• No results found

Jaarverslag 2013

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jaarverslag 2013"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam, maart 2014 bestuur De Jonge Akademie

(2)

VERANTWOORDING

Conform het reglement van De Jonge Akademie (DJA), zoals vastgesteld door de KNAW, presenteert het bestuur van De Jonge Akademie hierbij het jaarverslag 2013 van De Jonge

Akademie, inclusief financiële verantwoording. Dit jaarverslag 2013 is besproken en goedgekeurd in de algemene ledenvergadering van De Jonge Akademie, gehouden op 20 maart 2014 in het Trippenhuis in Amsterdam.

(3)

INHOUD

1 Inleiding 5

2 Algemeen 7

2.1 Doelstellingen van De Jonge Akademie 7

2.2 Verwezenlijking doelstellingen in 2013 7

2.3 Ledenvergaderingen 8

2.4 Tracés 9

2.5 Permanente en tijdelijke commissies 9

2.6 Bestuur 9

2.7 Organogram 10

3. Tracé wetenschapsbeleid 11

3.1 Topsectorenbeleid & vrij ongebonden onderzoek 11

3.2 Visie wetenschapsbeleid en IBO 12

3.3 What are universities for? 12

3.4 Overige onderwerpen 12

4. Tracé wetenschap & maatschappij 14

4.1 Expeditie Moendoes Primair Onderwijs 14

4.2 Kennis Op Straat 15

4.3 Dagboek project 15

4.4 Valorisatie 16

4.5 Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdrage aan de media 17

5. Tracé inhoud en interdisciplinariteit 18

5.1 Open Access 18

5.2 Dilemma’s in de wetenschap: theater 18

5.3 Korte lezingen op ledenbijeenkomsten 19

5.4 Interdisciplinariteit in de praktijk 19

5.5 Samenwerking KNAW 19

6. Tracé Internationalisering 20

6.1 Fotowedstrijd Visions and Images of Fascination 20

6.2 Mundus Internationaal 20

6.3 Bijwonen internationale bijeenkomsten 20

7. Commissies van De Jonge Akademie 22

7.1 DJA Beurscommissie 22

7.2 Selectiecommissie 22

8. Financiële verantwoording 24

Bijlagen:

1. DJA ledenoverzicht 2013 25

2. DJA alumni, overzicht 2013 28

3. DJA nieuwe leden 2014 29

4. Wetenschappelijke voordrachten tijdens ledenvergaderingen 31 5. Samenstelling bestuur, tracés en commissies 2013 33

6. Besteding DJA Beurzen 2013 35

7. Besteding DJA Beurzen 2012 38

8. Besteding DJA Beurzen 2011 41

(4)

deelname aan raden, commissies, jury’s & beoordelingscommissies van de KNAW in 2013

(5)

1 INLEIDING

De Jonge Akademie is een dynamisch, creatief en innovatief platform van jonge

topwetenschappers met visie op wetenschap en wetenschapsbeleid. De Jonge Akademie

organiseert inspirerende en uitdagende activiteiten voor verschillende doelgroepen op het gebied van wetenschapsbeleid, interdisciplinariteit en wetenschap en maatschappij. De Jonge Akademie is een platform dat naar een breed publiek een realistisch beeld van wetenschap uitdraagt als interessant, zinvol en uitdagend.

De Jonge Akademie is een uniek gezelschap, niet alleen vanwege de dynamiek en creativiteit die tot uitdrukking komt in haar activiteiten, maar ook vanwege haar evenwichtige samenstelling – De Jonge Akademie herbergt wetenschappers die actief zijn op alle terreinen van de wetenschap. Deze wetenschappers vinden in De Jonge Akademie een bijzonder forum om (interdisciplinaire) contacten te leggen, een kader waarbinnen zij hun wetenschappelijke ideeën naar de samenleving kunnen uitdragen en een raamwerk waarbinnen zij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschapsbeleid.

Binnen dit algemene kader heeft De Jonge Akademie in 2013 een groot aantal activiteiten ontplooid. Zij heeft dit vooral gedaan vanuit het organisatorische raamwerk van de drie “tracés”: Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I), Wetenschapsbeleid (WB) en Wetenschap & Maatschappij (W&M). In het najaar is een nieuw tracé van start gegaan, Internationalisering (I). Hiernaast vonden er diverse activiteiten plaats via het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie. In het kader van het Beurzenprogramma van De Jonge Akademie kunnen twee of meer leden van De Jonge Akademie gezamenlijk een beurs aanvragen voor een samenwerkingsactiviteit die aansluit bij de genoemde doelstellingen. De doelstelling van het Beurzenprogramma is om het ontstaan van kleinere samenwerkingsverbanden of werkgroepen binnen De Jonge Akademie te stimuleren die de grenzen tussen de tracés en van de wetenschappelijke disciplines overstijgen.

Het jaar 2013 is voor De Jonge Akademie een actief jaar geweest, waarbij onder andere onderwerpen op het terrein van wetenschapsbeleid, zoals het beleid rondom topsectoren in relatie tot fundamenteel ongebonden onderzoek een prominente rol hebben gespeeld.

Binnen de wetenschappelijke wereld is nu breed bekend wat De Jonge Akademie is en er wordt ook het een en ander van haar verwacht. Zo wordt zij regelmatig gevraagd om haar opinie en/of visie te geven op het gebied van wetenschapsbeleid en worden leden vaak benaderd voor het leveren van een bijdrage in de media of voor het geven van een presentatie.

We brengen alle voor De Jonge Akademie relevante groepen zo goed mogelijk op de hoogte van onze activiteiten via mondeling contact, via de website, via bijeenkomsten of via sociale media (Twitter: rond de 3300 volgers, Facebook: rond de 430 deelnemers). Het bezoek aan de website is dit jaar moeilijk weer te geven, vanwege de overgang naar een nieuw Content Management Systeem.

Ook buiten de wetenschappelijke wereld wilde De Jonge Akademie graag haar gezicht laten zien door voortzetting van twee zichtbare projecten: Expeditie Moendoes en Kennis op Straat. Het wetenschapsspel Expeditie Moendoes is verder ontwikkeld voor het Primair Onderwijs. Hiermee kunnen docenten in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hun leerlingen laten ervaren hoe wetenschappers te werk gaan. Hiervoor is nieuwe projectfinanciering is verkregen van SNS REAAL fonds. Het spel is ontworpen door De Praktijk. Ook is gewerkt aan een internationale versie van Mundus, om het hiermee ter beschikking te stellen aan andere Jonge Akademies. De verwachting is dat deze versie het in 2014 zal verschijnen.

(6)

In dit jaarverslag geeft De Jonge Akademie aan op welke manier zij in 2013 uitdrukking heeft gegeven aan haar doelstellingen en welke activiteiten zij in dit kader heeft ontplooid. In hoofdstuk 2 is als eerste een algemene verslaglegging te vinden, waarin de belangrijkste activiteiten en gebeurtenissen worden besproken. In de hoofdstukken daarna (hoofdstukken 3 t/m 7) komen de activiteiten van de vier tracés Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap & Maatschappij (W&M) en Inhoud & Interdisciplinariteit (I&I)), Internationalisering (I) en de verschillende commissies aan de orde. In hoofdstuk 8 staat de financiële verantwoording over het boekjaar 2013.

(7)

2 ALGEMEEN

2.1

Doelstellingen van De Jonge Akademie

De KNAW heeft in 2005 een genootschap opgericht voor jonge onderzoekers – De Jonge Akademie – waarbij de KNAW in het bijzonder de volgende vier doelstellingen nastreefde:

1. Jonge onderzoekers actief in aanraking brengen met vakgebieden buiten het eigen specialisme en met de mogelijkheden van interdisciplinair onderzoek.

2. Jonge onderzoekers aanmoedigen visies te ontwikkelen en uit te dragen op de toekomst van het eigen vakgebied en de samenwerking met andere vakgebieden, evenals op het te voeren wetenschapsbeleid.

3. Jonge onderzoekers stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen.

4. Jonge onderzoekers steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar.

De Jonge Akademie heeft haar activiteiten nauw toegesneden op deze vier hoofddoelen.

De Jonge Akademie:

• brengt onderzoekers actief in aanraking met vakgebieden buiten het eigen specialisme, en stimuleert op deze manier interdisciplinair onderzoek.

• vraagt leden actief bij te dragen aan de toekomst van het eigen vakgebied en aangrenzende vakgebieden en visie te ontwikkelen op het te voeren wetenschapsbeleid.

• overlegt met en geeft advies op het gebied van wetenschapsbeleid aan wetenschappelijke organisaties en ministeries.

• draagt fascinatie voor wetenschap en wetenschappelijke inzichten uit naar samenleving en onderwijs, en heeft aandacht voor valorisatie in de breedste zin van het woord.

• heeft een beurzenprogramma om onderzoekers van De Jonge Akademie financieel te ondersteunen binnen de in het kader genoemde doelstellingen van De Jonge Akademie. In 2013 zijn talrijke activiteiten en acties ondernomen om bovenstaande doelstellingen te realiseren. In paragraaf 2.2 geven wij een overzicht van de realisatie van de doelstellingen uit het werkplan 2013. De verschillende activiteiten komen meer uitgebreid aan de orde in de

hoofdstukken 3 tot en met 7. In de paragrafen 2.2 – 2.7 gaan wij nader in op de organisatiestructuur van De Jonge Akademie.

2.2 Verwezenlijking van de doelstellingen in 2013

De doelstellingen voor 2013 zijn geformuleerd in het werkplan van De Jonge Akademie voor 2012.

