• No results found

De Angelina Jolie's van het Midden-Oosten : een inhoudsanalyse van Nederlandse schriftelijke mediabronnen en hun reportage over de vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten van 2014 tot en met 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Angelina Jolie's van het Midden-Oosten : een inhoudsanalyse van Nederlandse schriftelijke mediabronnen en hun reportage over de vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten van 2014 tot en met 2017"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Angelina Jolie's van het

Midden-Oosten

Een inhoudsanalyse van Nederlandse schriftelijke

mediabronnen en hun reportage over de vrouwelijke

Koerdische strijders in het Midden-Oosten van 2014 tot

en met 2017

Auteur: Ely Faris

10641270

BA Scriptie

Begeleider: Said Rezaeiejan

Tweede lezer: Vidya Marapin

Internationale Betrekkingen van het Midden Oosten

Politicologie

29/01/2018

elyfaris@hotmail.com

(2)
(3)

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 7

HET DOMINANTE BEELD DAT BESTAAT IN HET WESTEN OVER VROUWEN IN HET MIDDEN-OOSTEN IS DAT ZIJ VRIJWEL GEEN AGENCY HEBBEN. ZIJ LEVEN IN EEN PATRIARCHALE SAMENLEVING WAARIN MANNEN BOVENAAN DE HIËRARCHIE STAAN. HET IS DAN OOK LASTIG VOOR VROUWEN IN HET MIDDEN-OOSTEN OM DEZELFDE RECHTEN TE VERKRIJGEN ALS MANNEN. EEN VOORBEELD HIERVAN KUNNEN WE ZIEN IN SAUDI-ARABIË, WAAR VROUWEN PAS IN 2017 HET RECHT KREGEN VAN DE KONING OM HUN RIJBEWIJS TE HALEN (TROUW, 2017). OOK

KOERDISCHE VROUWEN HEBBEN MET DEZE MACHTSRELATIES TE MAKEN GEHAD, EN DIT HEEFT ERVOOR GEZORGD DAT ZIJ HISTORISCH GEZIEN ELKE KANS HEBBEN

AANGEGREPEN OM ZICH TE EMANCIPEREN. DE OPKOMST VAN DE ISLAMITISCHE STAAT IN 2014 HEEFT ERVOOR GEZORGD DAT DE KOERDEN MET HUN IN OORLOG ZIJN GEKOMEN. DIT HEEFT ERTOE GELEID DAT SINDS 2014 ER VEEL MEDIA

AANDACHT LIJKT TE ZIJN VOOR KOERDISCHE VROUWEN. HET VALT NAMELIJK OP DAT VEEL KOERDISCHE STRIJDMACHTEN BEZET ZIJN DOOR VROUWELIJKE STRIJDERS. IN NOORD-IRAK HELPEN DE KURDISTAN WORKERS PARTY (PKK) STRIJDGROEPEN, DIE VOOR ONGEVEER DE HELFT UIT VROUWEN BESTAAN, DE VOORNAMELIJK

MANNELIJKE PESHMERGA BIJ HUN STRIJD TEGEN DE ISLAMITISCHE STAAT (SZOLDRA, 2017). HET FEIT DAT VROUWEN GEWEREN OPPAKKEN EN SAMEN MET MANNEN MEEVECHTEN GAAT DIRECT IN TEGEN ALLE VOOROORDELEN OVER AGENCY VAN VROUWEN IN HET MIDDEN-OOSTEN DIE BESTAAN IN HET WESTEN. MAAR DIT KOMT NIET UIT DE LUCHT VALLEN. ALS HET GAAT OM VROUWENEMANCIPATIE IN HET MIDDEN-OOSTEN ZIE JE DAT KOERDISCHE VROUWEN VOORLOPERS ZIJN

OMTRENT VROUWENEMANCIPATIEBEWEGINGEN. 7

THEORETISCH KADER 10

De media 10

Vrouwen in het leger 11

Het 'mooie ziel' discours 12

Verschillende frames 14

METHODE 17

ONDERZOEKSRESULTATEN EN ANALYSE 20

Genderstereotypes 22

(4)

Familie verbinding frame 25

Net zo sterk/sterker dan mannen frame 26

Vrouwenemancipatie frame 28

Alternatieve frame 30

Oriëntalisme 31

WAT VERDER OPVIEL 33

CONCLUSIE 34

LITERATUURLIJST 37

VERZAMELDE BRONNEN VOOR HET ONDERZOEK: 40

28. ROSS, C. (2017, 25 JULI). DEZE KOERDISCHE FEMINISTEN ZIJN EEN

DEMOCRATISCHE REVOLUTIE BEGONNEN IN HUN STRIJD TEGEN IS. GERAADPLEEGD OP 20 NOVEMBER 2017 VAN: HTTPS://WWW.VICE.COM/NL/ARTICLE/J5Q3ZX/DEZE- KOERDISCHE-FEMINISTEN-ZIJN-EEN-DEMOCRATISCHE-REVOLUTIE-BEGONNEN-IN-

