• No results found

Op de mestvaalt van de geschiedenis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Op de mestvaalt van de geschiedenis"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

In de Communistische Partij Nederland was het ooit gebruikelijk om, na een breuk, personen te dumpen, oftewel over te leveren aan de vergetel-heid. Deze praktijk blijkt niet uniek voor de cpn. In 1968 verenigden een aantal leden van de PvdA zich in het comité Democratisch Appèl in de Par-tij van de Arbeid. Dit comité werd door zijn Par- tijd-genoten geschetst als een verwaarloosbare groep halfseniele sukkels en al snel gedumpt ‘op de mestvaalt van de geschiedenis’.

De afsplitsing van deze rechtse oppositie was opmerkelijk en zelfs uniek, want noch in de ge-schiedenis van de sdap, noch in die van de PvdA was dit eerder voorgekomen. Vijfendertig jaar na dato is het tijd voor een rehabilitatie van het De-mocratisch Appèl, dat ook historici links lieten liggen. Want hoewel het Democratisch Appèl ooit verguisd werd door haar partijgenoten, wa-ren haar handelwijze en ideeën achteraf bezien helemaal zo gek nog niet.

Het Democratisch Appèl was een reactie op Nieuw Links, een energieke groep jongeren binnen de PvdA die een extremer socialisme voorstonden dan dat de PvdA historisch gezien had vertegenwoordigd. Nieuw Links riep op tot een ontwikkelingshulp van twee procent van het Bruto Nationaal Product, het verlaten van de navo, de opheffing van het koningshuis en

ver-hoging van de belasting op schenkingen en erfe-nissen tot 99 procent.1Het Democratisch Appèl verzette zich tegen deze socialistische experi-menten en had oog voor de internationale kwetsbaarheid van Nederland. In de machts-strijd met Nieuw Links moest het Democratisch Appèl het afleggen, de PvdA verlaten en raakte het in vergetelheid, terwijl zij in feite program-matisch dichter bij de PvdA van nu stond dan Nieuw Links.

Dat het Democratisch Appèl het moest afleg-gen teafleg-gen Nieuw Links, kwam mede omdat Nieuw Links gezien werd als de oplossing voor de PvdA die zich in een crisis bevond. In 1966, tij-dens de ‘Nacht van Schmelzer’, was de PvdA uit het kabinet Cals gelicht. Voor haar voormalige coalitiegenoten bleek zij geen serieuze rege-ringskandidaat meer. Tegelijkertijd slaagde de partij er niet in om aansluiting te vinden bij het electoraat en kreeg zij harde kritiek te verduren zowel buiten de Tweede Kamer, bijvoorbeeld door de provo’s, als daarbinnen, door de psp, ppr en D’66. De incorporatie van Nieuw Links zorgde voor een uitweg uit deze impasse. Nieuw Links, de naam zegt het al, gaf de PvdA een pro-gressieve uitstraling en een hernieuwd zelfver-trouwen.

‘radicale ’ partij van de arbeid

Het Democratisch Appèl voelde zich niet gemak-kelijk bij een dergelijke ‘radicale’ Partij van de Ar-beid. Het Democratisch Appèl kwam voort uit

s&d 9 | 20 0 4

45

s&d 9 | 20 0 4 44

Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? C. Schouten ds’70: nevenstroom in de sociaal-democratie?

over werd gesproken. In termen van P. de Rooy ‘(…) een “nieuwe politiek”, waarin de tegenstel-ling tussen liberalisme en democratisch-socia-lisme (…) overstegen wordt met een beleid dat zich zou moeten richten op klantvriendelijke overheden en vrije doch barmhartige mark-ten.’39Het kreeg bij ds’70 overigens een bredere invulling dan hoe De Rooy de Derde weg be-schouwt. Hij zag deze namelijk als ‘(…) een prin-cipieel pragmatisme, met maar één “gouden re-gel”: een laag financieringstekort’.40Hoewel ds’70grote nadruk legde op het financieel-eco-nomisch beleid kwam zij ¬ zoals eerder aange-geven ¬ ook voor vraagstukken op andere beleidsterreinen met vooruitstrevende politieke oplossingen.

