankrekeningen heeft hiertoe bijgedragen.

§ 2 . T o e l i c h t i n g o p d e k a p i t a a l s c o m p o n e n t e n ( d e b e t z i j d e v a n d e b a l a n s )

a. Vastgelegde middelen in de bedrijfssector - Grond'en gebouwen

De pachters hebben weinig geïnvesteerd in grond en gebouwen. Van het totaal in het bedrijf vastgelegde vermogen is 6 à 8$ bij de klei-weidebedrijven en 8 ;à 10$ bij de veenklei-weidebedrijven in deze activa geïnvesteerd»

(8)

10

-GEMIDDELDE BALANS VAI 25

Debet Bedrijfsmiddelen 1.Vastgelegde midd„: grond getouwen veestapel dode inventaris veldinventaris ledenkapitaal 2„Voorraden en vorderingen op korte termijn; voorraden vorderingen 3.Kassaldo Balanstotaal "bedrijfssector Middelen "buiten het bedrijf 1»Vastgelegde midd. in grond en ge-bouwen 2,Vorderingen op lange termijn 3.'Vlottende en liq_. middelene effecten banksaido Balanstotaal privé—sector Algeheel balanstotaal 1 mei 1959 1000 3100 41100 15400 1100 1400 63IOO 100 4700 4800 1500 69400 1300 10000 2000 89OO IO9OO 22200 91600 1 mei i960 1000 3200 418OO I560O 1100 I6OO 643OO 0 48OO 4800 I8OO 7090O 1300 9700 2200 10000 12200 232OO 94100 1 mei I96I 1000 4300 446OO I5OOO 1100 I6OO 676OO 200 5IOO 53OO I5OO 74400 I5OO 96OO 25OO IO8OO I33OO 244OO 988OO 1 mei I962 1000 5OOO 45300 14400 1100 1900 687OO 0 5300 5300 1700 757OO 1500 87OO 28OO I25OO I53OO 255OO 101200 1 mei 1963 1000 5100 44300 15000 1100 2200 687OO 0 64OO 64-00 1000 76IOO 1500 83OO 3200 13100 1 63OO 26IOO 102200

i

1

i 1

1) De activa zijn gewaardeerd op basis van het prijspeil per 1 mei 1963

(9)

~ 11

-T a b e l 1

[LErWEIDEBEDRIJYM (IN GLD.) 1)

C r e d i t 1 mei 1959 1 mei I960 1 mei 1961 1 mei 1962 1 mei 1963

Vermogen, "belegd i n h e t b e d r i j f 1 » Eigen vermogen 2.Vreemd -vermogen op lange termijn a.Hypoth. leningen s van boerenleenbe van overigen b.ïTiet-hypothecaire leningen; van boerenleenb. van familieleden van overigen 3.Vreemd vermogen op korte termijn a.Leverancierskrediets op meststoffen op veevoer op ov„ nota's b.Ov. bedr.schulden c . L o p . r e k , b o e r e n -l e e n b anken Balanstotaal bedrijfssector

546OO 545OO 568OO 58IOO 574CO

400 9000 900 10300 600 1400 1200 1000 300 45OO 694OO 200 87OO 9OO 800 8600 5OO 98OO 99OO 700 3OOO 1700 9OO 300 66OO 709OO 600 3000 I8OO 2000 300 7700 74400 1000 8200 600 1000 76OO 6OO 98OO 92OO 1000 39OO I8OO 800 300 1400 39OO 1900 2100 200 78OO 95OO 757OO 76IOO Vermogen, belegd

bui-ten het bedrijf 1.Eigen vermogen 2.Privé-s chulden 21100 1100 224OO 800 228OO I6OO 237OO I8OO 24400 1700 Balanstotaal

privé-sector 22200 232OO 244OO ?5500 26IOO

(10)

12

Debet

GEMIDDELDE B A L M S VAK 25 1 mei 1959 1 mei i960 1 mei 1961 1 mei 196 1 mei 1963 Bedrij fsmiddelen 1.Vastgelegde midd, grond gebouwen veestapel dode inventaris veldinventaris ledenkapitaal 2.Voorraden en vorderingen op korte termijn; voorraden vorderingen 3.Kassaldo Balanstotaal bedrijfssector 28OO 25OO 37700 I69OO 1000 9OO 28OO 27OO 387OO I66OO 1000. 1200 618OO 63OOO 28OO 28OO 39IOO I7IOO 1000 1500

64300

o

4800 4800 1100 67700

o

5000 5000 1100 550c 5500 1000 69100 70800 3300 2800 40800 16600 1000 1800 66300 5400 5400 1000 72700 4600 2700 40900 16300 1000 1900 67400 6700 0700 1100 752001 Middelen buiten het bedrijf 1.Vastgelegde midd, in grond en ge-bouwen 2,Vorderingen op lange termijn 3.Vlottende en liq_. middelen s effecten banksaldo Balanstotaal privé-sector 1500 72OO 3300 39OO 87OO 33OO 39OO 37OO 33OO 3000 35OO 3OOO 35OO 1800 76OO 23OO 86OO I59OO 94OO I66OO IO9OO 32OO 98OO 32OO 10100 13000 17900 19500 13300 19800

Algeheel balanstotaal 836OO 857OO 887OO 92200 95OOO

1) De activa zijn gewaardeerd op basis van het prijspeil per 1 mei 19^3<

(11)

13

-T a b e l 2

VEEMEIDEBEDRUVM (IN GLD„) 1)

Credit

Vermogen, belegd in het bedrijf 1 o Eigen vermogen 2.Vreemd vermogen op lange termijn a.ïïypoth,leningen ; van boerenleenb. van overigen b.ïTiet-hypothecaire leningen van boerenleenb. vóin familieleden van overigen 3»Vreemd vermogen op korte termijn a« Leverancierskrediet: cp meststoffen op veevoer op cv, nota's b.Ov. bedr.schulden c«Lop,rek» boeren-leenbanken Balanstotaal bedrijfssector Vermogen, belegd buiten het bedrijf

1.Eigen vermogen 2„Privé~schulden Balanstotaal privé-sector Algeheel belanstotaal 1 mei 1959 600 1800 76OO 5OO 800 1400 1400 1000 100 525OO 600 99OO 47OO 677OO I58OO 100 I59OO 836OO 1 mei i960 53400 400 400 I8OO 65OO 5OO 8800 800 2200 2400 9OO 200 ...65OO. '69IOO I64OO 200 I66OO 857OO 1 mei 1961 554OO 300 300 2000 67OO 6OO 9300 700 2100 I5OO 1200 300 58OO 708OO I7IOO 800 I79OO 887OO 1 mei 1962 300 I7OO 69OO 800 1000 39OO 1700 1000 400 55OOO 3OO 9400 8000 727OO " I86OO 900 I95OO 922OO 1 mei 1963 1600 1900 72OO 800 1000 3700 1500 1800 1400 543OO I6OO 9900 9400 75200 18800 1000 19800 95OOO

(12)

14 -cd h) H O XI H Pi F-< & O O CO < h H p > o o Ö (D > • H u Ti 0) r Û CD •H CD S o CD > Ö CD > •1-3 •H T3 CD ^3 CD TTJ •H CD ^ •i-l CD r H M r O VO \— CM VO o \ V O O N ^ O v o ON ON m O N r O V D O N O J V O O N ^~ \— VD ON T -O VD ON ON ITN ON <-; b - p S a S o ft S o o m S cd r H cd p H ^ f v - I T \ T - 1 - CM -* -( ^ O f ~ r n v - O CNJ ^ ^ • > — " • — vo m m o o ^-^ — ^-^ — T— . ^ 1 C M -=H-o -=H-o -=H-o T " 1 — V ~ O O O O O O ";— T — ",— CM O CO T- T- r— V- T - T ~ o ON i n T O T -•r— v— T— c o t r - o O O v -^— -;— ^— m CM i n o o o T " T " 1 -o O O o o o H o -P u o o CD - P m o i—i m CD CÖ W H 0 3 cö - o 1 - P - H \CD O JH > • - P n d -H B a h ' S r ^ ft CÖ riHH' cö cö cö . ^ Q CÖ CÖ : - p - p ' i—1 o o CD -P - P ' co ra ca ; ^ i C ß ; CD CÖ CÖ &tD r H r - i : r H CÖ CÖ ! <j H F P 1 l — rn ON ; O O v -i T - v - ^— : co m co ; O O i -r— ^ - T — i VO VO CO ' O O O 1 ^ — ^ — • ; — CM CM c j -; o o o ' > \ — * ; — - s — o o o o o o co Lnvo O O T -^— v— *ï—' CO v o CM O O v -T— - i — -!— i n ^ f - c o o o o V - T— ^ ~ CM O VO O O O T - - T— "< O O O o o o CtH •r-> • H U "+H T3 • o CD • H £> U Ti - P Ö CD CD 0 ^ J 3 &Û O - p C S CD CD H & - P CD -H > £ 3 . • H r Q ö ; CD x i Ti • hO bß ^ 0 : •H CD CD : CD rH rH • CD CD : H ^ f l ; cö : CÖ ° • p l> i o - ; E H £ ! • CO O O : r o r - O ; T - T - c\l : vo CM o ; i— O N e-— 1 ^~ ^~ ; T - i - rn ; O ON CM ' \ — •;— ! r O C O C O : O oo m T •& : o o o ; O O O V O O N v CM C O T -v - CM ON i n m v - O N r— r - •;— O N V D v -T - O N r— T— v— T - m r— V - 0 \ ^ T— •!— o o o o o o ^ — 1 1 — ^ — c o> c ö hD - o 'i-s O - H - H a a s u fi S : CD CD CD ' > - P -P ; Tt CD CD ; Ë i a - F ; 0) Ö fH . CD cö o : rH rH Jrf ; > : ft ft' r H o o : CÖ : cö » ; - p > : o ° ; EH > : • • ö o r H CD •xi • H

