• No results found

Motus: De ontwikkeling van een revalidatie-instrument

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Motus: De ontwikkeling van een revalidatie-instrument"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Motus

De ontwikkeling van een revalidatie-instrument.

Laura van de Pieterman 5000666378

Joost Veeken 500600681

Ruben Verduin 500615094

Betreft: Beroepsproduct

Klas: P8J

Inleverdatum: 3 juni 2016

Aantal woorden : 6684

Opdrachtgever : Mark Verhart

Coach : Robbert Kruijne

(2)

Dankwoord

Zes maanden geleden zijn we gestart met het ‘Makey Makey’ project. Gedurende de zes maanden die volgden hebben we veel geleerd op het gebied van productontwikkeling, samenwerking tussen

verschillende disciplines en het doen van praktijkonderzoek. Met het schrijven van dit dankwoord leggen wij de laatste hand aan ons beroepsproduct. Wij willen graag stil staan bij de mensen die ons de

afgelopen periode hebben gesteund en geholpen.

Graag zouden wij alle mensen willen bedanken die dit project mogelijk hebben gemaakt. Ten eerste onze coach Robbert Kruijne, die altijd klaar stond met goede feedback, grapjes en afleidende gesprekken. Dit heeft bijgedragen aan dat wij altijd weer de energie vonden om verder te gaan.

Verder willen wij Mark Verhart bedanken om zijn opbouwende kritiek en feedback over de producten die wij aanleverden, de therapeuten welke mee dachten over onze keuzes en inhoudelijk feedback hebben gegeven over het inzetten en vormgeven van de verschillende uitgewerkte concepten.

En tot slot Marloes Lekx, de IPO-student voor de samenwerking in het proces van het ontwikkelen van het prototype.

Ruben Verduin, Laura van de Pieterman en Joost Veeken Amsterdam, 3 juni 2016

(3)

Samenvatting

Vraagstelling

Vanuit de minor zorgtechnologie in Rotterdam heeft er een ontwikkelingstraject plaatsgevonden bij Laurens waarbij er gebruikt werd gemaakt van een Makey Makey. De aanleiding van het huidige project is de wens vanuit Laurens om het Makey Makey project door te ontwikkelen tot een volwaardig

revalidatie instrument.

Werkwijze

Gedurende het project is gebruik gemaakt van het Analyze Design Develop Implement Evalutate-model (ADDIE-model). De studenten Ergotherapie benaderen het project vanuit een bottom-up benadering en benaderde het project zodoende vanuit de therapeuten van Laurens. De student Industrieel Product Ontwerp benaderd het project vanuit de top-down benadering en benaderd het project zodoende vanuit het instrument dat ontwikkeld wordt gedurende dit project. Tijdens het huidige project zijn door de studenten Ergotherapie literatuurstudies geschreven ter onderbouwing van keuzes binnen het ontwikkelen van het instrument. Tevens heeft er een praktijkonderzoek plaatsgevonden waarbij er onderzocht is welke behoeften en eisen de gebruikers van het instrument hebben. Gedurende het project hebben verschillend brainstormsessies en feedbacksessies plaatsgevonden welke verwerkt zijn in het uiteindelijk instrument.

Resultaten

De resultaten komen voort uit het literatuur en praktijkonderzoek. De uitkomsten van de

literatuuronderzoek zijn gebruik voor het vormgeven ontwikkelen en implementeren van het prototype. Zo kan er gedacht worden aan, aanpasbare trainingsprogramma's welke specifiek gemaakt zijn voor cliënten om effectiviteit van de therapie te kunnen garanderen. De Motus is aanpasbaar aan het niveau en beleveniswereld van de cliënt door de verschillende programma’s en inlegbare platen.

Conclusie

De van te voren gemaakte doelstelling is niet gehaald. Zo is er geen functionerend instrument ontwikkeld welke klaar is voor gebruik door therapeuten. Dit komt omdat nog niet alle platen

gebruiksklaar zijn en de Motus zelf nog te vaak last heeft van storingen waardoor het instrument nog niet betrouwbaar genoeg is voor een functionele inzet.

(4)

Inhoudsopgave

Dankwoord ... 1 Samenvatting ... 2 Inleiding ... 4 Aanleiding en probleemomschrijving: ... 4 Relevantie opdrachtgever ... 6

Visie op betekenis voor het beroep en maatschappelijke relevantie ... 7

Betrokken projectmedewerkers ... 7

Procesmodel ... 8

Benaderingswijzen ... 8

Verantwoording van de dataverzameling en praktijkonderzoek ... 9

Ethisch verantwoording ... 11

Analyse en uitkomsten praktijkonderzoek en oplevering product ... 11

Resultaten ... 13

Uitwerking Concepten ... 16

Concept 1: Motus ... 16

Concept 2: Motus XXL ... 18

Concept 3: Electro pen ... 20

Discussie ... 23 Conclusie ... 25 Aanbevelingen ... 26 Geraadpleegde bronnen ... 27 Bijlage 1: ... 28 Uitkomsten literatuurstudies ... 28

Bijlage 2: Niet gekozen concepten ... 32

(5)

Inleiding

Aanleiding en probleemomschrijving:

Vanuit de minor zorgtechnologie in Rotterdam heeft er een ontwikkelingstraject plaatsgevonden bij Laurens waarbij er gebruikt werd gemaakt van een Makey Makey. De aanleiding van het huidige project is de wens vanuit Laurens om het Makey Makey project door te ontwikkelen tot een volwaardig

revalidatie instrument.

Bij de afronding van het project voor de minor zorgtechnologie gaf de opdrachtgever aan graag door te willen met het verder ontwikkelen van het product. De opdrachtgever zet het project voort omdat hij mogelijkheden ziet bij verschillende doelgroepen van de zorgaanbieder Laurens. Hierbij is de

opdrachtgever een voorstander van projecten die motivatie creëren binnen de organisatie om innovaties mogelijk te maken. Hetzij door zelf te ontwikkelen of door bewezen technologieën toe te passen. Om dit product verder te ontwikkelen is het aangedragen als afstudeeropdracht bij de opleiding ergotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam en industrieel product ontwerp (IPO) aan de Hogeschool Rotterdam.

Werkingsprincipe

De Makey Makey is een op een Arduino gebaseerde printplaat waar verschillende stroomgeleidende objecten aangesloten kunnen worden.

“Makey Makey is an invention kit for the 21st century. Turn everyday objects into touchpads and combine them with the internet. It's a simple Invention Kit for Beginners and Experts doing art, engineering, and everything

inbetween” (Makey Makey, 2016)

De werkwijze van de Makey Makey wordt weergegeven in de afbeelding naast deze tekst.

Werkwijze Motus

De Motus is gebasseerd op de werking van de Makey Makey. De Motus maakt gebruik van een Arduino, een Arduino is computerplatform welke programmeerbaar is en waarop verschillende onderdelen aansluitbaar zijn.

Figuur 1 Werkingswijze Makey Makey Afbeelding 1 Werkingswijze Makey Makey

(6)

De Motus bestaat uit een basismodule waar inlegplaten in kunnen worden geplaatst. De

inlegplaten die gedurende het project zijn ontwikkeld bevatten

verschillende afbeeldingen die stroom kunnen geleiden. Door de inlegplaten in de basismodule te plaatsen vormt de Arduino met de inlegplaten een stroomcircuit. Doordat het menselijk lichaam stroom geleid is het mogelijk aanraking van de inlegplaten te registreren.