HUN-STRIJD-TEGEN-IS 43

29. SCHUT, B. (2014, 5 NOVEMBER). MARTELAREN STERVEN NIET. GERAADPLEEGD OP 24 JANUARI 2018 VAN:

HTTPS://WWW.GROENE.NL/ARTIKEL/MARTELAREN-STERVEN- NIET 44

30. SHALMASHI, B. (2015, 10 JUNI). BERITAN HEEFT MEER DODE DAN LEVENDE ZUSSEN. GERAADPLEEGD OP 28 NOVEMBER 2017 VAN:

HTTPS://WWW.VOLKSKRANT.NL/VOORPAGINA/BERITAN-HEEFT-MEER-DODE-DAN-

LEVENDE-ZUSSEN~A4067968/ 44

31. SPAINK, K. (2016, 16 AUGUSTUS). ONGELOOFLIJKE VEERKRACHT. HET

PAROOL, P. 19. 44

32. TAYLOR, K. (2017, 18 MEI). HOE HET IS OM ALS VROUW TEGEN IS TE VECHTEN. GERAADPLEEGD OP 20 DECEMBER VAN:

HTTPS://WWW.VICE.COM/NL/ARTICLE/8QWBQA/HOE-HET-IS-OM-ALS-VROUW-

TEGEN-IS-TE-VECHTEN 44

33. TIELBEKE, J. (2015, 8 APRIL). GRASSROOTS IN KOERDISTAN. GERAADPLEEGD OP 28 NOVEMBER 2017 VAN:

(5)
(6)

Dit onderzoek kijkt naar hoe Nederlandse schriftelijke mediabronnen berichtgeven over de vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten. In de afgelopen jaren zijn deze vrouwen steeds vaker onderwerp geworden van verschillende nieuwsartikelen en reportages, vooral sinds het gevecht tegen de Islamitische Staat. Er zal gekeken worden naar hoe deze vrouwen beschreven worden in Nederlandse schriftelijke mediabronnen, en welke frames er gebruikt worden om de beweegredenen van deze vrouwen te verklaren. Ook wordt het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke Koerdische strijders belicht, en hoe genderstereotypes nog steeds een veel voorkomend fenomeen zijn bij het beschrijven van mannen en vrouwen in het leger.

Verschillende onderzoeken hebben al aangetoond dat de media vaak gebruik maken van genderframes wanneer zij spreken over vrouwen in het nieuws. Vooral vrouwelijke politieke criminelen zouden andere beweegredenen hebben dan hun mannelijke tegenhangers (Lavie-Dinur, Karniel & Azran, 2015, p. 326). Dit onderzoek zal aan deze studies bijdragen en belichten of Nederlandse schriftelijke mediabronnen ook gebruik maken van genderframes wanneer zij spreken over vrouwelijke Koerdische strijders. Ook zal dit onderzoek een beeld schetsen van hoe de media omgaan met vrouwelijke strijders die tegen de norm ingaan en rollen op zich nemen die voornamelijk als mannelijk gezien worden.

Het belang van dit onderzoek is aanduiden wat voor macht de media uitoefent wanneer zij verschillende frames toepassen bij het bespreken van vrouwen in het leger. Berichtgeving in de media en welke frames er gebruikt worden hebben een grote invloed op het publiek, en het is daarom belangrijk om dit te belichten.

(7)

Inleiding

Het dominante beeld dat bestaat in het Westen over vrouwen in het Midden-Oosten is dat zij vrijwel geen agency hebben. Zij leven in een patriarchale samenleving waarin mannen bovenaan de hiërarchie staan. Het is dan ook lastig voor vrouwen in het Midden-Oosten om dezelfde rechten te verkrijgen als mannen. Een voorbeeld hiervan kunnen we zien in Saudi-Arabië, waar vrouwen pas in 2017 het recht kregen van de koning om hun rijbewijs te halen (Trouw, 2017). Ook Koerdische vrouwen hebben met deze machtsrelaties te maken gehad, en dit heeft ervoor gezorgd dat zij historisch gezien elke kans hebben aangegrepen om zich te emanciperen.

De opkomst van de Islamitische Staat in 2014 heeft ervoor gezorgd dat de Koerden met hun in oorlog zijn gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat sinds 2014 er veel media aandacht lijkt te zijn voor Koerdische vrouwen. Het valt namelijk op dat veel Koerdische strijdmachten bezet zijn door vrouwelijke strijders. In Noord-Irak helpen de Kurdistan Workers Party (PKK) strijdgroepen, die voor ongeveer de helft uit vrouwen bestaan, de voornamelijk mannelijke Peshmerga bij hun strijd tegen de Islamitische Staat (Szoldra, 2017). Het feit dat vrouwen geweren oppakken en samen met mannen meevechten gaat direct in tegen alle vooroordelen over agency van vrouwen in het Midden-Oosten die bestaan in het Westen.

Maar dit komt niet uit de lucht vallen. Als het gaat om vrouwenemancipatie in het Midden-Oosten zie je dat Koerdische vrouwen voorlopers zijn omtrent vrouwenemancipatiebewegingen.

