Studie naar alternatieve montagesystemen van c.v.-ketels
Citation for published version (APA):
van Cleef, L. G. G. M. (1984). Studie naar alternatieve montagesystemen van c.v.-ketels. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0117). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1984
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at:
openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
STUDIE NAA .. B. ALTBRNATIEVE
====::.:::.-
==.==-====-==-='=====~ ]WNTAGESYSTEMEN VAN C. V.-======~~=~==========~= KETELS ==-== Opdrachtgever:AWE,Eeek en DonkRapporteur :L.G.G.2II.van Cle
Eegeleide,r THE: F • Langemeyer
Eegeleider AWE: H.J.Heling
VerslagnUI!11ner :WPE 01.1,7
INHOUDSOPGAVE
1 .-VOOR1
tVOORD •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 'bIz. 1. 1; 2.0PDRACHT ••••••••••••••••••••••••.••••••••••••• ,blz. 2.1, 3~. IIJ'LEIDIJ\TG ••••• ' ••• +' • • • • ' • • • • • • • • • • • • • ' • • ' • • • • • - • • • bIz. 3.-'1
4.BESCHRIJVING HUIDIGE PRODUKTIEPROCES ••••••••• bIz.4.1 4.1 •. Produktspecificaties •....••..•••••••••••• bIz. 4.1-4.2.Voorgemonteexde onderdelen ••••••••••••••• blz. 4.4
4.2.1.V66rgemonteerde onderdelen G15.16 •• bIz. 4.4 4.2..2..V66rgemonteerde onderdelen 09.01S •• bIz. 4.4
4.3 •. Layout ••••••••••••••••••••••••••••••••••• blz .• 4.5
4.3.1.Layout totale afdeIing ••••••••••••• bIz. 4.5 4.3.2.Huidige opslag onderdelen G15.16 ••• bIz. 4.6 4.3.3.Huidige opslag onderdelen 09.01S ••• blz. 4.7 4.4.Hat bedrijfsschema ••••••••••••••••••••••• bIz. 4.8 4.4.1.InIeiding ••••.••••••••••••••••••••• bIz. 4.8 4.4.2.Bedrijfsschema G15.16 •••••••••••••• bIz. 4.10 4.4.3.Bedrijfsschema 09.01 S ••••••••••••• blz. 4.13 5.LITERATUURONDERZOEK VERSCHILLENDE
MONTAGE-SYSTB!l',1EN ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 0. • bIz. 5.0 5.0.Inleiding •••••••••••••••••••••••••••••••• bIz. 5.0 5. 1 .AIgemeen ••••••••••••••••.•••••••••••••••• blz.5.1 5.2.Indaling ••••.••••••.••••••...••••••• # • • • • • blz.5.3 5.3.Indeling rationaliseringsvoorstellen ••••• blz. 5.5 5.4.Montagevriendelijk construeren ••••••••••• blz. 5.7 5.5.0pbouw van een montagesysteem •••••••••••• blz. 5.19 5.6.Automatisering van de montege,noodzaak,
oplossingen •••••••.••••.••••••••••••••••• blz. 5.21 5.7.Robots in de montage ••••.•.•••••••••••••• blz. 5.29 5.8.Automatische
montagesystemen,flexibili-teit en produktivimontagesystemen,flexibili-teit door modulaire
'systeemopbouw .••••• ' •••••••••••••••••••••• bIz. 5.39 5.8.1.Het fIexibeIe montagesysteem,
systematiek •••••••••• T • • • • • • • • • • • • • blz. 5.39
5 .~9 .Opbouw van een goede montage-organisatie. bIz. 5.42
5
.to
.Middelen voor de mechanisering en" Cautomatisering van montageprocessen •••• blz. 5.53 5.·1.0.1 • Inleiding ... bIz. 5.53
5.10.2.Manuele mont~gesysteIJen •...•••••• bIz. /~.54
5.1.0.2.1.Vormgeven ahv weten-schappeIijke arbeids-studies •.••.•••.••.••.•. blz. 5.54 5.l0.2.2.Vormgeven mbv tijdstu-dies ••••.•...•.•.•• bIz. 5.56 5.1,0.2.3. Vormgeven mbv gestan-daardiseerde eenheden, werktuigen en uitrus-tingen ••...•..•..••••••• bIz. 5.56 5.10.).Machinale montagesystemen •.••••.• blz. 5.60 5.1.0.3.1.Montagesystemen met kontinue transferbewe-ging ...•...••.••• bIz. 5.60 5.10.).2.Machinale
montagesys-temen met
intermitte-rende transferbewegi~g •• bIz. 5.62
5.10.4.Montagelijnen •.•••.•••.•••••••••• blz. 5.72 5.10.4.1.Principiele opbouw •••••• blz. 5.72 5.10.4.2QMontagelijnen opgeboud
uit Iosverbonden
manu-ele montageplaatsen ••••• blz. 5.73 5.10.4.3.Montagelijnen opgebouwd
uit Iosverbonden, machi-nale en manuele montage-systemen en automatische
montagestations ••••••.•• blz. 5.74 5.10.4.4.Montagelijnen opgebouwd
uit Iosverbonden
machi-nale montagesystemen ••• blz. 5.75 5.10.4.5.Montagelijnen voor
auto-matische montage van grote complexe
5.tO.4.6.De inzet V8n robots in
de montage ••••••••••• " •. blz.. 5.77 5.11.Financiele beschouwingen bij de autoT
matisering van montageprocessen ••••••••• blz. 5.79 5.11.1.Kostenveranderingen bij
stijgen-de automatiseringsgraad •••••••••• blz. 5.79 5.11.2 .Ko sten voor
niet-volledig-ge-bruik van de produktiemiddelen ••• blz. 5.79 5.t1.J.Maatregelen tar vermindering van
de stilstandkosten bij
automati-sche montagemiddelen ••••••••••••• blz. 5.80 5.11.·4. Economi sche levensduur en
terug-verdientijd ••••••••••.••••••••••• blz. 5.80 6.VOORSTELLEN NlEUWE PRODUKTIE ••••••••••••••••• blz. 6.1
6.1.Inleiding ••••••••••••••••.••••••••••••••• blz. 6.1 6.2.Vergelijk verschillende systemen ••••••••• blz. 6.1 6.2.1.Manuele montagesystemen •••••••••••• blz. 6.1 6.2.2.Machinale montagesystemen •••••••••• blz. 6.2 6.2.3.Automatische montagesystemen ••••••• blz. 6.3 6.3.Systeemkeuze ••••••••••••••••••••••••••••• bIz. 6.4 7. VERGELL:JK MET BEDRIJFSKUNDEVERSLAG:.D.D.
APRIL 1 983 • • • • • .. • • • • • • • • • • • • . • • • • • • • • • • • .. • • • • bIz. 7. 1
7 • 11. Inl e i di ng. . .. . . . . . . . . . . . . . . • .. . . . •• bIz. 7. 1
7.2.Adviezen bedrijfskunde-onderzoek •.••••••• blz. 7.1 7.3.Kommentaar op bedrijfskunde-onderzoek •••• blz. 7.5 8.LITERATUURLIJST ••••••••.••••••.••••.••••••••• bIz. 8.1
9. SLO T\VO~ORD ... ., ••••••• • bIz. 9. 1
BIJLAGEN:
I.Voor- en nadelen van de rond- en langs-transfersystemen
. 1.1
-1..VOORWOORD
====
Voor U ligt het verslag van de 11-op-dracht van ondergetekende.
De Il-opdracht is t n essentieel onderdeel van de TH-studie;
omdat de student nu Ins kan kennismaken met de dagelijkse praktijk van ztn afstudeerrichting.
Ik wil hierbij tn hartelijk woord van dank richten aan de heren H.Heling van de AWB en F.Langemeyer van de THE voor hun bekwame begeleiding.
Ook de montagebaa.s dhr.Leenders en de medewerkers van de
.
-montage-afdeling van AWB wil ik hierhij bedanken v~~r hun
medewarking.
Eindhoven, september 1i984
Z~OPDRACHT
o P D RAe H T II
==============.=====
Analyse van de monta.ge-afdeling; speciaal gericht op de montagebanden.
Vervolgens adviez"en om werksi tuatie en werkmethoden te verbeteren.
Doel: verhoogde, meer efficiinte produktie, zonder aanta"sting van de flexibiliteit.
Toelichting:
In de montage-afdeling z~Jn twee hoofdmontagelijnen en een drietal kleinere montagebanden.
De montage geschiedt semi-statisch, dus niet volgens
het 'lopende-band-principe'. '
De werkmethoden moeten drastisch verbeterd worden. In dit verband zou een theoretische analyse kunnen
leiden tot een principieel gewijzigde aanpak. Anderzijds kunnen praktische adviezen leiden tot een verbeterde methode in de huidige opzet.