De algemene ambitie is dat we in 2013 extra aandacht wilden besteden aan de binding tussen leden, met hierbij specifiek aandacht voor het binnenstromen van de nieuwe leden en het alumnibeleid. Het zijn de leden die bij De Jonge Akademie centraal staan. Zij hebben de ideeën voor activiteiten en hoe deze uit te voeren, ondersteund door het secretariaat van De Jonge Akademie en de KNAW. Het netwerk van leden en alumni maakt De Jonge Akademie tot wat zij is .

Hieraan is vormgegeven in de ledenvergaderingen door series korte lezingen te

organiseren in het ledenweekend en in de ledenvergadering in november. Hiernaast is verder nagedacht over het alumnibeleid en dit zal in 2014 verder worden vormgegeven.

Een tweede belangrijke doelstelling is dat wij het netwerk van leden en alumni van De Jonge Akademie willen inzetten om wetenschap naar ‘de straat’ en naar Den Haag te brengen. Zo willen we met het project Kennis op Straat op een enthousiasmerende, positieve wijze het mooie van de wetenschap onder de aandacht brengen van een breed publiek: van scholieren tot bejaarden, van

(8)

buurthuizen tot science cafés. De pilot voor het project is geslaagd. Het project zal verder aan de orde komen in hoofdstuk 4.

Tenslotte wilden we ook zichtbaar zijn in Den Haag door heldere standpunten vanuit De Jonge Akademie over het voetlicht te brengen en met parlementariërs en ambtenaren in discussie te gaan. Op het terrein van wetenschapsbeleid en innovatie zijn het de wetenschappers die vanuit de praktijk kunnen aangeven hoe beleid wel of niet werkt en hoe dit beleid kan worden verbeterd.

Hiervoor zijn er diverse contacten geweest met parlementariërs, zijn contacten gelegd tijdens het diner Vertrouwen in de Wetenschap op 24 mei en zijn we diverse keren in gesprek gegaan bij het Ministerie van OCW, onder andere rondom het onderwerp

wetenschapscommunicatie, wetenschapsbeleid in het kader van het aangezegde

Interdepartementale Beleidsonderzoek en de ontwikkeling van een visie door OCW en bij het aanbieden van Moendoes.

2.3 Ledenvergaderingen

De Jonge Akademie heeft in 2013 vijf ledenvergaderingen gehouden. De vergaderingen vonden plaats op 29 januari, 19 maart (voorafgaand aan de installatiebijeenkomst), 23 en 24 mei in Noordwijk en 19 september bij het Academisch Medisch Centrum en op 19 november 2013. De ledenvergaderingen van De Jonge Akademie bestaan steeds uit verschillende onderdelen. Zij hebben een plenair gedeelte om DJA-breed de strategie uit te zetten, inhoudelijke discussies te voeren en beslissingen te nemen. Daarnaast zijn er parallelle sessies voor de verschillende tracés. Ook zijn er waar mogelijk inhoudelijke lezingen, verzorgd door leden van De Jonge Akademie. Verder is er ruimte voor informele contacten, tijdens de borrel of de lunch. Na afloop van de ledenvergadering wordt een etentje georganiseerd.

Op 29 januari heeft Flintwave een presentatie gehouden over crowdfunding en de Wetenschap, zijn er lezingen geweest van Monica Claes en Paul Groot.

De installatiebijeenkomst van 10 nieuwe leden vond plaats op 19 maart en had als thema wetenschappelijk onderzoek in de toekomst. Hierover is een debat gehouden onder leiding van Peter-Paul Verbeek met Maarten Hajer, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving en hoogleraar Bestuur & Beleid aan de Universiteit van Amsterdam, Marie-José Goumans en George van Hal, wetenschapsjournalist NWT. Er is een idee van de nieuwe leden gelanceerd, theater rondom de dilemma’s in de wetenschap en ook is afscheid genomen van tien leden die in 2008 werden geïnstalleerd.

Op 24 en 25 mei is een ledenweekend georganiseerd. Hierbij zijn leden van De Jonge Akademie Aan Tafel gegaan met prominente gasten uit de wetenschapsbeleid en –mediawereld. Het onderwerp was Vertrouwen in de wetenschap, naar aanleiding van het gelijknamige rapport van de KNAW. Ook is dit weekend geëxperimenteerd met een nieuw concept van hele korte lezingen door leden van maximaal 10 minuten per persoon (8 minuten lezing, 2 minuten vraagstelling). Dit is bijzonder goed bevallen en hebben we na deze bijeenkomst vaker gebruikt om meer nadruk te leggen op de inhoud en het leggen van onderlinge contacten, ook in het kader van DJA Beurzenprojecten. Op 25 mei was aansluitend de ledenvergadering, met onder andere vliegeren met NASA-wings of het maken van een strandwandeling.

In 2013 is de “ledenvergadering op locatie” op 19 september georganiseerd door de leden van de Universiteit van Amsterdam bij het Academisch Medisch

Centrum. We hebben hier onder andere een rondleiding gekregen in Museum Vrolik van Laurens de Rooy, conservator en Roelof-Jan Oostra, hoogleraar Anatomie en Embryologie. Ook zijn er labbezoeken op locatie geweest, met als onderwerp: van cel tot patiënt! Deze waren verzorgd door Gijs van den Brink (Gasteroenterologie) en Sjoerd

Repping (voortplantingsgeneeskunde). Hiernaast is een lunch en een ronde tafel discussie met als onderwerp: samenwerken, alliëren en fuseren in de academische wereld.

Op 19 november is de laatste ledenvergadering van het jaar gehouden in het Trippenhuis met 8 korte lezingen met als vraag: Hoe ziet je onderzoek eruit in 2040? Hierbij is een korte uitleg gegeven door Alexander Brinkman en de aftrap is verzorgd door Herman Paul vanuit historisch perspectief. Hiernaast is bij deze vergadering het tracé Internationalisering van start gegaan en zijn twee parallelle tracévergadering na elkaar gehouden.

(9)

2.4 Tracés

Binnen de tracés wordt het leeuwendeel van het werk verricht aan de verschillende thematische activiteiten waar De Jonge Akademie zich sterk voor maakt. De Jonge Akademie heeft drie interdisciplinair samengestelde tracés: Inhoud en Interdisciplinariteit (I&I); Wetenschapsbeleid (WB), Wetenschap en Maatschappij (W&M) en Internationalisering (I) sinds november 2013 . Elk lid van De Jonge Akademie is actief in tenminste één tracé. Het is mogelijk om gedurende het lidmaatschap van DJA van tracé te wisselen. De drie tracés waarbinnen activiteiten worden verricht, sluiten aan bij de hiervoor kort samengevatte doelstellingen van De Jonge Akademie (zie de inleiding van dit hoofdstuk). De activiteiten van de verschillende tracés zullen worden

toegelicht in hoofdstuk 3, 4, 5 en 6.

De tracé indeling is voor De Jonge Akademie nog steeds de best mogelijke. Gezorgd wordt voor kruisbestuiving en dat er ook ruimte is voor activiteiten die niet per se binnen één tracé vallen, zoals bijvoorbeeld activiteiten op het gebied van onderwijs. Naast de tracés is er de mogelijkheid om in kleinere groepen activiteiten op te zetten, waarbij financiering aangevraagd kan worden via het DJA Beurzenprogramma.

2.5 Permanente en tijdelijke commissies

De Jonge Akademie beschikte in 2013 over twee permanente commissies: de selectiecommissie die nieuwe leden uit de genomineerden selecteert (bestaande uit: voorzitter DJA (technisch voorzitter), twee leden van De Jonge Akademie en twee leden van de KNAW) en de DJA-Beurzencommissie. Hiernaast was er een commissie internationalisering, daar De Jonge

Akademie wordt benaderd door internationale, Europese en Jonge Akademies (in oprichting) in andere landen en er ook vraagstukken spelen op internationaal niveau. Voor deze commissie is in het najaar 2013 het tracé Internationalisering in de plaats gekomen. Voor activiteiten als

Moendoes Internationaal, Moendoes Primair Onderwijs, Kennis op Straat en het opzetten van het theater rondom dilemma’s in de wetenschap zijn steeds aparte projectwerkgroepen.

De werkzaamheden van de DJA-Beurzencommissie en de selectiecommissie worden besproken in hoofdstuk 6.

2.6 Bestuur 2013

Binnen het bestuur is de voorzitter en vicevoorzitter zijn verantwoordelijk voor coördinatie en algemene zaken. Hiernaast is de voorzitter ook technisch voorzitter van de selectiecommissie. De overige bestuursleden zijn aanspreekpunt voor een tracé en voor de andere permanente en tijdelijke commissies. Het DJA-bestuur legt verantwoording af aan de algemene ledenbijeenkomst van De Jonge Akademie en aan het KNAW-bestuur. Het bestuur heeft zich tot doel gesteld primair een faciliterend bestuur te zijn. Het gaat er vooral om de ideeën en activiteiten die vanuit de leden worden geïnitieerd in goede banen te leiden en te coördineren. Daarnaast is het bestuur het eerste aanspreekpunt voor externe partijen en voor de KNAW.

Het bestuur van De Jonge Akademie is in 2013 ongeveer één keer per maand bij elkaar gekomen. Daarnaast heeft het bestuur een aantal keren telefonisch vergaderd. Verder heeft het bestuur van De Jonge Akademie tweemaal per jaar vergaderd met de president en vicepresidenten van de KNAW en het hoofd van de afdeling Genootschap Koen Hilberdink. Hiernaast is er regelmatig overleg met Marja van der Putten als accountmanager voor de afdeling Communicatie van de KNAW en met Hugo van Bergen op het gebied van wetenschapsbeleid. Twee keer per jaar is er een overleg met de secretarissen van de raden van de KNAW van de afdeling Beleidsadviezen Wetenschap en Kennis (BWK).