De PKK is een Turkse separatisten groep in Zuidoost-Turkije. Deze groep werd lange tijd gezien als een terroristische groepering door het Westen, maar wordt nu gezien als een van de belangrijkste strijdmachten in het gevecht tegen de Islamitische Staat in het Midden-Oosten (Foreign Affairs, 2015). Gendergelijkheid is altijd een belangrijke

(8)

ideologische doelstelling geweest in de PKK. De oprichter van de PKK, Abdullah Öcalan, voelde de drang om vrouwen te bevrijden van hun rol in een traditionele, door mannen gedomineerde samenleving. Tegelijkertijd werd hij geïnspireerd door het Marxisme-Leninisme, wat zijn drang naar gendergelijkheid in een conservatieve Koerdische samenleving alleen maar vergrootte (Bengio, 2016, p. 34). In de jaren negentig bestond 30 procent van de PKK strijders uit vrouwen en sommigen vervulden een belangrijke positie als commandant. Vrouwen hadden hun eigen trainingskampen in de bergen van Irak en zij streden ook daadwerkelijk mee. Zij speelden ook een grote rol bij zelfmoordaanslagen; tot het jaar 2000 werden 11 van de 15 zelfmoordaanslagen uitgevoerd door vrouwen (Bengio, 2016, p. 36; Patkin, 2004, p. 81).

PKK strijdsters zien het gevecht tegen IS als een van de grootste revoluties voor en door vrouwen in de geschiedenis van de regio (Hofman, 2014). Het wordt door hen ook wel de meest feministische revolutie in de moderne wereld genoemd. Bijna elke organisatie in dit gebied heeft nu een vrouwelijke tegenhanger. De vrouwen hier vechten voor gelijke rechten voor vrouwen, maar ook voor het afbreken van elke vorm van dominantie en hiërarchie. Hun uiteindelijke doel is een samenleving waarin iedereen gelijk is en evenredig naast elkaar kan leven (Ross, 2017).

De Peshmerga worden ook als een belangrijke macht beschouwd in het gevecht tegen IS. Zij zijn de militaire vleugel van de Koerdische regionale overheid in het Koerdische gedeelte van Irak. Zij kwamen halverwege de twintigste eeuw op, toen Mustafa Barzani zijn gevecht begon voor de Koerdische autonomie (The Kurdish Project, 2017). Er zouden ongeveer 1,700 vrouwen meevechten als Peshmerga strijders (Szoldra, 2017).

De feministische revolutie in deze regio heeft de aandacht getrokken van vele Westerse kranten. De manier waarop kranten berichten over deze situatie heeft invloed op hoe men in het Westen naar deze vrouwen kijkt, en hoe men hun beweegredenen beoordeelt (Carter & Steiner, 2004, p. 2). Krantenkoppen zoals 'ISIS doodt "Koerdische Angelina Jolie" tijdens gevecht' (Nieuwsblad, 2017) laten dan ook zien hoe kranten deze vrouwelijke strijders beschouwen.

Er zijn al een aantal onderzoeken geweest met Britse en Amerikaanse kranten en hoe zij schrijven over deze vrouwelijke Koerdische strijders. Ik ben benieuwd hoe

(9)

in de Nederlandse media over deze vrouwen wordt geschreven en welke frames er gebruikt worden om hun beweegredenen te verklaren. Daarom is ervoor gekozen om een inhoudsanalyse met Nederlandse schriftelijke mediabronnen uit te voeren. De media spelen een grote rol bij beeldvorming en dit onderzoek kan naar voren brengen welke frames Nederlandse media gebruiken en hoe dit invloed heeft op hoe wij naar deze vrouwen kijken.

Door het verzamelen van verschillende Nederlandse schriftelijke mediabronnen tussen 2014 en 2017, de periode waarin de strijd tegen IS opkwam en er een piek plaatsvond in berichtgeving over deze vrouwen, wordt er een beeld geschetst van hoe deze vrouwelijke Koerdische strijders in de Nederlandse media worden neergezet. De onderzoeksvraag die in deze scriptie centraal staat is:

Hoe worden in Nederlandse schriftelijke mediabronnen vrouwelijke Koerdische strijders en hun beweegredenen weergegeven en hoe kunnen we die beeldvorming verklaren?

Deze onderzoeksvraag is relevant omdat de emancipatie van vrouwen in het Midden-Oosten en de rol van framing in de media centraal staan, twee onderwerpen waar tegenwoordig veel over geschreven wordt en die veel in de belangstelling staan. Omdat er nog geen onderzoek is gedaan met Nederlandse schriftelijke mediabronnen omtrent deze onderwerpen, vult dit onderzoek een gat in de literatuur.