De aandacht moet in hoofdzaak gericht zijn op de twee hoofd-montagelijnen.
H.J. Heling
Apparatenfabriek Narmtebouw B.V.
}.1
-3. INLEIDING
Apparatenfabriek Warmtebouw BV(AWB) t'e Beek en Donk is praduc'ent van Gas- en oliegestaokte CV'-Uni ts, biaI&rs e'll stadsverwarmings-regel-uni t s.
Dit rapport geeft in eerste instantie een analyse van de montage-afdeling.ln hoafdstuk 4. 'Hardt- de huidige pradukt'ieme:thade beschreven.
De hierbij behorende tekeningen z.ijn bij het bedrijf ter inzage,. helaas kanden dezen niet in dit verslag worden opgenomen.
In hoofdstuk 5. wardt het literatuuronderzoek beschreven dat
ver-richt is naar de verschillende montagesystemen.
In haafstuk 6.warden voarstellen voor de nieuwe praduktie n.a.v. het literatuuronderzaek gedaan.
Om de, produktiemethode te kunnen be-schrijven is in eerste instantie van het, bij opname van de ge-gevens, monteren van 2 typen CV-Units uitgegaan: G 15.1;6 en 09.01S. De G15.t6 heeft nominaal vermogen 1.8,0 IDV, de 09.01 S 9,4 KW ..
Op de volgende bladzijden zijn enige nadere gegevens van deze. CV-Units vermeld.
Aan dec hand van de tekeningen, de ge.gevens op de volgende bladzij "'l
den en gesprekken met de praduktieleider is geconcludeerm dat de:- twes genoemde units rapresentatief zijn voor hat mantagep:roces
(cq. het zijn doorsnee.pradukten).
Hat eindprodukt ant-staat door het samenvoegen c.q. monteren van (voorgemonteerde-)onderdelen. De voorgemonteerde onderdelen zijn vermeld mn par.4.2. gelijk na de produktspecificaties van 4.1.
Ongeveer 50
%
van hat tafeloppervlakvan de afdeling,weergegeven in de layout ap blz.4.5 wordt ge-bruikt voor v66rmontage.
4.BESCHRI.JVING HUIDIGE PRODUKTIEPROCES
= = = = = =
4 •. 1: •. Produktsipecificatie·s
Op de volgende bladzijden zijn enkele nadere gegevens van de: G1i5.16 en de 09.otS vermeld.
De Gt5.t6 is een C.V.-ketel uit de: oude serie,zie bladzijde 4.2.De 09.·01,S is een C.V.-ketel uit de nieuwe(huidige) serie zoals verrneld op blz.4.3.
Een korte verklaring van de produktaanduiding! a.G15. 116! - G=gasgestookt, wandketel
- l5= vermogen in kcal/1:000( 15.000 kcal}
- 1,6= volgnuruner b.09.01,S: - 09= nominaal.vermogen = 9 KW - 01.= volgnummer - S = staande.uitvoering De gewichten(ongeveer): G 15.16: 65 kg 09 • 0 1: S: 45 kg
De konstruktietekeningen kunnen helaas niet in dit verslag weergegeven worden.
De produktieaantallen: G15. 16: standaard: 1300/j aar
Standaard+varianten: 24)O/j aar 09.01S: 750/jaar
AJfB totaa1: 20.000/jaar
Vanuit de produktkonstruktie gezien zijn beide typen ketels representatief.De afwijkingen tussen ds verschillende typen betreffen aIleen enkele onderdelen zoals brander,trekonderbreker e.d.
De tabellen op blz.4.2 en 4.3 geven e.e.a. nog eens weer. De ABC-analyse(= uitzetten in grafiekvorm van cumulatieve jaarproduktie tegen omzet in guldens) met kontrole van de 80-20-regel(=20% van de pxodukten zorgt voor 80% van de omzet)kon helaas nmet uitgevoerd worden, daar de benodigde
4.,2 -Technische: gelgevens G 15.16:
I
10 8.01 ~o 10.01 .0.13.01 1015.11 1[G
18.18 1020.15 . 023.01 029.10 035.10 o 15.13 2 0 18.20 020.17 023.03 '0 8.03 , 9,1 I 89,2 I , I I • L l ' • : . ~ 1 I . i ~ • • , i 12,3 J 90,0 ' 4I,
I • t II • I
4.
I I 15,4 I 90,3 I ~ I I i 4 I ' II.
i : I I 18,0 I 87,3 ! I i I 4 I i ' 4 I i i i 20,6 I 86,0 I I ,4 i ' 4 : 4 . 'i
23,6 i 86,6 , l : i i i ~ t: I 4 I 4 i 4 I I 40,6 I 84,8 I • i i i : 4 ' I ' , I i 18,0 i 87,3 I I : I : • I • I i i , , i • I i 20,6 i 86,0 I i ! ~ • . i • ! i , ~.; .• U~4~!_ ... i-:.~I __ : 23,6 i 86,6! I I • ij.
I I • i . I I : • I I 26,3 ! 85,4 I , . • ' i . 'i.
I i . ! I ' • i ! 9,1 J 89,2 J i , 4 , : ! 4 i I I ; , 12,3 t 90,0 ' i i 4.!
I : 4 I I I " 15,4 I 9O,3!, i 4 • I I I 4 ' I . I ' 4 I : 1810 1 87,3 ! J. 4 tl ! ; ~ ! i i i ! 20,6 i 86,0 ' ! ' i i I I I 4 • i I 4 '015.16 118,0 187,3 I i ! ; • I I I I I • ; j 0 18.23 • 20,6 i 86,0 i • I [ :I.
1 i I " ! • iI
K 17.01 A I 19,8 191,0'! •i
'I, ' I 4 ! I I I 4 I I ,j.
I
5I
'iK17.02C K 17.01 B ;19,8 191,0' 119,8 191,0':.! I • i i i i I ! I ' 4 ' 14 I i i i . I I ,i.
I K 17.04 D I 11,5 I 89,0'_e
I I I I • I 4 I I : , I • :I
H 25.08 ,29,1 188.0·! : I i . i - i - : ! i i - , -I 6 ~ 35.07 i 40,7 i 88,0' i , i ' 1 i - I - I ! : ! - - -: H 50.07 I 58,1 ,88,0' '1 I t i '~I - I· ... , [
! - . - I -7I
BOILER DL1P • 80iiter!' - i -I -
I.
I I ; I - I - i ' j - ! iSTADSVERW.OPTl - - I - , - : • I I - i - . ' - - i -8 tSTADSVERW.OPR - i - I - : - : . : I ! - : - I - - I -i STADSVERW. IP i - , -i-' -
i . ' ! ~ I - I - • - - i -• Rookgaszijdig I- 4.,): Technische gegeve:ns 09.01
s:
..
870I
aso_I
staand 0701 S 0901 S 12,11 S wand 07.02 W 09.02 W 12.12 W 8elaSting bovenw •• rde kW 4,9· a,5 11,5 14.2 Belasting onderwaarde kW 4.4. 7,7 10,4 12.8Nominaal vermogen kW 3.8· 7,0 9,4 11.6
NominUl lIermogen Mcal/h 3.3· 6.0 8.1 9.9 WaIerlijdig rend. Bovenw. % 77.9·81,8 81,4 81,7 Wattmijdig rend. Onderw, % 86,6·90.9 9004 90.8
Brandstof aardgas aardgas aardgas
Aantal sptJitstukken 1 1 1
SptJiterboring mm 2.80 2.90 3,20
61'l1flderdruk mbar 2.8·8.8 13.9 14,0
Gasverbruik ml/h.1S'C 0.50·0,92 1.25 1.54
Gewicht .xel. water (staand) kg 47 47 47
Gewich! .xcl. water (wand) kg 46 48 48
Waterinhoud liter 10 10 10
Verwarmd oppeMal< m2 1,24 1.24 1.24
Max. ketelwater temp. ·C 95 95 95
Max. overdruk 3 3 3 1341$ I 1401 S 14.03W 17.3 15,6 13,7 11.8 78,8 87,6 aardgas 3.40 16.2 1,87 47 48 10 1,24 95 3
~~
•
!=-~-f
!, , 643 ~ol z--1
1 ! h - - - - i~i
I
OPI1ANGFRAME WAHDKETEL 14,065 14.07W 17.3 15.6 14.1 12.1 81,1 90,1 aardgas 1 3AO 16.2 1.87 47 48 10 1,24 95 3 X: ... v_cv022 Y: _cv022 Z: gas012 +1 ... _..., Wbu.,2mml<neI OPOE8OUWOE TREl(OHOElIBlleKEII VOOII DE TYPES 14.065 14.07lN A: aanvoarcvG'V."bI B: retourcvGWbI C: gas G 'At' bl aile maten in mm4-.,2..Voorgemonteerde onderd.el.e;n
4-.2..,l.Voorgemonteerde onderdelen G15.16 nummer: omschrijving:
1 Bedrading
2. Wearstandschijf
J Fitstuk boven pomp
4 Ophangframe's gefit 5 }-wegklep gefit 6 Tapvat 7 Fi tstuk onder-opomp 8 Gasb:'ok+ brande:rs
9
T-stuk,plug+dompelbuis1,0 Bedrading met spaarstandschakelaar
11 koudwaterleiding 12 gaslaiding+snelkoppeling 4.2.2..V6orgemonteerde onderdelen 09.01S nummer: omschrijving: 1, Bedrading 2. Weerstandschijf 3 T-stuk-dornpelbuis 4 T-stuk+koppeling+dompelbuis 5 Spec.-stuk+kraan 6 Gasleiding+snelkoppeling 7 Voorpanelen 8 Zijpanelen 9 Verlengnippel+kraantje 10 Brander+stralingsring+typeplaatje 1.1 Stralingsring+afdichting
..f:>-• W ..f:>-a • ~
w
• • 36 moI
TAFEL1
J
I
TAFEL 2.I
lTAFEL3J
t
TAFELIfl
i:;-i
m
(n 0s::
d-O d-RAMJIt
r-~---L____
' -
~---'--
- - - - -
- - --- ,
~--J~
fj ~ ()) (n 1-1) p.. ~1-'-LASSERIJ
I
ROLLENBANK VOOR O~IOJQ~
:
I
p.. IiCD p:;-
..f:>-C?=<l
II
I
ROLLENBJUJK VOOR G15016 rv V1 Q..f:>-r - ---- - ---- ---- -...-.