(10)

Het bestuur heeft in 2013 contacten onderhouden met het Ministerie van OCW, NWO, VSNU, diverse Jonge Akademies, The Global Young Academy, diverse Colleges van Bestuur van universiteiten en een veelheid aan andere functionarissen en partijen.

Het bestuur werd tot 1 april gevormd door:

- Peter-Paul Verbeek (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)

- Marie-José Goumans (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken) - Gijs Wuite (tracé Wetenschapsbeleid)

- Appy Sluijs (tracé Wetenschap & Maatschappij)

- Arianna Betti (tracé Inhoud en Interdisciplinariteit, Commissie Internationalisering). Na 1 april was de samenstelling van het bestuur:

- Jeroen Geurts (voorzitter, technisch voorzitter selectiecommissie, coördinatie en algemene zaken)

- Bé Breij (vicevoorzitter, DJA-Beurzencommissie, coördinatie en algemene zaken en tracé Inhoud en Interdisciplinariteit)

- Gijs Wuite (tracé Wetenschapsbeleid)

- Appy Sluijs (tracé Wetenschap & Maatschappij)

- Roberta d’ Alessandro (commissie / tracé Internationalisering).

Het bestuur, de commissies en de tracés met hun activiteiten zijn ondersteund door Iris Koopmans (beleidsmedewerker/secretaris), Jeffrey Muskiet (secretariële en organisatorische ondersteuning) en Rachel Basaur (DJA Beurzen). De afdeling Communicatie van de KNAW heeft DJA op het gebied van communicatie ondersteuning geboden, in het bijzonder in de persoon van Marja van der Putten. Ook andere afdelingen, waaronder Financiën en Bureau Directie

Ondersteuning hebben specifieke ondersteuning aan DJA verleend, waaronder op juridisch gebied.

2.7 Organogram

In november 2013 is het tracé commissie internationalisering van start gegaan en is de commissie internationalisering opgeheven.

(11)

3 TRACÉ WETENSCHAPSBELEID

Een van de doelen van De Jonge Akademie is het aanmoedigen van jonge onderzoekers om “visies te ontwikkelen (…) op het te voeren wetenschapsbeleid”. De Jonge Akademie wil discussies over het nationale wetenschapsbeleid beïnvloeden door constructief te zijn. Zij zal steeds proberen om niet alleen met kritiek te komen, maar ook met verrassende en bruikbare oplossingen. De Jonge Akademie wordt regelmatig gevraagd als formele of informele gesprekspartner of informant bij de bespreking van beleidsvoornemens of de voorbereiding van beleidsevaluaties. Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie het initiatief genomen om in gesprek te gaan met diverse partijen, waaronder het Ministerie van OCW, parlementariërs en

medebelangen-behartigers, waaronder VSNU, NFU, WRR, Rathenau, SODOLA en PNN.

De Jonge Akademie heeft zich in 2013 intensief bezig gehouden met verschillende actuele discussies over wetenschapsbeleid. De discussie rondom topsectoren in relatie tot ongebonden (fundamenteel) onderzoek is net als in 2012 een belangrijk onderwerp geweest (par. 3.1). Hiernaast is er gefocust op het interdepartementaal beleidsonderzoek (par. 3.2) en de daarmee gepaard gaande visieontwikkeling bij OCW. Als andere onderwerpen zijn de kwaliteit van promotietrajecten en carrièreperspectieven van wetenschappers aan bod gekomen, alsook de aard van ‘valorisatie’ (economisch versus maatschappelijk), de koppeling tussen onderzoek en onderwijs en de definitie van ‘fundamenteel onderzoek’.

De Jonge Akademie heeft zich verder waar mogelijk ingezet voor het project Parlement en Wetenschap, een project van de Tweede kamer, KNAW, NWO, VSNU en De Jonge Akademie 3.1 Topsectorenbeleid en vrij ongebonden onderzoek

Op 18 april heeft De Jonge Akademie opnieuw aandacht gevraagd voor de geringe mogelijkheden voor fundamenteel onderzoek binnen de topsectoren aan de hand van een column op Science Guide, Misvattingen vertroebelen het topsectorendebat.De regering denkt onderzoek te versterken, maar jaagt de belangrijkste spelers dus op de kast. Het debat over de topsectoren wordt bemoeilijkt door twee hardnekkige misvattingen, die we hier proberen uit de weg te ruimen. Hierbij wordt het Quadrant van Stokes

gebruikt om de eerste misvatting te belichten, namelijk dat fundamenteel en toepassingsgericht onderzoek tegenpolen zouden zijn langs een één dimensionale as en de tweede misvatting dat het topsectorbeleid in de huidige opzet (ook) fundamenteel onderzoek zou versterken. Onder de leden is in 2013 een inventarisatie gehouden om te kijken hoe leden in de praktijk gebruik maakte van de topsectoren. Het gebruik blijkt erg gering te zijn. Er zijn bijna geen aanvragen ingediend. De belangrijkste reden

hiervoor is het niet in aanmerking kunnen komen voor financiering omdat het onderzoek buiten de definiëring van een topsector valt. Voor leden met onderzoek dat wel valt binnen de

topsectoren, geldt dat zij meestal niet kunnen indienen omdat ze geen co-financiers kunnen vinden in het bedrijfsleven en/of collectebusfondsen. Voor de bedrijven zijn de bedragen die zij moeten bijdragen heel hoog, waardoor slechts enkele bedrijven in aanmerking komen. Hiernaast is het onderzoek van de leden soms te fundamenteel/ theoretisch van aard, waardoor het niet in aanmerking komt.

(12)

De Jonge Akademie heeft in het najaar een gesprek gevoerd met VNO-NCW over de topsectoren en de problemen. Hierbij zijn diverse ideeën naar voren gebracht voor verbetering van de topsectoren, waaronder een meer probleemgestuurde benadering, waarbij maatschappelijke uitdagingen centraal staan, zoals bij de Grand Challenges van de Europese Unie. Hierdoor wordt meer recht gedaan aan de behoeften en vragen vanuit de maatschappij, maar ook beter tegemoet gekomen aan de voorwaarden voor innovatie. Hiernaast worden bij deze benadering steeds verschillende disciplines betrokken en kunnen dus veel meer wetenschappers aanhaken. Ook in 2014 zal De Jonge Akademie aandacht blijven besteden aan de topsectoren en zal zij aandacht geven voor verdere ideeën voor verbetering.

3.2 Visie wetenschapsbeleid en IBO

Op Prinsjesdag 2013 werd aangekondigd dat voor wetenschapsbeleid een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) zou worden uitgevoerd en dat hierna de Minister van OCW op het gebied van wetenschapsbeleid met een visie zou komen. Om ons te oriënteren op dit gebied hebben wij intern diverse gesprekken gevoerd en besloten de visie van De Jonge Akademie op het gebied van wetenschapsbeleid te formuleren aan de hand van de al aanwezige standpunten en eventueel nieuw te formuleren standpunten. Deze activiteiten lopen door in 2014.

In het kader van het IBO is het artikel verschenen, Pas op met onderzoeksgeld! In dit artikel wordt het belang van de eerste geldstroom onderschreven. Het zijn juist de universiteiten die dankzij hun vaste eerste geldstroom een vruchtbare en relatief stabiele omgeving kunnen bieden voor ongebonden, nieuwsgierigheidsgedreven en langjarig onderzoek binnen het hele

wetenschappelijke spectrum. Hiernaast is vooral goed voor de wetenschap als geheel, omdat universiteiten daardoor de plaatsen blijven waar onderzoek en onderwijs worden verenigd. 3.3 What are universities for?

Op 12 december is er een discussiebijeenkomst gehouden met als onderwerp What are

Universities For? Universiteiten over de hele wereld zitten in een moeilijke positie. Nooit te voeren zijn zij zo groot geweest en zo belangrijk, maar ook nooit te voeren hebben ze te maken gehad met een gebrek of vertrouwen en verlies aan identiteit.

Deze lezing is gegeven door Stefan Collini, Professor in de engelse letterkunde aan de Universiteit van Cambridge en auteur van het boek What Are Universities For? (2012). Hierin wordt gesproken over de verschillende publieken waar de universiteit zich op moet richten en het probeert wegen te

ontdekken waarlangs universiteiten de echte waarde(n) en doelen zo goed mogelijk kunnen communiceren. Willem Schinkel en Ingrid Robeyns hebben commentaar gegeven op de lezing voor de discussie. Er was een zeer levendige discussie, begeleid door Bé Breij.

3.4 Overige onderwerpen

Kwaliteit van promotietrajecten

Het onderwerp kwaliteit promotietrajecten is een onderwerp dat bij De Jonge Akademie sterk leeft. Er is afstemming geweest met Rathenau Instituut en het Landelijk Promovendi Netwerk Nederland om resultaten van een grootschalige enquête onder promovendi te delen. Een presentatie van de resultaten is in februari 2014 gehouden. In 2013 is een eerste inventarisatie gedaan rondom de kwaliteit van promotie onder de leden van De Jonge Akademie. Onder leden van De Jonge Akademie is duidelijk geworden dat er eigenlijk geen goede regels bestaan voor promoveren en dat er weinig structuur aanwezig is.