Door gebruik te maken van de verschillende inlegplaten die gedurende het project ontwikkeld zijn voor de Motus is het mogelijk om arm-/handfunctie te oefenen voor cliënten die problemen ondervinden in de arm-/handfunctie naar aanleiding van een Cerebro Vasculair Accident (CVA). De keuze van de doelgroep is gericht op deze

cliënten groep omdat deze groep het grootste gedeelte uit maakt van de cliënten die therapie ontvangen bij Laurens. De verschillende handelingen die worden geoefend door middel van het gebruik van de Motus richten zich op het (weer) zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren van dagelijkse handelingen. De verschillende

(7)

verschillende oefenprogramma’s biedt door gebruik te maken van verschillende inlegbare platen en instellingen.

Tijdens het ontwerpen van de Motus is er rekening gehouden met het programma van eisen van de therapeut en de cliënt. De Motus is ontwikkeld om snel en gemakkelijk te kunnen worden ingezet en kan worden aangepast aan het doel van de therapiesessie en het niveau van de cliënt. Doordat de Motus als huiswerkoefening kan worden meegegeven verwachten wij dat wordt de effectiviteit van de

behandeling vergroot. Wij verwachten dat door de mogelijkheden die de Motus biedt het gebruik van technologie tijdens therapiesessies zal toenemen doordat therapeuten zullen inzien wat techniek hen kan bieden.

Therapie

De Motus kan worden ingezet tijdens individuele therapie en groepstherapie. Doordat de Motus aanpasbaar is aan het niveau van de cliënt kan de Motus daardoor bij iedere cliënt worden ingezet. De Motus dient bij het eerste gebruik te worden geïntroduceerd, het doel van de therapiesessie dient te worden verteld en samen met de cliënt dient de ruimte te worden ingericht. De plaat die op de Motus wordt geplaatst dient aan te sluiten bij het niveau van de cliënt en het doel van de therapiesessie. Tijdens groepstherapie kunnen cliënten het gebruik van de Motus afwisselen met andere

therapieoefeningen.

Naamgeving van prototype

Er is gekozen om het instrument welke wij gedurende het project ontwikkelde Motus te noemen. Motus betekent bewegen in het Latijns. Het doel van ons instrument is om beweging van de cliënt uit te lokken. Zodoende is gekozen voor de naam Motus omdat deze passend is bij het doel van instrument.

Relevantie opdrachtgever

Dit project draagt bij aan de innovatie binnen Laurens, het zorgt voor een verhoging van effectiviteit met betrekking tot de therapie die wordt aangeboden. Door het innovatieve karakter van het project kan het therapeuten en zorgaanbieders inzichten bieden in mogelijke ontwikkelingen binnen het aanbieden van therapieën.

De doelstelling van het huidige project is in overleg met de samenwerkende partijen als volgt geformuleerd:

(8)

‘’Het ontwikkelen van een paramedisch instrument welke gebruikt kan worden door

ergo- en fysiotherapeuten die aansluit op de behoeften en mogelijkheden van cliënten. Dit paramedisch instrument moet ook gebruikt kunnen worden zonder aanwezigheid van de therapeut.’’

Om het ontwerpen van het paramedisch instrument te kunnen onderbouwen zijn door de drie

groepsleden literatuurstudies geschreven. De hoofdvraag die ten grondslag ligt aan de literatuurstudies is als volgt geformuleerd:

‘’Hoe kan het gebruik van een nieuw revalidatie-instrument therapeuten ondersteunen in het aanbieden van cliëntgerichte therapie in vergelijking met een standaard ergotherapie behandeling en welke voorwaarden en barrières om te implementeren zijn aanwezig?’’

Visie op betekenis voor het beroep en maatschappelijke relevantie

De zorg in Nederland wordt steeds duurder (Zorgverzekeringsvergelijken, 2016). Hierdoor is het van belang om steeds efficiënter te werken. Cliëntgericht werken is belangrijk in de ergotherapie. Door het ontwikkelen van een technisch instrument welke aansluit bij de wensen van de cliënt kan de intrinsieke motivatie verhoogd worden en wordt er tijdens en na de therapiesessies meer en met meer motivatie geoefend. Dit zorgt voor een verhoogde doeltreffendheid van de therapie, wat de revalidatieperiode verkort. Dit brengt ook een vermindering van kosten met zich mee.

Betrokken projectmedewerkers

Marloes Lekx - Afstuderend Industrieel Product Ontwerpen Laura van de Pieterman - Afstuderend student Ergotherapie Joost Veeken - Afstuderend student Ergotherapie

Ruben Verduin - Afstuderend student Ergotherapie Mark Verhart - Opdrachtgever

(9)

Gevolgde werkwijze

Binnen het beroepsproduct is methodisch gewerkt volgens onderstaand Analyze Design Develop Implement Evalutate-model (ADDIE-model) om een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag van ons project, door middel van een praktijkonderzoek en de onderbouwing vanuit ons literatuuronderzoek om aan het einde van het project drie uitgewerkte concepten te kunnen presenteren. Eén concept is uitgewerkt tot een werkend prototype.

Procesmodel

Binnen het project is gebruik gemaakt van een

ontwerpmodel/procesmodel namelijk ADDIE-model. Dit model is een cyclisch proces waarbij continue de

ondernomen stappen van de productontwikkeling

geëvalueerd worden. (Morrison, G., R., 2010)

De keuze van dit model is het gevolg van twee verschillende benaderingen binnen het project. De bottom-up benadering van de studie ergotherapie en de top-down benadering vanuit de studie industrieel product ontwerp. Om deze twee zienswijzen te combineren zijn wij meermaals in gesprek gegaan met onze samenwerkingspartner.

Benaderingswijzen

Bottom-up vanuit ergotherapie

Vanuit de ergotherapeutische visie wordt er volgens een bottom-up benadering gewerkt. Deze benadering komt voort uit de behoefte om een oplossing te vinden welke past bij de cliënt (micro-niveau). Dit houdt in dat er gezocht wordt naar de voorwaarden die nodig zijn om tot handelen te komen. Tijdens dit project wordt onderzocht wat de voorwaarden/eisen zijn die nodig zijn voor een bruikbaar en functioneel prototype. Uit dit onderzoek is een lijst ontstaan met de voorwaarden waar het prototype aan moet voldoen (meso-niveau) wil de cliënt en of de therapeut het uiteindelijke instrument gaan gebruiken.

(10)

Top-down vanuit industrieel product ontwerp

Vanuit de studie industrieel product ontwerp wordt er volgens een top-down benadering gewerkt. Tijdens het huidige project houdt dit in dat in tegenstelling tot de bottom-up benadering niet vanuit de cliënt wordt gewerkt maar vanuit de eisen die worden gesteld aan het product. Vanuit de top-down benadering wordt er eerst gestart met het schetsen van concepten waarna het product steeds verder wordt uitgewerkt.

Combinatie twee benaderingen

Om voor onszelf en voor de therapeuten waarmee wij samenwerkte het programma van eisen compleet te maken hebben we verschillende brainstormsessies gehouden. Door de brainstormsessies zijn de eisen aan het product concreet gemaakt door gerichte vragen te stellen. De eisen die aan het product worden gesteld vanuit de therapeuten zijn verkregen vanuit de bottom-up benadering, deze eisen werden gebruikt om via een top-down benadering te verwerken in het product.

Scrum model

De bijeenkomsten van de projectgroep zijn vorm gegeven aan de hand van de Scrum methode. Dit houdt in dat één keer per week een projectlid de taak op zich nam om een opsomming te geven van de

uitgevoerde taken van de afgelopen week en de doelen voor de komende week. Dit zorgde ervoor dat het proces continue in de juiste richting gestuurd werd (Agile Academy, 2016).

Verantwoording van de dataverzameling en praktijkonderzoek

Om de data te verzamelen die nodig is om een adequaat product te ontwikkelen zijn er gesprekken gevoerd met ergotherapeuten, fysiotherapeuten, de opdrachtgever en cliënten. Er zijn verschillende brainstormsessies geweest waarbij de verschillende therapeuten in één ruimte zaten.