e

CQ « H •r-3 • H r H T - j CD pp •=d"CO CO VO r o CM VD T— co v— ^"— O o T— o o O N i n m r •{ -ï— -ï CM c o o o ir— c o i - 0 0 \ ^ 0 \ — -s— •;— -ï— CM ^ v - CM o v - O O ^ T ~ • ^ ^ T— T— T~ V— O CO r O C O VO rn O ^ O o o O O ON v - O 1 — T - 1 — T— O O O O O o o o o o T— -^— V— •?— 'T— L X ^ C O r ^ t > O VO O C A ^ r -,— o r -i -r -Î V O ^ O T O v o 1 ON CM t -^ O o T— o o 't~ o o Ti ö o m &J3 •ï— T— T~ T -ON -ON D— CO CO rn O ON O O T— •*— T— T— r n CM ^ CO ' A O O O O O T V V T " V -o O O O O o o o o o a co CD r-i r H CD <D Ti Ti Ti Ti -H •H a a CD CD Ti Tt - H & û ^ j CD a1 CQ r H - H • H CD r H rH &JD CÖ - P Ö - P M CD £ CÖ r H CD > CD C CD î> nri CD ft Ü CD Ö > CÖ ' H i>0 CD 3 - P - H -P O W CD rH - P P (D " Ö Q) O CD CD O > rH 6l0 î> Tri O > =H •r-3 •H H T H CD r Q - P 0 Ä ä CD • P • H 0 r Q S CD r H CD Ti Ti •H p ^ t t - O rn O N O N i n • : — v - O ON ON ON -^f-T~ CM i n i n T - C O CM •^— ^— O O CO o o o v 1— v -o -o -o o o o l A m o v - c o i n V T -m c - o T - C O " v l -T - -T— i n v D CM T ~ O N C M Y~~ t o t - w O O N T-*t— "ï— o o o o o o 3 ä o O T - j r H r Q - H O p S Ti iiD H T H CD - H Ö -p e CD CD CD Ti iû Ti Ö Ö - H O CÖ 3 rH r H CH bû - H ftrH Ö O • H O Ö CD r d CD bS) hû CD CD S i j r H - H Ö CD U CD Ï50 CD -P - P r d - P 03 U O CÖ O r H > > > O 0 N CXI

(13)

15

-- Veestapel

In de onderzochte periode van 4 jaar is de veestapel steeds toege-nomen, uitgezonderd in 1963 op de kleiweidebedrijven.

- Dode inventaris

Uit de gemiddelde balansen blijkt dat gedurende de onderzochte periode in beide gebieden geen netto-investeringen hebben plaatsgehad. Slechts in een enkel jaar waren de investeringen hoger dan de bedrijfs-economische afschrijvingen. In de overige jaren is slechts een deel van de afschrijvingen aangewend voor vervangingsinvesteringen.

- Veldinventaris

Deze post, die hoofdzakelijk meststoffen betreft, is voor een norm-bedrag van f. 5 5 j- Pe r ha opgenomen.

- Ledenkapitaal

Onder de vastgelegde middelen is de bijschrijving op de leden-rekening opgenomen omdat ervan is uitgegaan, dat tijdens de duur van de bedrijfsexploitatie dit bedrag niet pleegt te worden opgenomen.

Per jaar is ruim f. 200,- bijgeschreven. b. Voorraden en vorderingen op korte termijn - Voorraden

Hieronder valt het nog aanwezige krachtvoer, kuil- en hooivoor-raden. Het blijkt dat per 1 mei deze voorraden nog slechts in zeer be-perkte mate aanwezig zijn.

- Vorderingen op korte termijn

Deze vorderingen hebben voornamelijk betrekking op nog te ontvan-gen melkgeld en op nog te ontvanontvan-gen bedraontvan-gen voor verkocht vee. Deze

vorderingen zijn in de loop der jaren toegenomen. Op 1 mei 1963 hadden de ondernemers bijna 40% meer te vorderen dan op 1 mei 1959°

c. Middelen buiten het bedrijf

Do totale liquide middelen, met uitzondering van het kassaldo, zijn in de privé-sector opgenomen. Ongetwijfeld staat een deel van het bank-saldo ten dienste van het bedrijf, doch een splitsing is moeilijk te maken. Wel is gebleken dat het banksaldo voor het grootste deel als spaargeld moet worden gezien. Zes pachters hadden meer dan f, 40.000,-bij de bank uitstaan en hierdoor wordt het gemiddelde sterk beïnvloed.

(14)

1b

-Do privé—middelen zijn te onderscheiden in

- Vastgelegde middelen in grond en gebouwen (buiten liet bedrijf)»

Dez« privé-beleggingen (vooral in woningen) kwamen'vijfmaal voor bij de pachters in de klciweidestrckcn en viermaal bij pachters in de veenweidegebieden.

~ Vorderingen op lange termijn

Het grootste deel van deze post betreft de onverdeelde boedels» Ook vorderingen uit hoofde van een z.g, "ouderdomsfonds;' maken voor

sommige pachters een belangrijk bedrag uit. Dit fonds wordt beheerd door oen coöperatieve zuivelfabriek. Bij jongere boeren komt het veel voor dat hieruit do premie voor een ouderdomsverzekering 'wordt betaald. Door oudere boeren wordt geen premie meer betaald en kunnen do inlagen zuiver worden beschouwd als besparingen voor de oude dag.

Bij de ondernemers uit de kleiweidegebieden verminderden de totale privévorderingen op lange termijn gemiddeld van f, 10.000 tot f. 8.300 ,-en bij die uit de ve,-enweidegebied,-en van f. 3.900?" ^°"k ^ 3.500,-«

- Vlottende en liquide middelen

Dit betreft effecten en het "banksaldo „ Twee vijfde van de pachters in de kloiweidestreken on eon vijfde deel van de pachters in do veen-weidestreken had effecten in bezit. Bij de eerste groep is dit bezit

in de loop van de onderzochte periode toegenomen met f. 1.200,,-; bij de tweede groep mot f. 1.700,-.

Het banksaldo van de pachters in de kleiweidegebieden nam toe van f. 8.900,- per 1 mei 1959 tot f. 13.100,- per 1 mei 1963. Bij de pachters in do veenweidegebieden steeg het banksaldo in deze periode van f, 7-200,-tot f. 10.100,-.

^ 3 • 1 o o 1 i c h t i n g o p d e v e r m o g e n s c o m p o n e n

-t o n ( c r e d i -t z i j d e v a n d e b a l a n s ) a. Eigen \rermogen, belegd in en buiten het bedrijf.

Het eigen vermogen omvat de waarde van alle kapitaalscomponcntcn verminderd met de schulden»

Hot is duidelijk dat de hoogte van het eigen vermogen direct af-hankelijk is van de waardering van de activa. De activa zijn echter voor alle jaren tegen het prijspeil "pcx 1 mei 1963 gewaardeerd, zodat wijzigingen in het eigen vermogen niet zijn ontstaan door prijsschomme-lingen en het verloop van het eigen vermogen vrij nauwkeurig do werke-lijke situatie aangeeft.

Op basis van de reeds genoemde waarderingsmaatstaven bedroeg het totale eigen vermogen van de pachters in de kleiweidegebieden f, 75°700,-in 1959 e n f» 81.300,- in 1963j dat is een toeneming van f. 6.100,- in

4 jaar, hetgeen overeenkomt met gemiddeld ruim f. I.50O,- por jaar»

De pachters op veenweidebedrijven hebbon hun totale eigen vermogen zien groeien van f. 68.3OO,- naar f. 73 « '100,— j dat is een toeneming van

f. 4.800,- in 4 jaar of gemiddeld f. 1.200,- por jaar.

(15)

- 17

In het volgende hoofdstuk zal worden nagegaan of deze toeneming door de bedrijfsexploitatie is ontstaan of dat andere factoren deze toeneming hebben mogelijk gemaakt.

Met betrekking tot het balanstotaal bedroeg in 1963 het eigen ver-mogen op kleiweidebedrijven Q0% en op de veenweidebedrijven 77%«

Van de bedrijfsbezittingen (zonder privé) was in 1963 in de klei-weidegebieden 75% en in de veenklei-weidegebieden J2% door eigen vermogen gefinancierd.

b. Vreemd vermogen op lange termijn

Daar slechts weinig grond en gebouwen behoeven te worden gefinan-cierd l ) , bestaan de schulden op lange termijn (langer dan een jaar) hoofdzakelijk uit leningen zonder hypothecair verband. Hiervan waren de leningen van familieleden verreweg het belangrijkst. Daarnaast komt in enkele gevallen een lening van de boerenleenbank voor.