(13)

Valorisatie

In een gesprek met de VSNU en een brief op 8 april 2013 is een reactie gegeven op het concept Een Raamwerk valorisatie-indicatoren, opgesteld door de VSNU. Het raamwerk heeft een breder begrip van valorisatie dan vele andere documenten en visies die over valorisatie heersen in beleidskringen, maar toch overheerst de economische waarde nog steeds in de conceptualisering van valorisatie in dit document. Valorisatie is niet nieuw. Al decennia begrijpen medewerkers aan universiteiten hun kerntaken als drieledig: onderzoek, onderwijs, en maatschappelijke

dienstverlening. De overgang van de term ‘maatschappelijke dienstverlening’ naar ‘valorisatie’ is niet neutraal. Het kan gelezen worden als een verenging naar de economische meerwaarde van de maatschappelijke dienstverlening. Eén van de kritiekpunten is dat de belangrijkste vormen van valorisatie die de universiteiten levert, niet staat beschreven in het document – en dat is de opleiding van hele generaties burgers die analytisch en kritisch kunnen denken, die problemen kunnen detecteren en oplossen, die zowel brede kennis hebben opgedaan alsook gespecialiseerd zijn en die onze samenleving verrijken op oneindig veel manieren.

Voor het onderwerp valorisatie is samengewerkt met het tracé Wetenschap en

Maatschappij. In paragraaf 4.4. wordt ingegaan op de brief die is uitgegaan rondom valorisatie is gestuurd aan evaluatiecommissie van het Standaard Evaluatie Protocol (SEP).

(14)

4 TRACÉ WETENSCHAP & MAATSCHAPPIJ

Een van de doelstellingen van DJA is jonge onderzoekers te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te dragen. Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om wetenschap uit te dragen naar een breed publiek als interessant, zinvol en uitdagend

“mensenwerk”.

In 2013 heeft De Jonge Akademie deze doelstelling gerealiseerd via verschillende activiteiten. Het wetenschapsspel expeditie Moendoes, voortgekomen uit het voorprogramma van De Jonge Akademie on Wheels, is uitgebreid en geschikt gemaakt voor de basisschool, zodat ook deze kinderen Expeditie Moendoes kunnen spelen. In 2013 is het spel gelanceerd en verspreid via wetenschapsknooppunten en digitaal via www.moendoes.nl (4.1). Hiernaast is in 2013 hard gewerkt aan het project Kennis op Straat door de leden uit 2012 (4.2). Dit project is in 2013 gerealiseerd. Het is een website om het aanvragen van korte inhoudelijke publiekslezingen mogelijk te maken. Lezingen die niet alleen een inhoudelijk thema willen overbrengen, maar ook de onderzoekende houding die aan wetenschap eigen is: de verwondering tastbaar maken. In september 2012 zijn de leden van De Jonge Akademie begonnen met een dagboekproject waarin leden een week beschrijven en hiermee een inkijkje geven van hoe het leven van een

wetenschapper eruit ziet (4.3). Dit is afgerond in de zomer van 2013. Het heeft onder andere geleid tot een kettingcolumn en een Making Of-bijdrage op Kennislink. De Jonge Akademie heeft hiernaast diverse publiekslezingen en mediapresentaties verzorgd. (4.5).

4.1 Expeditie Moendoes Primair Onderwijs

Een team wetenschappers uit allerlei vakgebieden wordt er vanaf de aarde op uit gestuurd. Hun missie: de zoektocht naar een planeet waar mensen kunnen wonen.

Tijdens de missie stuit het team op een onbekende planeet, met intelligente bewoners die hun planeet Moendoes noemen. Expeditie Moendoes is een spel waarbij leerlingen

spelenderwijs kennis maken met het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het spel laat zien dat het in de wetenschap niet gaat om ‘heel veel weten’, maar juist om nieuwsgierigheid, creativiteit en logisch redeneren. Dat maakt Expeditie Moendoes uitermate geschikt als startpunt voor onderzoekend leren. Het spel begint met een verhaal over drie wetenschappers die op de planeet Moendoes terechtkomen en daar kennismaken met de bewoners, de Moendianen. Vervolgens gaan de leerlingen zelf aan de slag en proberen zij aan de hand van plaatjes, teksten en andere bronnen

allerlei vragen over Moendoes te beantwoorden. Een ontdekkingsreis in de klas dus. Het spel is geschikt voor alle vakken. Leerlingen maken zo in één lesuur op een speelse manier kennis met de essentie van wetenschap.

Meteen vanaf de lancering was er al veel vraag uit het basisonderwijs; daarom is er een uitbreiding voor basisscholen gemaakt. Het bestaande spel, met postertjes (‘bronnen’), onderzoeksvraagkaartjes en antwoordkaartjes is uitgebreid met een set eenvoudiger

onderzoeksvraagkaartjes en twee voorleesverhalen. De docentenhandleiding heeft handvatten voor vervolgspellen, proefjes en activiteiten, naast theorie en speluitleg. Met deze uitbreiding is Moendoes nu ook geschikt voor leerlingen vanaf groep 5 van het basisonderwijs.

(15)

Het oorspronkelijke spel en de uitbreiding zijn projecten van De Jonge Akademie, ontworpen door De Praktijk en zijn mogelijk gemaakt door SNS REAAL Fonds en de KNAW.

Voor de lancering van het spel op 9 januari 2013 heeft de Directeur Generaal Primair en Voortgezet Onderwijs

(Ministerie OCW) André de Jong het eerste exemplaar van het wetenschapsspel Moendoes aangeboden aan Ronald Goosen, directeur basisschool Pieterskerkhof in Utrecht, in aanwezigheid van diverse leden van De Jonge Akademie. De DG was er getuige van hoe leerlingen van 8-12 jaar hiermee spelenderwijs kunnen ervaren hoe wetenschappers te werk gaan.Hiernaast is het spel in februari aangeboden aan de staatsecretaris van OCW, Sander Dekker, tijdens een gesprek over wetenschapscommunicatie en het vak Wetenschap en Techniek.

Er zijn diverse activiteiten geweest rondom het spel Moendoes in 2013. Leden hebben op diverse scholen het spelen van Moendoes begeleid. Zo is er een workshop op de Pabo Netwerkdag Wetenschap & Techniek van SLO op 17 april 2013. Er is een gesprek over onderzoekend leren & Moendoes geweest met het Directoraat Leraren (OCW) op 24 juni 2013 en een workshop voor een W&T middag in Arnhem. Er zijn diverse artikelen verschenen, onder andere in de nieuwsbrief van NEMO en SLO. Hiernaast zijn er vanuit de wetenschapsknooppunten diverse workshops gehouden en activiteiten geweest rondom Moendoes. Alle 1500 spellen zijn intussen verspreid, het merendeel via wetenschapsknooppunten en op aanvraag via de website.

4.2 Kennis op Straat

Dit initiatief van De Jonge Akademie verzorgt korte publiekslezingen die niet alleen een

inhoudelijk thema willen overbrengen maar ook de onderzoekende houding die aan wetenschap eigen is: de verwondering tastbaar maken. Het is een laagdrempelige manier om meer te weten te komen over deze en vele andere wetenschappelijke vragen: Kennis op Straat. Klik hier voor een korte impressie.

Kennis op straat wil een groot publiek nieuwsgierig maken; laat zien hoe wetenschap werkt en hoe kennis wordt verworven; zet de ramen open en deelt de nieuwste inzichten en biedt voor elk wat wils: van dode taal tot levende hersenen, van nanodeeltje tot supernova.

De pilot voor Kennis op Straat is goed verlopen, wel kunnen er nog veel meer lezingen worden geboekt. De bekendheid van het project kan nog worden vergroot. Hier moet in 2014 aan worden gewerkt. Het aanbod van lezingen is op dit moment groot genoeg.

4.3 Dagboek project en columns Kennislink Week van de wetenschapper

Met het project De week van een wetenschapper willen de leden van De Jonge Akademie een realistisch beeld schetsen van hoe het leven van jonge, ambitieuze wetenschappers er uit ziet. Maar weinig mensen hebben direct toegang tot het dagelijkse leven in de wetenschap, en hebben daarom niet altijd een realistische beeld van wat wetenschappers doen. De ervaring van leden van De Jonge Akademie is dat dit niet alleen geldt voor de gewone man en vrouw in de straat, maar dat ook onder beleidsmakers en politici niet altijd een realistisch beeld bestaat van de aard van het wetenschappelijk proces. Met het dagboekproject proberen leden van De Jonge Akademie

(16)

een kleine bijdrage te leveren aan het beeld van wat een wetenschapper doet en hoe het leven van een wetenschapper eruit ziet.

Hiermee zijn we aan het begin van het academisch jaar in september 2012 begonnen. In juli 2013 is het project afgerond. Er zijn in het totaal 41 delen verschenen. Leden van De Jonge Akademie beschrijven in de columns wat ze doen, wat er zo leuk maar ook soms frustrerend is aan het wetenschappelijk proces, aan onze interacties met de samenleving, en hoe ze dit alles passen (of niet weten te passen) in een leven buiten de wetenschap. De columns zijn volop geretweed en geliked op Facebook door andere wetenschappers en ook mediapartijen. 4.4 Valorisatie

Op het gebied van valorisatie is in 2013 enerzijds gewerkt aan een brief aan de

evaluatiecommissie van het Standaard Evaluation Protocol en anderzijds aan een reactie op het raamwerk van valorisatie indicatoren opgesteld door de VSNU.