Voor dit onderzoek wordt ten eerste een theoretisch kader neergezet, waarin alle relevante theorieën en frames omtrent vrouwelijke strijders naar voren zullen komen. Ten tweede, wordt de toegepaste methode uitgelegd, een discoursanalyse, en hoe de verschillende relevante variabelen gemeten zullen worden. Ten derde, zullen de verzamelde Nederlandse krantenartikelen over vrouwelijke Koerdische strijders geanalyseerd worden. De verschillende variabelen die in het theoretisch kader naar voren komen zullen individueel behandelt worden om aan te geven in hoeverre zij voorkomen in de verzamelde schriftelijke mediabronnen. Ten slotte, zullen de resultaten en de daaruit voortgekomen conclusie besproken worden.

(10)

Theoretisch kader

De media

Mediabronnen spelen een grote rol in samenlevingen omdat zij het publiek voorzien van informatie. De media hebben de macht om de politieke agenda te bepalen, debatten te vormen en om een dominante ideologie te reproduceren (Lavie-Dinur et. al., 2015, p. 326). Het labelen van een persoon zijn handelen als een politiek misdrijf, bijvoorbeeld, is zeer subjectief. De daden van een persoon zullen soms als die van een terrorist gezien worden, en soms als die van een vrijheidsstrijder (Idem, p. 327).

De frames die in de media gebruikt worden hebben daarom een belangrijke rol in een samenleving. De media besluiten waar zij wel en niet over berichtgeven, en welke feiten zij meenemen in hun reportage. Ook besluiten zij welk beeldmateriaal zij laten zien, welke woorden zij gebruiken, en in welke mate zij berichtgeven over een gebeurtenis. Hoe meer zij erover berichten, hoe groter en belangrijker de gebeurtenis wordt voor het publiek. De media kan er ook bewust voor kiezen om weinig te schrijven over een gebeurtenis, waardoor het minder belangrijk overkomt en de significantie afneemt bij het publiek (Entman, 1991, p. 9).

Framing wordt beschreven als: "het proces waarin een communicatieve bron een sociale of politieke kwestie samenstelt en definieert voor zijn publiek" (Toivanen & Baser, 2016, p. 305). Frames beïnvloeden dus de perceptie en reacties vanuit de samenleving op een persoon of gebeurtenis (Lavie-Dinur et. al., 2015, p. 327; Entman, 1991, p. 7). Bovendien spelen de media een grote rol in de beeldvorming van vrouwelijke politieke criminelen, terroristen en vrijheidsstrijders. Gewelddadige vrouwen in het algemeen, maar ook vrouwen die terroristen of vrijheidsstrijders genoemd worden, zijn nog steeds een zeldzaam fenomeen. De frames die gebruikt worden in de media hebben daarom een grote invloed op hoe het publiek vrouwen

(11)

beoordeelt die een rol op zich nemen die over het algemeen als mannelijk of gewelddadig beschouwd wordt (Idem).

Het is al naar voren gekomen dat de media verschillende frames gebruiken voor mannen en vrouwen. Genderframes worden vaak gebruikt om nieuwsberichten te versimpelen zodat het publiek het beter kan begrijpen (Idem). Genderstereotypes spelen hier een belangrijke rol bij. Een stereotype wordt omschreven als een negatieve of misleidende generalisatie over een specifieke groep mensen (Davis & Harris, 1998).

Nieuwsreportages, vooral in het Westen, lijken actief op zoek te gaan naar alternatieve verklaringen voor de participatie van vrouwen in (terroristische) strijdmachten. Bij reportages over mannelijke zelfmoordterroristen, bijvoorbeeld, lijkt een ideologische verklaring genoeg te zijn, terwijl bij vrouwelijke zelfmoordterroristen dit niet de hele lading dekt voor de Westerse media (Patkin, 2004, p. 79).

Vrouwen in het leger

Genderstereotypes spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven, maar ook in het bijzonder wanneer wordt gekeken naar strijdmachten. Genderrollen in het leger lijken door de eeuwen heen niet veranderd te zijn, alhoewel in sommige oorlogen de vrouwelijke participatie toenam. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden vrouwen verschillende ondersteunende rollen in Westerse naties. In Rusland waren zo'n 6,000 vrouwen combattant tijdens de Eerste Wereldoorlog en werden honderdduizenden vrouwen gerekruteerd voor het Rode Leger in de Sovjet Unie (Nilsson, 2017, p. 2). Door de vele vrouwenemancipatiebewegingen in de jaren zeventig, die leidde tot meer gendergelijkheid, besloten sommige landen om vrouwen toe te laten in hun krijgsmachten (Idem).

Vrouwenparticipatie neemt ook steeds meer toe in terroristische organisaties. In Sri Lanka bestonden de "Black Tigers" uit 50 procent vrouwen. In 2002 was de Al-Aqsa Martyrs Brigda actief bezig met het rekruteren van vrouwen om te dienen als zelfmoordterroristen tegen de Israëliërs. De Algerijnse Islamic Action Group had een vrouw, Lucia Garofalo, als centrale leider. De Revolutionary Armed Forces uit Colombia en de Shining Path's uit Peru hebben een groeiend aantal vrouwelijke

(12)

participanten. Ook extremistische groeperingen in Amerika, zoals the World Church of the Creator rekruteren steeds meer vrouwen (Cunningham, 2003, p. 173).