...-.. ~- - - ,
13L - - - "-- .:..-. - - -
---~
m () ;....- P' (n (n i-'..
.,..l...
rv 0 0r--"
L_
-1
== opslag te monteren onderdelen
4.3.2.Huidige opslag onderdelen Gt5.16
1
1><1
montagevoortgang Verklaring: A=
ketelhuis op pallet(warmtewisselaar) 6=
gereedschap,bevestigingsartikelen D=
circulatiepompen F=
strips en platen H = koperen leidingen I = siermantels J = IsolatieL tafel met
klembus,wartelmoer,kabel-band p = verpakking(dozen) R = Stralingsplaten S
=
circulatiepompen S "" Flexibele waterslangen ISchaal : 1. : 2001Opmerking: De opslag van diverse voorgemonteerqa onderdelen is NIET aangegeven,deze
wij-zigen zeer snel van plaats afhankelijk van diverse
faktoren(ruimtegebrek,voor-raad etc.)
..po
,
403o1oHuidige opslag onderdele:n 090013
1BI<::1
101 Ie] 1i'lglRI
I
1~ILl
IN[NINlNIO[6]ol"l
pl@J
RT
mlr---~·~C>C~~I---J LAS3ElRIJ ,'r" " ..-, montagevoortgang
:>
Verklaring: A=Ketelhuis B=Pallets C=Bevestigingsartikelen D=Circulatiepomp E=pijpF-ondersteuningsstrips voor pijpen G=trekonderbreker H=koperen leiding K=pompschakelaar+L 4189A L=gereedschap+band+plastic bevesti-gingsartikelen M=aansluitgarnituur N=afzuigkappen O::::zijwand P=verpakk1ng Q=aanslu1t1ng kraan+sleutel •
T
I
Schaal : t :200I
Opmerldng: De opslag van de v66rgemontee.rde onderdelen is NIElT aangegeven.de.ze wijzigen zeer snel van plaats af-hankelijk van diverse faktoren zo-als:tijdelijk
4.B
-4.·4.,He:t bedri,ifsschema 4.4.t .. Inleid.ing
De' montagevolgorde kunnen we vastleggen in het zgn.bedrijfs7' s'chama..
Bij het opst'e:llen van hat bedrijf.sschema wordt het bedrijf, in eerste instantie verdeeld in eenhed9'n bestaande uit de reeds be-kende(sub-)afde:lingen,bijv.het grondstoofemnagazijn,de produktie enz •.
Vexvolgens vindt binnen de (sub)afdelingen, vaak 9'chtex aIleen binnen de produktie.,' een verde ling naar bewerkingsstation plaats. In de regel zal voor iedera vexschillende. be,werking, kombinatie van varschillende bev{erkingen of groep geIijksoortige bewe.rkingen een blok gemaakt worden.
De mate van detaillering is afhankelijk van de; mate waarin de akti-vi tei ten kri tisch zijn ten aanzien van de handling,. de kwali tei t en de: kwantiteit van het wordende produkt.
In het bedrijfssehema worden de volqende notaties qebruikt: qenummerd blok
n - 1,2,3, .••• ,P, afhankelijk van het aantal blokken (in fiquur 5, n .. 8)
qrondstof, hulpmateriaal, halfprodukt enz.
n - nummer van het voorafqaande of het volgende blok. oit nummer legt de relatie
tussen de blOkken vast, doch 1s slechts interessant als de blokken met hun onder-linge relatie niet in "n schema te tekenen zijn.
n - O,1,2, .•.•• p.
n • 0 in het volledige schema en als het voor-afgaande of het volgende blok een
<>
.,
-•
x~
•
)(x
•
f
x
II . i'~·"· '. <' 409-m - artikelqroepnu-m-me:i:, bijvoorbeeld kartonnen dozen, halfproduktEm, afval., enz.
m ~ 1.,2,3, ••••• ,q.
met de hand ui .. tqevoerde bewerkinq, handelinq
n
=
1,2,3, •••• ,p.machinale bewerkinq
n - indikatie van de soort bewerldnq
n = 1,2,3, ••••• ,p. buffer opslaq in maqazijn aepareren sa.menvoeqen kwantiteitsinspektie kwaliteitsinspektie
stroom grondstof, hulpmateriaal, toevoeqinqen
hoofdstroom
verder verloop niet aiqebeeld
404o2oBedrijfsschema G15016
Vlonder
1.
=
warmtewisselaar op vlonder plaatsen2 = aansluitingen schoonmaken
3 -- blindklinkmoer Illonteren
4
=
klixon monteren5
= pijpnippel monteren6 = isoleren
7 = fitstuk onder pomp monteren
8
=
gasblok+brander monteren9 = kabels op klixon bevestigen
10
=
waerstandschijf plaatsen 1.1 :; sticker opplakken c.""-,,,
1 \
. J ' --'"Oprnerking:De cijfers in de driehoekell
worden verklaard op blzo
4.4
/.,..."I---f(
2 )
... ,...;. 12=
knie monteren 13=
3-wegklep monteren14 =
T-stuk,plug+dompelbuis monteren1,5 = voeler gasblok in T-stuk zetten '
16
=
flexibele slang monteren17
= pomp monteren18
=
fitstuk boven pomp bevestigen19
= afdichtingskoord monteren 20=
trekonderbrekar plaatsen 21. = tapvat monteren • ."..,. o Ir
-@i---®~~1'---f@t---f@1---III<e>>---,(
3 )
... / /-I
3
' t - - - - D - + - - - f\
/ ...-22
=
Spaarstandschakelaar monteren23
=
3-wegklep elektrisch aansluiten24 = pomp elektrisch aansluiten
25
=
kabels op gasblok monteren2.6 = voeler van taptherrI10staat in tapvat monteren
27
=
plastic dop op tapvat monteren28= ketel afpersen met lucht 29 ;:; bedrading vastbinden 30 = spaarstandschakelaar monteren 31 = elektrisch kontroleren VIA} 32 = koudwaterleid'iing monteren 33
=
siermantelsteun monteren34 - lekplaatje op siermantelsteun popnagelen
. 35 = typeplaatj e popnagelen
36 = installatievoorschriften bijvoegen
37
=
ketel vastbinden op vlonder38 = kontrole algemeen
39
=
siermantel bijplaatsen40 :;::: ophangframets bevestigen
42
=
gasleiding+snelkoppeling monteren43
=
hoeken in doos zetten44
= doos dichtplakken45 munmers op doos schrijven
46 = doos Offisnoeren met band
404.3.Bedrijfsschehla 09.01S af'dichting brander stralingsring
,,--...