In april 2013 is een brief uitgegaan naar de evaluatiecommissie van de Standard Evaluation Protocol. Een belangrijke leemte in het huidige SEP is het ontbreken van aparte aandacht voor wetenschapscommunicatie en -educatie. Men zou het weliswaar kunnen scharen onder societal quality, societal impact, of valorisatie, maar deze worden in de praktijk vaak geïnterpreteerd als communicatie over resultaten van het eigen onderzoek en niet of nauwelijks als communicatie over het proces van wetenschappelijk onderzoek. Doordat deze laatste niet expliciet genoemd wordt, wordt ze van ondergeschikt belang gemaakt, terwijl het gaat om een belangrijke maatschappelijke bijdrage die verder gaat dan communicatie die vooral gericht is op

naamsbekendheid van onderzoeksinstituten en op het werven van studenten onder scholieren in 5 en 6 VWO. Wetenschapsbewustwording, of het gebrek daaraan, begint immers al bij kinderen op de basisschool, die van nature een onderzoekende houding hebben.

De Jonge Akademie heeft daarom betoogd dat een volgend SEP moet voorzien in aparte aandacht voor wetenschapscommunicatie en –educatie als een belangrijke vorm van

kennisvalorisatie, en doet in deze brief aanbevelingen over de implementatie. Deze zijn mede gebaseerd op het advies wetenschapscommunicatie dat De Jonge Akademie in 2012 uitgaf: Tussen Onderzoek en Samenleving. De Jonge Akademie heeft in deze brief de volgende aanbevelingen gedaan:

Zodra wetenschapscommunicatie en –educatie worden meegewogen in het SEP, krijgen wetenschappers formeel erkenning voor hun inspanningen op dit gebied. Daarnaast is het waarschijnlijk dat wetenschappers dan ook formeel tijd krijgen om hierin te investeren. Deze activiteiten kunnen deels in de plaats komen van andere taken als management of onderwijs. Omdat niet alle individuele onderzoekers evenveel talent hebben voor deze activiteiten, zou evaluatie ervan het beste op groepsniveau plaats kunnen vinden.

Best practices waar wetenschappers bij kunnen aansluiten worden al verzameld door de Wetenschapsknooppunten en korte cursussen ter begeleiding van wetenschappers zijn in de maak. Ervaringen worden nu al gedeeld, waarbij een belangrijk kenmerk van initiatieven die werken is dat de doelgroepen het proces van wetenschap kunnen ervaren door participatie. Een voorbeeld op een vindplaatsschool (als onderdeel van het Talentenkrachtprogramma) is dat leerlingen van de plusklassen een stroomgoot van hout, tuinslang en vijverpomp bouwden, rivieren en delta’s lieten ontstaan en daarbij hun eigen vragen volgens de empirische cyclus beantwoordden. Andere voorbeelden zijn het twitteren over je onderzoek, schrijven van blogs over het verloop van je onderzoek en het meedoen aan nieuwe initiatieven vanuit de media, zoals bijvoorbeeld De Wereld Leert Door, een nieuw feuilleton in de Volkskrant over de praktijk van wetenschap of het initiatief van Teleac.

• Een sterk kwantitatieve evaluatie is niet mogelijk en niet opportuun. Per vakgebied kunnen criteria voor kwaliteit en kwantiteit van wetenschapscommunicatie en –educatie sterk

(17)

verschillen. Ervaring en participatie van doelgroepen zullen centraal moeten staan, welke onder meer in tijd per individu vanuit de doelgroep moeten worden gemeten. In de

zelfevaluatierapporten zou er ten aanzien van wetenschapscommunicatie en –educatie niet alleen in termen van activiteiten geschreven kunnen worden, maar ook in termen van tijdsinvestering (hoeveel fte wordt op jaarbasis aan deze activiteiten besteed?).

4.5 Deelname diverse publieksbijeenkomsten en bijdragen in de media

Via aanwezigheid in de media, maar ook via deelname aan grote en kleine publieksbijeenkomsten wil De Jonge Akademie een groter algemeen publiek bereiken. In 2013 hebben de leden van De Jonge Akademie diverse lezingen gegeven bij o.a. de verschillende Science Cafés in het land, De Balie, Paradiso, Spui25, Felix Meritis, maar ook op diverse middelbare scholen en congressen voor leraren.

Dit jaar was De Jonge Akademie voor het eerst te zien op Indian SummerLabb. Op 15 en 16 juni 2013 hebben Iris Sommer en Ysbrand van der Werf de

festivalbezoekers een introductie gegeven over onze hersenen, hersenstructuren en hun functie. Maar het is niet bij praten gebleven: er is gesneden in echte hersenen. Koeienhersenen, wel te verstaan. Er is in de Labbsessies uitleg gegeven over wat er te zien is in de hersenen en vragen uit het publiek zijn beantwoord. Door middel van een camera en een beamer is de snijtafel geprojecteerd op een scherm.

In de media zijn er bijdragen geweest van leden van De Jonge Akademie aan onder andere Labyrinth, Pauw & Witteman, Zomergasten, De wereld Draait Door (en De Wereld Leert Door), Hoe?Zo! Radio, Radio 1, Casa Luna, NRC Handelsblad, De Groene Amsterdammer en diverse universiteitsbladen.

Hiernaast is er een vaste special over De Jonge Akademie wetenschapsblog Sciencepalooza. Ook is New Scientist gestart met een interviewserie waarin onderzoekers van De Jonge Akademie zich presenteren. In het najaar van 2013 zijn we begonnen met een kettingcolumn via Kennislink. Elke twee weken gunt een lid van De Jonge Akademie ons aan de hand van vragen een blik in hun persoonlijke fascinatie met wetenschap in het algemeen en hun eigen onderzoeksonderwerp in het bijzonder, en hoe die is ontstaan. Ook is een eerste aflevering gemaakt waarbij wordt ingegaan op hoe onderzoek tot stand komt (the making of) en wat hoogte- en dieptepunten zijn geweest. Samen met de KNAW is er gewerkt aan het project Faces of Science dat in 2014 gerealiseerd zal worden. De kern van dit project is een website, waarbij de bezoeker achter het gezicht van de verschillende onderzoekers de wereld van de onderzoeker kan ontdekken. Hiernaast hebben (alumni)leden van De Jonge Akademie een bijdrage geleverd aan het project van de KNAW om een training te ontwikkelen voor wetenschappers die (nog) beter willen leren communiceren met leerlingen en leerkrachten (toolkid).

De Jonge Akademie heeft meer dan 3300 volgers via Twitter en een groep van 430 personen is betrokken bij De Jonge Akademie via Facebook. Hiernaast zijn steeds meer leden actief op Twitter en Facebook.

(18)

5 TRACÉ INHOUD & INTERDISCIPLINARITEIT

Het tracé Inhoud en Interdisciplinariteit is een platform voor inhoudelijke uitwisseling en samenwerking. Een van de centrale doelen van DJA is om jonge onderzoekers actief in aanraking te brengen met vakgebieden buiten hun eigen specialisme en met de mogelijkheden van

interdisciplinair onderzoek. Maatschappelijke én wetenschappelijke vraagstukken vragen tenslotte om interdisciplinaire verbinding van kennis en inzichten en om samenwerking tussen wetenschappers uit uiteenlopende vakgebieden. Daarom buigt het tracé zich over

interdisciplinaire thema’s die vragen om wetenschappelijke reflectie en maatschappelijke vragen die interdisciplinaire input behoeven.

Hierbij wordt ingegaan op de activiteiten in 2013. 5.1 Open Access

Vanuit de KNAW is een bijeenkomst georganiseerd over Open Access op 6 februari 2013 in samenwerking met De Jonge Akademie: Publish open access or perish?

Na een introductie van Cameron Neylon (PLoS) en Martin Rasmussen (Copernicus Publications), hebben deelnemers in kleine groepjes gediscussieerd over diverse stellingen in relatie tot open access. Het doel is geweest om de bewustwording te vergroten rondom open access. De voordelen en nadelen van diverse publicatiemodellen zijn besproken, maar ook de do’s en dont’s. Eveline Crone heeft de rol opgenomen van de moderator bij het plenaire debat en diverse andere leden zijn moderator geweest bij de discussiegroepen.

5.2 Dilemma’s in de Wetenschap: theater (in ontwikkeling)

Op 19 maart 2013 tijdens de installatievergadering hebben de tien nieuwe leden het idee

gelanceerd van een theater gevolgd door een discussiebijeenkomst. Wetenschappelijk wangedrag kan de kwaliteit en het maatschappelijk aanzien van wetenschapsbeoefening schaden. Wenselijk en onwenselijk gedrag in de wetenschap gaan echter verder dan de fraude, plagiaat en misleiding die de laatste maanden de media overheersen. De dagelijkse dilemma’s van wetenschappers betreffen zorgvuldigheid en nalatigheid tijdens dataverzameling, het grijze gebied tussen interpretatie van data en ‘datamassage’ en intermenselijk gedrag waarin concurrentie, collegialiteit en begeleiding van promovendi en studenten vaak de wetenschappelijke

productiviteit en werkdruk beïnvloeden. In Gewetenschap brengen we deze dilemma’s tot leven in een theaterproductie waarmee we de discussie aangaan met jonge onderzoekers, gevestigde wetenschappers en beleidsmakers in Nederland.

De Jonge Akademie generatie 2013 wil op een positieve manier bijdragen aan de discussie over wenselijk en onwenselijk gedrag in de wetenschap. Zij wil het debat verschuiven van een sensatiegerichte belichting van excessen naar een constructieve discussie over hoe

wetenschappers hun werk van alledag integer kunnen verrichten. Het doel van Gewetenschap is om met Nederlandse wetenschappers beleidsmakers van alle rangen in discussie te gaan over hoe een gezond wetenschapsklimaat eruitziet en wat er moet veranderen om een klimaat te creëren waarin wetenschappers elkaar actief stimuleren tot integer gedrag op de wetenschappelijke werkvloer.