ds’70had uitgesproken politieke opvattingen die nog steeds actueel zijn, b.v. over de arbeids-ongeschiktheidswetgeving en de betaalbaarheid van de Algemene Ouderdomswet (aow), het im-migratiebeleid, het selectief autogebruik in

rela-tie tot een bewust parkeerbeleid, een krachtiger milieubeleid, verruiming van het begrip ‘pas-sende arbeid’, het terugdringen van onnodige subsidies41, uitbreiding van de toepassing van het profijtbeginsel of het invoeren van een soci-ale dienstplicht voor jongens én meisjes (in rela-tie tot de toenemende vergrijzing en de toene-mende personeelstekorten in de zorg en andere collectieve sectoren). Een verdieping in dit ge-dachtegoed kan de PvdA geen kwaad doen.

Tot slot, mogen we niet vergeten, dat de poli-tieke ideeën van ds’70 die in de zeventiger jaren werden verworpen, later door andere politieke partijen zijn overgenomen.42ds’70haalde op vele terreinen laat haar gelijk, niemand wilde toen zien dat het het gelijk van Drees jr. was.43 Waarmee weer eens is bewezen dat in de politiek

gelijk hebben niet vanzelfsprekend hetzelfde is als gelijk krijgen.

Over de auteur Wouter Beekers rondt op dit moment

zijn studie geschiedenis af aan de Vrije Universiteit in Amsterdam

Noten Zie pagina 49

Het gelijk-achteraf van ds’70? (2)

Op de mestvaalt van de

geschiedenis

w o u t e r b e e k e r s

Noten

1 Dit artikel is gebaseerd op de dissertatie Democratisch

Socia-listen ’70, nevenstroom in de soci-aal-democratie?, waarop H.

Vin-gerling en C.C. Schouten op 24 juni 2003 aan de Erasmus Uni-versiteit Rotterdam zijn gepro-moveerd. Uitgave in eigen be-heer en bij auteur van dit artikel te bestellen door overmaking van € 37,45 op gironummer 2685637 o.v.v. ds’70. 2 PvdA. Verkiezingsprogramma

1994-1998 ‘Wat mensen bindt’, 1994, p.19.

3 Zie diverse publicaties, zoals b.v.: PvdA. Schuivende panelen, 1987; Kalma, P. Het socialisme op

sterk water. Veertien stellingen.

De-venter: Van Loghum Slaterus, 1988.

4 Paul Kalma in: Ornstein L. en M van Weezel. GEEN LAARZEN. ‘Ik pleit niet voor een soort

yuppie-socialisme, maar de PvdA mag ook niet de Partij van de Ar-moede zijn.’ In: Vrij Nederland, 7 juni 1990, p.3; Kranenburg, M. ‘Voorzitterstrijd gaat om de koersbepaling van de PvdA, In:

NRC Handelsblad, 30 november

1990, p.9; Scheer, W. Haagse

PvdA richting vvd’, In: Het Binnen-hof, 22 juni 1991, p.1.

5 M. Kranenburg. ‘De “Verdre-zing van de PvdA”. Hoe meer nieuw flinkse no nonsense hoe beter’, In: NRC Handelsblad, 10 november 1990, p.7.

6 Haagsche Courant, 9 november 1992, p.7. Dr. F. Leijnse, aange-haald in: Kranenburg, M. ‘Voor-zitterstrijd gaat om de koersbe-paling van de PvdA’, In: NRC

Han-delsblad, 30 november 1990, p.9.

7 Jong Edz., F. de. Wij willen ellende

wenden. Een eeuw sociaal-demo-cratische antwoorden op maat-schappelijke uitdagingen.

Amster-dam: Stichting Vormingswerk

Partij van de Arbeid, 1984, pp.110-111.

8 In de achtste Den Uyl-lezing verantwoordde W. Kok deze koerswijziging (Kok, W. We

laten niemand los. 11 december

1995).