( 1
J
'--"
A == ketelhuis(c.q.warmtewisselaar) 1. == aansluitingen schoonmaken 2 == gaten tappen 3 ::. T-stuk+koppeling+dompelbuis mQnteren 4 :: T-stuk+dompelbuis monteren4A== verlengnippel+kraantje in T-stuk zetten 5 :: klixon monteren 6 == isoleren 7 :: sticker plakken 8 - Spec.-stuk+kraan monteren 9 - stralingsplaatje+typeplaatje bevesiigen en
Opmerking:De cijfers in de driehoeken w.orden verklaard op blz.4.4
10 = pijpendoorvoerstrips monteren
11
=
aanvoerleiding monteren1.2 :: brander+Atralingsring+afd.monteren 12A= afdichting op stralingsring bevestigen
13
=
Gasleiding+snelkoppeling monteren14 :: pomp rnonteren
15
:::: retourleiding monteren1:6 ::: bedrading vastzetten
17 == pomp elektrisch aansluiten
19 - voeler van thermo staat in dompelbuis monteren
20
=
kabels op gasblok steken21
=
snappers monteren22 = thermo-hydrometer monteren
23 :::: weerstandschijf inzetten
24 :::: afdichtingskoord voor rookgaskap bevestigen
25
=
rookgaskap-trekonderbreker monteren26 = elektrische kontrole
27
=
afpersen met lu~ht28 - plastic doppen monteren
29
=
kontrole(pomp rechtzetten etc.)30 :::: aansluitgarnituur op bodemplaat leggen
31
=
zijpanelen bevestigen32
=
bovenpaneel,snappers met vulring inzetten33
=
bovenpaneel op ketel monteren34
=
voorpaneel plaatsen35
=
doos eromheen zetten.36 -
opvulhoeken in doos zetten 37 :::: doos dichtplakken38
=
gegevens op doos schrijven39
=
doos 2x omsnoeren40 = ketel van de band afzett~n
I
~ 5.0
-5.,LITERATUURONDERZOEK VERSCHILL.ENDE IWNTAGESYSTEtIEN
=-====
-5.D •. Inleiding
In het vorige hoofdstuk is de huidige si tuatie betre'ffende de montage ui tvoerig beschreven. In dit hoofdstuk wordt tn poging gedaan om de verschillen-de soorten rnontagesystemen, die uit verschillen-de literatuur be:kend zijn, overzichtelijk weer te geven en verder toe te lichten. Dit hoofdstuk is als voIgt onderverdeeld:
Algemeen: 5.1.AlgeLleen 5.2.Indeling
5.3.Indeling ra tionaliseri.ngsvoorstellen
Het produkt: 5.4 .iJIontagevriendelijk konstrueren
De
produkt'ie-middelen 5.5.0pbouw van een montagesysteem
5.6 •. Automatisering van de montage, ••••• 5.7.Robots in de montage
5.8.AutOInatische montagesystemen ••••.•• 5.10.11iddelen voor de mechanisering •••••• Organisatie: 5.9.0pbouw van een goede montageorganisatie Financieel : 5.1.1.Financiele beschouwingen bij de
auto-matisering van montageprocessen
In hoofstuk 6 wordt In keuze uit deze verschillende
rnontage-systemen gedaan toegepast op onze produkten, de. 2 typen
5.,1;
-5 • l.,Mg'emee:n
Op de: nationale en internationale markte:n worden tegenwoordig geringe g,e'riEe:groottes en maer varianten tage;n kortere le:ver-tijdeu g.evraagd.,
Om c:oncurrerend te blijven moet 'n onde,rneming daarom continu blijven zoeken naar kosten- en tijdbesparende produktiemogelijk-heden voor bestaa.."1da en toekomstige produkten.
Het montagebereik biedt nog een ze.er groot rationaliseringspotentiaal.De noodzakel:Ljkheid van ratiomali-seringsvoorstellen in de montage is te,rug te voeren op de in onderstaande figuur genoemde randvoorvvaarden:
(lurch KYadennihe der Mont"'l verursachte Probleme • spate FlStlagung der Praluktausstattung .Vletfalt'der Pnxtukt- und Ausstattungs·
varianten
• 'ElnhaHung des Liefertermins • Auslastungsschwankungen
.'hone Qualitatsverantwortung
hoher Praluldwert in der Mont",!! Gesamtdurchlauizeit Wertzuwachs 10-50 .. Anteil Durchlauizeit in Montage 100% MoM, - - - - 111 Fettig • I :
---1---
---"+30 I i K/IfI.+ I , AV 1 0 SO 70 100.,. F .... ill. Motr .... Outchlaufuit zur;" ____ iiiii_iiiliiiiiiiii __
Rationallsierung .~~~ _ _ _ _ _ _ _ _ _I
In der Montage zun§bmende Persgnalkgs1en anteilige Personal-kosten an den Montage-kosten lohneMateriail I)".' 50" 1971 1976 1981 nach:VDMA figuur 5.1.1Anteil ynQraluktiver Ne!len~eiten
(Beispiel aus Werkzeugmaschinenbau)
\
TranspottameHen
I Telle holen' Unterlagen beSchatfen
Wattez.iten auf Vorrichtungen. . Hebem ittel etc.
Zusammensteilen von Sauteilen
K. H. Petfekoven
P. Kettner Notwendigkeit zur Rationalisierung in der Montage
In de enkelstuks- en kleinserie.produktie wodrt hat aandeel van de. in de montage. gebondel1ll om~oopkapi taal geschat op 30-50% va..'1. hat totaal gebonden omloopkapitaal.(in de seriemontage:1,0-30%) Om de, levertij den te. verkleinen moeten de doorlooptij den in de montage gereduceerd worden.
De sterk gastegen loonkosten van de laatste jaren veroorzaken in
kostendruk.
In d.e 6'nkel- en kleins:erieproduktie kunnen de personeelskosten
tot 90 % oplopen, in de massafabricage wordt dat gereduceerd t'ot
beneden de 50%.
Bij de massafabricage veroorzaken de kapitaalintensieve montage-machines een vergroting van de kosten.
am de integratie van de montage binnen de: totale produkt.ie aan te geve.n moeten we onderscheid maken tussen de materiaal- en informatie.stroom:
• LiIftI'1ngIIItn eTftllIMr'%tIgIrI.i1l!Jlll e Fertlgung K.H. Peffekalen 13388-150 eZlidlnull!Jlll .MontaIgIInleltungtn eMdirungslllltteilutllJlfl
•
nldtzuarbeitende Teil. Eiganftrti-gungst.iI. ZukaufteUe unci -llaugruppen -lnfcrmationstluB figuur 5·. 1 .2Integration der Montage In den betriebllchen
I nformations- und MaterialfluB
..
Labntulll •. Evnheim
De montage zorgt voor het samenvoegen
van aIle, v~~r het produkt benodigde,informaties en onderdelen
5.·2. •. Indeling
Om de beJ.angrijkste problemen in de montage nader te kunnen
oms:chrijven etI.~nh.ie.rvan ui tgaand, ge,richte
rationaliserings-voorstel1en te kunnen afleiden, is 'n nadere onderve'rde·ling van montagesystemen noodzakelijk: manuefle Wertbankmontage -MeBgerilte • Apparate • Soh rktlpfe
• Spu Ige rate
Produktabmessungen <e K.H. Pettekoven P. Ktttner 13266' 150
I -
G roB motorenI
• Wertzeugmasch inenI .
Baufah rzeugeI
I :
FlugzeugeI
-Vergaser - Roll en lager - Elelctroschalter -Armaturen - Elelctromotoren . Automa-- Automa-- tisierung figuur5
0 2.1Abgrenzung verschiedener Arten von Montagesystemen
Lelntlllll •. EHBheim
Een pre:cieze afbakening van de verschillende montagesoorten is niet mogelijk m.a.w.grenzen met hierbij v6;rmeld de se.riegroottes
zijn dus niet te geveno
Afhankelijk van de soort montage zijn zeer verschillende probleen zwaartepunten te onderscheiden.
In de figuur op de volgende bladzijde worden zulke zwaartepunten tegenover elkaar geze:t in afhankelijkheid van de seriegroottas.
, 5.4
-.'Iange Durchlautzeiten .'hohes Fehlteilaufkommen
.'~aDazitatsengpa sse hinsieht-lIeh
- Personal - Flache - Profstande
.hoher Star- und Nebenzeit-anteil bedingt durch
- Transportarbeiten - AnpaBarbeiten
.,zeitaufwendige Planung des Ablaufs bei
. Anderung der Pro-duktionslledingu ngen - konstruktiv ge!nderten
bzw. neuen Produkten
• ungonsti51 aufeinander abge~
stimmte Einsteuerfolgen .,aufwendige Koordination des
bedarfsgesteuerten Personals .·Dispositionsprooleme bei der
Bereitstellung kundenspezi-fischer ZusafZbaugruppen und Bauteile an den Stationen
figuur 5.2.2
!tH. Peffekoven Problempunkte bei Montagen mit Oberwiegend manue/len Arbeiten
Bij de geautomatiseerde montage kunnen we van wezenlijk andere problemen uitgaan.
Zie hie;rvoor de figuur op de volgende bladz.ijde.
Door de meestal hoge komplexiteit van het samenvoegen liggen de meeste moeilijkhede.n bij de automatiseerbaarheid van de montage-operaties z.elf.
Reeds bij kleine vorm- en maatafwijkingen van de te montere;n onde.rdelen kunnen storingen optre.dem.
Bij star verbonden draagblokken werken zulke storingen gelijk door op de totale produktievoortgang.