Het proces van de dataverzameling is vormgegeven volgens onderstaande tijdsbalk

(11)

Makey Makey Kickoff

De eerste brainstormsessie was met zowel ergotherapeuten als fysiotherapeuten en heeft als kick-off van dit project gediend. Hieruit is gebleken dat er veel interesse was in het gebruik van de Makey Makey tijdens therapiesessie binnen Laurens. Ook was er veel enthousiasme om de Makey Makey in een eenvoudige en handzame vorm in te zetten. Hier is het idee van de Motus uit voortgekomen.

Brainstormsessies met samenwerkingspartner, coach en opdrachtgever

In de gesprekken met de IPO-student, de coach en de opdrachtgever is de Motus besproken en steeds verder ontwikkeld. Een aantal voorbeelden van de ontwikkelingen: Er is een eisenplan opgesteld, er zijn ideeën opgedaan voor nieuwe platen welke ingezet konden worden en het omzetten van de

werkingswijze van de Makey Makey tot therapie.

Het programma van eisen is vervolgens besproken met de therapeuten, de opdrachtgever en de IPO-student. Door continu te overleggen met alle betrokkenen konden er eisen aan de Motus toegevoegd, aangepast of weggehaald worden. De inzichten en behoeften van de therapeuten zijn vervolgens overzichtelijk in een programma van eisen omgezet. In onderstaande tabel is het programma van eisen zichtbaar, de eisen die opgesteld zijn hebben betrekking op het product en over de inzetbaarheid van het product.

Plug ‘nd play Stevig

Snel aan te passen aan doelen cliënt Duidelijk qua doel en mogelijkheden voor de therapeut

Verschillende niveaus/aandoeningen Veilig In te zetten bij: Cognitieproblemen en/of

arm-/handtherapie

Draagbaar/Mobiel/Handzaam

Spelelement, element wat ervoor zorgt dat het inzetten van een apparaat een meerwaarde bied

Weinig instructie nodig om cliënt gebruik te laten maken van instrument (Werkwijze voor apparaat moet voor zichzelf spreken)

Therapeuten moeten eigen programma’s kunnen samenstellen

(12)

Vanuit het programma van eisen is een ontwerp gemaakt voor het prototype. Dit

ontwerp is meermaals besproken met therapeuten, de coach en de opdrachtgever. Na de verschillende ronden van feedback is er een prototype gemaakt welke daarna in de praktijk is getest.

Ethisch verantwoording

Binnen het project zijn de behoeftes en de belangen van de cliënt altijd meegenomen in de afwegingen en ontwerpen die gemaakt zijn. Verder is voorafgaand aan het praktijkonderzoek altijd toestemming gevraagd en bij beeldopnames is dit ook duidelijk nog eens aan de cliënt gevraagd.

Analyse en uitkomsten praktijkonderzoek en oplevering product

Voordat de Motus volledig geaccepteerd en ingezet kan worden tijdens de therapie dient het product aan te sluiten bij de wensen en doelen van de gebruikers. Om aan te sluiten bij deze wensen en doelen hebben wij samen met de gebruikers het prototype van de Motus meerdere malen getest. De gekregen feedback vanuit deze verschillende testsessies kunt u zien in tabel 2. Voor de uiteindelijke oplevering van het prototype dienen onderstaande feedbackpunten te worden aangepast.

Feedback vanuit therapeut op implementatie van de Motus

Feedback vanuit cliënt op implementatie van de Motus

Feedback op systeem

 Verstelbaar

systeem/Dunnere basisplaat  Meer ruimte tussen de

verschillende lijnen in oefening

 Gelijke kleuren tussen plaat en ledjes

 Weinig tijd om zelf platen te maken

 Apparaat moet minder dik en hoog zijn

 Diversiteit in platen  Gelijke druk

 Schrijfoefening onhandig voor cliënt  Nagels geleiden geen

stroom

 Lampjes slaan soms over

 Instrument schuift

(13)

De verwisselbare platen die in de Motus worden geplaatst dienen aangepast te worden voordat de Motus geaccepteerd en ingezet kan worden.

De houten plaat die zichtbaar is (zie afbeelding 1), is momenteel twee centimeter dik. Voor de cliënt waarmee wij als eerste het prototype testte was de hoogte van het prototype een probleem. Zodoende is besloten om de

basismodule een centimeter dunner te maken. Daarnaast is zoals op afbeelding 2 te zien is, zijn de vier kleuren op de oefenplaat nog niet gelijk met de LED-lampjes bovenaan de plaat. Tijdens het testen schoof de gehele Motus. Het schuiven van de Motus is een gevolg van de beperkingen die cliënten ondervinden in hun arm. Door het plaatsen van nopjes onder de Motus is het schuiven reeds verholpen. Tot slot werden er door een softwarefout af en toe lampjes overgeslagen en reageren de platen nog niet constant op een lichte druk van de vingers. Dit is momenteel nog niet opgelost.

Naast de plaat die op afbeelding 2 zichtbaar is, is het maken van platen door de therapeut ook mogelijk. In eerste instantie werd gedacht dat dit een hoop tijd ging kosten. Door het gebruik van een pen met geleidende inkt is het mogelijk om op een snelle manier platen te maken in samenwerking met de cliënt. Hierdoor is het mogelijk een plaat te maken voor elke cliënt. Op deze manier is de therapie op de

cliënt afgestemd en is de cliënt betrokken bij het vormgeven van de eigen therapie.

Afbeelding 4 Basismodule Motus

(14)

Resultaten

Koppeling resultaten literatuurstudie en praktijkonderzoek

Voor het uitwerken van de twee concepten zijn naast de uitkomsten van het literatuuronderzoek, ook de uitkomsten van het praktijkonderzoek gebruikt. Hierdoor zijn de bedachte concepten onderbouwd en sluiten ze aan bij de voorkeuren van de therapeuten.

Gebruik literatuurstudie in concepten

In tabel 3 staan de uitkomsten van verschillende literatuurstudies weergegeven en hoe deze uitkomsten geïmplementeerd zijn in de concepten en het prototype. De volledige uitwerking van de hoofd- en deelvragen vanuit de literatuurstudies kunt u lezen in bijlage 1.

Er zijn uit de literatuurstudie een aantal uitkomsten gekomen. Deze uitkomsten staan links in onderstaande tabel beschreven en de verwerking van de uitkomsten in het prototype staan rechts.

Uitkomsten literatuurstudies:

Het is noodzakelijk dat trainingsprogramma’s specifiek en aanpasbaar zijn aan de deelnemers om de effectiviteit van de therapie te kunnen garanderen. (Brown et al., 2015)

Verwerking van uitkomst in prototype:

De Motus is aanpasbaar aan het niveau en belevingswereld van de cliënt doordat de Motus verschillende oefenprogramma’s biedt door gebruik te maken van verschillende inlegbare platen en instellingen.

Allereerst is gebleken dat therapeuten kunnen fungeren als auteurs van de inhoud van therapiesessies. (Tetteroo et al., 2014)

De Motus biedt de mogelijkheid aan therapeuten om zelfstandig platen te

ontwikkelen die aansluiten bij het doel van de therapie.

Uit onderzoeken is gebleken dat deelnemers aanzienlijk gemotiveerd zijn om (thuis) zelfstandig oefeningen uit te voeren als deze onderdeel zijn van een intensief programma

De Motus biedt de mogelijkheid voor cliënten om naast de therapiesessie met de therapeut zelfstandig therapieoefeningen uit te voeren.

(15)

Het is noodzakelijk dat de inhoud van de therapiesessies zich richt op het uitvoeren van dagelijkse handelingen. (Chen et al., 2015)

De verschillende handelingen die worden geoefend door middel van het gebruik van de Motus richten zich op het (weer) zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren van dagelijkse handelingen.