Zowel bij de pachters op kleiweidebedrijven als bij die op veenwei-debedrijven zijn de schulden op lange termijn in de onderzochte periode niet toegenomen (afgezien van de hypotheek voor aankoop van grond in één geval).

Uitgedrukt in de waarde van de veestapel en de dode inventaris, die

de belangrijkste activa op pachtbedrijven zijn, bedroegen de niet-hypothe-caire leningen in 1959 I8/0 en in 196~3 16% °P kleiweidebedrijven en resp.

18% en 17% op veenweidebedrijven. De schuldenlast op deze activa is dus relatief afgenomen.

c Vreemd vermogen op korte termijn - Leverancierskrediet

Hierbij is een onderscheid gemaakt naar krediet uit hoofde van gele-verde meststoffen, veevoer en overig leverancierskrediet (werk door derden, vee en werktuigen),

Van deze drie soorten leverancierskrediet zijn de nog te betalen vee-voeder- en meststoffenrekeningen de belangrijkste. Deze zijn gedurende de periode van onderzoek ook sterk opgelopem

bij de kleiweidebedrijven van f. 2.000,- tot f. 5.300,- en bij de veenweidebedrijven van f. 2,200,- tot f. 4.700,-.

De overige rekeningen variëren van f. 1,200,- tot f. 2.400,-. - Lopende rekeningen bij boerenleenbanken

In 1963 hadden twee pachters op kleiweidebedrijven en acht pachters op veenweidebedrijven een lopende rekening bij de boerenleenbank; in 1959 één respectievelijk twee pachters.

- Overige bedrijfsschulden

Hiervan maakt de nog te betalen pacht de belangrijkste post uit. Voorts vallen hieronder nog te betalen rekeningen, die per bedrijf van jaar op jaar door toevallige omstandigheden nogal kunnen variëren. In

1963 waren deze schulden aanmerkelijk hoger dan in de voorafgaande jaren.

1) Voor de financiering van grondaankoop is in één geval een hypothecaire lening gesloten bij een levensverzekeringsmaatschappij.

(16)

d„ Privó-sohuiden

Privé-schulden komen Toi J beide groepen tweemaal voor, De nog -te betalen inkomstenbelasting en premies A.O.W. on A.ÏJf. zijn echter niet in aanmerking genomen, daar veelal niet bekend is hoe hoog deze schulden zijn» In het volgende hoofdstuk worden de bedragen genoemd, die in de diverse jaren zijn betaald en die op meer jaren betrekking kannen hebben»

De privé-schulden hebben betrekking op een lening voor aankoop van een woning en bestaan voorts uit schulden aan eigen kinderen«

§ 4 . S o 1 v a b i 1 i e n b e s t e d : t <• u i u i a i -e e i 't e t? k a i e

kapitaals en vermogensoomponenten zijn b e -ITu de afzonderlijke 1 ^ _

handeld wordt in deze paragraaf de financiële structuur van de bedrij-ven meer als

verhoud'

geheel beschouwd. Hierbij zal vooral worden gelet op de

jen tussen groepen kapitaals- en vermogenscomponenten. De on-derzoekresultaten in deze paragraaf hebben daarom betrekking op de solvabiliteit, op de liquiditeit en op de .krediet- en bestedingsruimte, a. De solvabiliteit

Hieronder wordt verstaan het vermogen aan alle verplichtingen te kannen voldoen bij liquidatie van het bedrijf.

Er kan worden aangenomen, dat de liquidatiewaarde nis dan de bedrijfseconomische waarde, zodat ter bepaling van

lager is e soivabili-v „ a e waarde van de activa nodig zijn. De b e

-oordeling van de solvabiliteit valt derhalve samen met de be-oordeling van het eigen vermogen.

In het volgende hoofdstuk wordt de ontwikkeling van het mogen behandeld. Ilior wordt volstaan met het aangeven van de van het totale eigen vermogen.

eigen ver-spreiding

Tabel 4

3PREIPIÏIG VALT :Dk? TOTALE EIGEN 1RM0GEN Eigen vermogen in $ van het balanstotaal

20- 30$

30- 40%

40- 50$

50- 60$

60- 70$

70- 80$

80- 90$

90-100$

Totaalaantal bedrijven Totaalaantal bedrijven

1-5-'59;1-5-'63

3

3

2 i q

7 7

10 5

10 7

18 18

50 50

Kleiweide— bedrijven

l-5-'59M-5-'63

-1 _ O __

4

4 5

6

5 4

8 10

25 25

Veenweide-bedrijven

1-5-'59M-5-— 2

3

-1

5

D O )

4 4

5 3

10 8

25 25

63

(17)

- 19

Uit doze tabel blijkt, dat in beide groepen het aantal bedrijyen met minstens 70% eigen vermogen is gedaald van 19 tot 15«

Opgemerkt dient te worden dat een daling van het eigen vermogen in procenten van het balanstotaal niet ongunstig behoeft te zijn, b.v. in geval van produktieve investeringen.

In grafiek I wordt een grafische voorstelling gegeven van het totaal belegd vermogen in en buiten het bedrijf per 1 mei 1963« Hieruit blijkt

dat bij één kleiweidebedrijf geen eigen vermogen in de bedrijfssector aanwezig is en alle activa gefinancierd zijn door vreemd vermogen (hoofd-zakelijk door familieleningen). De solvabiliteit is ook in dit geval nog positief doordat in de privé-sector vorderingen op lange termijn (w.o.

een onverdeelde boedel) de schulden kunnen dekken. b. De liquiditeit

Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid op tijd aan de financiële verplichtingen te voldoen uitgaande van de continuïteit van het bedrijf. Hier komt alloen de liquiditeit op korte termijn ter sprake, daar gege-vens voor het bepalen van de liquiditeit op lange termijn ontbreken.

Om de liquiditeit op korte termijn te bepalen is uit de balans een liquiditoitsstaat samengesteld (tabel 5 G n 6). Een positief saldo geeft

aan dat hot bodrijf liquide is. Do verhouding tussen de lopende activa en de lopende passiva geeft de mate van liquiditeit aan.

Tabel 5 LIQUIDITEITSSTAAT VAN KLEIWEIDEBEDRIJVEN (ill GLD,

Kassaldo Banksaldo Effecten Vorderingen Totaal 1 mei 1959 1.500,- 8.900,- 2.000,- 4.700,- 17.100,-1 mei 17.100,-1963 1.000,- I3.IOO,- 3.200,- 6.400,- 23.7OO,-Leverancierskrediet Ov. bedr. schulden Lop. rek. boeren-leenbank Saldo werkkapitaal Totaal 1 mei 1959 3.200,- 1.000,- 300.,- 12.600,- 17.100,-1 mei 17.100,-1963 7.200,- 2.100,- 200,- 14.200,- 23.7OO,-Tabel 6

LIQUIDITEITSSTAAT VA1I VEENWEIDEBEDRIJVEET (IN GLD.) 1 mei 1959 Kassaldo 1.100,-Banksaldo 7.200,-Effecten 1.500,-Vorderingen 4.800,-Totaal 14.600,-1 mei 14.600,-1963 1.100,- 10.100,- 3.200,- 6.7OO,- 21.100,-Leverancierskrodiet Ov. bedr.schulden Lop. rek. boeren-leenbank Saldo werkkapitaal Totaal 1 mei 1959 3.6OO,- 1.000,- 100,- 9.9OO,- 14.600,-1 mei 14.600,-1963 6.200,- 1.800,- 1.400,- 11.700,- 21.100,-Het blijkt dat voldoende liquide middelen aanwezig waren om de

schul-den op korte termijn te voldoen. Een gemiddelde kan evenwel sterk worschul-den beïnvloed door enkele bedrijven, die grote banksaldi en effecten bezitten.

(18)

20

-Grafiek I DE SOLVABILITEIT VAîT DE INDIVIDUELE BEDRIJVEN

(Gegroepeerd naar hoogte van het halanstotaal"

_ / 1 Vreemd vermogen belegd in het bedrijf

to- y////\ Eigen vermogen belegd in het bedrijf

taal

{§;•

Ba

lans

j'gen vermogen belegd buiten het bedrijf

1 0 0 0 ,

-- 20 l — 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 H 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Ih 25 gemiddeld

'59 '63

(19)

21

-DE LIQUIDITEIT VAS -DE INDIVIDUELE BEDRIJVEN (Gegroepeerd naar hoogte van het balanstotaal)

Grafiek II Schulden / op korte ) termijn ) \ ra

1

I

\ Vlottende ƒ en 1 liquide ) middelen per 1-5-1963 x f. 1000,100 r -90 80 70 60 50 40 •30. 20 10 0

KLE WEIDEBEDRIJ VEN

rallm El

r

1 2 3 4 5 6 7 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 gemiddeld '59 '63 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 VEENWEIDEBEDRIJVEN LEU m 1 2 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 gemiddeld '59 '63 1110

(20)

