• No results found

Habecardium tenuisulcatum (Nyst, 1836) op Texel aangespoeld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Habecardium tenuisulcatum (Nyst, 1836) op Texel aangespoeld"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFZETTINGEN WTKG 32(3),2011 64

OPMERKELIJKE

VONDSTEN

Habecardium tenuisulcatum

(Nyst,

1836)

op Texel

aangespoeld

Gerhard+C. Cadée¹ enMartin+C. Cadée²

Voor het eerder

gevonden

materiaalvanHabecardium uit

fluvio-glaciale

afzettingen

in

oostelijk

Nederlandneemt Tom

Meijer,

die

wij

omraad

vroegen

(pers.

comm.

20-7-2011),

aan dat het nietom

Rijnafzettingen

gaatmaar om

smeltwater

afzettingen.

Een

dergelijke verklaring gaf hij

ook voor miocene

schelpen

die

hij

aantrof in

gestuwde

pleistocene afzettingen

bij Wageningen (Meijer,

1991).

Janssen

(1978) publiceerde

een

lange lijst

vantertiaire

mol-lusken

afkomstig

uit

fluvio-glaciale afzettingen

in

Dinx-perlo.

Sinnema-Bloemen

(1977) geeft

een

uitgebreid

over-zichtvantertiaire mollusken uit

fluvio-glaciale afzettingen

in vooral Oost-Nederland. In het Pleistoceen

geërodeerde

tertiaire

lagen

in het Nederlands Duitse

grensgebied

zou-den de

oorsprongkunnen

zijn

vande

geremaniëerde

laat-oligocene

mollusken. Smeltwaterstromen

volgden tijdens

het Saaliennaarhetwesten stromend de randvande

ijskap.

Fig. 1 Habecardium tenuisulcatum,

Souwie Duinker

(Den

Hoorn,

Texel)

vond

voorjaar

2011 op de HorsopTexel

(Paal 7)

eensterk

afgesleten schelp

(Fig.

1),

waarvan

zij

zich meteenrealiseerde dat het iets

bijzonders

was.

Zij

vroegArthur Oosterbaan

(Ecomare)

of deze wist welkesoorthetwasendie liet hemweerzien

aanGerhard. Beiden kondenerniet

uitkomen,

maar

Mar-tin

suggereerde

dat het weleensde

laat-oligocene

Habe-cardium tenuisulcatumzoukunnen

zijn.

Cardium

specialist

Jan JohanterPoorten

bevestigde

deze determinatie

(pers.

comm.

7-7-2011).

Alhoeweleenflink stukvan de onder-rand ende laterale tanden verdwenen

zijn

is de dikschali-ge

schelp

ende brede

slotplaat

heel

specifiek.

Volgens

de

onvolprezen

‘Fossielenatlas’

(Wesselingh

&

Moerdijk,

2010: p.

208)

komt dezezeer

dikschalige

laat-eocene en

oligocene

schelp

een enkele

maal,

meest als

fragmenten,

in

pleistocene fiuvio-glaciale afzettingen

voor in

oostelijk

Nederland. Sinnema-Bloemen

(1977) geeft

hiervoor de

vindplaatsen

Oosterbeek

(9 exemplaren),

De

Steeg (3 exemplaren), Teuge (2 exemplaren),

en 1

exem-plaar

van

Amersfoort, Lochem,

Deventer,

Rhenen,

enUlft.

Janssen

(1978)

noemt

nog 3

exemplaren

van

Dinxperlo.

Verder

zijn

erstrandvondsten

(steeds

één

exemplaar)

van

Cadzand, Vlissingen (sluisput)

ende Maasvlakte bekend

(Ter Poorten,

2003;

Wesselingh

&

Moerdijk, 2010),

Voor deze strandvondstenneemt men aan dat de

Rijn

zeuit het

Duitse achterland heeft meegenomen. Uit dezelfde Chat-tien

afzettingen

is Dentalium cf.

geminatum Goldfiiss,

1841

in Nederlands strandmateriaal terecht

gekomen (Cadée

&

Wesselingh, 2005; Wesselingh

&

Moerdijk,

2010: p.

291).

Bij

Düsseldorf heeft de

Rijn

veel

laat-oligoceen (Chattien,

Grafenberger

Sande)

materiaal

geërodeerd

waarin deze soort

algemeen

is. Alhoewel de

Rijn

een

noordelijker loop

hadvoor

hij

door de Saalien

ijskap

naarhetwestenwerd

af-gebogen

is het de vraag of

hij

voldoende sterk stroomdeom

zo’ngroot

schelpfragment

totTexeltevervoeren.

Souwie Duinkersexemplaargevondenopde Hors vanTexel,nuopgenomen inde collectiesvan

(2)

65 AFZETTINGEN WTKG 32(3),2011

Ook

tijdens

de

ijstijd hiervoor,

het

Elsterien,

is veel tertiair materiaal

geërodeerd

enterecht

gekomen

in

diepe

tunnel-dalen in Noord-Nederland. Hetgaat

hierbij voornamelijk

om

pliocene

enmiocene molluskenmaarveel zeldzamer

ookom

oligocene

aldus Tom

Meijer (pers.

comm.