De technologie die ingezet wordt tijdens de behandeling moet makkelijk en flexibel in gebruik zijn, nuttig, de doeltreffendheid verhogen en de tijd van de behandeling verlagen (Glegg et al., 2013).

Tijdens het ontwerpen van de Motus is er rekening gehouden met het programma van eisen van de therapeut en de cliënt. De Motus is ontwikkeld om snel en gemakkelijk te kunnen worden ingezet en kan worden aangepast aan het doel van de therapiesessie en het niveau van de cliënt. Doordat de Motus als

huiswerkoefening kan worden meegegeven verwachten wij dat wordt de effectiviteit van de behandeling vergroot.

Als er voldoende cliënten zijn die geïnteresseerd zijn in technologie en de cliënten accepteren het gebruik van de

technologie zal dit leiden tot een toename van het gebruik van technologie tijdens de

behandeling (Chen & Bode, 2011).

Wij verwachten dat door de mogelijkheden die de Motus biedt het gebruik van technologie tijdens therapiesessies zal toenemen doordat therapeuten zullen inzien wat techniek hen kan bieden.

Tabel 3 Overwegingen vanuit de literatuurstudie en toepassing met betrekking tot het prototype.

Er zijn uit de literatuurstudie een aantal uitkomsten gekomen met betrekking tot de implementatie van nieuwe technologie. De overwegingen en barrières zijn gecombineerd vanuit verschillende

literatuurstudies (tabel 4) Aan de linkerkant van de tabel staan de uitkomsten vanuit de literatuurstudies, aan de rechterkant de invloed die dit heeft gehad op het implementatietraject (tabel 5).

Tabel 4 Toepassing met betrekking tot implementatietraject

Overwegingen:

Acceptatievoorwaarden:

● Verwachting goed resultaat ● Gebruikersgemak

Barrières:

● Kost tijd om nieuwe techniek te implementeren

(16)

● Positieve ervaring/mening van professionals in nabije omgeving. ● Ondersteuning en facilitering vanuit

organisatie

● Ervaring met techniek

● Verbeteren van vaardigheden voor de vergroting van zelfvertrouwen

● Gebruik van de techniek moet aansluiten bij wensen en behoeftes cliënt

● Therapeut maakt zelf de keuze om de technologie te gebruiken

● Niet de juiste doelgroep of ziektebeeld aanwezig bij patiënten voor de techniek ● Technologie is nog niet klaar voor

gebruik

● Geen omstandigheden binnen instelling tot gebruik van nieuwe technologieën

Om therapeuten te motiveren technologie te gebruiken tijdens een behandeling is een positief milieu en support van het management of andere belangrijke personen in de

organisatie van belang (Liu et al., 2014; Wu et al., 2008)

Door het continu betrekken van therapeuten, cliënten en het management vanuit Laurens tijdens ontwikkelen van de Motus wordt een positief milieu en support gecreëerd waardoor therapeuten gemotiveerd zijn om technologie in te zetten tijdens behandeling omdat het gebruik hiervan gesteund wordt.

Het gebruik van technologie zal toenemen als er energie wordt gestoken in het verbeteren van de vaardigheden en het op deze manier vergroten van het zelfvertrouwen van de therapeuten die de technologie in de behandeling inzetten (Phichitchaisopa & Naenna, 2013)

Doordat de therapeuten van Laurens deel namen aan het ontwikkel proces van de Motus hebben de therapeuten zich bekend gemaakt met de technologie en hebben zich

vaardigheden eigen gemaakt om de Motus te gebruiken. Hierdoor is het zelfvertrouwen in het gebruik van technologie is toegenomen.

(17)

Uitwerking Concepten

Naar aanleiding van het praktijkonderzoek zijn er een aantal concepten ontwikkeld. Deze concepten worden hieronder beschreven.

Concept 1: Motus

In samenwerking met de IPO-student is het prototype van de Motus ontwikkeld.

Inleiding

De Motus is gebaseerd op het principe van de Makey Makey na verschillende ontwerpen gemaakt te hebben is er gekozen om een ontwerp te gebruiken welke een sterke nadruk heeft op het handzaam (draagbaar) in te zetten.

Uitwerking

Tijdens het ontwikkelen van het eerste concept (Motus) is bewust gekozen voor een handzame (draagbare) uitwerking zodat deze gemakkelijk is in te zetten tijdens verschillende therapiesessies. Waarbij wel de flexibiliteit behouden blijft. Dit wordt bereikt door het wisselen van inlegplaten (afbeelding 3 en 4). Deze platen kunnen samen gemaakt worden met de cliënt zodat deze meer betrokken is binnen de therapie.

Vormgeving

Het instrument heeft de vorm van een tablet waarin een zelf te kiezen inlegpaat ligt. De vormgeving is ontstaan door meermaals feedback te geven op het ontwerp van de IPO-student. Zodat de ergonomie vergroot wordt, de bruikbaarheid en de aangeboden oefeningen aansluiten bij de behoeftes van de cliënten en therapeuten.

(18)

Doelgroep

De doelgroep van de Motus is de groep cliënten die de gevolgen ondervinden van een Cerebro Vasculair Accident (CVA). Dit concept is tevens geschikt om in te zetten bij andere doelgroepen doordat het op verschillende wijzen kan worden ingezet. Hierbij is het instrument is aan te passen aan het niveau van de cliënt door het inleggen van een andere oefeningen/plaat of het zelf maken van een plaat door middel van een stift of geleidend materiaal. Over het zelf maken van een inlegplaat door middel van het gebruik van een stift met geleidend materiaal kunt u meer lezen in concept 3.

Eisen

Er zijn verschillende eisen die worden gesteld aan het concept, deze eisen zijn naar voren gekomen tijdens verschillende bijeenkomsten met verschillende therapeuten die werkzaam zijn bij Laurens. De verschillende eisen zijn:

● Snel aan te passen/Snel in te zetten

● In te zetten bij verschillende aandoeningen en niveaus qua aandoening

● Hoofdzakelijk in te zetten bij arm-/handtherapie, maar er zijn ook mogelijkheden om cognitieve trainingen te bieden

● Spelelement, element wat ervoor zorgt dat het inzetten van een apparaat een meerwaarde biedt ● Stevig/Veilig

● Plug ‘nd play

● Duidelijk qua doel/mogelijkheden

● Weinig instructie nodig om cliënt gebruik te laten maken van instrument (Werkwijze voor apparaat moet voor zichzelf spreken)

● Therapeuten moeten eigen programma’s kunnen samenstellen

Mogelijkheid tot inzetten

Tijdens het ontwikkelingstraject zijn een aantal voorbeelden bedacht die aangeboden kunnen worden aan therapeuten. Deze lijst is niet compleet en dankzij de zelf te maken platen kan deze lijst uitgebreid worden.

(19)

Gebruik materialen

Momenteel wordt hout gebruikt voor de vormgeving. Voor het definitieve productiemodel is nog onduidelijk welk materiaal gebruikt wordt. Waarschijnlijk wordt er een plastic gebruikt welke tegen reinigingsmiddelen kan en stevig genoeg is voor schokken en bij het vallen van het instrument.

Kosten

De kosten van de Motus zijn vooral afhankelijk van de keuze van materialen en de kosten van de definitieve elektronica, zoals de Arduino (microprocessor).

Unique seling point

Dit instrument heeft de volgende eigenschappen welke specifiek zijn voor dit instrument: ● Het instrument is draagbaar, waardoor het ook inzetbaar is op de kamer van de cliënt. ● Het is bruikbaar voor het aanbieden van therapie voor de arm/hand

● Door het gebruik van licht en geluid wordt er feedback gegeven aan de cliënt zodat er optimaal geoefend kan worden

Concept 2: Motus XXL

Inleiding

Dit concept is gebaseerd op het principe van de Makey Makey en de uitwerking van het prototype van Concept 1: Motus. Het concept van de Motus wordt op grotere schaal toegepast bij de Motus XXL, zo is het mogelijk om bijvoorbeeld een tafel, muur of ruimte te benutten tijdens de therapiesessies.