9 B.v. de journalist H.J. A. Hofland was het eens met Kok; hij haalde hierbij Jacques de Kadt aan die al het midden had aangewezen als het terrein waar de progres-sieve politiek de voornaamste slag moest leveren (H.J. A. Hof-land. De postmoderne anti-these, In: NRC Handelsblad, 13 december 1995). Zie voor de rol die Jacques de Kadt in de PvdA heeft gespeeld: Bosscher, D.F.J. ‘Jacques de Kadt en de Partij van de Arbeid’, In: Socialisme en

De-mocratie, 1992, jrg. 49, nr.6,

pp.251-257.

Voor de overige noten moeten wij u ver-wijzen naar onze website: www.wbs.nl

(2)

s&d 9 | 20 0 4

47 Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? Wouter Beekers Op de mestvaalt van de geschiedenis

minder agressief dan nieuw links Toch is het niet juist om de verklaring voor de af-gang van het Democratisch Appèl volledig te zoe-ken in de felle en ongenuanceerde houding van zijn leden. In de eerste plaats stelde het Demo-cratisch Appèl zich in vele opzichten minder agressief op dan Nieuw Links. De taal van Goed-hart was fors van toon, maar hetzelfde verwijt kan aan het adres van Nieuw Links worden geuit. Al in ’67 had een aantal leden gepro-testeerd tegen het ‘intimideren tijdens partijbij-eenkomsten’ en de ‘belediging van functionaris-sen’ door Nieuw Links.6Daarnaast overviel Nieuw Links de slecht bezette vergaderingen van gemeenteafdelingen van de PvdA met opgetrom-melde sympathisanten om zo haar invloed te vestigen. Het Democratisch Appèl gaf te kennen deze aanpak niet na te streven. De brochure voor het congres van maart 1969 droeg dan ook de titel: Een bijdrage tot de gedachtenwisseling op het

partijcongres te ’s-Gravenhage (maart 1969) van een aantal partijgenoten, die het versmaad hebben vliegende colonnes te vormen om daarmede slecht bezochte afdelingsvergaderingen te overrompelen en onder de voet te lopen.

In de tweede plaats is het verwijt dat het De-mocratisch Appèl geen duidelijke of hooguit on-geloofwaardige ideeën zou hebben onhoudbaar. De standpunten van het Democratisch Appèl kwamen bijvoorbeeld naar voren in Socialisme en

Democratie, met koppen als ‘Partij van de Arbeid

en Middenstand’ en ‘Een vuist voor de consu-ment’.7Een serie publicaties, onder het motto ‘Vrije Bladen’, werd uitgegeven ‘waarin deskun-digen stelling nemen tegen allerlei ultralinkse en extreme politieke opvattingen.’8Daarnaast gaf het Democratisch Appèl brochures uit en vanaf september 1969 ook een bulletin. De bood-schap was helder: De PvdA moest geen dramati-sche koerswijziging maken en met zelfvertrou-wen de gematigde sociaal-democratische koers blijven volgen.

Het Democratisch Appèl zag zichzelf daarin als verdediger van de passieve meerderheid binnen de PvdA tegen de actieve minderheid van

Nieuw Links. Dit idee was niet geheel onrea-listisch. Prominente partijleden sloten zich aan bij het Democratisch Appèl. Naast Tweede-Ka-merlid Goedhart en de econoom Heertje namen ook Eerste-Kamervoorzitter Jannes Mazure, de uitgevers Geert van Oorschot en Johan Polak, historicus Lou de Jong en Meyer Sluyser, de PR-man onder oud-premier Willem Drees een ac-tieve rol in bij het comité. Drees zelf gaf te ken-nen het ‘in grote trekken eens [te zijn] met wat zij voorstaan’.9