20-7-2011).

Smeltwaterstromen

langs

de

ijsrand

zullen door de

nabijheid

van grotehoeveelheden smeltend

ijs periodiek

zeer

krachtig zijn

geweest,zevoerden

langs gebieden

met

de

geschikte

erodeerbare

afzettingen

en stroomden in de

juiste richting.

Texel isnude

noordelijkste vindplaats

vanHabecardium tenuisulcatum in Nederland. Hoe

precies

deze

laat-oligocene

schelp

hier kwam valt nietteachterhalen. Dat de

schelp

flink

afgesleten

is

wijst

wel opeen

bewogen geschiedenis.

Smelt-waterstromen zullen hem uitNederlands-Duitse

laat-oli-gocene

afzettingen

hebben meegenomennaarTexel. Ero-sievandeze

fluvio-glaciale afzettingen

hebben hem op de Hors doen terecht komen.

Wij zijn

Jan JohanterPoortenzeer

erkentelijk

voor

zijn

veri-ficatievanMartins determinatieende fotovan een

goed

ge-conserveerd

exemplaar

uit

zijn collectie,

Tom

Meijer

voor

zijn hulp bij

het verklaren hoe deze

schelp

op Texel terecht kan

zijn gekomen

enlast butnotleast Souwie Duinkervoor

het oprapenvandeze

bijzondere schelp!

Literatuur

Cadée,

G.C. & F.P.

Wesselingh,

2005. Van levend

schelp-diernaarfossiele

schelp:

tafonomievan Nederlandse

strandschelpen. Spirula

343:36-52. In 2009

bijgewerkt

tot

Informatieblad

Nederlands

Malacologische

Vereni-ging

13:1-20.

(Pdf-versie).

Janssen, A.W.,

1978. Reworked fossils

(mainly molluscs)

froma

fluvio-glacial deposit

near

Dinxperlo,

provin-ceof

Guelders,

The Netherlands.

Mededelingen

Werk-groep TertiaireenKwartaire

Geologie 15(2):

53-65.

Meijer,

T., 1991. Molluscan

investigations

of

ice-pushed

Pleistocene

deposits

near

Wageningen,

The

Nether-lands.

Mededelingen Rijks

Geologische

Dienst 46: 55-64.

Poorten, J.J.ter,2003. Habecardium tenuisulcatum

(Nyst,

1836) aangetroffen

in Zeeland.

Spirula

331: 38.

Sinnema-Bloemen,

J.,

1977. Erratische tertiaire mollus-ken uit het fluviatiele KwartairvanNederland.

Mede-delingen

Werkgroep

TertiaireenKwartaire

Geologie

14(4):

81-102.

Wesselingh,

F.P. & RW.

Moerdijk (red.),

2010. De Fos-siele

schelpen

vandeNederlandsekust. NCB Natura-lis,Leiden. 332p.

‘Gerhard

C. Cadée. Kon. NIOZ. Postbus59,1790ABDen

Burg,

e-mail:

gerhard.cadee@nioz.nl

2

Martin C. Cadée. Klimroos35,2317 GDLeiden,e-mail:

mc.

cadee@casema.

nl

Fig. 2 Laat-Oligoceen,Rheinberg,

Duisburg.Collectieenfoto JanJohan ter Poorten. Habecardium tenuisulcatum,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een interview met het partijblad CD IA ctueel zei Bert de Vries: 'Het voordeel van een coalitie met de PVDA is, dat die meer aandacht heeft voor de meer kwetsbare groepen

Bij nieuwe ontwikkelingen is de bescherming van de kernwaarden (rust en ruimte, rijkdom aan natuur en cultuurlandschap, afwisseling landschap en gebruik, Texelse

- de gemeente er voor zorgt dat zij uiterlijk in maart 2021 resultaatafspraken met de schoolbesturen heeft gemaakt en - dat de gemeente de resultaatafspraken aan de inspectie

Speaker 1: Nou, eigenlijk al voor hetgeen wat ik net al eventjes aanstipte dus de natuur in combinatie met de goede voorzieningen. En wat een toerist zelf vaak ook zegt, Texel is

Drie kleinschalige locaties bij de dorpen: De Cocksdorp, Oosterend en Oudeschild. In deze dorpen zijn er geruime tijd nagenoeg geen woningen gebouwd. Voor de leefbaarheid en om

Deze extra ruimte kan gebruikt worden als schuifruimte voor het uitplaatsen van functies op het Opslagterrein en het aantrekken van nieuwe havengerelateerde bedrijven en

De recreatiesector heeft voor alle annuleringen vanaf 13 maart 2020, én die vallen onder de navolgende voorwaarden, én in ieder geval voor de gevallen dat nakoming van de overeenkomst

Voor een sociaal sterk en veerkrachtig Texel is het belangrijk dat de Texelaars zich gehoord voelen door de gemeente.. Dat laat nu te