In g r v e n o "bod. r i S O 1V,?, h o d r i do se " o ; t o n va. a f i e k I I is d a a r o m d o l i q u i d i t e i t v a n d e "bedrijven a f z o n d e r l i j k g e g e -R e "bedrijven z i j n i n d e z e l f d e v o l g o r d e g e p l a a t s t a l s in g r a f i e k L D e r! -Cp TO. lopen.': d e lic S C C;gO_ 17 coc' to o na: j v e ns d i e o v e r v e e l l i q u i d e m i d d e l e n b e s c h i k t e ns w a r e n t e v e n s z o o r b e l e n h a d d e n v e e l e i g e n v e r m o g e n b u i t e n h e t b e d r i j f b e l e g d . V o o r t s b l i j k t d a t p e r 1 m e i 1963 e e n v i e r d e d e e l v a n d e kloiwoido--j v c n en e e n d e r d c d o o l v a n d o voeiiwcidobedri kloiwoido--j v e n n i e t in s t a a t w a s k u l d e n op k o r t e t e r m i j n te v o l d o e n « I n h o e v e r r e d e z e s c h u l d e n n i e t ijd;; k o n d e n w o r d e n v o l d a a n , h a n g t e v e n w e l a f v a n d o krediet-termijn, d e m u t a t i e s i n d e l i q u i d e m i d d e l e n n a 1 m e i . G e g e v e n s h i e r o v e r zi; 3kond,, k e i b l i j k t u i t t a b e l 7«, d a t d o l i q u i d i t e i t i n d e 4 j a r e n j bedrijven, is v e r s l e c h t e r d . I n d e z e t a b e l z i j n d o m u t a t i e s ir. d e 3 a c t i v a en p a s s i v a a a n g e g e v e n . B i j 2 b e d r i j v e n v e r m i n d e r d e n z o w e l lide m i c a e i o n a l s du s c h u l d e n op k o r t e t e r m i j n ^ b i j 3 b e d r i j v e n d o l i q u i d e m i d d e l e n e n v e r m i n d e r d e n d e s c h u l d e n> b i j 2 8 b e d r i j v e n lidc m i d d e l e n a l s do s c h u l d e n , t e r w i j : -jvon o m i d d e l e n d a u l d e n e n d o s c h u l d e n op k o r t e t e r m i j n Talbel 7 wp:?:AL OEDklJVllÏÏ, VERDEELD HAAR DE ÏÏÀTE RAARIH DE LIOJIIDITEIT RICH KlJEIGLDE IN DE PERIODE 1 KLEI 1959 TOT 1 KEI I 9 6 3 ( I R GIJ). ) Kas- en tanks a ld 0 ,,

effecten e 11 ~-crdo-ringen op korte tor-mijn in totaal Afgenomen mot ""%0'Öb tot 10.000 0 tot 5.OOO Toegenomen met 0 tot 5.OOO 5.OOO tot -10.000 10.000 tot I5.OOO I5.OOO tot 20.000 20.000 tot 25.000 25.000 tot 30.000 30.000 on moor Aantal bedrijven S( a f g e n o -m e n -m o t 0 tot 5.OOO 1 1 * 1 -1 -c J rhuldon tcT tot 5.000 1 7 5 3 -1 2 1 2 9 0 jp korte te ogenomen m. 5.OOO 1;-ot 1 CR 000 1 Ö A -3 -"1 17 rmijn t 10c000 tot 15.000 -1 -] rl -_ -... 4 15.000 tot 20.000 -A 1 --1 -O Aantal bedrij-ven 4 1 R 1 ^ 14 5 4 3 ,-_ 3 50 o. K r e d i e t - e n b e s t e d i n g s r u i m t e O r d e r b r u t o - k r o a i e t r u i m t o w o r d t v e r s t a a n do k r o d i c t r u i m t e z o n d e r a f t r o k v a n h o t r o o d s o p g e n o m e n k r e d i e t . R e t t o - k r o d i e t r u i m t e i s h o t op d e a c t i v a vorkrijgba.ro krediet., v e r m i n d e r d m e t k o t r e e d s op l a n g e t e r m i j n o p g e n o m e n k r e d i e t . R e n o t t o - k r o d i e t r u i m t e g c o f t d u s h e t b e d r a g a a n d a t op l a n g e t o r m i j n n o g o p g e n o m e n z o u k u n n e n w o r d e n t e r f i n a n c i e r i n g v a n h e t b e d r i j f b i j h o t h u i d i g e b e z i t a a n a c t i v a . R c s t o d i n g s r r R a t e is d e n e t t o k r e d i e t r u i m t e v e r m e e r d e r d m e t h e t s a l d o -00

(21)

23

-De bruto-kredietruimte is "berekend met behulp van de volgende normen; - 2/3 van de taxatiewaarde van grond en gebouwen;

- oöfo van verstrekte leningen op lange termijn; - 50$ van de verkoopwaarde van vee en dode inventaris.

Op basis van deze normen varieerde in 1963 de brui van de pachters op kleiweidebedrijven van

f. 22.000,- tot f. 76.IOO,- (bij een gemiddelde van f« en van de pachters op veenweidebedrijven van

f. I9.6OO,- tot f. 65.9OO,- (bij een gemiddelde van f. 38.300,-)

.% o-kredietruimt e 41.400,-) Tabel 8 Kleiweidebedrijven W. V . zonder vreemd vermogen 1) met vreemd ver-mogen 2)

Veenweidebedrijven w.v. zonder vreemd

vermogen 3) met vreemd,

ver-mogen 4) I KREDIET- EN Bruto-kre-dietruimte per !

1-5-1959

I

1963

39900 41400 43800 45700 34900 35800 36100 38300 40000 39600 32000 36700

BESTED I¥G SRUIMTE (lI\T GLD

Reeds nomen 1-5-1959 10300 3200 19200 10500 3000 18600 opge-per ! 1-5-j 1963 92OO 800 I98OO 11500 600 232OO Fog over aan kre- dietruim-te per 1-5- 11-5-1959 ! 1963 29600 32200 40600 44900 15700 16000 25600 26800 37000 39000 13400 13500 .) : I Saldo liquide middelen per ! 1-5-1959; 1963 12600 14200 17400 23500 6500 2200 9900 11700 14900 24600 4300 - 2300 Bestedings-ruimte per j 1-5-1959 ; 1963 42200 46400 58000 68400 22200 I82OO 355OO 385OO 5I9OO 636OO I77OO 11200 1) 14 bedrijven 2) 11 bedrijven 3) 13 bedrijven 4) 12 bedrijven

Van deze kredietruimte is door ruim de helft van het aantal bedrijven. in meerdere of mindere mate gebruik gemaakt. In 1963 varieerden de opgenomen bedragen bij de pachters op kleiweidebedrijven van f. 2.300,- tot f,

38.300,-(bij een gemiddelde van alle bedrijven van f. 9»200,-5 dit was in 1959 f. 10.300,-) en bij de pachters op veenweidebedrijven van

f. 4.100,- tot f. 42.7OO,- (bij een gemiddelde van alle bedrijven van f.11.500,-; dit was in I959 f.10.500,-).

Het blijkt, dat in de veenweidegebieden gedurende de onderzochte periode meer is geleend dan afgelost, terwijl in de kleiweidegebieden het omgekeerde het geval is,

In 1963 beschikten alle bedrijven - met uitzondering van 2 veenweide-bedrijven - nog over netto-kredietruimte. De hoogte varieerde bij pachters

op kleiweidebedrijven van

f. 3.9OO,- tot f. 75.7OO,- (bij een gemiddelde van f. 32.200,-) en bij de pachters op veenweidebedrijven van

f. 3.400,- tot f. 65.9OO,- (bij een gemiddelde van f. 26.800,-).

(22)

Aangezien een groot aantal bedrijven niet over %roldoende liquide

middelen beschikte ou de schulden op korte termijn te betalen .'was bij

deze bedrijven de bestedingsruimte kleiner dan de netto-kredietruimte. Bij de andere bedrijven was daarentegen de bestedingsruimte aanzien-lijk groter door de voornameaanzien-lijk hoge banksaldi. De bestedingsruimte varieerde in 19°3 bij de pachters op kleiweidebedrijven van

f«, 11.900,- negatief tot f. 152.500,- (bij een gemiddelde van f. 46.400,-) en bij de pachters op veenweidebedrijven van

f. 9o0003- negatief xofc i\ 135*900,- (bij een gemiddelde van f,38.500,-),

Uit het bovenstaande blijkt dus, dat enkele pachters - die in li-quidiieitsmoeilijkneden verkeerden - ook reeds hoge schulden op lange termijn hadden, waardoor investeringen vrijwel niet mogelijk waren we-gens het ontbreken van onderpand. Alleen zouden kredieten kunnen worden opgenomen tegen voorwaarden, die gunstiger zijn dan de normen die door ons zijn aangehouden. Uit publikaties van boerenleenbanken blijkt dat deze mogelijkheden inderdaad aanwezig zijn.