In 2013 zijn de leden hard aan de slag gegaan en zijn er diverse voorbereidende activiteiten verricht. Zo zijn onder andere alle leden van De Jonge Akademie geïnterviewd en geanalyseerd. In 2014 zal dit project verder gerealiseerd worden.

(19)

5.3 Introductie van korte lezingen op de ledenbijeenkomsten

Op het ledenweekend in mei hebben we voor het eerst geëxperimenteerd met korte lezingen van 8 minuten. Er zijn toen in totaal 15 lezingen gehouden. Dit idee hebben we ook bij de november ledenbijeenkomst herhaald rondom het onderwerp: Wat is de toekomst van wetenschappelijk onderzoek in je vakgebied? Het doel is om meer inhoudelijke uitwisseling en samenwerking tussen de leden te stimuleren.

5.4 Praktijk van Interdisciplinair onderzoek

Centraal bij dit onderwerp staat wat interdisciplinariteit binnen verschillende vakgebieden betekent en hoe je interdisciplinariteit in onderzoek en onderwijs organiseert in de praktijk. In 2013 hebben wij gewerkt aan de voorbereidingen om hierover een handboekje uit te geven met ervaringen en praktische adviezen. We willen hiermee in gesprek gaan met relevante organisaties in de wetenschappelijke wereld, zoals NWO.

5.5 Samenwerking met de KNAW

Leden en alumni van De Jonge Akademie nemen verder deel in diverse commissies en jury’s van prijzen van de KNAW, waaronder de verschillende raden, de Commissie voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, de Onderwijsprijs en de Heinekenprijzen, zie bijlage 9 voor een uitgebreid overzicht. Hiernaast hebben leden van De Jonge Akademie actief deelgenomen aan diverse KNAW

activiteiten, waaronder de dispuutsavonden en het verzorgen van presentaties op diverse KNAW bijeenkomsten.

(20)

6 TRACḖ INTERNATIONALISERING

In september 2013 is besloten om een tracé internationalisering op te richten. In november 2013 is dit tracé voor de eerste keer bijeengekomen op de ledenbijeenkomst.

Het tracé heeft als doelstelling De Jonge Akademie een internationaal gezicht te geven. Hierbij zijn onder andere de volgende activiteiten relevant:

- het ontwikkelen van een wereldwijd netwerk van jonge wetenschappers (al dan niet via andere Jonge Akademies);

- het ontwikkelen van gezamenlijke projecten met internationale wetenschappers;

- het ontwikkelen van een grotere internationale lobby, waarmee ook bijvoorbeeld de Europese Unie of de Verenigde Naties kunnen worden benaderd.

Activiteiten in 2013 waren het organiseren van een internationale fotowedstrijd, tezamen met vier andere jonge akademies. Hiernaast is er gewerkt aan het uitbrengen van een internationale uitgave van Moendoes, deze zal 2014 beschikbaar komen.

6.1 Fotowedstrijd Visions and Images of Fascination

Intrigerende en inspirerende plaatjes deden mee aan een Europese fotowedstrijd om de fascinatie voor wetenschappelijk onderzoek in allerlei disciplines uit te dragen. De wedstrijd werd

georganiseerd door Die Junge Akademie of the Berlin-Brandenburg Academy of Sciences and Humanities and the National Academy of Sciences

Leopoldina, The Council of Young Scientists of the Russian Academy of Sciences (RAS), The Young Academy of Sweden, RSE Young Academy of Scotland en De Jonge Akademie. Mirjam Leunissen van De Jonge Akademie zat in de jury. De winnende foto, Dying memories: is this what forgetting looks like, werd gemaakt door Rozalyn Simon, student aan de Linköping University in Zweden. Zij fotografeerde hersenweefsel van een Alzheimer patiënt.

Website van Visions and Images of Fascination (met alle foto’s) 6.2 Mundus Internationaal

Op bijeenkomsten van de Global Young Academy en bij andere internationale gelegenheden is gebleken dat er veel interesse is om Expeditie Moendoes ook bij andere Jonge Akademies uit te brengen. In 2013 is gewerkt aan de realisatie van de Engelse vertaling van Expeditie Moendoes om het spel beschikbaar te stellen voor vertalingen en verspreiding in andere landen en talen. Hiervoor zal zowel de middelbare als lagere schoolversie worden vertaald. De Jonge Akademie en De Praktijk bezitten hierbij gezamenlijk auteursrecht. Er is een richtlijn ontwikkeld voor vertaling en uitbreiding van het spel en er zal met standaardcontracten voor een licentie worden gewerkt. In 2014 verwachten we Expedition Mundus te realiseren.

6.3 Bijwonen internationale bijeenkomsten

Oprichting van De Jonge Akademie van Vlaanderen en inauguratie nieuwe leden De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en de Jonge Academie heeft De Jonge Akademie uitgenodigd om bij de inauguratie van de Jonge Academie en haar leden te zijn. Dit was op vrijdag 29 maart 2013. Hier zijn Bé Breij, Bettina Speckmann en Iris

(21)

Koopmans naar toe geweest, Voor de inauguratie waren wij uitgenodigd bij de ledenvergadering om ervaringen uit te wisselen en ook zijn we aangeschoven bij het diner.

Bijeenkomst van de Global Young Academy in Halle (Duitsland)

De bijeenkomst van de Global Young Academy was dit ditmaal van 15 tot 18 Mei in Halle (Saale) in Duitsland. Hier zijn Bettina Speckmann en Arianna Betti naar toe geweest. De Global Young Academy heeft als doelstelling het versterken van en mobiliseren van jonge wetenschappers wereldwijd om zich bezig te houden met zaken die van belang zijn voor hun carrière als

wetenschappers. We willen bevorderen dat een aantal leden van het tracé internationalisering in de Global Young Academy zitten. Andere DJA leden in de Global Young Academy in 2013 zijn: Tjerk Oosterkamp, Hans Hilgenkamp (alumnus), Mihai Netea (alumnus) en Wilfred van der Wiel (alumnus).

Ledenweekend in Stirling (Schotland)

In 2011 is de jonge akademie van Schotland opgericht, the RSE Young Academy of Scotland. Om inzichten en nieuwe ideeën te verzamelen heeft het bestuur op 29 augustus 2013 leden van andere Europese jonge akademies uitgenodigd om korte presentaties te geven van hun akademie en activiteiten. Lotte Jensen en Iris Koopmans zijn afgereisd naar de Universiteit van Stirling als vertegenwoordigers van De Jonge Akademie voor het geven van een presentatie en het

brainstormen over (internationale) activiteiten. Naast De Jonge Akademie waren er ook

vertegenwoordigers van Die Junge Akademie uit Duitsland (opgericht in 2005), de Zweedse Jonge Akademie (opgericht in 2011) en de Global Young Academy (opgericht in 2010).

Toch was het meest opvallende de vele overeenkomsten tussen De Jonge Akademies onderling. Interdisciplinariteit, wetenschapsbeleid, valorisatie, en loopbaanbeleid voor wetenschappers zijn belangrijke onderwerpen bij alle Jonge Akademies. Ook heeft elke Jonge Akademie werkgroepen die projecten ontwikkelen om de aandacht van een breder publiek te trekken, zoals het Peer Review spel en de presentatie van oude teksten in publieke ruimtes (beide projecten van Die Junge Akademie in Duitsland).

World Economic Forum in Dalian (China)

Twee leden van De Jonge Akademie, David Lentink en Gijs Wuite, hebben het Word Economic Forum (WEF) bijgewoond in Dalian (China) van 11 tot 13 september. Zij zijn uitgenodigd voor de ‘Annual Meeting of the New Champions’, met als onderwerp “Meeting the Innovation Imperative”: Unleashing Innovation, Transforming Industry Ecosystems, Connecting Markets, Building Societal Resilience. Elk jaar worden naast mensen uit het bedrijfsleven en politieke leiders, veertig zeer talentvolle jonge wetenschappers voor het WEF in China uitgenodigd. Dit om innovatie en wetenschappelijke inzichten bij elkaar te brengen om oplossingen te vinden voor de huidige wereldwijde uitdagingen.

Bijeenkomst rondom Europees Wetenschapsbeleid in Brussel

Op 4 en 5 oktober is er een bijeenkomst geweest bij de Koninklijke Academy in Brussel. Hiervoor zijn leden van Europese Jonge Akademies uitgenodigd. Roberta d’Alessandro, Antoine Buyse, Bettina Speckmann en Monica Claes zijn hier naar toe geweest. Het onderwerp is Europa. Het onderwerp in een notendop: The basic idea is the following: Young Academies have been founded in many European countries in recent years. At the same time, the crisis has opened a number of fault lines in the European project and triggered new questions about the future of the European project. As members of the European Young Academies we have more than a scientific interest in Europe’s future and shaping the academic debate: so let’s bring together scholars from the various European Young Academies with a broad and interdisciplinary interest in European questions to discuss the crisis and think about Europe’s future. Ideally, the participants will come from many disciplines – political science, economics, law, history, sociology, and others – so that the debate can blend both disciplinary and national perspectives.

(22)

7 COMMISSIES VAN DE JONGE AKADEMIE

Er zijn twee permanente commissies actief binnen DJA: de DJA Beurzencommissie en de selectiecommissie. In dit hoofdstuk volgt een kort overzicht van de activiteiten binnen deze drie commissies.