Toch worden vrouwelijke combattanten nog steeds gezien als de uitzondering. Jean Bethke Elshtain (1982) heeft haar eigen theorie gevormd over hoe men mannen en vrouwen beschouwd tijdens oorlogstijd. Zij noemt dit 'de mooie ziel' versus 'de krijger' discours. Deze discoursen benadrukken de sterke vooroordelen die we hebben jegens mannen en vrouwen in tijden van oorlog (Idem, p. 341).

Het 'mooie ziel' discours gaat over personen die individuele goedheid en puurheid bezitten. Mannen en vrouwen worden gezien als schurken of heiligen in deze context, en niet als complexe personen die van elkaar verschillen. Vrouwen worden door de eeuwen heen altijd beschouwd als 'de mooie ziel'. In tijden van oorlog wordt hun rol gezien als puur, verheven en zelfopofferend (Idem). Deze beeldvorming en rol is het tegenovergestelde van die van mannen, die neergezet worden als onverbeterlijke beesten tijdens tijden van oorlog. Mannen worden beschreven als egoïstische, oorlog lovende, gewelddadige en veroverende beesten die wanorde, ziekte en dood verspreiden (Idem, p. 342). In het discours van 'de mooie ziel' worden mensen beoordeeld op wat ze zijn, mannen of vrouwen, in plaats van wat ze doen. De vrouwen, of 'de mooie zielen', moeten 'zoet blijven' terwijl de mannen handelen vanuit het idee van boys will be boys (Idem). In tijden van oorlog worden vrouwen gezien als personen die de bescherming van de overheid nodig hebben in ruil voor politieke passiviteit (Idem).

Vervolgens wordt het 'krijger discours' omschreven. Zijn rol tijdens

oorlogvoering is om erger te voorkomen door soms betreurenswaardig maar noodzakelijk geweld te gebruiken (Idem, p. 342). Beide discoursen benadrukken de stereotyperingen en vooroordelen over mannen en vrouwen die men in het dagelijkse leven tegenkomt, maar dan in tijden van oorlog. Mannen worden gezien als krijgers die vechten voor het algemeen belang, terwijl vrouwen thuis worden gehouden in een passieve rol, waar hun geen kwaad kan worden aangedaan. Deze theorie komt overeen met die van Toivanen & Baser (2016). Zij stellen dat in een gewapend conflict oorlogvoering de verantwoordelijkheid is van mannen. De rol van vrouwen is om passief te zijn en om voor de kinderen, familieleden en gewonden te zorgen.

Vrouwelijke combattanten worden ook vaak geframed als slachtoffers van seksueel geweld, ontvoeringen of van gedwongen arbeid. De mogelijkheid voor

(13)

vrouwen om combattanten te zijn met hun eigen agency lijkt onrealistisch (Idem, p. 299; Friedman, 2008, p. 851; Cunningham, 2010, p. 172).

Alison (2004, p. 448) is het eens met de notie dat in tijden van oorlog de stereotyperingen en vooroordelen over mannen en vrouwen wordt benadrukt. In de meeste samenlevingen bestaat de gemeenschappelijke gedachtegang dat vrouwen verzorgend en niet-gewelddadig zijn, en daarom slechte soldaten zouden zijn (Idem; Friedman, 2008, p. 843).

Vrouwelijke Koerdische strijders worden niet alleen omschreven als soldaten, maar ook als terroristen. Ten slotte wordt de PKK, de groepering waar veel Koerdische vrouwen in meevechten, door het Westen nog vaak beschouwd als een terroristische groepering (Foreign Affairs, 2015). Genderstereotypes worden ook vaak gebruikt wanneer er wordt gekeken naar terroristen, en hoe mannelijke en vrouwelijke terroristen omschreven en beschouwd worden.

Nacos (2005, p. 436) heeft het over de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke terroristen en concludeert dat er nauwelijks verschillen zijn in motivaties, ideologieën en geweldplegingen, maar dat de media mannelijke en vrouwelijke terroristen aanzienlijk anders behandelen (Nacos, 2005, p. 436; Patkin, 2004). The Oxford Dictionaries (2017) omschrijft een terrorist als: "a person who uses unlawful

violence and intimidation, especially against civilians, in the pursuit of political aims", oftewel iemand die geweldplegingen tegen vooral burgers gebruikt voor een

politiek doel. De genderstereotypes die eerder beschreven werden, die we tegenkomen in het dagelijkse leven, worden ook benadrukt bij het bespreken van mannelijke en vrouwelijke terroristen in nieuwsartikelen (Nacos, 2005, p. 436). De reden hierachter is dat wanneer vrouwen rollen aannemen die voornamelijk als mannelijk beschouwd worden, en hier geen duidelijke verklaring voor is, men geneigd is om terug te vallen op stereotyperende verklaringen (Nacos, 2005, p. 436). Nieuwsartikelen neigen er dan naar om vooral het uiterlijk van de vrouwelijke terrorist te belichten, hoe haar man haar keuzes heeft beïnvloed of dat de vrouw deze rol heeft aangenomen omdat ze net zo sterk als een man wilt overkomen (Idem). Vrouwen die buiten hun traditionele rollen handelen zijn het meest nieuwswaardig, en de vrouwelijke Koerdische strijders zijn hier een goed voorbeeld van. Zoals al eerder aangegeven, gebruiken kranten verschillende frames om het gedrag van deze vrouwelijke strijders te simplificeren, zodat zij het makkelijker