Bovendien stonden de standpunten van het Democratisch Appèl vaak dichter bij de werke-lijke lijn van de PvdA dan de standpunten van Nieuw Links. Zo concludeerde de latere partijlei-der Ad Melkert al in 1981 dat het buitenlandse beleid onder het kabinet Den Uyl meer geken-merkt werd door continuïteit dan door keerpun-ten. Anders dan Nieuw Links gehoopt had kwam er niets terecht van het kritische lidmaatschap van de navo. PvdA-Minister Max van der Stoel aanvaarde de navo als het meest relevante kader van het buitenlands beleid. De doelstellingen van de navo, de pariteit van grondtroepen ten opzichte van het Warschaupact en de verminde-ring van de militaire aanwezigheid van de Sov-jetunie in Oost-Europa, werden door het kabinet Den Uyl opgevolgd.10

opstelling van het partijbestuur De verklaring voor de nederlaag van het Demo-cratisch Appèl kan niet alleen gevonden worden door te wijzen op het optreden en de samenstel-ling van het comité. Gewezen moet worden op de rol van het partijbestuur, dat zich tegenover het Democratisch Appèl anders opstelde dan tegenover Nieuw Links. Het partijbestuur zag niets in het Democratisch Appèl en zag de groep het liefst zo snel mogelijk verdwijnen. Laurens ten Cate, lid van het partijbestuur, vroeg zich af waarom deze heren de PvdA niet verlieten: ‘Waarom gaan zij niet weg? Ik zou er helemaal niet rouwig om zijn ...’11

Vice-partijvoorzitter sinds 1969 en voorman van Nieuw Links André van der Louw liet weten

s&d 9 | 20 0 4 46

Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? Wouter Beekers Op de mestvaalt van de geschiedenis

een oproep van vijftig leden van de PvdA, ge-plaatst in de kranten van 15 november 1968, om de partij niet te laten opschuiven naar de uiterste linkerzijde van het politieke spectrum. De aan-leiding voor de oproep was de bezetting van Tsjecho-Slowakije door het Rode Leger.

‘Ondergetekenden, leden van de Partij van de Ar-beid, zijn ten zeerste verontrust over de stelselmatige aanvallen op een aantal standpunten van de partij, vooral inzake de buitenlandse politiek en defensie, door Nieuw-Links.

Hiertegenover stellen zij, dat de noodzaak van de navoals instrument voor handhaving van vrijheid en vrede na de brute bezetting van Tsjechoslowakije ver-duidelijkt blijkt.’2

In aanloop naar het congres van maart 1969 richtten zowel Nieuw Links als het Democra-tisch Appèl hun pijlen op de bestuursverkiezing. Door het congres werden negen aanhangers van Nieuw Links verkozen en nul van het Democra-tisch Appèl. Die teleurstelling was voor het De-mocratisch Appèl te groot. In mei 1970 hief het comité zichzelf op om op te gaan in de nieuwe partij Democratisch Socialisten ’70, dat in-middels was ontstaan uit verzet tegen de ge-meentelijke samenwerking van de PvdA met de pspen de ppr.

Het Democratisch Appèl heeft sinds haar op-richting een slechte naam gehad en deze ook al-tijd gehouden. De groep, die de genoemde op-roep ondertekend had, werd van meet af aan ge-zien als ‘Oud Rechts’, en anders dan de jongeren van Nieuw Links was zij niet erg gelukkig met dit stempel. Deze naam suggereerde dat zij niet meer van die tijd was. Om deze suggestie tegen te gaan nam de groep al snel de naam ‘Democra-tisch Appèl’ aan.