7.1 DJA Beurscommissie

Een belangrijke doelstelling van De Jonge Akademie is om de eigen ontwikkeling van de leden als wetenschappers te stimuleren. Naast de hierboven genoemde en hierna nog te bespreken activiteiten gebruikt De Jonge Akademie ook DJA-projectbeurzen om deze doelstelling te bereiken. De hoofddoelstelling van DJA projectbeurzen is om het voor leden van De Jonge Akademie mogelijk te maken om in onderlinge samenwerking plannen en ideeën uit te werken die passen binnen de doelstellingen van DJA, zoals deze naar voren zijn gebracht in het

missiestatement van DJA (zie inleiding hoofdstuk 2). Plannen van de leden van De Jonge

Akademie waarbij één of meer van de DJA-doelen gerealiseerd worden, kunnen voor financiering in aanmerking komen. Het project of de activiteit hoeft niet voor alle leden van De Jonge

Akademie relevant te zijn (en is daarmee dus anders dan projecten gefinancierd uit algemene middelen van De Jonge Akademie). Het DJA-projectbeurzensysteem bevat ook de mogelijkheid voor individuele leden om een individuele beurs aan te vragen. Deze beurzen hebben tot doel onderzoekers te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar, bijvoorbeeld om een buitenlands symposium te bezoeken of een gastdocentschap in het buitenland te vervullen. De DJA beurscommissie is verantwoordelijk voor het toekennen van een gelimiteerd aantal beurzen (budget 100.000 € per jaar). In 2013 zijn twee rondes gehouden. In mei is € 58.511 aangevraagd en € 44.881 toegekend. In november is € 34.911 aangevraagd en er is € 30.911 toegekend.

In het jaarverslag worden de toegekende projecten binnen het DJA projectbeurzenprogramma over de afgelopen drie jaar beschreven: 2013 (bijlage 6), 2012 (bijlage 7) en 2011 (bijlage 8). Leden DJA-Beurzencommissie:

Bé Breij (voorzitter en bestuursverantwoordelijke), Bettina Speckmann, Marie-José Goumans, Joris Dik en Dolf Weijers.

7.2 Selectiecommissie

De selectiecommissie van De Jonge Akademie bestaat uit vier leden, twee leden afkomstig uit DJA en twee leden afkomstig uit de KNAW (afdelingen natuurkunde en letterkunde). De

selectiecommissie selecteert ieder jaar tien nieuwe leden voor De Jonge Akademie.

In 2013 zijn er in totaal 84 kandidaten voorgedragen, waarvan 50 man en 34 vrouw. Er zijn 20 kandidaten op gesprek geweest (12 vrouwen en 8 mannen). Van de uiteindelijke tien kandidaten zijn er 6 vrouw en 4 man.

Tijdens de eerste selectieronde is een aantal criteria gehanteerd voor de beoordeling, zoals opgenomen in het Selectiereglement DJA:

• Kwaliteit publicaties blijkend uit tijdschriften, impactscore of uitgever • Externe waardering blijkend uit invited lectures

(23)

• Vernieuwendheid en belang van het onderzoek

• Wetenschappelijke zelfstandigheid, ontwikkeling eigen onderzoekslijn

• Verbreding wetenschappelijke ideeën na promotie, niet beperkt tot één onderwerp • Internationale oriëntatie -> weggeweest tijdens of na promotie

• Interdisciplinariteit (bewust)

• Outreach (spin off, bedrijfjes, populariseringactiviteiten) • Bestuursactiviteiten

Op basis van deze criteria hebben de leden van de selectiecommissie eerst zelfstandig een

becijfering toegepast. Tijdens een eerste bespreking zijn de individuele becijferingen van de leden van de selectiecommissie geanalyseerd. De becijfering van de grote middengroep is daarbij uitgebreid besproken en duidelijke afwijkingen tussen de leden van de selectiecommissie zijn nader onder de loep genomen. De cijfers daarvan optellend is men gekomen tot een definitieve rangorde van uit te nodigen kandidaten. Ten aanzien van deze lijst is bekeken of daarbij sprake was van een evenredige verdeling naar bèta/non-bèta en m/v.

Op basis van de schriftelijke ronde zijn twintig kandidaten uitgenodigd voor een gesprek met de selectiecommissie. Gelet op de criteria in de eerste selectieronde, staat de wetenschappelijke kwaliteit van alle kandidaten in deze ronde buiten kijf. In de gespreksronde mag, conform het selectiereglement, dan ook rekening worden gehouden met aspecten die specifiek voor De Jonge Akademie van belang zijn: een aanstekelijke fascinatie en passie voor wetenschappelijk

onderzoek; daarover goed kunnen praten; actief willen zijn voor De Jonge Akademie en daarover interessante ideeën hebben; enthousiasme tonen voor onderwerpen als wetenschapsbeleid, wetenschap en maatschappij en interdisciplinaire samenwerking.

De uiteindelijk gemaakte selectie voor 2014 was gebaseerd op unanimiteit, waarbij speciale aandacht werd gegeven aan criteria als wetenschappelijke kwaliteit, verdeling tussen mannen en vrouwen, of verdeling over de wetenschapsgebieden. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de in 2013 geselecteerde leden van De Jonge Akademie voor 2014.

Leden selectiecommissie kandidaten 2013:

Jeroen Geurts (technisch voorzitter), Erik Kwakkel (DJA), Alexander Brinkman (DJA), Josine Blok (KNAW, afd. letterkunde), Cisca Wijmenga (KNAW, afd. natuurkunde).

(24)

8 FINANCIËLE VERANTWOORDING

De KNAW-bijdrage voor De Jonge Akademie is in 2013 € 267.100. Deze bijdrage is door De Jonge Akademie begroot; de realisatie bedroeg € 146.692. Voor het project Moendoes Primair

Onderwijs is een aparte begroting en verantwoording beschikbaar, vanwege externe financiering via SNS REAAL fonds.

Ten aanzien van de post symposia/workshops is te zien dat kosten lager zijn uitgevallen (19.981 Euro) dan begroot (32.70 Euro). Publicatiekosten zijn in 2013 ook iets lager uitgevallen (17.819 Euro) dan het budget (25.800 Euro). De reiskosten (2.727 Euro) zijn lager uitgevallen mede doordat een nieuw reiskostenformulier is ingevoerd, waardoor een gedeelte van de reiskosten in 2014 zal vallen. Vergoedingen voor bestuursleden voor De Jonge Akademie is voor 2013 en komende jaren een nieuwe post, eerst waren de vergoedingen elders in de KNAW-begroting ondergebracht.

Verder is de meest opvallende afwijking te zien bij de DJA Beurzen en de standaard-beurzen. Hiervoor is in 2012 een bedrag van 175.500 Euro begroot en er is 79.211 Euro gerealiseerd, een verschil van 96.289 Euro. Er hebben in 2012 twee rondes hebben plaatsgevonden. In mei is € 58.511 aangevraagd en € 44.881 toegekend. In november is € 34.911 aangevraagd en er is € 30.911 toegekend, een onderbesteding van 24.208 Euro. Hiernaast zijn er gelden teruggekomen uit voorgaande jaren van projecten die zijn afgerond en waarvan de kosten lager zijn uitgevallen en een enkele DJA Beurs activiteit is niet doorgegaan. Voor de standaardbeurzen is per lidmaatschapsjaar 2000 Euro per lid beschikbaar (1000 Euro vanaf april 2014). Deze gelden worden door een lid van De Jonge Akademie besteed aan wetenschappelijke doeleinden, zoals het organiseren van een congres of symposium, gastbezoek aan een buitenlandse universiteit, et cetera. In 2013 zijn standaardbeurzen van de tien leden uit 2008 vervallen, voor zover deze niet waren

besteed.

Begroting/Realisatie 2013 Begroot Realisatie

Symposia/Workshop (incl. vergaderkosten) € 32.700 € 19.981

Publicatiekosten € 25.800 € 17.819

Overige beheerkosten € 6.300 € 2.135

Representatiekosten € 1.200 € 446

Reis- en verblijfkosten € 10.100 € 2.727

DJA Beurzen en standaardbeurzen € 175.500 € 79.211

Vergoedingen Bestuursleden € 24.500 € 24.375

(25)

Bijlage 1: De Jonge Akademie ledenoverzicht 2013 (leden 2008 -2013)

Naam Roepnaam (Hoofd)vakgebied Univ/Org Faculteit

Aleman

prof. dr. A. André Neurowetenschappen

UMCG

Onderzoekschool Behavioral and Cognitive Neurosciences

Betti,

prof. dr. A. Arianna

Logica, metafysica en hun geschiedenis

VU

Faculteit der Wijsbegeerte Bousema,

dr. T. Teun infectieziekten/epidemiologie RUN

Bras

prof. dr. H.A.J. Hilde Sociologie

WUR

Departement Maatschappijwetenschappen Breij,

dr. B.M.C Bé

(Latijnse) Retorica / Antieke retorica

RU Faculteit der Letteren

Brink,

prof. dr. G. van den Gijs Maag-darm-leverziekten AMC

Brinkman,

prof.dr.ir. A. Alexander Kwantumtransport in materie

UT

MESA+ Instituut voor Nanotechnologie Buyse

dr. A.C. Antoine Rechten van de mens

UL

Studie- en informatiecentrum Mensenrechten, Faculteit REBO Claes,

prof. dr. Monica

Europees en vergelijkend constitutioneel recht

UM

Faculteit der Rechtsgeleerdheid D’Alessandro,

prof.dr. R. Roberta Italiaanse taalkunde

UL

Leiden University Centre for Linguistics Dik

prof. dr. J. Joris

Kunstgeschiedenis, chemie en materiaalkunde

TU Delft

Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalkunde Evers,

prof.dr. A. Andrea Gezondheids- en medische psychologie

UL

Instituut voor Psychologie, Sectie Gezondheids-, Medische en

Neuropsychologie Geraerts,

dr. E. Elke

Klinische cognitie, forensische psychologie

EUR

Instituut voor Psychologie Geurts

prof.dr. J. J.G. Jeroen Klinische neurowetenschappen

VUmc

Afdeling Anatomie & Neurowetenschappen Geurts,

(26)