Uit tabel 8 blijkt tevens, dat de liquiditeit en de bestedings-ruimte van de pachters die over veel eigen vermogen beschikken, veel gunstiger zijn dan van degenen, die vreemd vermogen in hun bedrijf heb-ben opgenomen. Bij de laatste groep verminderde het saldo liquide mid-delen ook nog sterk, in tegenstelling tot de eerste groep. Bij de veen-weidebedrijven die met vreemd vermogen gefinancierd zijn waren de schul-den op korte termijn in 1963 zelfs hoger dan de vlottende en liquide

middelen, waardoor bij deze pachters de bestedingsruimte lager was dan de netto—kredietruimte

(23)

25

-HOOFDSTUK III

FACTOREN DIE HET EI GEH VERMOGEN BEÏNVLOEDEN"

§' 1. D m u t a t i e s i n h e t e i g e n v e r m o g e n Zoals 'in hoofdstuk I is vermeld zijn de mutaties in het eigen ver-mogen afhankelijk van de rentabiliteit5 van de kosten die geen uitgaven zijn en van de privé-ontvangsten en -uitgaven.

In de tabellen 9 en 10 is een overzicht gegevens van deze

facto-ren voor respectievelijk de kleiweidebedrijven en de veenweidebedrijven.

Tabel 9 MUTATIES IN HET EIGEN.VERMOGEN OP KLEIHEIDEBEDRIJVEN (IN GLD.)

Bedrijfseconom,winst Berekend loon v.d. boer

Berekend loon van gezinsleden

Aff uitbetaald aan gezinsleden Niet-uitbetaald loon

Berekende rente van vee,invent, en oml. vermogen Berekende pacht Af Î betaalde .rente betaalde pacht (incl. woning) Hiet-uitbetaalde rente en pacht

Netto-inkomen uit het bedrijf

Privé-ontvangsten Totaal aan middelen Pr ivé-u it gaven ( e JCC 1. woning)

Mutaties in het totale eigen .vermogen 1 mei 1 30 -apri 6,000 1.800 200-2.300 4.400 400-

4.800-959

t/m l 1960 2.700 7.600 1.500 11.800 2.200 14.000 12.800 + 1.200 1 mei 30 apr 6.7OO 2.000 600-2.400 4.5OO • 400- 5.OOO-I96O t/m il 1961 6.5OO 8. .100 1.500 16.100 2.000 18.100 15.400 4- 2.70O 1 mei 30 apr 6.8OO 2.3OO 6OO-2.5OO 4c 7OO 400- 5.IOO-I96I t/m il 1962 4.800 8.5OO I.7OO I5.OOO 2,100 17.100 I4.9OO + 2.200 1 mei 1962 t/m 30 april 1963 7.2OO 2.7OO 1.000-2.6OO 4.8OO 400- 5.3OO-I.9OO 8,900 I.7OO I2.5OO 2.6OO I5.IOO I5.IOO

0

1290

(24)

26

-Tabel 10 MUTATIE-S BT HET EIGEN VERMOGEN OP VEENwEIDEBEDRIJTEN (ill GLD.)

Bedrijfseconom, winst Berekend loon v,d, boer

Berekend loon van gezinsleden Af: uitbetaald aan

gezinsleden Niet-uitbetaald loon

Berekende rente van vee, invent, en oml. vermogen

Berekende pacht Afe betaalde rente

betaalde pacht (incl, woning) Niet-uitbetaaide rente en pacht

Netto-inkomen uit het bedrijf

Privé-ontvangsten Totaal aan middelen Privé-uiigaven (excl. woning)

Mutaties in het totale eigen vermogen 1 mei 1959 t/m 30 april i960 2.800 6.800 1.400 600-7.6OO 2.200 3.5OO 300- 3.8OO-1.600 12.000 1. 100 13-100 11.600 + 1.500 1 mei i960 t/m 30 april 1961 2.400 7.100 1.700 600-8.200 2.200 3.600 300- 3.9OO-'1. 6 0 0 ;2.200 3.7OO I5.9OO 13.200 + 2.7OO 1 m e i I96I t/m 30 a p r i l 1962 1.800 7,100 1.800 700-8,200 2,400 3.7OO 300- 4.000-1.800 11.800 2.000 13.8öÖ I2.7OO -!- 1.100 1 mei 1962 t/m 30 april 7.4OO I.7OO 7OO-2.5OO 3.8OO 300- 4.100-§ 2. I) e b e d r i j f s e c o n o m i s c h e w i n s t Het blijkt, dat de pachters in de kleiweidegebieden elk jaar win hebben gemaakt, doch dat die in de veenweidegebieden in het boekjaar

1962/63 gemiddeld een verlies hebben geleden van f. 900,-.

I963 - 9OO 8.4OO I.9OO 9.4OO 1.600 11.000 11.500 500 st

Het is opmerkelijk, dat de pachters die met vreemd vermogen finan-cierden;, slechtere bedrijfseconomische resultaten hadden.

Op de kleiweidebedrijven bedroeg het netto-overschot in de vier eenvolgende jaren gemiddeld f. 2.700,- f. 6.5OO,- f» 4.800,— en f.

waarvan op bedrijven

zonder vreemd vermogen f. 3.900,-, f. 7»800,-, f. 6,,100,- en f. met vreemd vermogen f. 1.100,-, f. 5*300,-, f. 2.900,- en f.

Op de veenweidebedrijven waren de verschillen eveneens groot. Hi. bedroeg het netto-overschot in de achtereenvolgende jaren gemiddeld

f. 2.8OO,-, f. 2.400,-, f. 1.300,- en f. waarvan op bedrijven

zonder vreemd vermogen f. 4.600,-, f. 3.000,-, f. 3.200,- en f. met vreemd vermogen f. 1.300,-, f. 1.600,-, f. 200,- en

f.-I29O achter- I.9OO,- 3.600,-- 200,3.600,-- 200,-er - 900,-

(25)

2.6OO, 27 2.6OO,

-De oorzaken van deze verschillen in het netto-overschot zijn in deze studie niet onderzocht»

§ 3 . K o s t e n , d i e g e e n u i t g a v e n z i j n Het "berekende loon van de "boer,, "bij een volledige dagtaak (zonder

overuren) is in de 4 onderzochte jaren gesteld op achtereenvolgens f. 5-800,-, f. 6.100,-? f. 6,300,- en f. 6.700,- (basiss C.A.O.'s).

Het verdiende loon van de meewerkende gezinsleden werd voor ongeveer een derdedeel uitbetaald, (tabel 9 en 10). Het verschil was dus inkomen van de ondernemer en bestond uit het berekende loon van de boerin en een deel van.het berekende loon van meewerkende kinderen.

Op 5 bedrijven in de kleiweidegebieden en op 8 bedrijven in de veen-weidegebieden werkten de gezinsleden van de boer niet in het bedrijf mee.

Onder niet-uitgegeven kosten valt ook een deel van de rente en pacht. Uiteraard zullen bij volledige pacht de berekende en betaalde pacht onge-veer gelijk zijn. De verschillen blijken uit de tabellen 9 en 10 en wor-den vooral veroorzaakt door de huurwaarde van het woongedeelte, dat in de betaalde pacht is begrepen.

Voor het vee en inventaris zijn 4a$ rentekosten berekend. Op de le-ningen blijkt 3 à 4fo rente betaald te zijn. De niet-uitbetaalde rentekos-ten, minus meer betaalde pacht dan berekend, vermeerderden van f. 1,500,-tot f. 1.700,- op kleiweidebedrijven en van f. 1.600-,- 1,500,-tot f. 1,900?- °P de veenweidebedrijven.

De bovengenoemde niet-uitbetaalde kosten vormen; tezamen met de be-drijfseconomische winst het bedrijfsinkomen van de pachter. Dit inkomen was het hoogst in het boekjaar 1960/6I', te weten op

kleiweidebedrijven f. 16.100,- en op

veenweidebedrijven f. 12.200,-; daarna daalde dit tot f. I2.5OO,- op kleiweidebedrijven en tot

f- 9«400,- op veenweidebedrijven.

Er kan nog worden opgemerkt dat ook de afschrijvingskosten van de dode inventaris geen uitgaven zijn. Er is evenwel van uitgegaan dat de afschrijvingen voor vervangingsinvesteringen nodig zijn ten einde het bedrijf in stand te houden. In hoeverre dit het geval is, is reeds ter

sprake gekomen, (blz, 15)°

§ 4« D e p r i v é - o n t v a n g s t e n e n - u i t g a v e n

Zoals reeds is vermeld is het banksaldo volledig in de privé-sector opgenomen. Hierdoor is tevens bereikt dat het balanstotaal van de

be-drijfssector overeenkomt met de totale bedrijfsinvesteringen (incl. kas-middelen).

Het privë-vermogen van de pachters op kleiweidebedrijven nam van 1959 "tot 1963 toe met f. 3300,-; dat van de pachters op veenweidebedrij-ven met f. 3OOO,- (tabel 11 en 12).

(26)

28

T a b e l 11 MUTATIES BT DE PRIVÉ-SECTOE OP KLEIïïEIDESEDRIJVEU ( III GLD.)