Uitwerking

Tijdens het ontwikkelen van het eerste concept (Motus) is bewust gekozen voor een handzame

(draagbare) uitwerking zodat deze gemakkelijk in te zetten is tijdens verschillende therapiesessies. Met de Motus XXL gaan wij ‘back-to-basics’, het project is begonnen met de werkwijze van de Makey Makey. De Makey Makey lokt uit tot ruimtelijk bewegen en biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van grote oppervlakken zoals een tafelblad, muur of zelfs een complete kamer. De verschillende algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) die wij gedurende een dag verrichten vinden vaak plaats binnen een ruimte waarin wij ons bewegen. Zodoende is het realistisch om ADL-handelingen ruimtelijk na te

(20)

Vormgeving

De vormgeving van de Motus XXL is gebaseerd op de vormgeving van de Motus. De schaal van de Motus is vergroot waardoor het mogelijk is de complete oppervlakte van bijvoorbeeld een tafelblad, muur of vloer te gebruiken.

Doelgroep

De doelgroep van de Motus XXL is de groep cliënten die de gevolgen ondervinden van een Cerebro Vasculair Accident (CVA). Dit concept is tevens geschikt om in te zetten bij andere doelgroepen doordat het op verschillende wijzen kan worden ingezet. Het instrument is aan te passen aan het niveau van de cliënt.

Eisen

Er zijn verschillende eisen die worden gesteld aan het concept, deze eisen zijn naar voren gekomen tijdens verschillende bijeenkomsten met verschillende therapeuten die werkzaam zijn bij Laurens. De verschillende eisen zijn:

● Snel aan te passen/Snel in te zetten

● In te zetten bij verschillende aandoeningen en niveaus qua aandoening

● Hoofdzakelijk in te zetten bij arm-/handtherapie, maar er zijn ook mogelijkheden om cognitieve trainingen te bieden

● Spelelement, element wat ervoor zorgt dat het inzetten van een apparaat een meerwaarde biedt ● Stevig/Veilig

● Plug ‘nd play

● Duidelijk qua doel/mogelijkheden

● Weinig instructie nodig om cliënt gebruik te laten maken van instrument (Werkwijze voor apparaat moet voor zichzelf spreken)

● Therapeuten moeten eigen programma’s kunnen samenstellen

Mogelijkheden om de Motus XXL in te zetten/mogelijke oefeningen

De Motus XXL kan op verschillende manieren worden ingezet. Zo is het mogelijk om verschillende oefeningen uit te voeren die nodig zijn om ADL uit te kunnen voeren. Een voorbeeld van het inzetten van

(21)

op de oefeningen uit de Zelf oefenen na een beroerte (CVA) oefengids van Stichting Revalidatiecentrum De Hoogstraat.

Een ander voorbeeld van het inzetten van de Motus XXL is het neerleggen van de Motus XXL op de vloer. Verschillende beenoefeningen zoals deze mogelijk waren met het Makey Makey prototype zijn dan denkbaar.

Gebruik materialen:

Bij het ontwikkelen van de Motus XXL moet worden gedacht aan materiaalgebruik en vormgeving. Het instrument moet onder andere hygiënisch en duurzaam zijn. De verschillende stroken van de Motus XXL worden gemaakt van geleidende materialen zoals aluminium. Verder kan er worden gedacht aan het duurzaam/stevig maken van het prototype, dit kan worden gedaan door de kwetsbare delen te

beschermen. Bij de verschillende oefeningen die met de Motus XXL kunnen worden uitgevoerd zijn ook voorwerpen nodig zoals ijzeren buisjes in verschillende diktes. Ook kan er gedacht worden aan een ijzeren bal waarmee verschillende arm-/handoefeningen kunnen worden uitgevoerd.

De stroken van de Motus XXL kunnen verschillende vormen hebben zoals recht, golvend of andere patronen. Hiermee kunnen verschillende grof- en fijn motorische oefeningen worden uitgevoerd. De stroken dienen niet te bewegen tijdens het uitvoeren van de oefeningen.

Bij het vormgeven van de Motus XXL kan ook worden gedacht aan verschillende vormen van feedback aan de gebruiker, er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van geluid, licht of een scoresysteem.

Kosten

De kosten van de Motus XXL zijn voornamelijk afhankelijk van het gebruik van materialen, naar aanleiding van keuzes hierin kan een uitgebreide berekening worden opgesteld.

Concept 3: Electro pen

Inleiding

Als derde concept is het concept uitgewerkt welke werkt met de Makey Makey en een stroom geleidende pen. Met de pen kunnen oefeningen uitgetekend worden door de therapeut en cliënt. Doordat de penstrepen stroom geleiden is het mogelijk om elke denkbare oefening die past op een A4 of ander formaat papier te maken.

(22)

Uitwerking

Tijdens de afrondende fase van het project is er nogmaals getest over de mogelijkheid en inzetbaarheid van de Makey Makey en de flexibele inzet van een pen waarvan de stift stroom geleidt.

Tijdens deze testen is gebleken dat deze laagdrempelige manier van vormgeven van de therapie door de therapeut en cliënt veel mogelijkheden heeft en in een relatieve korte tijd een bruikbare oefeningen kan maken.

Zodra een oefening is gemaakt op papier kan het worden aangesloten aan de Makey Makey waarna er de tekening geoefend kan worden door middel van een spel welke via het internet te openen zijn.

Doelgroep

De doelgroep van de pen met geleidende inkt is de groep cliënten die de gevolgen ondervinden van een Cerebro Vasculair Accident (CVA). Met de pen kunnen oefeningen op maat gemaakt worden voor de cliënt. In andere instellingen is dit concept breed inzetbaar door de veelzijdigheid van de oefeningen die gemaakt kunnen worden met de pen.

Eisen

- De pen moet voldoende geleidende inkt bevatten

- De contactputen met de Makey Makey bevatten meer inkt

- Er is een computer in de buurt om de Makey Makey op aan te sluiten

Mogelijkheden om de Electro pen in te zetten/mogelijke oefeningen Met de Electro pen kunnen alle mogelijke oefeningen gecreëerd worden.

Gebruik materialen:

Voor de vormgeving van de therapie zijn alle ondergronden geschikt.

Kosten

De kosten van dit concept zijn in verhouding een stuk lager dan de andere twee concepten. Dit komt omdat er veel onderdelen gebruikt kunnen worden, welke al beschikbaar zijn in de therapieomgeving.

(23)

Afbeelding 7 Voorbeeld van de pen met geleidende inkt.

In bijlage 2 zijn de overige concepten te vinden. Deze concepten zijn ontwikkeld tijdens het ontwerpproces en zijn gebruikt om het denkproces vorm te geven. Enkele van deze concepten zijn doorontwikkeld tot de huidige concepten.

(24)

Discussie

Met de informatie verkregen uit de drie verschillende literatuurstudies en het praktijkonderzoek kan de onderzoeksvraag van dit verslag beantwoord worden. Er moet nog wel rekening gehouden worden met een aantal factoren.

Gevolgde werkwijze met betrekking tot literatuuronderzoek en de sterkte van het bewijs Het eerste waar rekening mee gehouden moet worden is dat het verkregen bewijs uit de drie

literatuurstudies niet sterk is. De verschillende onderzoeken suggereren het effect van factoren maar kunnen niet bewijzen hoe groot het effect is van een bepaalde factor. Hierdoor is het niet mogelijk sommige keuzes binnen dit project onomstotelijk te onderbouwen.

Het uiteindelijke bewijs voor de implementatie van de Motus is dus niet sterk genoeg. Rekening houdende met beschreven factoren is er meer onderzoek nodig met zowel cliënt als therapeut om het eindproduct in de praktijk ingezet te krijgen waar deze daadwerkelijk gebruikt zal gaan worden.