Gog,

prof. dr. T.A.J.M. van Tamara Onderwijspsychologie

EUR

Faculteit der Sociale Wetenschappen Goumans,

prof. dr. M.J.Th.H. Marie-José Celbiologie/ontwikkelingsbiologie

UL

Leids Universitair Medisch Centrum Graaf,

prof.dr. B. de Beatrice

(Geschiedenis van) veiligheid, terrorisme, intelligence

UL

Centre for Terrorism and Counterterrorism Groot

prof. dr. P.J. Paul Sterrenkunde

RU Afdeling Sterrenkunde Gzella,

prof dr. H. Holger Semitische talen UL

Faculteit der Geesteswetenschappen Hanson,

prof. dr. ir. R. Ronald

Nano-electronica / Quantuminformatie

TU Delft

Kavli Institute of Nancoscience

Haverkorn, dr. M. Marijke sterrenkunde RUN

Heiden,

Prof. dr. G.J. van der Gert-Jan Wijsbegeerte, metafysica en kenleer

RU

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Hoenderop

prof. dr. J.G.J. Joost Moleculaire nierfysiologie

RU Medische faculteit Hoogenraad,

prof.dr. C. Casper Moleculaire neurobiologie

UU

Faculteit Bètawetenschappen

Jensen, dr. L. Lotte nederlandse taal en cultuur RUN

Koenderink

prof. dr. A.F. Femius

Experimentele natuurkunde, optica, nanotechnologie

TOM-instituut AMOLF, Center for Nanophotonics, Kroon

prof.dr. ir. M.C. Maaike

Chemische scheidingen, thermodynamica

TU Eindhoven

Faculteit Scheikundige Technologie en Scheikunde

Kwakkel

dr. E. Erik Codicologie, paleografie

UL

Instituut voor Culturele Disciplines, Opleiding Engels Lentink,

dr.ir. D. David Biologische stromingsleer

WUR Experimentele Zoölogie Letschert,

prof.dr. R. Rianne internationaal recht en victimologie UvT

Leunissen

dr. M. E. Mirjam

Natuurkunde, fysische chemie, materiaalkunde

FOM-instituut AMOLF Supramolecular Interactions Oosterkamp

prof.dr. ir. T.H. Tjerk Natuurkunde

UL

(27)

Paul,

prof.dr. H. Herman historiografie en geschiedfilosofie UL/RUG

Repping,

prof.dr. S. Sjoerd humane voortplantingsbiologie AMC/UvA

Robeyns,

prof. dr. I.A.M. Ingrid Praktische filosofie

EUR

Faculteit der Wijsbegeerte

Sack,

prof.dr. A.T. Alexander Psychologie, neurowetenschappen

UM

Faculty of Psychology & Neuroscience, Department of Cognitive Neuroscience

Schinkel,

prof. dr. W. Willem sociologie EUR

Sluijs,

dr. A. Appy Paleoklimatologie

UU

Faculteit Bètawetenschappen Sommer,

prof.dr. I.E.C. Iris Biologische aspecten van psychose

UMCU

Rudolf Magnus Institute of Neuroscience Speckmann,

prof.dr. B. Bettina Informatica, geometrische algoritmiek

TUE

Faculteit Wiskunde en Informatica Taylor,

prof. dr. M. Marika Theoretische Natuurkunde UvA

Tieleman,

prof.dr. B.I. Irene dierecologie RUG

Tubergen,

prof.dr. F. van Frank Migratie en integratie

UU

Faculteit Sociale Wetenschappen Veelen, van

prof.dr. M. Matthijs Economie, theoretische biologie

UvA

Faculteit Economie en Bedrijfskunde CREED

Verbeek,

prof.dr.ir. P.P.C.C. Peter-Paul Techniekfilosofie

UT Afdeling Wijsbegeerte

Vreese,

prof. dr. C. H. Claes Communicatiewetenschap

UvA

Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen The Amsterdam School of Communication

Research Weijers,

prof. dr. ing. D. Dolf Biochemie

WUR

Laboratorium voor Biochemie Werf,

(28)

Wuite,

prof. dr. ir. G.J.L. Gijs Biofysica

VU

(29)

Bijlage 2: Alumnileden van De Jonge Akademie

Naam Alumnus Universiteit/instelling

Jaar ingang lidmaatschap (vanaf april dat jaar)

Jaap Abbring Universiteit van Tilburg 2005

Reuven Agami Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis 2007

Elske van den Akker-van Marle Leids Universitair Medisch Centrum 2005

Marjolein van Asselt Universiteit van Maastricht, WRR 2005

Hester Bijl Technische Universiteit Delft 2005

Mischa Bonn Max Planck Institute for Polymer Research (Duitsland) 2005

Carlijn Bouten Technische Universiteit Eindhoven 2005

Ronald Cramer Centrum voor Wiskunde en Informatica 2005

David de Cremer Erasmus Universiteit Rotterdam 2006

Eveline Crone Universiteit Leiden 2008

Petra van Dam Vrije Universiteit Amsterdam 2005

Nynke Dekker Technische Universiteit Delft 2006

Sarah Durston Universiteit Utrecht 2008

Elise Dusseldorp TNO 2005

Raymond van Ee Philips Research Laboratories, RUN 2005

Bernet Elzinga Universiteit Leiden 2007

Mirjam Ernestus Radboud Universiteit Nijmegen 2008

Ron Fouchier Erasmus MC 2005

Pascal Fries Ernst Strüngmann Institute (Duitsland ) 2007

René Geurts Wageningen Universiteit & Researchcentrum 2008

Oscar Gelderblom Universiteit Utrecht 2006

Janneke Gerards Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Fokke Gerritsen Vrije Universiteit Amsterdam 2005

Bas ter Haar Romeny Universiteit Leiden 2005

Olivier Hekster Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Janet van Hell Pennsylvania State University (V.S.) 2005

Kristin Henrard Erasmus Universiteit Rotterdam 2005

Amina Helmi Rijksuniversiteit Groningen 2007

Jennifer Herek Universiteit Twente 2005

Jan van Hest Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Hans Hilgenkamp Universiteit Twente 2005

Suzanne Hulscher Universiteit Twente 2005

Catholijn Jonker Technische Universiteit Delft 2005

Bart Knols K&S Consulting 2005

Maarten Kleinhans Universiteit Utrecht 2008

Gijsje Koenderink FOM-instituut AMOLF 2008

Bert-Jaap Koops Universiteit van Tilburg 2005

Kobus Kuipers FOM-instituut AMOLF 2005

Bart Lambrecht Universiteit van Gent 2005

Christoph Lüthy Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Huib Mansvelder Vrije Universiteit Amsterdam 2006

Kofi Makinwa TU Delft 2007

Lodi Nauta Rijksuniversiteit Groningen 2005

Wiro Niessen Erasmus MC / Technische Universiteit Delft 2005

Ariana Need Universiteit Twente 2007

Mihai Netea Universitair Medisch Centrum St. Radboud 2007

Mark Peletier Technische Universiteit Eindhoven 2006

Brenda Penninx Vrije Universiteit Amsterdam 2006

Yigal Pinto Academisch Medisch Centrum 2005

Danielle Posthuma Vrije Universiteit 2005

Joost Reek Universiteit van Amsterdam 2006

Pieter Roelfsema Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen 2005

Jeroen Salman Universiteit Utrecht 2006

Niels Schiller Universiteit Leiden 2005

(30)

Asghar Seyed Gohrab Universiteit Leiden 2007

Carla Sieburgh Radboud Universiteit Nijmegen 2005

Elies van Sliedregt Vrije Universiteit 2008

Jetse Stoorvogel Wageningen Universiteit & Researchcentrum 2005

Stefan Stremersch Erasmus Universiteit Rotterdam 2006

Marc Strous Max Planck Institute for Marine Microbiology 2007

Miranda van Turennout Wetenschappelijk onderzoekster Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie 2005

Lieven Vandersypen Technische Universiteit Delft 2008

Simon Verhulst Rijksuniversiteit Groningen 2005

Beate Völker Universiteit Utrecht 2005

Juliëtte Walma van der Molen Universiteit Twente 2005

Bert Weckhuysen Universiteit Utrecht 2005

Wim van Westrenen Vrije Universiteit 2008

Wilfred van der Wiel Universiteit Twente 2007

Gijsje Koenderink FOM-instituut AMOLF 2008

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de algemene waardetrend op de markt, het in de waardering manifest worden van de opgelegde verhuurdersheffing en de toepassing van de inkomensafhankelijke huurverhoging. Ondanks

Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Meerschap Paterswolde is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het

Deze nieuwe instroom (beschut werkers) die geen contract heeft met Alescon, maar wel werkzaam blijft op de afdelingen van Alescon, zijn in 2013 gecategoriseerd onder de

Ten laste van de bestemmingsreserve is in 2013 een bedrag van € 91.480 gebracht ten behoeve van diverse projecten uit het Klimaatprogramma (Uitvoeringsregeling subsidie

• In de aanbiedingsbrief bij de rekening 2013 wordt door het DB van de MARN voorgesteld, los van de jaarrekening, ook over te gaan tot uitkering van de algemene reserve van €

De belangrijkste conclusie over onze dienstverlening in 2013 in uw gemeente is dat wij een goed jaar qua samenwerking met de gemeente en ketenpartners en dienstverlening naar

De Rekenkamercommissie voor de gemeente Brummen en de Rekenkamercommissie voor de gemeente Voorst (verder de Rekenkamercommissie) bestaan uit twee externe leden en een