(14)

kunnen uitleggen aan hun publiek (Toivanen & Baser, 2016, p. 305; Friedman, 2008, p. 483)

Verschillende frames

Nacos (2005) bespreekt de verschillende frames die de media gebruiken wanneer zij schrijven over vrouwelijke terroristen. Deze frames zijn ook zinvol voor het analyseren van Nederlandse schriftelijke mediabronnen over vrouwelijke Koerdische strijders.

Het eerste frame gaat over het uiterlijk van deze vrouwen: het nadruk op uiterlijk frame. Krantenartikelen lijken gefascineerd te zijn met het uiterlijk van vrouwelijke terroristen, in contrast met hun mannelijke tegenhangers. Een goed voorbeeld hiervan is de berichtgeving over Leila Khaled. Zij haalde krantenkoppen dertig jaar geleden door de eerste vrouwelijke kaper te zijn voor het Front for the

Liberation of Palestine. Nieuwsartikelen besteedden veel aandacht aan haar uiterlijk

en vergeleken haar zelfs met Audrey Hepburn. Zij wordt dertig jaar later nog steeds omschreven als 'the glamour girl of international terrorism.' (Idem, p. 439). Bij het analyseren van verschillende krantenartikelen over vrouwelijke terroristen lijkt het alsof ze allemaal mooi, slank en charmant zijn. Opmerkingen over het uiterlijk van mannelijke terroristen hebben vaak een ander doel, namelijk uitleggen hoe een terrorist uit zijn cel ontsnapte of hoe hij anoniem kon blijven (Idem).

Het tweede frame wordt vaak gebruikt om het gedrag en de motivaties van vrouwelijke terroristen uit te leggen: het familie verbinding frame (Nacos, 2005, p.

439; Patkin, 2004, p. 82; Friedman, 2008, p. 847; Cunningham, 2010, p. 171). Dit frame besteedt aandacht aan de achtergrond en de familie van de vrouwelijke terrorist, of ze getrouwd is en of ze kinderen heeft. In 15 procent van de artikelen die gaan over vrouwelijke criminelen wordt vermeld of ze getrouwd is of niet (Gardner, 2007, p. 12).

Een term die vaak gebruikt wordt door de media is "Black Widow", een naam die uitleg geeft over waarom sommige vrouwen terroristische aanslagen plegen. De belangrijkste motivatie voor haar acties is dat haar man is vermoord en dat ze nu uit is op wraak. Het probleem met de term "Black Widow" is dat het een gesimplificeerde

(15)

uitleg geeft over de acties van de vrouwelijke terrorist en haar motivaties. Het negeert het feit dat er ook andere motivaties achter kunnen zitten, zoals politieke doeleinden, en focust alleen op het feit dat haar man is vermoord (Nacos, 2005, p. 444).

Het derde frame heet: het net zo sterk/sterker dan mannen frame. Bij dit frame wordt het gedrag van de vrouwelijke terrorist verklaard door te focussen op het feit dat ze zich wilt bewijzen op een terrein dat door mannen gedomineerd wordt. Om te bewijzen dat ze erbij hoort wilt ze demonstreren hoe sterk, dodelijk of wreed ze kan zijn, net zoals haar mannelijke tegenhangers, of zelfs meer. Een andere verklaring binnen dit frame is dat de vrouwelijke terrorist geen echte vrouw zou zijn (Gardner, 2007, p. 44; Patkin, 2004, p. 82). Nieuwsverslaggevers twijfelen zelfs aan haar seksualiteit. Zo wordt er gezegd dat echte vrouwen geen vliegtuigen kapen of een gewelddadige daad zouden kunnen verrichten (Gardner, 2007, p. 44; Skaine, 2006, p. 31). Er wordt ook vaak benadrukt dat de vrouwelijke terrorist niet goed voor haar kinderen zou zorgen aangezien ze terroristische daden verricht, iets wat bij mannelijke terroristen met kinderen bijna nooit ter sprake komt. Dit bevestigt weer de vooronderstelde genderrollen (Gardner, 2007, p. 45).