Samenwerking

Tijdens het project is er samengewerkt met een IPO-student. In het proces is vaak naar voren gekomen dat de benaderingswijze van de ergotherapiestudenten en de IPO-student verschilde van elkaar. Er waren bijvoorbeeld communicatieverschillen. De IPO-student kon niet duidelijk maken wat er nodig was om te starten met het ontwikkelen van het prototype. Hierdoor moest er lang gewacht worden met het testen van het prototype. Daarnaast ontbrak er vaak initiatief bij de IPO-student waardoor het voor de studenten ergotherapie niet duidelijk had welke input de IPO-student vereiste. Doordat het voor de studenten ergotherapie niet duidelijk was welke input de IPO-student vereiste gaven de studenten ergotherapie veel input, dit zorgte er soms voor dat de IPO-student overweldigd raakte.

Gevolgde werkwijze met betrekking tot praktijkonderzoek

De gevolgde werkwijze welke beschreven is in de methode is tijdens het project als prettig ondervonden. Het maken van de afspraken met zowel coach als opdrachtgever gingen over het algemeen vlot en de afspraken verliepen goed. Het maken van afspraken binnen de projectgroep en de taakverdeling was elk lid het direct over eens. Het maken van de afspraken met therapeuten om het prototype te testen zijn

(25)

Praktijkonderzoek

Het huidige prototype is op twee cliënten getest. Om een beter resultaat te verkrijgen zijn er meer cliënten nodig. Omdat er zodoende meer meningen en ziektebeelden getest worden. Als het prototype vaker getest zou worden en hierdoor aangepast kon worden aan deze ontvangen feedback had dit kunnen leiden tot een eindproduct die beter aansluit bij de wensen van de verschillende cliënten die gebruik zullen maken van de Motus.

Het prototype is nog niet getest op mannelijke cliënten. Er kan dus nog niet onderbouwd worden of de Motus ook geschikt is voor de mannelijke doelgroep. Dit kan als gevolg hebben dat de ergotherapeut besluit om de Motus niet in te zetten bij deze doelgroep.

Het prototype is getest door zowel bij Laurens werkzame fysiotherapeuten als ergotherapeute. De feedback van beide therapeuten is meegenomen om tot het eindproduct te komen. Uit het testen is gebleken dat de ergotherapeuten dezelfde wensen hadden als de fysiotherapeuten. In een andere setting kan dit niet het geval zijn. Dit zou betekenen dat het product niet volledig aansluit bij de wensen van de ergotherapeut in een andere organisatie met als gevolg dat de ergotherapeut er minder gebruik van zal gaan maken.

De therapeuten welke de Motus getest hebben werken allen bij Laurens. Voor een breder beeld van wensen en eisen is het van belang om het prototype te testen in andere organisaties waar zowel ergotherapeuten als fysiotherapeuten werken.

Om tot verschillende oefeningen te komen welke gebruikt kunnen worden tijdens de therapie is er een aantal keer met verschillende therapieën meegekeken bij de fysiotherapeut. De Motus is hier niet geschikt voor. Er moet dus gekeken worden naar de inzet van bijvoorbeeld de Motus XXL.

Nazorg

De Motus is momenteel niet gebruiksklaar. De nazorg richt zich op het overdragen van de Motus aan de opdrachtgever. In deze overdracht zal duidelijk worden wat er nog moet gebeuren om de Motus

gebruiksklaar te maken. De opdrachtgever kan vervolgens beslissen hoe de verdere ontwikkeling verder gaat. Het is onder andere mogelijk dat een nieuwe projectgroep het project vervolgd.

(26)

Conclusie

De onderzoeksvraag van het groepsproject luidt als volgt:

‘’Hoe kan het gebruik van een nieuw revalidatie-instrument therapeuten ondersteunen in het aanbieden van cliëntgerichte therapie in vergelijking met een standaard ergotherapie behandeling en welke voorwaarden en barrières om te implementeren zijn aanwezig?’’

Om het antwoord op de hoofdvraag te verkrijgen is gebruik gemaakt van de drie literatuurstudies en het praktijkonderzoek.

Het huidige instrument, de Motus, zorgt voor therapie op niveau van de cliënt. Door de mogelijkheid om oefeningen op maat te kunnen maken door middel van het gebruik van inlegplaten op niveau en de mogelijkheid om geleidende inkt te gebruiken op de oefenplaten.

Er zijn een aantal voorwaarden en barrières aanwezig welke het implementeren positief of negatief beïnvloeden. De voorwaarden welke de implementatie bespoedigen zijn: de verwachting van een goed resultaat, het gebruikersgemak, positieve ervaring/mening van professionals in nabije omgeving, ondersteuning en facilitering vanuit organisatie, ervaring met techniek onder therapeuten, het

verbeteren van de vaardigheden van de therapeuten voor de vergroting van zelfvertrouwen, het gebruik van de techniek moet aansluiten bij wensen en behoeftes van de cliënt en de therapeut kan zelf de keuze maken om de technologie te gebruiken.

De barrières die aanwezig zijn bij het implementeren van techniek zijn als volgt: het kost tijd om nieuwe techniek te implementeren, er is training nodig, de juiste doelgroep of ziektebeeld voor het gebruik van de techniek zijn niet aanwezig,de technologie is nog niet klaar voor gebruik en er zijn geen

omstandigheden binnen de instelling tot gebruik van nieuwe technologieën.

Tijdens het afgelopen project is één concept uitgewerkt tot een prototype samen de IPO-student en is er één concept uitgewerkt. Uitkomsten van het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek zijn gebruikt om de uiteindelijke concepten te onderbouwen.

(27)

‘’Het ontwikkelen van een paramedisch instrument welke gebruikt kan worden door

ergo- en fysiotherapeuten die aansluit op de behoeften en mogelijkheden van cliënten. Dit paramedisch instrument moet ook gebruikt kunnen worden zonder aanwezigheid van de therapeut.’’

De doelstelling van het project is niet volledig behaald. De reden van het niet behalen van de doelstelling komt naar voren in onderstaande uitleg.

Motus

Het prototype is werkzaam en kan gebruikt worden met verschillende platen. Het prototype is nog niet betrouwbaar genoeg om zonder begeleiding te gebruiken door therapeuten. Dit komt omdat er nog storingen zijn. Deze storingen zijn momenteel software technisch. Zo worden er nog steeds af en toe lampjes overgeslagen en reageren de inlegplaten nog niet op constante lichte druk van de vingers.

Motus XXL

Dit concept is uitgewerkt op het gebied van therapie, materiaal en vormgeving. Om inzicht te kunnen geven over de werking wordt dit concept uitgewerkt tot een mock-up. Hierdoor is het mogelijk therapeuten een idee te geven over het instrument en kunnen nadenken over therapie die hiermee aangeboden kan worden.

Aanbevelingen

Er zijn naar aanleiding van de uitkomsten van dit project een aantal aanbevelingen.

Als eerst zal het prototype op zowel mannelijke cliënten als in andere organisaties door therapeuten getest moeten worden. Dit zal ervoor zorgen dat het uiteindelijke product beter aansluit bij de wensen van de cliënt en therapeuten. Ook is het maken van meerdere standaardplaten van belang. Dit zal ervoor zorgen dat er minder tijd nodig is tijdens een behandeling om platen te maken wat de effectiviteit van de behandeling zal doen vergroten. De uitleg van de pen met geleidende inkt aan therapeuten zal ook duidelijkheid scheppen over het eenvoudig maken van nieuwe inlegplaten. Hier moet dus aandacht aan besteedt worden. Verder moet een basis inlegplaat uitgewerkt worden waarop gepersonaliseerde inlegplaten gemaakt kunnen worden door therapeuten samen met de cliënt.