Privo-vermogen per 1 mei Ontvangs t en:

- opbrengst van privé-vermogen - andere inkomsten - erfenissen en schen-kingen Totale privé—ontvangsten Uitgaven:

— uitgaven voor levens-onderhoud

- belastingen en pre-mies A. O.ïï. /A.ÏÏ.Ïh - premies van

levens-verzekeringen - giften en schenkingen Totale privé-uitgaven Saldo Privé-vermogen per 30 april

Onttrokken aan het be-drijf 1 mei 1959 t/m 30 april i960 21,100 700 900 600 2.200 23.3OO 9.3OO 2.30O 700 500 12.800 IO.5OO 22.400 II.9OO 1 mei i960 t/m 30 april 1961 700 400 900 9.7OO 4. 100 70O 900 0 9 Ar;r\ 2.000 24.400 I5.4OO 9.000 22,800 13.800 1 me i 30 apr 300 700 600 10,000 3.60O 500 800 1961 t/m il 1962 22,800 2. 100 24.9OO I4.9OO 10.000 23.7OO I3.7OO 1 mei 1962 t/n 30 april 1963 23.7OC 700 700 1.200 2.6OC 26.3OC 10.800 3.200 6OO 500 15.10C 11.20( 24.40( 13.20(

(27)

- 29

T a b e l 12

MUTATIES UT DE PRIVÉ-SECTOR OP VEElfflElDEBEDRIJVElJ ( IS GLD.)

1 mei 1959 t/m 30 april i960 1 mei i960 t/m 30 april 1961 1 moi 1961 t/m 30'april 1962 1 mei 1962 t/m 30 april 1963 Privé-vermogen per 1 mei

Ontvangstens

- opbrengst van privé-vermogen r? andere inkomsten - erfenissen en schen-kingen Totale privé-ontvangsten Uitgaven:

- uitgaven voor levens-onderhoud

- belastingen en pre-mies A.O.ÏÏ./l.W.W. - premies van

levens-verzekeringen giften on scl Potale privé-uitgaven —. giften on schenkingen Saldo Privé-vermogen per 30 april

onttrokken aan het be-lrijf 5OO 5OO 100 8.3OO 2.6OO 5OO 200 I5.8OO 1.100 I6.900 II.60O 5.3OO I6.4OO 11.100 400 800 8,400 4.100 500 200 I6.4OO 3.7OO 20.100 13.200 6.9OO 1To100 10.200 5OO 5OO 1.000 8.6OO 3.400 400 300 100 2.000 I9.IOO I2.7OO 6,400 18.600 12.200 8.600 2.100 7OO 100 18.600 600 800 200 I.6OO 20.200 11.500 8.700 18.800 10.100 a) Privé-ontvangsten:

- do opbrengst van het privé-vermogen bedroeg ongeveer 3/0;

- de andere inkomsten bestonden uit een A. O.W.-uitkering aan een boer,, die ouder dan 65 jaar was ? uit oen weduwenuitkering en uit de

kinderbijsla-gen (alleen in 1962/63). Voorts werden o.a. nog ziektegelden? kostgelden

en uitkeringen van spaarfondsen ontvangen;

- erfenissen en schenkingen werden door 11 pachters op kleiweidebedrijven en door 8 pachters op veenweidebedrijven ontvangen.

De totale privé-ontvangsten varieerden per jaar gemiddeld van f. 2.000 j- tot f. 2.600,,- in de kleiweidegebieden en van

f. 1.100,- tot f. 3.7OO5- in de veenweidegebieden.

(28)

- 30

b) Privé-uitgaven

- Uitgaven voor levons onderhoud s Deze "bestaan voor liet grootste deel uit

huishoudgelden, doch ook vallen hieronder:: privé-verbruik van produkten uit het bedrijf, buitengewone lasten zoals ziektekosten, studiekosten

en in enkele gevallen bijdragen in kosten levensonderhoud van ouders» Door verschillen in de gezinsomstandigheden per bedrijf lopen de uitga-ven voor leuitga-vensonderhoud nogal uiteen»

Op kleiweidebedrijven varieerden ze

in 1959 van f. 2.900,- tot f. 15.700,- en in 1962 van f, 3.500,- tot f, I9.6OO,- (bij een gemiddelde van resp. f. 9.300,- en f. 10.800,-). Op de veenweidebedrijven liepen de uitgaven voor levensonderhoud in

1959 per bedrijf uiteen van f. 4.700,- tot f. 14.500,- en in 1962 van f. 4.100,- tot f. I7.OOO,- (bij een gemiddelde van respectievelijk f.8*300,- en f.8*600,-). Op de veenweidebedrijven zijn in het boekjaar

1962/63 bedrijfseconomische verliezen geleden. Bij 11 van de 25 bedrij-ven waren de uitgabedrij-ven voor lebedrij-vensonderhoud dan ook lager dan het jaar daarvoor.

- Inkomstenbelasting en premies A.O.IT./A.I'ÏVJ. De vermelde bedragen, die geen verband houden met het inkomen in de desbetreffende jaren, daar een splitsing over de diverse jaren niet was te naken, kunnen betrek-king hebben op aanslagen van voorgaande jaren.

- Premies van levensverzekeringen. Deze werden door het merendeel van de ondernemers betaald.

- Giften en schenkingen. In de meeste gevallen betroffen dit kerkelijke bijdragen on giften aan instellingen.

Om de privé-uitgaven te dekken moesten bedragen uit het bedrijf wor-den opgenomen. Uit de tabellen 9 "tot on met 12 is af te leiwor-den dat de

op-genomen bedragen alleen in het boekjaar 1960/6I lager waren dan het niet-uitbetaalde loon plus gemaakte winst« Op kleiweidebedrijven is in dit jaar f, OOO,- meer verdiend met arbeid dan voor privé is opgenomen en op de veenweidebedrijven was de meerverdienste f. 400,-. In de overige drie jaren waren de privé-onttrekkingen hoger dan het arbeidsinkomen, t.w.g op kleiweidebedrijvon in 1959/60 f. 1.600,- meer opgenomen dan verdiend,

m 1961/62 f. 400,- !' " " in 1962/63 f 4 0 0 , 2 . 4 0 0 , 7 0 0 , 2 . 2 0 0 , 2 . 6 O O , -i j f mot ii ;; 11 11 11 v r II II I! tt II II I! II I! op veenweidebedrijvon in 1959/60 f, in 1961/62 f. 2.200J- " " in 1962/63 f. 2.6OO,- " » » Dij pachters, die deels hun bedrijf mot vreemd vermogen hebben ge-financierd en slechtere bedrijfseconomische resultaten hadden, zijn per jaar de volgende bedragen meer opgenomen dan verdiend;

kloiweidebodrijven in 1959/60 f. 1.500,-, m 1960/61 f. 300,-, in 1961/62 f. I.60O,-, in 1962/63 f. 1.300,-5 veenweidebedrijven in 1959/60 f. 500,-, in 1960/61 f. 300,-, in 1961/62 f. 2.300,-, in 1962/63 f. 3«500,-. I29O

(29)

31

-§ 5 « M u " t a " t i e s i n d e " b e d r i j f s s e c t o r

Op de kleiweidebedrijven (tabel 13) is de toeneming van de bedrij fs-bezittingen voornamelijk ontstaan door investeringen in de veestapel, ge-bouwen, bijschrijvingen op de ledenrekening en hogere vorderingen op

kor-te kor-termijn. De schulden op lange kor-termijn zijn afgenomen. Daarenkor-tegen zijn de kortlopende schulden sterk gestegen. Dit heeft de liquiditeitspositie echter nog niet in gevaar gebracht, daar tevens het privé-vermogen is toe-genomen en dit vooral in vlottende middelen (o.a. effecten) is belegd.

Tabel 13

MUTATIES IN DS BEDRIJFSSECTOR VAN KLEIWEIDEBEDRIJVEN" ( L¥ GLD.)

Grond Gebouwen Veestapel Dode inventaris Ve ldinventaris Ledenkapitaal Voorraden Vorderingen Eassaldo Totale mutaties in de bedrijfsbezittingen Vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op korte termijn Totale mutaties in bedrijfsschulden Mutaties in eigen bedrijfsvermogen Mutaties in het prive-vermogen Mutaties in het tot eigen vermogen de ale 1-5- '

59

t/m 30-4-' + + + j _ -+ + + 1 -+2 + 1 -+ 1 + 1 _ 100 700 200 -200 100 100 300 .500 5OO .100 .600 100 .300 .200 60 + + -+ + -+ + + + + + + 1-5-'60 t/m 30-4-*'61 _ 1.100 2.800 600 -200 300 300 3.5OO 100 1.100 1.200 2.3OO 400 2.7OO 1-5-'6l t/m 3O-4-!62 + + -+ --! -+ + 1 -+ + 1 + +2 _ 700 700 6OO -3OO 200 200 200 .300 100 100 -.300 9OO .200 1-5-'62 t/m 30-4-'62 _ + 100 -1.000 + 600 -+ 300 -+1.100 - 700 + 400 - 600 +1.700 +1.100 - 700 + 700 0 + + -+ -+ -+ -+ + + + +

1-5-'59

t/m 3O-4-f 63 _ 2.000 3.200 400 -800 100 I.7OO 5OO 6.7OO 1.100 5.OOO 3.9OO 2.800 3.3OO 6.100 1290

(30)

32

Op de v e e n w e i d e b e d r i j v e n (tabel 14) zijn de s c h u l d e n op lange t e r -m i j n -met f . T T O O O j - t o e g e n o -m e n , d o c h dit is een g e v o l g v a n g r o n d a a n k o o p . O o k aijn de schulden op k o r t e termijn s t e r k o p g e l o p e n , w a a r t e g e n o v e r o o k h i e r e e n t o e n e m i n g v a n v l o t t e n d e m i d d e l e n in de p r i v é - s e c t o r s t a a t . T o c h is b l i j k b a a r een d e e l v a n de i n v e s t e r i n g e n in de v e e s t a p e l d o o r kort ver-m o g e n g e f i n a n c i e r d , In de dode inventaris zijn de b e i d e laatste jaren de

i i s ï h r i j v i n g e n s l e c h t s g e d e e l t e l i j k v o o r v e r v a n g i n g aangewend.