•
Autbau \/Of1 automatlsierten
Montagesystemen
",...----_-..,
I
L.. _____ ~/\
Bartfi)wn automatisierten MOntagesystemene Automatislerbarteit von Montageoperationen eAufteilbarkeit des Montageumfangs
auf Automatlkstatlonen
- KonICIlexiUt dar statlonen
• Zeitverhalten der StatlonClfl
e zeitaufwendige An laufphlse
automatlsierter Montagesysteme
everspatete Sehulung des
Sellen-und Oberwachungspersonals
Ii'
e hoher UmrOstautwand bel Umstellung
der Anlage
• Autwendige Oberwachung des Prozesses -MaS-und Formabweichungen der zu
montierenden Einzeltelle
• Abweichungen bei Werkstotfeigenschatten
d.r zu montierenden Teile
-Auswiriungen von Einzelstorungen auf der
Gesamtanlage
K. H. Petfekoven
P. Kettner Probleme b.i der Automatisierung
In der Montage
13241- !SO lehl'$tubl W. Evll'$heim
figuur 5.2.3
5.3.Indeling rationalise.ringsvoorstellen
In de figuur op de volgende bladzijde~.:. z.ijn de
rationaliserings-voorstellen ingedeeldo
Bij het systematisch opzetten van ra.tionaliseringsvoorstellen
moeten we in 2 richtingen k~ken:
1.montagevriendelijke vorm en struktuur van het produkt. 2..opbouw en bedrijfsvoering van het montagesysteem
IC.H. Peffekoven 13265-150 5 .. 6 -Ansatzpunkte zur . Rationalisierung in der Montage
Obersicht der Ansatzpunkte zur
Rationalisierung in dar Montage
figuur 5.3.'1
5.7
-5.·4 •. Montagevriende'lijk construere.n
Op grond van d.e invloed van de konstruktie van het produkt op de: o.mva:ng van de montage dienen montagevriendelijke produkt-ui tvoeringen liefst ao vroe:g mogelijk ingevoerd te worden.
Zie' hiervoor fig.5 .·4.1 •
Voor het montage,vriendelijk construe,ren van een produkt moet de constructe,ur eerst he.t produkt in bouwgroepen( c. q. voorgemon-teerde; deelgroe;pen) opspli tsen.
De in deze deelgroe:pen zi ttende enkele onderdelen dienen dan gestandaardiseerd te worden of moeten indien enigszins mogelijk gestandaardiseerde; onderdelen zijn.(zie fig.5.4.2)
De montagevriendelijke constructie dient nu vooral om de technische realisering van de verschil-lende montagesta.ppen te vereenvoudigen.
De hoofddoelen van een montagevriende-lijke constructie zijn naast de primaire tijd- en kostenredu-cering de stijging van flexibiliteit en leveringsmogelijkheid en het be,ter kunnen voldoen aan de kwaliteiseisen.(fig5.4 • .3) Een voorbeeld v~~r de strukturering van een produkt met het
oog op de mechanisering en automatisering van montagehandelingen laat fig.5.4.4'zien.
Door juiste. begrenzing van de deel-montagegroepen is het mogelijk kompleet voorgemonteerde een-heden in de eingmontage sarnen te voegen.
t
5.8
-MCgIiChkeit zur Kostenbeeinflus5ung und liOheder Anderungskosten in-den Praduldionsbereichen
Anderungskosten
I<on st ruldion Montage
Notwendlgkeitzur Anpassung der Gestalt von Pnldulden. Baugruppen und ElnzelteUen an die
Balinge der Praduldlon z. B. -fertlgungsgerecht
I . montagegerecht I
~protgerecht
Gestaltung von Produkten
nath: Mlese
far d.i e aut
0mat i s c heM
0n tag e
Ziele:
Anpassung der Produktgestaltung an die
Leistungsf3higkeit automatischer Mon·
tagesystem e
Aufgaben:
• Produktstrukturierung
• Standardisierung der Bauteile
• Montagegerechte Konstruktion
,. . -W; MUlier fig. 5.4.1 Montagegerechte Gestaltung als MaBnahme zu r Kosten~ beeinflussung letntulll W. E,erslleil'lW. MOiler
12081- 122
figo5.4.2
Gestaltung
von Produkten
fOr die
automatische
Montage
.
~
L.llralubl W. Ewersneill5.9
-.'Zeit- und Kostenreduzlerung .'steigerung der Lieterbereitschatt .,Qualitatssieherung
.'steigerung der Flexibilitat
.'Schaffung vormontieroarer Baugruppen
.,Abgrenzung von variantenunabh3ngigem Bauurnfang .,BerOcksichtigung von Funktionsprofungen
• Beaehtung von rnarktseitlg getorderten Teilprodulden
• Elnsm rnarktg3ngiger Kautteile
-Schaffung von lager- und transportf3higen MontagezwischenStufen
Abgrenzung fun ktionst3h iger Teilprodukte
nach: BMW W. Maller K. -H. Peffekoven 13367-151
fig.5.4.3
Aufgaben der rno n tag eg e ree htenProdukt-strukturierung
~
THAACHEN lellrstalll I. Eyersll_13080-151
fig.5.4.4
Konzepte
in er
montage-gerechten Produkt-struktur fOreinen
PKW lehr$tuhl W. Enrsheim L- 5.·1Q
-De aparte deelmontagegroepen kunnen t:ijdel:ijk parallel maar onafhankelijk van elkaar gemonteerd worden:
13081-151
fig.5.4.5 Beispiel ei n erVormontage-9 r uppe·
im
PKW-Bau nach: BMW 1 - - - : - - - - 1 lehntubl W. Ev~rsheilREen voorbeeld van een gelukte standaardisering van een produkt laat fig. 5.4Q7 zien.
Het produkt,een elektrisch meetapparaat, werd in
6
hoogtesonder-v;arCfue.ld.Door de mogelijkheid de onderdelen en bouwgroepen
wil-lekeurig met elkaar ~ kunnen kombineren ontstaan theoretisch
288 mogelijke variaties.
In figuur 5.4.8 zijn de. principiele mogelijkheden om een
~. 5.11 -a."'.Ul
...
" ' \ VoIt .. ,_ 20 .. :3 ' ... ,01' e ••• , 2." I \ S .... t 2-·2 • 288 fig. 5.4.7 nach: Nippondenso Standardisierung • eine MOglichkeit zur1-___ - - - - 1 Verei n fachu ng der Montageautomati sieru ng
11365-1 2
Mal3nahmen zur
montagegerechten Produktgestaltung
w.
MOiler
13295 - 151
fig.5.4.8Prinz ipielle
M~lich keiten
zur
montagegerechten
Produkt-gestaltung
De. maatregel.en ter vermijding van montagevoortgangen betre:k-· ken z;ich allen op de reduce:xing en het samenvatten van de bo:;u:wgroe'pen,onde:rdelen en verbindingselemente:n.
Dit is schematisch weergegeven in figuur 5.4.9.
Vele montagegangen kunnen door ba-antwQording van onderstaande vragen uitgespaard worden: (z;ie
figuur 5 •. 4. to)
Door reducering van het aantal
onder-delen ontstaan in de regel e.chter we~l complexe
werkstukgeome-trien.
Zo komen we bij de 2e mogelijkheid tot montagevriendelijk kon-strueren: het vereenvoudigen van de montagehandelingen.
De handelbaarheid kan opgespli tst
worden in 3 deelgroepen~
1 .•.. opnemen 2 •. bewegen 3.wegzetten
Een en ander wordt weergegeven in de figuren 504.11
tim
5.4.14.
fig.5.4.9
w.
MOiler 12835 - 152,
-Montage Montageobjekte VOl'93nge Q,) c:n-
c: c: !i ::::l Q) !i e c:e
VI VI c: • .9 Q) Q) CQ 8: Qi .S? Q. li! .~ ::::l '" c: c: c: "5...
~ Q,) c:ne
-
<: ::::l CQ ::::l c:n ::::l Q-
c: 't:: c:l CQ ' g u.. c: Q) CI.:I ;Z "c:I c:l c: Qi c::e
v; e Q,) .5 Ion >"'"
ZusammenfassenGliederung der Richtlinien zur Vermeidung von Montag evo rgangen
,
•
1. mOssen sich z.weimiteinander in Verbindung stehende Bauteilebei Wahrnehmungder Produktfunktion relativ zueinander btwegen?
2. mOssen z.wei miteinander in Verbindung stehende Bau· teileaus unterschiedlichen Materialien bestehen?