(28)

Geraadpleegde bronnen

Brokaw, E., Echel, E., & Brewer, B. (2015) Usability evaluation of a kinematics focused Kinect Therapy program for individuals with stroke. Technology and Health Care 23 143-151

Brown, E., Dudgeon, B., Gutman, K., Moritz, C., & Westcott Mccoy, S. (2015) Understanding upper extremity home programs and the use of gaming technology for persons after stroke. Disability and Health Journal 8 507-513

Chen, C.C. & Bode, R.K., (2011). Factors Influencing Therapists’ Decision-Making in the Acceptance of New Technology Devices in Stroke Rehabilitation. American Journal of Physical Medicine &

Rehabilitation, 2011(90), 415-425.

Chen, M., Huang, L., & Wang, C. (2015) Developing a digital game for stroke patients’ upper extremity rehabilitation – design, usability and effectiveness assessment. Procedia Manufacturing 3 6-12 Glegg, S.M.N., Holsti, L., Velikonja, D., Ansley B.A., Brum C. & Sartor, D.(2013). Factors influencing therapists’ adoption of virtual reality for brain injury rehabilitation. Cyber psychology, behavior, and social networking, 2013 (16), 385 – 402

Liu, L., Cruz, A.M., Rincon, A.R., Buttar, V., Ranson, Q. & Goertzen, D.(2015). What factors determine therapists’ acceptance of new technologies for rehabilitation – A study using the Unified theory of acceptance and use of technology (UTAUT). Disability and Rehabilitation, 2015 (37), 447-455. Makey Makey(2016). Makey Makey. Geraadpleegd op 03 februari 2016 van:

http://www.makeymakey.com/

Morrison, G., R.,(2010) Designing Effective Instruction, 6th Edition. John Wiley & Sons

Pichitchaisopa, N. & Naenna, T.(2013). Factors affecting the adoption of healthcare information technology. Experimental and Clinical Sciences Journal, 2013 (12), 413-436.

Scrum (2016). Wat is scrum. Geraadpleegd op 15 mei 2016 van: http://www.scrum.nl/site/Wat-is-Scrum-agile-scrum

Wu, J-H., Shen, W-S., Lin, L-M., Greenes, R.A. & Bates, D.W. (2008). Testing the technology

(29)

Bijlage 1:

Uitkomsten literatuurstudies

Hoofdvraag: Hoe kan het gebruik van een nieuw revalidatie-instrument therapeuten ondersteunen in

het aanbieden van cliëntgerichte therapie in vergelijking met een standaard ergotherapie behandeling en welke voorwaarden en barrières om te implementeren zijn aanwezig?

Deelvragen:

1. Wat is de toegevoegde waarde van het inzetten van een revalidatie-instrument binnen een

ergotherapeutische behandeling?

2. Welke voorwaarden en barrières tot het invoeren en handhaven van een technische innovatie zijn in de

zorg aanwezig?

3. Welke aanpak is efficiënt om therapeuten te stimuleren om technische zorginnovaties in een

behandeling toe te passen?

1. Wat is de toegevoegde waarde van het inzetten van een revalidatie-instrument binnen een ergotherapeutische behandeling?

Allereerst is gebleken dat therapeuten kunnen fungeren als auteurs van de inhoud van therapiesessies. (Tetteroo et al., 2014) Deze informatie is van belang omdat het kunnen fungeren als auteur noodzakelijk is bij het inzetten van het prototype dat wij ontwikkelen gedurende het project Laurens. Door het zelfstandig kunnen samenstellen van trainingsprogramma’s kunnen therapeuten de therapieën laten aansluiten aan de behoeften van de cliënt. Het is noodzakelijk dat trainingsprogramma’s specifiek en aanpasbaar zijn aan de deelnemers om de effectiviteit van de therapie te kunnen garanderen. (Brown et al., 2015)

Het inzetten van het prototype dat wij ontwikkelen dient een meerwaarde te bieden ten opzichte van traditionele therapieën. Door het toevoegen van een (competitief) spelelement aan de therapiesessies verwachten wij dat cliënten meer therapiesessies zullen volgen en gedurende de therapiesessies zich meer zullen inzetten waardoor de effectiviteit van de therapie wordt vergroot.Tevens verwachten wij een meerwaarde te kunnen bieden doordat het prototype zelfstandig te gebruiken is door de cliënt, het prototype is zodoende inzetbaar tijdens therapiesessies en daarbuiten als de cliënt zelfstandig oefent. Uit onderzoeken is gebleken dat deelnemers aanzienlijk gemotiveerd zijn om (thuis) zelfstandig oefeningen uit te voeren als deze onderdeel zijn van een intensief programma (Brokaw et al., 2015).

(30)

Het is noodzakelijk dat de inhoud van de therapiesessies zich richt op het uitvoeren van

dagelijkse handelingen. (Chen et al., 2015) Cliënten zijn zowel gebaad en bereidwillig om therapieën te volgen die zich richten op het (weer) zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren van dagelijkse

handelingen.

2. Welke voorwaarden en barrières tot het invoeren en handhaven van een technische innovatie zijn in de zorg aanwezig?

Liu, L., Et al (2015) zijn gestart met het onderzoeken van mogelijke factoren. Uit dit onderzoek zijn geclusterde factoren gekomen.

Acceptatievoorwaarden:

● Verwachting goed resultaat ● Gebruikersgemak

● Positieve ervaring/mening van professionals in nabije omgeving. ● Ondersteuning en facilitering vanuit organisatie

● Ervaring met techniek

Barrières:

● Kost tijd om nieuwe techniek te implementeren ● Training nodig

● Niet de juiste doelgroep of ziektebeeld aanwezig bij patiënten voor de techniek ● Technologie is nog niet klaar voor gebruik

● Geen omstandigheden binnen instelling tot gebruik van nieuwe technologieën

In het grote kwantitatieve onderzoek van Schaper, L., & Pervan, G. (2007) geven de onderzoekers aan dat de hierboven genoemde factoren in relatie tot ICT, significant zijn in de beslissing tot acceptatie. Omdat dit onderzoek is gedaan over de relatie tussen ICT en ergotherapie, kan dit niet met zekerheid worden overgenomen voor andere nieuwe technologieën en innovaties.

(31)

gestoken in het verbeteren van de vaardigheden en het op deze manier vergroten van

het zelfvertrouwen van de therapeuten die de technologie in de behandeling inzetten (Phichitchaisopa & Naenna, 2013; Ping et al., 2008). De technologie die ingezet wordt tijdens de behandeling moet

makkelijk en flexibel in gebruik zijn, nuttig, de doeltreffendheid verhogen en de tijd van de behandeling verlagen (Glegg et al., 2013). Als er voldoende cliënten zijn die geïnteresseerd zijn in technologie en de cliënten accepteren het gebruik van de technologie zal dit leiden tot een toename van het gebruik van technologie tijdens de behandeling (Chen & Bode, 2011). Tot slot zal het uit eigen keuze gebruik maken van technologie tijdens de behandeling en de intentie van de therapeut om technologie tijdens een behandeling in te zetten zal het uiteindelijke gebruik van technologie tijdens een behandeling vergroten (Ifinedo, 2012; Kijsanayotin et al., 2008).

Antwoord hoofdvraag:

Hoe kan het gebruik van een nieuw revalidatie-instrument therapeuten ondersteunen in het aanbieden van cliëntgerichte therapie in vergelijking met een standaard ergotherapie behandeling en welke voorwaarden en barrières om te implementeren zijn aanwezig?

Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag van ons onderzoek is gekeken naar de de drie deelvragen, vanuit deze beantwoording is het antwoord op de hoofdvraag beschreven. Om

cliëntgerichte therapie te kunnen aanbieden dient de therapie te worden aangepast aan de cliënt, uit onderzoek is gebleken dat therapeuten kunnen fungeren als auteurs van de inhoud van therapiesessies. (Tetteroo et al., 2014) Deze informatie is van belang omdat het kunnen fungeren als auteur noodzakelijk is bij het inzetten van het prototype dat wij ontwikkelen gedurende het project Laurens. Door het zelfstandig kunnen samenstellen van trainingsprogramma’s kunnen therapeuten de therapieën laten aansluiten aan de behoeften van de cliënt. Het is noodzakelijk dat trainingsprogramma’s specifiek en aanpasbaar zijn aan de deelnemers om de effectiviteit van de therapie te kunnen garanderen. (Brown et al., 2015)

Uit verschillende onderzoeken komt naar voren een ergotherapeut een innovatie of een nieuwe

technologie alleen inzet als het een meerwaarde geeft voor de cliënt. Twee voorbeelden: Het is mogelijk om met dezelfde tijdsinvestering van de therapeut meer therapietijd te bieden of het effect van een therapiesessie met de innovatie of technische innovatie te vergroten. Daarnaast zal het gebruik van technologie toenemen als er energie wordt gestoken in het verbeteren van de vaardigheden en het op deze manier vergroten van het zelfvertrouwen van de therapeuten die de technologie in de behandeling inzetten (Phichitchaisopa & Naenna, 2013; Ping et al., 2008). De technologie die ingezet wordt tijdens de

(32)

behandeling moet makkelijk en flexibel in gebruik zijn, nuttig, de doeltreffendheid verhogen en de tijd van de behandeling verlagen (Glegg et al., 2013).

Het inzetten van het prototype dat wij ontwikkelen dient een meerwaarde te bieden ten opzichte van traditionele therapieën. Gedurende het ontwikkelen van het prototype richten wij ons op de factoren die ervoor zorgen dat het inzetten van ons prototype een meerwaarde biedt. Er zijn verschillende acceptatievoorwaarden die ervoor zorgen dat een therapeut ons prototype zal inzetten namelijk: verwachting goed resultaat, gebruikersgemak en een positieve ervaring/mening van professionals in nabije omgeving, ondersteuning en facilitering vanuit de organisatie en ervaring met techniek. Door het toevoegen van een (competitief) spelelement aan de therapiesessies verwachten wij dat cliënten meer therapiesessies zullen volgen en gedurende de therapiesessies zich meer zullen inzetten waardoor de effectiviteit van de therapie wordt vergroot. Tevens verwachten wij een meerwaarde te kunnen bieden doordat het prototype zelfstandig te gebruiken is door de cliënt, het prototype is zodoende inzetbaar tijdens therapiesessies en daarbuiten als de cliënt zelfstandig oefent. Uit

onderzoeken is gebleken dat deelnemers aanzienlijk gemotiveerd zijn om (thuis) zelfstandig oefeningen uit te voeren als deze onderdeel zijn van een intensief programma (Brokaw et al., 2015). Het is

noodzakelijk dat de inhoud van de therapiesessies zich richt op het uitvoeren van dagelijkse handelingen. (Chen et al., 2015) Cliënten zijn zowel gebaad en bereidwillig om therapieën te volgen die zich richten op het (weer) zo zelfstandig mogelijk kunnen uitvoeren van dagelijkse handelingen. Het taakniveau van de therapiesessie dient zich automatisch aan de deelnemer aan te passen. De voornaamste factoren die bij het ontwikkelen van ons prototype dienen worden mee genomen zijn: aanpasbaarheid aan cliënt en therapiedoel, therapieën dienen zich te richten op het weer (zo zelfstandig mogelijk) kunnen uitvoeren van dagelijkse activiteiten en het zelfstandig kunnen uitvoeren van therapie oefeningen biedt een meerwaarde en verhoogd de effectiviteit van therapie.

Hiervoor is wel ondersteuning en facilitering nodig vanuit de organisatie. Om therapeuten te motiveren technologie te gebruiken tijdens een behandeling is een positief milieu en support van het management of andere belangrijke personen in de organisatie van belang (Liu et al., 2014; Wu et al., 2008). Andere barrières waarmee rekening mee dient te worden gehouden zijn: het kosten van tijd om nieuwe techniek te implementeren, het nodig hebben van training om het prototype te kunnen gebruiken, niet de juiste

(33)

Bijlage 2: Niet gekozen concepten

Concept 4: Kamelenrace

Inleiding

Een van de focuspunten van de Motus is uitlokken tot het volgen en volhouden van therapie. Om het volgen en uitvoeren van therapieoefeningen nog aantrekkelijker te maken is concept vier bedacht. Concept richt zich op de competitieve factor die cliënten uitlokt om tegen elkaar te spelen.

Uitwerking

Bij dit concept wordt gebruik gemaakt van de Makey Makey, de Makey Makey kan hierbij bijvoorbeeld op een tafelblad worden geplaatst. Het doel van deze therapievorm is het winnen van de ‘kamelenrace’, twee ledstrips zijn op de muur geplaatst en aangesloten aan de Makey Makey. Twee cliënten nemen plaats aan de tafel waarop verschillende tastvlakken liggen, de cliënten dienen met bijvoorbeeld hun beiden armen (aangedane en onaangedane zijde) de tastvlakken één voor één aan te raken (De cliënten hebben beiden hun eigen set aan tastvlakken). Raakt de cliënt de tastvlakken op een juist manier aan de schuift zijn kameel (De led die aanstaat op de ledstrip) vooruit.

De tastvlakken die de cliënten dienen aan te raken zijn aan te passen aan de niveaus van de cliënt om een gelijkwaardige wedstrijd te kunnen houden. Het is tevens mogelijk om naast armen ook te denken aan het inzetten van benen of andere therapievormen. De Makey Makey kan op verschillend

oppervlaktes worden geplaatst.

Wie als eerste met zijn ‘kameel’ de finish bereikt wint, het competitieve element van deze therapievorm zorgt voor een grote motivatie om te willen winnen en zodoende de therapiesessie uit te voeren. Mogelijkheden om het Kamelenraceconcept in te zetten/mogelijke oefeningen

Verschillende fijn- en grof motorische oefeningen kunnen worden uitgevoerd bij het

kamelenraceconcept. Deze arm-/handtherapie oefeningen kunnen worden afgeleid van reeds bestaande oefeningen, het competitieve element van deze therapievorm zorgt voor de meerwaarde van dit

concept.

De kopjes ‘eisen’, ‘gebruik materialen’, ‘kosten’ en ‘implicaties meegenomen vanuit literatuurstudie’ zijn weergegeven in de uitwerking van Concept 2 en kunnen verder worden uitgewerkt naar aanleiding van de selectie van concepten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

De leidraad is één van de producten van het project ‘Effectieve Reflectie: handvat voor kwaliteitsbewaking in de zorg voor jeugd’ waarin het lectoraat Kwaliteit en Effectiviteit in de

de mate van instrumentele rationaliteit kan worden vastgesteld door het type te controleren op de adequaatheid van de zingeving erin middels gedachtenexperimenten, dat wil zeggen

• Is het een uitdagend (niet te makkelijk, niet te moeilijk) doel waar je helemaal voor wilt

Figure 5.26: Experimental, 2D and 3D STAR-CCM+ data plots for the shear stress in the wake downstream of the NACA 0012 airfoil and wing at 3 degrees angle of attack and Reynolds

We take our starting point in given (ordinal) preference functions, parameterized by a risk aversion parameter, for the simple acts in the first stage, and for the second stage acts

The first part of the simulation runs focuses on a sensitivity analysis of the model. The aim of the sensitivity analysis is to check the plausibility of the modelling results and

In deze longitudinale studie werden bidirectionele verbanden onderzocht tussen de affectieve kwaliteit van de relatie met de leraar Nederlands (nabijheid en conflict) en het