Nadat het Democratisch Appèl ter ziele was gegaan, bleken ook sommige voormalige leden een negatief beeld van de groep te hebben. Eco-noom en ooit woordvoerder van het Democra-tisch Appèl Arnold Heertje verweet het comité achteraf dat het geen duidelijk programma had. ‘Democratisch Appèl, ik zat er wel bij, maar eigenlijk vond ik het een veel te conservatief en rechts clubje. Ik zei: jullie kankeren nu wel

voort-durend op Nieuw Links vanwege de buitenlandse politiek, maar ik wil wel eens van gedachten wisselen over de maatschappelijk-economische problemen, en daarover een rapport uitbrengen. Dat verdomden ze, vonden ze niet nodig.’3

Het Democratisch Appèl had haar nederlaag voor een deel aan zichzelf te wijten. Ze be-stormde op zeer agressieve wijze het toneel, ter-wijl het doek eigenlijk al gevallen was. Voor de PvdA was het van groot belang de eenheid te be-waren en dit met kracht uit te stralen. Nieuw

Links verleende de partij een nieuw élan. De aan-hangers van het Democratisch Appèl, gemiddeld ongeveer twintig jaar ouder dan de aanhangers van Nieuw Links, konden de partij dit élan niet geven. Het argument van het Democratisch Ap-pèl, dat Nieuw Links de eenheid in de PvdA ver-stoorde, werkte averechts, omdat Nieuw Links meer en meer beschouwd werd als de toekom-stige hoofdstroom van de partij. Desondanks stelde het Democratisch Appèl zich zeer fel op, vooral de ‘ijzervreter’ Frans Goedhart.

Goedhart was toen Tweede-Kamerlid voor de PvdA en lid van het comité Democratisch Appèl. Op ongenuanceerde wijze nam hij stelling tegen wat hij zag als ‘gedweep’ met de Palestijnse zaak door de ‘Nasser-aanbidders’ en ‘antizionisten’ van Nieuw Links.4Want, zo stelde Goedhart, ‘de overweldigende meerderheid van de partij en van het gehele Nederlandse volk staat in deze zaak aan de kant van Israël en niet aan de kant van de fanatieke Arabische chauvinisten en de miserabele dictators, die nu al sinds 1949 drei-gen, dat zij Israël in zee willen smijten en de Joodse staat willen vernietigen.’5

Het Democratisch Appèl raakte

in vergetelheid, terwijl zij

programmatisch dichter bij

de PvdA van nu stond dan

Nieuw Links

(3)

s&d 9 | 20 0 4

49 Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? Wouter Beekers Op de mestvaalt van de geschiedenis

serieuze identiteitscrisis toen het tweede kabi-net Den Uyl er niet bleek te komen.

De laatste studie over dit onderwerp, het proefschrift uit 2003 van Herman Vingerling en Christiaan Schouten over ds’70, geeft een veel genuanceerder beeld weer van de geschiedenis van het Democratisch Appèl dan eerdere studies over de PvdA. Zij hebben naast de starre houding van het Democratisch Appèl oog voor de gelijke-nissen tussen het comité van het Democratisch

Appèl en de kerngroep van Nieuw Links en de ondemocratische houding van het partijbestuur: ‘Van het partijbestuur kreeg het [Democratisch Appèl] echter geen medewerking, niet verwon-derlijk gezien de samenstelling van het partij-bestuur. Er kan zelfs geconcludeerd worden dat er sprake was van tegenwerking.’19Zijn dit misschien de voortekenen van een klein eerher-stel?

s&d 9 | 20 0 4 48

Het gelijk-achteraf van ddss’’7700? Wouter Beekers Op de mestvaalt van de geschiedenis

dat hij Democratisch Appèl als een ‘te verwaarlo-zen factor’ zag, omdat het niet eens een duidelijk program had.12De verzoeken van het Democra-tisch Appèl aan het partijbestuur om spreektijd op het congres van maart 1969 en hulp bij het rondzenden van circulaires werden resoluut af-gewezen. Het partijbestuur weigerde de rol van ‘postkoerier’ op zich te nemen. Het Democra-tisch Appèl voldeed niet aan de minimumeis, na-melijk dat in circulaires werd uitgegaan ‘van de democratische gezindheid van andere partijge-noten en dat geen aanvallen op personen wor-den gedaan.’