3. mOssen z.wei·miteinander in Verbindung stehende Bau-teilezur Montageoder Oemontage anderer Bauteile oder zur Wahrnehmung der Produktfunktion vone/nan-der getrennt werden?
kOnnen aile drei Fragen mit nein beantwortet werden, so liegt die MOglichkeit nahe, beide Teile zu e/nem rusammenzufassen • 13125-.. 51 M erksatze zu r Verm eidu ng von Montage-vorgangen
~
THAPCHENnach: G. Boothroyd ~---I
IIhrstuhl W. EflllhilD
Betrokken op de veree,nvoudiging van montagehandelingen kunnen we evenzo sleutelvragen formulere-.n(zie fig. 5.4.1.5 en 5.4.1.6)
He.t voorgaande kan in onderstaand schema samengevat worden(fig.5.4.17)
Met behulp van de checklist in figuur 5.4.1,8 kunnen we de hande:lbaarheid van de onderdelen van een produkt vaststellen.
In figuur 5.4.19 zij n de doelen en gevolgen voor de andere:- onderdelen bij de diverse maatregelen weergegeven.
Vereinfachungder HandhabungsfunJctionen
figp.ur 5.4. 1: 1: Ve.rminderung der
Anforde:rungen an die Verbesserung der Handhabbarkeit Handhabungdes
W8rKstOcks
Erkennen der Verminderun~s
we
rkstOcklage Orientierung arts Orientierungshllfen SChaffung von AutnehmenEinleiten der Verminderung des Schaffung geelgneter
Krafte Sedans an . Greifelemente .
G reitmOglichkeiten
Verandem von Beseit:&ung von SChaffunn von We rkstOckiage Behin ru~en 1m ZUfuh rhl fen und -position Bewegungs laut
Sewegen
Verandem von Verminderung der We rkstOckmengen Verhalcensnel9ung
Erreichen der verminde~ des Schaffung von Endlage Posltlonie arts Position Ie rh ilten Ablegen
LOsen der Kratt! Vermlnderung des Bedarts an G reifelemente Schaffung geeigneter GrelfmOglichkeiten
W. Maller G Ii ed e rung d er M a B n a h men z u r V ere i n fa c hun 9
~
von Handhabung stu n ktlonen11854 -152 Llllntuill •• Ennheim
figuur 5.4.1,2:
W. MOiler
12837 - 152ungOnstig
gOnstig
Kurze FOgebewegungen zur Vereinfachung
der Handhabungsfunktion
/IBewegen
IILebrsluhl ilL Ewerslleim
5015
-1:~~S~~~~~l;l~~~
W.MOlierffi3j
13330 -152~
$
fig.5 •. 4. 1,3~
$
I
i!
I
I VeTeinfachung von zwei acht-
Handhabungs-Geb.rauchslagen Geb nwchslagen fun kt ion en am
B e i s pie lei n er
oder Klemmscheibe
~~ Eindeutig unterschia:lI iche ~y.mmet rieachsen~~ far e I e kt r I s c h e Verkabelungen
,
$
~
-
r-II
--$---
!
II
t-Il
i
II
lIJZ~ ~.
Quadrat Rechteck THAACHEN
© L.flntall I_ e"ni.i.
I
MONTAGEGERECHTE KONSTRUKT1ONI
I
Montagegerechte Formgebung der EinzelteifeI
D972D. 151
-Forderung Beispiel
ungonstlg gQnstlg Symmetrlsche oder
Jffit._.:Fmt
betont unsymmetrlsche 12-'~
fig.5.4. 14 10 10 WerkstOCkeZ'-':jb
Verlagerul'l'.J derm
m
Positioniergenau IgkeitW
in das W,rkstOck Montagegerechte
Formgebung <..D der Einzelteile Stabllisierung
@-
ilfl
der WerkstOCklll}e Vomandensein von<3;>
~
Sortie,... und Position Ie,...
hllten an der AuBenkontur
p
p
,Ve,.inheltllchung
q
1
q
~
der E1nzelteile ( Standardlsierung
5.1.6
-... , ~
F'ragen, die zur Vereinfachung der Montage tOhren - be·z.oge:n auJ zu ve,rbindende
Bautelle-L sindkurze; gerade' FOgebewegungen mOgtich? (keine,Behinderungen 1m Bewegungsablaut?) 2. liegt eine minimale Anzahl an FOgerichtungen vor?
3, besteht keine Oberbestimmung bei der Verbindung der Bauteile?
4. sind FOgetoleranzen so grab wiemOglich1
S. sind Hilten zum eintachen Positionieren und ElntOhren vorhanden? (loB. EinfOhrschragen, Ansehlage etc?)
6. ist die FOgestelle gut zug3 nglich?
7. existiert genOgend Platz far FOgewerkzeuge?
8. behalten die zueinander positionierten Bauteile selbslandig ihre Lage?
9. sind JusUer- und Einstellvorg3nge leicht durchzufOhren?
(I. B. keinewechselseitige Beeinflussung von EinstellgrOBen?)
,
es sollen mOglichst viele Fragen miti!
beantwortet werden•
kOnnen!Fragen, die zur Vereinfachung der Montage tOhren bezogen auf ein einzelnes Bautel!
-L hat das konstruierte Bauteil Vorzugslagen? (m(lgllchst wenige?)
2. existieren eindeutige Mericmale zur Erkennung der BautellJage?
3., existieren eindeutige Merk:male zur Unterscheidung von anderen Bauteilen?
4. ist das Bauteil formstabil?
5, weist das Bautell Flachen oder Formelemente auf, an denen es gut zu greifen ist?
6. treten keine Verhakungen oder Verklemmungen mit anderen Bauteilen auf?
7. ist das Bauteil st~elfahig, hangefahig etc. ?
,
@ •
es sollten mOglichst viele Fragen mit
1!.
beantwortet werden kOnnenlK. -W. Witte
13124,·151
fig.5.4.t5
Fragen zur, V er ein fae h u,ng
der Montag,e - bez,ogen auf zu ver~indende Bau tei I e
-~
l.ehntulll W. benbeim K. -W. Witte 13123-151fig.,5.4.16
Fragen zur Vereinfachung der Montage - bezogen auf ein einzelnes huteil -I.ellfStulll W. [,,"lIlim1
·5 •. 17
-Ntullan struillian ,,,
..
_
...
_
....
W. MOiler.·£ntwOrfe • Plllluitt .·Pratotypen • BluiI'Ulll*'l l2838.,.152 .·£inulteU, I
•
~.
1 I.ilel1lrotung der!
~
ROc:kmtldung ausder WtrtstOC»JtsUlt PlllluJdion....
figo9.4.1.7 NlteiteIt Y.lOSWlgs.lltlmlllwnEJ~
vtrmtldung und Systematlk v.rwintChung ¥OIl zur Ab.leitung MontaglllOrgangtn montagegerecht gestalteter Produkte AnpIssung III~
Gera ... SjIIZ.lscht .ig"$Chaften MonblJltin rldltung., t.I!lIm' ~Wlter-~
I
8eMrtung alttmll.rI
nellmens inteme lOSungett Elntlllsse •~
IIIDntagegtncht~
gestaltet, ProdUliI. C) I.IInbIIIIW; E,mititll ,~I
Clltckllst. Iur 8eu"IliungI
WtrtstOCk-Hr. W. MOllerder Hlndll..,.rlutlt von WtrtstOCun
WerkstOck- 11855·152 .
parameter P,rallllltrauspragung
formelemente I Ori.ntitrungs- TellorienU.ru:lJ Keine Orl.ntl.rungr : merkmal. an de, dutCh Menma In merkmale
an
dlr ; AuBenkontuf de r AuBtn kontu r AuBenkontur[Inlaen, Komplellt Kaln.
fig.5.401,8 Geometrl. der Gtori1tlrit der Greilelemenle
Grei/element. Grellet.ment.
Pasitioni,millen Kr.ltaoh~ige Positionltrung Posi!ianitrhllfen ICeln. Relalivlage ~nStil~e
m l r l ! i t
[i ngesenranile def Saut,iI, lI9a~lehlrl!il ZugangliChitit
iSchac leltlauwelse I
Form kompakt
i:
rmtlll sammengesetz!15 Wirrteil Checklistezur
Abmessung.n Mittlerer GroB' w.rtstock- GroBe ozw. elClrem
Beu rtei lung
I ~.:!~ungs· abmeSl~~rn 1 Riehl n in kleine Abmessungen
der
Schwtl'l)unll,t- ; 1 stabile m.nrere stabil. instabUe
lagt Wtrkslilc:klage WtrtstOCJtlag.n WarkstUeklag.n Handhabbarkeit ObtrfllChen- Kaint besonatren
E=an
Oberftac:h. ver- vongilt. AnfOl'lleru!I9.n an schmuti!,rosl~. mit Kraft.inl.itYrlg SOlnen behllt. elt.
Gewieht Mittlerer GroBe bzw. edrem W-.rlcstOclcen
i Gewiehtsb,reich kleinl Gewichte
Ftstigktit starr .,.stlsen. plastlsen
.
Symmetri. vieltCh I einfatn ~mmetriseh seheinOaf symmelriseh Ozwi eincliutig symmetriseh
'sch 1"-
...
