Inleiding
de spelregels van een filosofisch betoog verschillen van wat u gewoon bent •
1. De ambivalentie van de gangbare opvatting over publieke ruimte het publieke mag niets toevoegen aan het private
•
in de publieke sfeer moet men zich anders gedragen dan in de private •
beide opvattingen zijn tegelijk aanwezig in het maatschappelijk discours, maar worden •
niet als zodanig onderkend
vandaar meten we met twee maten en twee gewichten •
voorbeelden: de cartoonrellen, vrijheid van meningsuiting •
2. Het publieke als symbolisatie van het private een symbool is iets anders dan een teken •
twee opvattingen over rouw dragen ter illustratie van het verschil tussen symboliseren •
en uitdrukken
toepassing van dit verschil op religieuze symbolen, geïllustreerd aan de hand van de •
discussie over hoofddoeken in het gemeenschapsonderwijs (= GO) opnieuw over rouwen: verschil tussen verdriet hebben en erin verdrinken •
analogie met religieuze symbolen •
3. On-mondigheid en fundamentalisme e-mancipatie en ademruimte •
het verbod op hoofddoeken in het GO gaat uit van een impliciete hypothese m.b.t. •
fundamentalisme
de noodzaak van een ander soort spreken over publieke ruimte •
4. Multiculturele verschillen
Kymlicka’s liberale pleidooi voor gelijke startkansen •
stuitte op onbegrip bij de liberalen •
parallel m.b.t. religieuze symbolen in de publieke ruimte •
Multiculturele verschillen in de publieke ruimte
Lessen voor de XXIe eeuw – 8 februari 2010 Rudi Visker – Hoger Instituut voor Wijsbegeerte
5. Structuur van het (eigen) verschil
racisme, seksisme reduceren de andere mens tot iets anders •
de noodzaak van een niet-levinassiaanse positieve theorie over het verschil •
om iets geven en iets betekenisvol vinden •
het betekenisvolle valt buiten de orde van betekenis •
voorbeelden: het uiterlijk, waardenconflicten •
eigenheid is niets van mij, maar iets aan mij •
multiculturaliteit is geen veelheid buiten ons •
de vreemdheid zit in uzelf en beklemt u •
6. Verschillen verruimtelijken
individualisme, projectie naar buiten (existentieel totalitarisme), fundamentalisme en •
universalisme
zijn pogingen om niet verlamd te worden door de eigen andersheid •
maar laten tegelijk zien wat onze samenleving uitsluit •
en toch ‘is’ er al een alternatief, maar het wordt niet benoemd/herkend/beleefd en •
daardoor ‘is’ het er niet
voorbeeld: paritaire vertegenwoordiging •
u hebt zelf belang bij een andere publieke ruimte •
In de doorsnee houding t.a.v. de reacties op de cartoonrellen in de moslimwereld zit 1.
minder eenduidigheid dan we denken. Leg uit én formuleer een alternatief waarbij u zich laat inspireren door de hele lezing.
Laat zien hoe het hoofddoekenbeleid in het gemeenschapsonderwijs gebaseerd is op 2.
een impliciete hypothese en formuleer een tegenhypothese.
Wat is het verschil tussen de andersheid van personen en die van dingen? Ga daarbij 3.
verder dan Levinas. Vragen