Bovendien hadden tot dusverre op de con-gressen van de PvdA geen vertegenwoordigers namens groepen gesproken ‘en het db wenst dat zo te houden’.13Partijvoorzitter Sjeng Tans wees daarbij op de resolutie die het partijcongres van november 1967 had aangenomen om groepsvor-ming tegen te gaan. Het Democratisch Appèl zou ‘dezelfde bewegingsruimte om haar denkbeel-den te propageren als andere groepen in de PvdA’ krijgen.14In Honderd jaar sociaal-democratie in

Nederland neemt Doeko Bosscher het standpunt

van het partijbestuur over. Het Democratisch Ap-pèl kreeg dezelfde behandeling als Nieuw Links. Verzoeken om hulp bij het rondzenden van op-roepen werden ‘op dezelfde gronden’ gewei-gerd.15Toch bestond er een verschil in de hou-ding van het partijbestuur tegenover het Demo-cratisch Appèl en Nieuw Links. Voorafgaand aan het congres van maart 1969 weigerde het partij-bestuur bijvoorbeeld het verzoek van het Demo-cratisch Appèl om spreektijd te krijgen op dat congres.

Het partijbestuur vond het onwenselijk als er vertegenwoordigers namens groepen zouden gaan spreken op de congressen van de PvdA. In 1967 dacht het partijbestuur daar nog heel an-ders over. In 1985 vertelde Han Lammers over zijn ervaring als woordvoerder van Nieuw Links met het partijbestuur in de aanloop van het con-gres van november 1967: ‘Op instigatie van Tans is toen met het oog op een congres dat eraan kwam een gesprek tot stand gekomen met het partijbestuur. En daar zei Jaap Burger: Ik stel voor

dat de heren van Nieuw Links een halve ochtend spreektijd van dat congres krijgen. Zo over de ta-fel werd ons dat aangeboden! Hij had het blijk-baar met de anderen voorbesproken, want die keken zo’n beetje naar het plafond.’16

De partijtop liet zich klaarblijkelijk leiden door een soort ‘vreze’ voor Nieuw Links. Heertje had achteraf het gevoel dat partijleider Joop den Uyl door Nieuw Links ‘overmand werd’. ‘Tegen Nieuw Links ingaan zou nog grotere krachten hebben opgeroepen.’17In zijn proefschrift Nieuw

Babylon in Aanbouw uit 1995 stelt James Kennedy

dat deze houding kenmerkend is geweest voor de gevestigde orde in Nederland in de jaren ’60 en ’70. Veranderingen werden voor onvermijde-lijk gehouden. Voorzichtig toegeven aan deze veranderingen was de beste methode om ze te beheersen. Met instemming citeert Kennedy Han Lammers die al in 1965 over de passieve houding van de gevestigde orde stelde: ‘De tijd, zo schijnt het motto te zijn, heeft zijn loop, en wij wandelen wel mee.’18

Concluderend, het Democratisch Appèl ver-dient de slechte naam die zij tot nu toe heeft ge-had niet. Zeker niet binnen een PvdA die, na de radicale jaren zeventig, in de jaren tachtig met het rapport Schuivende Panelen weer een koers op-zocht, die dichter bij het Democratisch Appèl stond dan bij Nieuw Links. Dat de partij dit deed is niet verbazingwekkend. De incorporatie van Nieuw Links droeg bij aan de formatie van het le-gendarische kabinet Den Uyl, maar ook aan een

Noten

1. Zie bijvoorbeeld H. van den Doel en H. Lammers e.a., Tien

over rood. Uitdaging van Nieuw Links aan de PvdA (Amsterdam

1966) en H. Leune, e.a., Mooi

rood is niet lelijk (Rotterdam

1969).

2. Zie bijvoorbeeld Het Vrije Volk, 15 november 1968.

3. Haagse Post, 17 mei 1975. 4. Brochure ‘Een bijdrage tot de

ge-dachtenwisseling op het partij-congres te ’s-Gravenhage (maart 1969) van een aantal partijgeno-ten, die het versmaad hebben vliegende colonnes te vormen om daarmede slecht bezochte afdelingsvergaderingen te over-rompelen en onder de voet te lopen.’