Het vierde frame is het vrouwenemancipatie frame. Vrouwelijke terroristen

worden in nieuwsartikelen vaak geportretteerd als liberale extremisten. Er wordt nadruk gelegd op hoe het gedrag van vrouwelijke terroristen voortvloeit uit het feit dat zij strijden voor gendergelijkheid en dat zij deze gendergelijkheid tot uiting willen brengen door middel van terroristische aanslagen. Hun handelen wordt soms omschreven als een feministische praktijk. Het wordt vaak gezegd dat deze vrouwen de rol van terrorist op zich nemen om de wereld te laten zien dat zij zich bevrijd hebben van genderstereotypes en dat zij de ultieme masculiene rol op zich kunnen nemen (Nacos, 2005, p. 444; Patkin, 2004, p. 81). In 1977 hebben Italiaanse en Duitse sociologen en nieuwsverslaggevers bericht dat de toegenomen vrouwelijke lidmaatschap bij radicale en terroristische groeperingen de ongewilde consequentie was van de vrouwelijke bevrijdingsbewegingen. Verschillende mediabronnen hebben ook geprobeerd om het gedrag van vrouwelijke terroristen in mannelijk gedomineerde landen te verklaren als een expressie van gendergelijkheid (Nacos, 2005, p. 444).

Het laatste frame focust zich op oriëntalisme. Het is belangrijk om dit te vermelden wanneer er over vrouwen in het Midden-Oosten gesproken wordt en schriftelijke mediabronnen uit het Westen geanalyseerd worden. Oriëntalisme gaat over het beschouwen van de Westerse identiteit als superieur, in vergelijking met

(16)

niet-Westerse identiteiten en culturen (Saïd, 2003, p. 7). In vergelijking met de niet-Westerse identiteit en cultuur zijn andere delen van de wereld onbeschaafd, ongeciviliseerd en ondergeschikt. Het geeft een neerbuigende houding weer van het Westen jegens vooral het Oosten (Saïd, 2003). Het is van belang om stil te staan bij de motieven, structuren, afbeeldingen en thema's in een tekst wanneer er vanuit het Westen wordt geschreven over het Oosten. Belangrijk is om stil te staan bij de positie van de schrijver. Hoe wordt het Oosten beschreven, en spreekt de schrijver namens de mensen uit het Oosten of vanuit zijn eigen perspectief? Het is belangrijk om te onthouden dat wat er verteld wordt over een cultuur niet per se de waarheid is, maar dat het een representatie inhoudt. Het moet worden opgevat als een sociale constructie (Saïd, 2003, p. 50). Bij het bestuderen van Nederlandse schriftelijke mediabronnen over vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten kan het gebruik van oriëntalistische kritieken bepaalde inzichten geven. Het benadrukt bijvoorbeeld hoe de standpunten en beweegredenen van de vrouwelijke Koerdische strijders vanuit een Westers perspectief bekeken en geanalyseerd worden. Het belicht ook het feit dat deze vrouwen vaak als "exotische modellen" geportretteerd worden, door ze als lustobjecten of mode iconen neer te zetten.

Oriëntalisme kan gemeten worden door te kijken of krantenartikelen de "Wij" en "Zij" context gebruiken. Dit gebeurt wanneer de Midden-Oosterse economie, cultuur of politiek vergeleken wordt met die van het Westen. Ook wordt geanalyseerd hoe de vrouwelijke Koerdische strijders worden neergezet, bijvoorbeeld als mooie modellen in fotoreportages, of als Angelina Jolie's van het Midden-Oosten. Woorden zoals 'exotisch' geven ook een oriëntalistische houding weer.

Tegen de achtergrond van het geschetste theoretisch kader zijn dit de indicatoren die onderzocht gaan worden:

1. Genderstereotypen

a. het "mooie ziel discours" b. het "krijger discours" 2. Framing

a. het "nadruk op uiterlijk frame" b. het "familie verbinding frame"

c. het "net zo sterk/sterker dan mannen frame" d. het "vrouwenemancipatie frame"

(17)

3. Oriëntalisme

Methode

Om genderstereotypes en de verschillende frames die in het theoretisch kader besproken zijn te kunnen meten, is er een bepaalde methode van meten nodig om vervolgens de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. De methode die gebruikt wordt is een discoursanalyse. Hierbij wordt er een kritische inhoudsanalyse uitgevoerd en worden de verschillende indicatoren gemeten in de verzamelde Nederlandse schriftelijke mediabronnen die spreken over de vrouwelijke Koerdische strijders.

Burr (1995, p. 48) omschrijft een discours als: "een verzameling van bepaalde betekenissen, metaforen, representaties, afbeeldingen, verhalen, statements et cetera die samen een verhaal produceren over een specifieke gebeurtenis". Deze discoursanalyse zal de focus leggen op de rol van taal en hoe deze de werkelijkheid weergeeft. Dit heeft weer invloed op de kennis die mensen hebben over deze gebeurtenissen en hoe ze deze beoordelen (Jorgensen & Phillips, 2000, p. 10). Bij het gebruiken van een discoursanalyse wordt de nadruk gelegd op de gesproken of geschreven taal. De focus ligt op het algehele karakter van de tekst, hoe taal gebruikt wordt, hoe de tekst in elkaar zit en de karakteristieken van de tekst (Fairclough, 2010, p. 94).