T a b e l 14

lïlJTATIËS Iïï DS BEDRIJFSSECTOR VAïï VEEMEIDEBEDRIJVEIT ( UI GLD.)

Grond G o b o u w e n V e e s t a p e l D o d e inventaris Ve ld inventa,!-is L e d e n k a p i t a a l V o o r r a d e n V o r d e r i n g e n Ka ssaldo T o t a1e E U t at i e s in de b e d r i j f s b o z i t t i n g e n V r o c rad v o r m o g e n l a n g e t e r m i j n V r e e m d v e r m o g e n k o m to t e r m i j n Totale mutaties bedrijissomulden Uu taties in eige bedrij fs^ermogen mutaties in het pr ivó-vormogen Mutaties in het eigen vermogen op op in n tot de ale 1-5-'59 t/m 30-4-'60 _ -:- 200 +1.000 - 300 -+ 300 -+ 200 -+1.400 -1.300 +1.800 + 500 + 900 + 600 +1.500 1-5-'60 t/m 30-4-'61 _ + 100 + 400 + 500 -+ 300 -+ 500 - 100 +1.700 + 400 - 700 - 300 +2,000 + 700 +2.7OO 1-5--'61 t/m 30-4-'62 + + -+ -+ + + + -+ + 5OO -1„700 500 -300 -100 -1.900 100 2.200 2.300 400 1.500 1.100 ~5-'62 t/m 30-4-'63 _u - _j -_L + + J-+ + + -+ -I.300 100 100 300 -100 -1.300 100 2,500 1.800 1.400 3.200 700 200 500 l-5-:59 t/m 3 0 - 4 -!6 3 + + + 4-+ + + + + + + + 1.000 200 3.200 600 • -1,000 -1 0 9OO -7.500 1.000 4.700 5.700 1.000 3.000 4.800 1290

(31)

33

-In tabel 15 wordt een overzicht gegeven van de vermogensmutaties "bij de 11 kleiweidebedrijven en 12 veenweidebedrijven die gedeeltelijk met vreemd vermogen hun bedrijf hebben gefinancierd.

Tabel 15

MUTATIES IN DE BEDRIJFSSECTOR VAN" BEDRIJVEN MET SCHULDEN OP LANGE TERMIJN (IN GLD.)

Kleiweidebedrijven Mutaties in de be-drij f sbe zittingen Mutaties in de be-drijfsschulden Mutaties in eigen bedrij fsvermogen Mutaties in het privé-vermogen Mutaties in het totale eigen verm. Veenweidebedrijven Mutaties in de be-drijf sbe zit tingen Mutaties in de be-drijfsschulden Mutaties in eigen bedrijfsvermogen Mutaties in het privé-vermogen Mutaties in het totale eigen verm.

1-5-'59

t/m

30-4-'60 + 1.200 + 1.800

600

500

- 1.100 + 2.400 + 1.500 + 900 - I.3OO

400

1-5-»60

t/m

30-4-'61

+

+

+

+

+

+

-+

-+

3.200 2.7OO

5OO

400

9OO

9OO

200

1.100 1.000

100

1-5— * 61

t/m

30-4-'62

-+

-+

+

+

+

-300

300

6OO

1.100

500

3.100 3.800

700

400

1.100 1-5-'62

t/m

30-4-'63

+

+

-—

+

+

-1.200 I.3OO

100

2.3OO 2.400 3.800 5.7OO I.9OO

100

2.000

1-5-

!

59

t/m

30-4-'63 + 5.3OO + 6.100 - 800 - I.3OO - 2.100 +10.200 +10.800

600

- 2.8OO - 3.4OO Bij deze bedrijven blijkt het eigen vermogen zowel in de

bedrijfs-sector als in de privé-bedrijfs-sector te zijn afgenomen, vooral als gevolg van de slechtere bedrijfseconomische resultaten in de beide laatste jaren.

Tabel 16 geeft aan welke factoren het verloop van het eigen vermo-gen van deze bedrijven met schulden op lange termijn hebben beïnvloed.

(32)

- 34

Tabel l6

ÏÏÜTATIE8 IN IIET VERHOGEN YAN BEDRIJYEN HET SCHULDEN OP LANGE TERMIJN (LN GLD.)

KI e iwe id eb e dr i j ven

Bedrijfseconomische winst

Niet—uitbetaald loon Niot-uitbotaalde rente Netto-inkomen uit hot bedrijf

Prive-ontvangsten Totaal aan middelen Privé-uitgavon Mutaties in het eigen vermogen

Ye e m re i d eb e d rij ven

Bedrijfseconomische wins Niet-uitbetaald loon Niet-uitbetaalde rente Netto—inkomen uit liet bedrijf

Privé-ontvangsten Totaal aan middelen Pr ivé-ui t gaven

Mutaties in het eigen vermogen l-5-'59 t/m 30-4-'60 1.100 6.400 900 8.400 1.400 9.800 10.900 - 1,100 t 1.300

7.300

1.400 10.000 700 10.700 11.100

400

1-5-'60 t/m 30--4-»6l 5 = 300 6,800 800 12.900 900 13.800 12.900 -i- 900 1.600 7.900 1.400 10.900 1.300 . 12.200 12.100 + 100 1-5-'6l t/m 3O-4-'62 2,900 7.3OO 1.000 11.200 1.700 I2.9OO 12.400 + 500 200 7. UUU 1.600 9.6OO 800 10.400 11.500 - 1.100 1-5-'62 t/m 30-4-'63 200 7.6OO 1. 200 8.600 1. 9OO IO.5OO I2.9OO - 2.400 - 2.6OO 8.7OO 1,600 7,700 1.300 9 „ 000 11.000 - 2.000 1-5-'59 t/m 3O-4-'63 9.IOO 28.100 3.900 41*100 5.900 47.000 49.100 - 2.100 500 3I.7OO 6.000 38.200 4.100 42.300 45.7OO - 3.4OO r 11 ii 11 g t u e n b e d r i s u a t e n o n p r i v é - o n f s e o o n o m i s o h e v a n g s t e n e n u i t g a v e n

Uit tabel 13 en 14 bleek dat het totale eigen vermogen gedurende de onderzochte periode is toegenomen met gemiddeld f. 1.500,- per jaar op kleiweidebedri~jveii en mot f. 1.200,- per jaar op veonwoidebedrijven.

(33)

1959/60

1960/61

1961/62

1962/63

fo

f.

f.

f.

1.500,-

2.700,-

1.100,-- 5OO,1.100,--

5OO, 35 5OO,

-Ieder jaar afzonderlijk gaf het volgende beeld s

kleiweidebedrijvens 1959/60 f. 1.200,- veenweidebedrijven^ 1960/61 f.

2.7OO5-1961/62 f. 2.201962/63 f.

0,-De vraag kan nu worden gesteld, in hoeverre deze mutaties een gevolg waren van de bedrijfsexploitatie.

Een belangrijke factor is het arbeidsinkomen van de pachter, dat be-staat uit het berekende loon en het netto-overschot.

In de achtereenvolgende jaren belroeg dit arbeidsinkomen op

kleiweidebedrijven: 1959/60 fo 8.700,- veenweidebedrijvens 1959/60 f. 9.6OO,-1960/61 f.13.200,- 9.6OO,-1960/61 f. 9.5OO,-1961/62 f.11.600,- 9.5OO,-1961/62 f. 8.9OO,-1962/63 f. 9.IOO,- 8.9OO,-1962/63 f. 6.5OO,-Van deze inkomens moesten de volgende bedragen aan inkomstenbelasting

en premies A,0.¥. en A.W.ÏÏ. worden betaald 1);

kleiweidebedrijvens 1959/60 f. 900,- veenweidebedrijvens 1959/60 f, 1960/61 f. I.9OO,- 1960/61 f. 1.200,-1961/62 f. 1.600,- 1.200,-1961/62 f. 1.100,-1962/63 f. 1.100,- 1.100,-1962/63 f. 600,-Het netto-arbeidsinkomen bedroeg dus op

kleiweidebedrijvens 1959/60 f. 7.300,- veenweidebedrijvens 1959/60 f. 8.400,-1960/61 f.11.300,- 8.400,-1960/61 f. 8.3OO,-1961/62 f,10.000,- 8.3OO,-1961/62 f. 7.800,-1962/63 f. 8.000,- 7.800,-1962/63 f. 5.9OO,-Hen kan stellen dat van deze bedragen de privé-uitgaven (exclusief

be-lastingen) moeten kunnen worden gedekt. De privé-uitgaven bedroegen ops

kleiweidebedrijvens 1959/60 f. 10.500,- veenweidebedrijven; 1959/60 f. 9,000,-1960/61 f. II.3OO,- 9,000,-1960/61 f. 9.IOO,-1961/62 f. 11.300,- 9.IOO,-1961/62 f. 9.3OO,-1962/63 f. II.9OO,- 9.3OO,-1962/63 f. 9.40O,-Er is dus meer uitgegeven dan verdiend met arbeid op

kleiweidebedrijvens 1959/60 f. 2.700,- veenweidebedrijvens 1959/60 f. 600,-1960/61 f. o,- 600,-1960/61 f. 800',-1961/62 f. I.3OO,- 800',-1961/62 f. 1.500,-1962/63 f. 3.9OO,- 1.500,-1962/63 f. 3,500,-Zonder met andere factoren rekening te houden, komen deze mutaties

overeen met gemiddeld per jaar een afneming van het eigen vermogen met f. 2.000,- op kleiweidebedrijven en f. 1.600,- op veenweidebedrijven. In werkelijkheid blijkt het eigen vermogen te zijn toegenomen met f. 1.500,-op kleiweidebedrijven en met f. 1.200,- 1.500,-op veenweidebedrijven, zodat res-pectievelijk f. 3.500,- en f. 2.8OO,- overige inkomsten en ontvangsten zijn verkregen, die los staan van de bedrijfsuitoefeningj maar toch onmisbaar

zijn voor de instandhouding van het bedrijf, eventueel voor het doen van privé-uitgaven.