...
~
WtrtstOckI
.utomllisenI
r
ha~~=,rI
I
schwierigI
ist lIandhlbbar lIandhlbbllr
A iii III
" . " ' • • • < ' .... , .. ...
figuur 5.4.1,9
m
Sauteil MaBnahme Ergebnls Auswlrkunoen*
soul ... orper 1. FUh",ngsstlfte fUr RUckstellfed_ W91.ss .... Zu1llhrung .1 t Schwl ng11lrd .... r durch kOlllMkte RUckste \1 federn kiirz.n ••• rl.gem In Kontakttrlger AusfUhrung IIIIgl1ch (sonst 2ufUhrung In
'lOr-sortlert ... Maguinen) Kont.kttrlger
Z. Halterung der SoulenanschlUsse kUnen
·
..
3. F ... f"ur Aufdruck kUnen ·
.
.
Aufdruck4. Schlttz f"ur Soulenanschlu6 ... 1t.rn. £lnfUhrung der SoulenansehlUsse erlelehtert
Selbstz.ntrierung ,o".hen
~. Schlttz fUr SpulenanschlUsse begr.dlgen ·
..
SOUI_schlUsse 6. Loch fUr'Schr.ulIe _ Spulenansehlu6 seltlteR £lnfUhrung Spulenanschlu6/Kc11bischraulle .Is~teg""lhen-tiffnen 8augruppe ·lIIlIg II eh folge •
7. Orlentierungshilf. fUr £ln1llhrung In des Genius. schlffen der Soule Fiigen der Soul. In Genluse .rl.lchtert ~use
(Posltloniergenaulgkelt. Verhaken) 8. F ... fUr Aufdruck W91usen .) Orienti.rung entfllllt
-b) Orlentlerungshllf. entfllllt ~fdruck c) 2ufUhrung alt Schwlng11lrderer IIIIIgl1eh
9. Aufdruck durch Prlgung e"etzen lSoulenansehlUsse
""faruck
Montagegerechte Konstruktlon
,
W. MOiler Fonnular zur Erfassung von lOsungsalternativen
~
5.5.,Opbo.uw van ee:n mantagesysteem
Na;ast he~t- produkt- moet ook het montagesysteem apart bekeken
worden.,
In f.i.guur 5.5.J! zijn, ve:rdere punten VOOl: het rationaliseren van
de montage weergegeven.
Aufbau des Montagesystems
Materialbereit-~IUng
I=~
Anontnung und Auslegung der Komponenten
des Montagesystems
• Abarenzung der ~~ Materlalbereifw ste1lungs-und TranspomllChen
•. Bestlmmung der Annhl und Verlcettungs·
tMdlngungen der Montagestatlonen
.' Planunq des Ausrostungsbedarts der
Af1Jeitsplatze
•
~
BetneD des MontagesystemsKoonUnatlonder Produttlonstalcloren 1m Slnne
einer. zeit- u nd mengengerlEhten Montage .
• Abstlmmung der Elnsteuerfolgt
.planmaBige Bereisteilung der Bauteife
-Artund~
-Zeitpunld - Bere/tsteUungsort -Qualltlt
.Planung unci Sleuerung des Persaniieinsatzes
•
K.H. PeffeiDvenP. ICaitner
fi.l2:.5.5.1
Zieisitzungtn und Autgaben belm Autbau
und Betrleb von Montagesystemen
13201) - lSI
Bij de opbouw van een montagesysteem wordt geprobeerd een
mogelijke optimale ordening van de komponenten,zoals bv.montage of transport, te bereiken.
Bij het in bedrijf zijn moet de koordinatie van de verschillende transporten van onderdelen voorop staan.
Tegenover de; manuele montage is de geauton1Eltiseerde montage zee.r komplex.
.,
Figuur 5.5.2 laat zien hoe door over te
gaan v~ enk~lmontage naar deelgroepen-montage de doorlooptijden
5'.2.0
-e ungOnstig-e Arb-eitsb-edingung-en • ArbeitsMhe
• Standsichameit
emangelnde Kontinuitat im Ablauf - Kapazitatsschwankungen - wartezeiten der Motoren
i!dung ,alnes
Bauqruppenmontage-~l'P.icl'is zur Montag!! der Zylinder-iopfrei he incl. Bd ru
I
aaugruppenmontageI
....,0...
c::>
e kOmr! Durchla~tzejten in der Hauptmontage eVorgabeleitredulierung durch 90nstigereArbiit splat'Zbeding ungen
OID-1I" fOr Zylinderkcpfmontage
e Personatausgleich zwischen Baugruppen - und Hauptmont. (Puffer)
• Entlastung der Krananlage
nath: KHD
figuur 5.5.2
lO48l - 151
Bildung eines Baugruppenmontagebereichs zur
Zyl inde rkopfmontage
5 •
.21-5.6.Automatisering van de montage,noodzaak,oplossingen
In onderstaande figuur is, weliswaar zeer globaal, de~
auto-mati.seringsgraad ui tgezet te de seriegrootte:
figuur 5.6.1 K. -W. Witte 11372-152
I
FERTIGUNGI
inzel-und Klenserie produldion Serien-produktion Nlassen-produktioA utomati s ieru ngsgrad in Fertigung und Montage
I
MONTAGE~
THAACHEN
Lthnllbl W. Ennhill
Hierui t volgt dat we alleen bij massafabricage geautomatisee.rde montagesystemen aantreffen.
maken tussen:
Bij de montage kunnen we onder scheid
1.Hoo~dfunkties
Samenvoegen,testen,verbinden 2.Nevenfunkties
"Handhaben"=bov.separeren,ordenen,transporteren positiciineren
5.22
-De volgende stappen voor automatisering van de montage dienen gezet te wordan:
1.Varmindering van het aantal onderdelen van hat produkt door konstruktiewijzigingen
2.Proberen te komen tot Tn zogenaamde"Schichtenstruktur"= opbouw in verschillende lagena
De montage wordt verbeterd door:- produktstrukturering,-konstruk-tieverbeteringen, - standaardise:ring.
5.23
-De opdracht om tn montagevriendelijke produktstrukturering te verkrijgen bestaat hoofdzakelijk uit het definieren van deel-. groepen zodanig dat enerzijds automatiseerbare montagegroottes
ontstaan en anderzijds zo weinig mogelijk hindernissen bij de montage ontstaan.
Een voorbeeld is figuur
506.3.
Een voorbeeld van de resultaten van een konskwente
s:f:andaardi-sering van onderdelen en boU\vgroepen eft figuur
5.6.4.
Het be.treft hier instrwnanten voor brandstofverbruik ,oliedruk-en olietemp. ,oliedruk-ena. te met,oliedruk-en.
De. standaardisering van de onderdelen had ala resul taat dat het aantal verschillende onde.rdelen van 48 tot 17 teruggebracht ko.g
worden. (minder voorraadko e_l'l) •
Uit de 1,7 onderde:len konden 288 verschillende instrumenten
gebouwd wordan.Praktisch had men echter "slechts" 110 verschiller
de instrlli~enten nodig.
Deze worden op In flexibele montagestraat met
7
stationsauto-matisch gemonteerd met 20.000 stuks per dag, met 60 verschillen-de types per dag.
De kleinst e serie bedro eg 40 een.lJ.eden.
Het omzetten van de machines gebeurt met tn If Dummy Pallet"
waaraan de machines aIle benodigde informo.ties v~~r het omzetten
af kUrL.l'len lezen.
Onder een bepaalde aantal zal automa-tische montage, ook in de toekomst, niet rendabel door teo voere.n zijn.
Bij grotere aantallen kan de automatische ·stationmontage ingezet worden.
Bij nog grotere montageomvang kunnen we het montagesysteem met
asynchrone transfer gebruiken.Zie de figuren
5.6.5
tim5.6.8
Figgur
5.6.9.
geeft schematisch de g:mg van zaken weer voor het5024
-288
figuu:r 5.6.4nach: Nippondenso
Standardisierung - eine MOglichkeit zur
~
1 -... _ _ _ ... Vereinfachu n9 der Mo nta geautomatisierung __ TH_AACH _ _ EN_ ...
stat/onare synchroner asynchroner
Montage Transfer Transfer
RundsChalttisch Montagelinie
r"
~,
--
-...
-'"Einzelstation Montagelinit Montagekreislauf
D
-
...
...
.
# .......
...--. l II...
...
"-Montagekreislauf I..
f..."
•
r
".--
...
,\
...,.,
~\...
...
--"
II..
"
figuur 5
06.5
Alternative Grundkonzepte automatisierter Montagesysteme
K., -W. Witte ... , 11385-152 -kontinu lerUeher Transfer Drehtiscti
0
Montagellnle • MontagekreisJauf(
).