5. Rede van Goedhart, uitgespro-ken op de conferentie van het Democratisch Appèl te Utrecht, 1 februari 1969.

6. Het Parool, 12 juli 1967.

7. P.J. de Kruis en H. Pors jr., ‘Partij van de Arbeid en Middenstand’, in: Socialisme en Democratie 25 (1968), 338-342 en A. Heertje, ‘Een vuist voor de consument’, in: Socialisme en Democratie 24 (1967), 250-255.

8. Bulletin van het Democratisch

Ap-pel nr. 1 (september 1969), 3.

9. Het Parool, 3 december 1968. 10. Ad Melkert, Het Nederlandse

bui-tenlands beleid onder het kabinet-Den Uyl: Kontinuiteit of keerpunt?

(doctoraalscriptie politicologie Universiteit van Amsterdam 1981), in het bijzonder 53-55 en 99-102.

11. Haagse Post, 26 april 1969. 12. Opinie, 12 februari 1969. 13. De brieven van partijsecretaris

Wieldraaijer aan Kors, van 5 en 16 december 1968 werden geci-teerd in de ‘Discussienota ten behoeve van een vertrouwelijke bijeenkomst van Democratisch Appel te Utrecht op 1 februari 1969.’

14. Het Parool, 17 december 1968. 15. Doeko Bosscher, ‘De jaren

1946-1970’ in: Maarten Brinkman, Madelon de Keizer en Maarten van Rossem (reds.), Honderd jaar

sociaal-democratie in Nederland 1894-1994 (Amsterdam 1994),

233.

16. Han Lammers, ‘Den Uyl en Nieuw Links’, in: J. Jansen van Galen en B. Vuijsje, Joop den Uyl.

Politiek als hartstocht, een portret in twintig interviews (Weesp

1985), 122-123.

17. Interview met Heertje door H. Vingerling en C.C. Schouten in hun dissertatie Democratisch

So-cialisten ’70. Nevenstroom in de so-ciaal-democratie? (Rotterdam

2003), 109.

18. James Kennedy, Nieuw Babylon

in aanbouw. Nederland in de jaren zestig (Amsterdam 1995), 19.

19. Vingerling en Schouten,

Demo-cratisch Socialisten ’70, 105-109,

geciteerd uit 105.

De incorporatie van Nieuw Links

droeg bij aan de formatie van het

legendarische kabinet Den Uyl,

maar ook aan een serieuze

identiteitscrisis toen het tweede

kabinet Den Uyl er niet bleek

te komen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij het beschikbaar stellen via internet gaat het (meestal) om ‘de beschikbaarstelling van hun werken voor het publiek op zodanige wijze dat deze op een door hen individueel

Hoe meer de mensen de macht, de welvaart en de onderwijsmogelijkheden ge- lijk opdelen, hoe meer zij ook samen delen in hun vrij- heid, en hoe meer reden er dan is om

derlinge betrokkenheid en verantwoor- delijkheid De samenleving is geen losse verzameling individuen rond markt en overheid/ wordt ten over- vloede opgemerkt Dat is

Daar lag volgens Van der Zwan niet alleen het succes van Nieuw Links, maar ook zijn zwakte: Tien over rood was niet meer dan een pamflet, en bovendien verschoof de

Dat was in zijn evenwichtigheid typerend voor de onafhankelijke positie van de VARA-journalistiek, maar er waren vele VARA-mensen die het maar niets vonden dat Achter het Nieuws

Nadat Nieuw Links in 1971 in het partijbestuur de meer- derheid had gekregen, werd het concept van de PvdA als actiepartij vanuit dit orgaan verder uitgewerkt.. Ergens in het najaar

Cu- mulatie van (partij)functies werd door de nieuwe lichting niet uitgebannen, misschien wel omdat zij met te weinigen waren om alle zetels enkelvoudig te kunnen bezetten – en

Nog voor de pu- blicatie van Tien over rood leverde Regtien uitgebreid commentaar op stukken die binnen Nieuw Links circuleerden (iisg, Archief André van der Louw, inv.nr..