1) Tarief I.B: groep III met gemiddeld 4 kinderen op kleiweidebedrijven en met gemiddeld 3 kinderen op veenweidebedrijven.

(34)

36

-Yan deze overige inkomsten kan in de eerste plaats worden genoemd liet rente-inkomen van het in hot bedrijf geïnvesteerde vermogen«. Dit vermogen zou ook buiten het bedrijf belegd kannen worden en is dus geen extra opbrengst uit het bedrijf. De pachters op kieiweidebedrijven

ont-vingen hieruit gemiddeld per jaar 1 ^.-vi en die op veenweidebedrijven f. 1.700,- (tabel 17).

Daarnaast werd nog rente-inkomen ontvangen uit privc-beleggingen ten bedragen van respectievelijk f. 700,- en f« 5^0,- gemiddeld per jaar.

Ook het niet-uitbetaalde loon aan cle meewerkende boerin en meewerken-de kinmeewerken-deren is voor meewerken-de boer inkomen. Deze inkomsten bedroegen voor pach-ters op kleiwcidebedrijven f. 1.600,- en voor die op veenweidebedrijven f. 1.000,- gemiddeld per jaar.

Vervolgens waren er nog andere inkomsten (sociale uitkeringen, kost— gelden o.d.) ten bedrage van f, voor kleiweidopachters en van f. 700,-voor veonweidepachters, terwijl aan erfenissen en schenkingen respectieve-lijk werd ontvangen f. 800,- en f. 900,- gemiddeld per jaar.

Van do som van deze bedragen moet het restorende doel van de betaalde belastingen worden afgetrokken, waarna de overige inkomsten (netto) ad f. 3.5OO,- on f. 2.8OO,- resteren.

label 17 OVERIGE IHKOHSTEIT W ONTVANGSTEN"

KI0 iwe i d eb e d rijven

Rente-inkomen uit het bedrijf Rente-inkomen uit privé-be-leggingen

Niet-uitbetaald loon gezins-leden

Andere inkomsten

Erfenissen en schenkingen Totale overige inkomsten

(bruto) Belastingen

fötale overige inkomsten (netto)

Veenweidebedrijven

Rente—inkomen uit het bedrijf Rente-inkomen uit privé-beleggingen

Fict—uitbetaald loon gezins-leden

Andere inkomsten

Erfenissen en schonkingen ïotale overigen inkomsten

(bruto) Belastingen

Totale overige inkomsten (netto) l-5-'59 t/m 30-4-'60 1.500 700 1 . 60 .: 9OO 600 5.3OO I . 4 0 0 3.9OO 1 . 6OO 5OO 800 500 100

3.500

1.400 2.100 1 30 -5-'60 t/m -4-'61 1.500 700 1.400 400 900 4.9OO 2.200 2.7OO 1.600 4OO 1.100 300 2.5OO 6.400 2.9OO 3.5OO 'UT GLD.) 1-5-'6l t/m 30-4-'62 I.7OO 800 I.7OO 7OO 6OO 5.500 2.000 3.5OO 1.800 5OO 1.100 500 1.000 4.900 2.300 2.600 1-5-'b2 t/m 30-4-'63 1.700 700 I.700 700 1. 200 6.000 2,100 3.9OO I.9OO 600 1.000 O n n 200 4.5OO I.5OO 3.000 Gemiddeld per j aar I.6OO 7OO 1. 6OO 7OO 800 5.4OO I.9OO 3.5OO I.7OO 5OO 1.000 7OO 9OO 4.8OO 2.000 2.8OO 1290

(35)

-

37

Alleen door deze niet uit het bedrijf voortkomende ontvangsten was het mogelijk om meer te verteren dan met het bedrijf werd verdiend en om het eigen vermogen in stand te houden. De financiële "basis van het bedrijf was derhalve niet sterk.

(36)

38

SAMENVATTING

- Van het balanstotaal van 25 kleiweidebedrijven in Friesland was in 1963 80% eigen vermögen» Op 25 veenwoidebedrijven in Priesland was dit 77/5° Het vreemde vermogen op lange termijn bestond voornamelijk uit le-ningen van familieleden»

- In de onderzochte periode van 1959/60 tot en mot 1962/63 zijn de schulden op korte termijn sterk gestegen. Per 1 mei 1963 was 30% van de pachters niet in staat om deze schulden onmiddellijk te voldoen,

- De pachters die hun bedrijven met nagenoeg uitsluitend eigen ver-mogen financierden,, beschikten behalve over een grotere krediet- en be-stedingsruimte , tevens over meer liquide middelen, die— in tegenstelling tot de pachters met vreemd vermogen - in de loop van de onderzochte pe-riode nog toenamen,

Do investeringen in vaste bedrijfsmiddelen stegen met gemiddeld f. 1.200,- por jaar zowel op kleiweide- als op veenwoidebedrijven. Ten behoeve van de bedrijfsinvesteringen had ongeveer de helft van do pach-ters vreemd vermogen op lange termijn aangetrokken«

- Op de kleiweidebedrijvon is hot eigen vermogen in de perioden 1959/60 tot en met 1962/63 gemiddeld toegenomen met f. 1.500,- per jaar; op de

veenwoidebedrijven met f. 1.200,- per jaar,

- De toeneming van het eigen vermogen was mogelijk doordat nevenin-komsten werden verkregen, doordat de beloning van do boerin niet wordt uit betaald en die van meewerkende kinderen slechts voor een deel en

door de ontvangen erfenissen en schenkingen. De pachters in de kleiwei-degebieden ontvingen hieruit gemiddeld f. 5°400,~ per jaar on die in de veonwoidegebicden gemiddeld f. 4.800,- per jaar.

- Do pachters die met geleende gelden hun bedrijf hebbon gefinancierd, zagen hun eigen vermogen teruglopen mot gemiddeld f. 500,- per jaar op kleiweidebedrijven en met gemiddeld ruim f„ 800,- per jaar op veenweidc-bedrijven.

- Do uitgaven voor levensonderhoud stegen van 1959 i°i" 1962 in de kleiweidostreek van f. 9-300,- tot f. 10.800,-; in de veenweidestreek van f. 8.3OO,- tot f. 8.6OO,-. In laatstgenoemd gebied zijn, in verband

mot de slechtere bedrijfseconomische resultaten, de uitgaven voor levens-onderhoud laag gebleven.

- De groep pachters met de slechtste bedrijfseconomische uitkomsten hadden veel meer schulden op lange termijn dan de groep met de beste be-drijfseconomische resultaten.

- Het arbeidsinkomen uit het bedrijf was alleen in het boekjaar I960/6I voldoende om de privé-uitgaven te dekken. In de overige 3 jaren word een deel van deze uitgaven gedekt door inkomsten uit andere bronnen, daar in deze jaren meer aan het bedrijf werd onttrokken dan verdiend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

het bedrijf van Els Hegger en Stefan Han- stede, hoor ik Els op de radio zeggen: “Vanaf het allereerste moment dat ik een boer interviewde voor mijn studie aan de

Michel Vanderkam Interfederaal Gelijkekansencentrum 17 november 2015... Vier

Kerntaak 1 Assisteert bij het opstellen van operationele plannen ten behoeve van het strategisch marketing- en/of communicatiebeleid 1.1 werkproces: Zoekt informatie op voor

Hij maakt op basis van vaktechnisch inzicht het materieel gebruiksklaar en voert volgens bestek en/of de wensen van de opdrachtgever de voorkomende werkzaamheden uit zodat het

Alle rechten voorbehouden voor alle landen. Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

D e belangrijkste doelstelling van deze aanbeveling is het ontwikkelen van evidence-based klinische praktijk- richtlijnen voor het gebruik van antibiotica bij een acute exacerbatie

o Hoog risicogroepen: patiënten met een historiek van reumatische koorts of toxische shock syndroom door streptokokken, oncologische patiënten, patiënten met ≥ 5 episodes

Ik meen dus uit deze gegevens te kunnen besluiten, dat wensen tot sorti- mentsverbetering wèl van de industriële kant kunnen genoemd worden, maar dat de teler er zeker niet toe