Ltbl1tuhl W. Eursa,im K. -VI. Witte 11384-152fig.5.6.6
EinfluBgrOBen auf die Auslegung eines lutomatisierten Montagesystems LtIIntahl t. E'lII'SIIeim100
j - - - r - - - - r - - - . , . - - - r - - - - r - - -...
(~:t
80as .
....
~ ~,E,
60 :::) zI
40 20o
10 15 Transfer rchschnittl. VerlOgbarkeit je Station: 92,. '30 figuur..
K. -W. Witte1
I
StOckzahlI
I
Nut z u n 9 sg r a d b ei s y n c ~ ron emu n d asynchronem Transfer Montage mit kont. Transfer Montage mit 5ynchronem Transfer
- I
Montageu mfangI
t Einzel statio-nenmontage Montage mit asyncnronem Transfer manuelle Montage~
THAACHEN K.. W. Witte 1137H52 fig.5.6.8 Einsatzbereiche alternativer G rundkonzepte fOr die Montage/ Pl'Qlulltlon$P~ramm Erzeugnlsglfedlrung /
----~--
...
FestlE!9en des SDtktrums zu mon-tllrender Pl'Qlullle bzw. Baugruppen
...
Emellen lines Pfllchtenhettes
Analyse der Montageaufgaben
_ ( Auslegung der Montagestatlonen )
-...
-
Ausl!!9ung der ~Ichl'" und ZufQlireinnchtungen-- ( AlISlegung der Statlonsverkettung ) _
...
- ( AlIslegung des Steulrungssystems )
-...
/ Entwurf des Montagesystems /
K.-W;Wltte l3328. 152
f'ig.5.6.9
Vorglhensweise zur Auslegung automatisierter Monhges),steme~
.--1
Prcxl..cl
Prai. D Prcxl..E Prcxl. G I I I -" 5.28 K. -W. Witte 11366-152 fig.5.6.10 G ru ppentech nolog i e in der MontageFestlegung der Montagedljekte
fOr ein automatisches Montagesystem ~:. -StOCkZahlen
.:::.::::~ - MarktentwicklungJ---..
• >Basisprodukt mit Ausstattungs- • gleichartige . ":::~ des Produktes oder Abmessu ngsvarianten Baugruppen
-.
,
<2>
' .... ~~
>"~j,; I-rr
T
I-StOdmhlen min I f) I ma~ r", 1 I I l -T",2 I I ... K. -W. Witte 13425-152 • Baugruppenzeichnungen • Einzeneilzeichnungen • Explosionszeichnungen • StOCkfisten• Muster der Montageobjekte • StOckzahlenl Zeiteinheit • Scnwankungsbereich • Anzahl LoseJ Zeiteinheit
• technologisch bedingle Montagetolge
Bestandteile eines Pflichtenheftes for lutomatische Montagesysteme
Lebrstuhl W. Evef$heim • MindeSt-Verfogbarkeit • max. Umrostzeit • max. Personaleinsatz • spez. Ausfohrungsprlnzipien • spez. Ue#eranten ." Anforderungen an Oberwachung und Betriebsdatenerfassung
•
• verfOgbare Flache • AnschluBbedingungen an innerbetr. MaterialfluB • EnergieanschlOsse • fig.5.6.11 Le/lQtuld I. e,1fSIIei1l5.7.Robots in de montage
Er zijn vele redenen voor 'n fleEibele automatisering van de
montage zoals bli.j kt ui t fig. 5 .·7 .1 :
e'hoher LohnirDstenanteil
•• Einsch ichtbet riell
epersonalba:tingte Austallzeiten
• flhysiol9!lisch eingeschr3nkte P rixluktlOnsgeschwindigkeit
• Monotonie
e hohe KDnzent rat Ionsanforderungen e k'Orperliche Belastung
• Proctukt- und Variantenvielfalt esinkende LosgrGBen • aufwendige Qualltatssicherung .hoher Qualltatsstand ZlaE Automatlslerung von Montageprozessen
flexibilitat bel qelnderten
Produkten um
Proctuk-t/onsba:tlngungen
~~~~~~ Entlastung derMltarbeiter Steigerung dar Qualltat
figuur 5.1.1
H.Moi
W. MOiler GrOnde far eine flexible Automatisierung
in der Montage
l3353· lSI Lalntvllf •. EmUeitII
!fiontagerobots kunnen de automatiseringsgraad in de montage ve"r-groten en daarmee menselijke beperkingen opheffen.
Zie verder ook fig.5.7.2.
Enkele trends voor de toekomst zijn weergegeven in figuur 5.7.J.
ePragnmmlerbirkelt der Bewegungsaililt
eRtalislerbirkeit komplexer aewegungen
-.oh.!Bewegungsgesdlwindfgkeit eGleichbl.llende AustOhrung dw Handhabungsvorgange egenau. Posltlonl.rung figuur
5.7.2
eWled.rverwendbarkeit bel ProdulllWectls.1 eE1nsatz:b.1 unt.rschledllchen MontagevorgJngeneUmrOS'tbarkelt auf unt ....
schiellliche Teiltsptktren e Unabhlngigkeit'von Umwelt-elnflQuen ebellCllge Wfed.rholhauflgkelt derVorgange H.,Mot
W~MOller Eigenschatten von flexibl.n Handhabungsgerlten
far die Montag'
IDS2-lSl
Sondermasch ine
aus starren,
teilespe-zifischen E/nheRen 198) len Montageroboter nac:h : Siemens 13354 - lSl Trendbet rachtung
rOr den Einsatz
programmierbarer Handhabungs-gerate in der automatischen Montage LllIl1tuilt I. EYII1I1e1t1
5.31:
-\Ve kunnen onderscheid maken tussen 2 uitvoeringsvormen ~an
flexibele mont"agesystemen:
t •. flexibele speciaalmachines, die met prograrnmeerbare
handhavi.ngsapparaten van geringe complexi tei t ui tge-rust worden
2.komplexe montagerobots
Bij de inzet van flexibele speciaalmachines(handhavingsapparaten) is naast de grijper een besturing,.goedesensoren en een goede dmpassing in de materiaalstroom benodigd.Voor deze goede inpas-sing zorgen werkstukbuffers,toevoerinrichtingen en transportsys-temen tussen de ve.rschillende montagestatione.
Zie hier~oor onderstaande fig.5.7.4:
figuur
5.7.4
nach : Westinghouse13356 - 152
Komponenten elnes flexiblen Handhabungs· sy stems fa r d Ie Montage
Labrstuhl I. benham
Iedere montage is op te bouwen uit translaties van en rotaties
om 3 ruimtelijke kartesische assen.
13357 - 152
figuur 5.7.5
Montageroboter in kartesischer Bauweise
nach : Olivetti
llllrstuhl W; Emall.hll
Bij grotere eisen aan de positioneeringsnauwkeurigheid en
snelheid zijn aangepaste speciaalmachines een goede oplossing.
Zie figuur 5.7.6.
E,en be.langrijk onderdeel is de grij per.
In figuur 5.7.7.zijn de diverse typen grijpers overzichtelijk ingedeeld.
13358 - 152 figuur
507.1
Nominalkratt : Maximalkratt : Genauigkelt : Wiederholbarkeit : ION lOON 0,01 bls 0,02 mm O,02mm • GesChwindigkeit : Arbeltsberelch Kadenz tpick.and'place) 2 beliebige Bewegungen1m Arbeltsbereicll pro Sekunde figuur
5.7.6
1000 Arbeitszyklen pro $lundeMontageroboter mit Zylinderkoordlnaten tOr
Montaguutgaben in der Feinwerktechnlk
:J!!Dl
nach, ,,,,,hG REIFERSY STEME
nach: Microbo
lIIntubl I. Emsileim
mechanisch magnetisch pneumitisch
kraftsch IOS5ig form5chiOssig Oauermagnet Elektromagnet
z. B. z.B. z. B. z.B. lB.
Zangeng reiter Sonderg reifer Hattmagnet Hubmagnet Vakuumgreifer
=C
"c\P-
I c==J I,c:::Jr-
.--unterbrochene - keine spezifischen - glatte Oberfillche -glatte Oberfl~he - glatte Oberfiliche
(»erfiliche WS-Konturen - magnetisierbarer - magnetlsierbarer - ballige G reiffllche
- mrallele G reif- - aUBermittiM Werkstotf Werkstotf - Gewicht a:l IQ1
Ilichen Schwerpun lage - ebene Greitfiliche - ebene Greitflache
~
- mittlere - komplizierte - hohe
Zerbrechlich-;;; -mitt~e
Schwer--~Be keit
e Abmessungen AnschluBflachen pun lage messungen
-groBe Greiffiliche ..1C
...
.;. yeringe Greif- -gleiche Objekte
~
-~ringe
:IE I~hen -mitt~e
Schwer--mitt~e Schwer- messungen pun lage
pun lage - gleiche (»jekte
- jeomet risch • hnliche(»jel<tE © nach : Schimke