Verschillende analytische instrumenten zoals modaliteit zullen gebruikt worden bij het analyseren van de tekst. Modaliteit benadrukt het niveau van overeenstemming in een uitspraak die wordt gedaan door de auteur. De media portretteren teksten vaak alsof ze feitelijk zijn, en dit doen ze door verschillende vormen van modaliteit te gebruiken. De lezer van de tekst zal, afhankelijk van het karakter van een uitspraak, de uitspraak op een bepaalde manier interpreteren en hierdoor de realiteit op een bepaalde manier begrijpen en construeren. Dit betekent dat de constructie van sociale relaties, kennis en de perceptie van de realiteit afhankelijk zijn van teksten, hoe deze gevormd worden, en hoe mensen dit opvatten (Sulkunen & Torronen, 2009).

(18)

De tweede stap bij het analyseren van teksten is focussen op de processen van (re)productie en consumptie van teksten (Winther, Jorgensen & Phillips, 2000, p. 87). Deze stap is belangrijk omdat het benadrukt hoe sociale en culturele processen en structuren met elkaar verbonden zijn en hoe deze bepaalde discoursen vormen (Idem, p. 72).

De derde stap is om de verschillende discoursen in een bredere context te plaatsen. Dit wordt gedaan door de relatie tussen stap een en twee te benadrukken, en hun invloed op de verschillende discoursen te bekijken (Idem, p. 90). Dit wordt gedaan door te kijken naar discoursen en of ze in de praktijk een reproductie of een reconstructie van de bestaande discoursen zijn, en welk effect dit heeft op bestaande sociale praktijken (Idem, p. 75).

Voor dit onderzoek is de website LexisNexis (www.lexisnexis.nl) gebruikt om Nederlandse krantenartikelen over vrouwelijke Koerdische strijders te vinden in de periode 2014-2017. Het was aanvankelijk de bedoeling dat twee grote Nederlandse kranten, zoals De Volkskrant en De Telegraaf, met elkaar vergeleken zouden worden in hun berichtgeving over deze vrouwen. Per jaar zouden 4 artikelen per krant, verspreid over het jaar, gebruikt worden. Maar dit bleek erg lastig te zijn. Zo berichtte De Volkskrant veel meer over vrouwelijke Koerdische strijders dan De Telegraaf, en in sommige periodes waren er meer artikelen te vinden dan anderen. Uiteindelijk is gekozen voor zoveel mogelijk grote Nederlandse kranten, zoals het AD, Nederlands Dagblad, het Parool, het NRC Handelsblad, De Volkskrant, Metro, De Telegraaf en Trouw. Omdat dit niet leidde tot het gewenst aantal verzamelde krantenartikelen, is besloten om ook een aantal grote Nederlandse tijdschriften die uitgebreid verslag hebben gedaan over deze vrouwen, mee te nemen. Deze tijdschriften zijn: De Groene Amsterdammer, Opzij en de Marie Claire. Ook zijn een aantal online platforms zoals Een Vandaag, Vice News, NOS en De Correspondent meegenomen. De uiteindelijke criteria die gehandhaafd zijn bij het kiezen van de bronnen is dat ik een zo breed mogelijk spectrum van bronnen wilde gebruiken voor het onderzoek. De gekozen bronnen zijn meegenomen omdat zij uitgebreid verslag hebben gedaan over Koerdische vrouwen in het leger, terwijl veel andere schriftelijke mediabronnen dit niet hebben gedaan. Uiteindelijk heb ik geprobeerd om zo uitputtend en zo compleet mogelijke data te vinden voor mijn analyse.

(19)

De artikelen zijn gevonden met behulp van de zoektermen: 'vrouwelijke Koerdische strijders', 'vrouwen PKK', 'vrouwen Peshmerga', 'vrouwen vechten Midden-Oosten' en 'vrouwen vechten IS'. Uiteindelijk zijn er 45 artikelen en reportages bij elkaar verzameld die hebben geschreven over de Koerdische vrouwen die strijden in het Midden-Oosten. Aanvankelijk werd verwacht dat er meer artikelen uit alleen de grote Nederlandse kranten te vinden zouden zijn, maar de verzamelde 45 artikelen zijn voor dit onderzoek voldoende geweest om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.

(20)

Onderzoeksresultaten en analyse

Met behulp van de variabelen die in het theoretisch kader naar voren kwamen (genderstereotypes, de verschillende frames die de media gebruiken wanneer zij praten over gewelddadige vrouwen in het nieuws, en oriëntalisme) is een discoursanalyse uitgevoerd. De 45 schriftelijke mediabronnen die gaan over Koerdische vrouwen in het leger zijn geanalyseerd om duidelijk te maken welke frames er gebruikt worden. Hiermee kan er een algemeen beeld gevormd worden van hoe Nederlandse schriftelijke mediabronnen schrijven over deze vrouwen en hoe hun gedrag beoordeeld wordt.

In de volgende tabel zijn alle 45 Nederlandse schriftelijke mediabronnen die gebruikt zijn voor het onderzoek in rijen weergegeven. In de kolommen zijn de verschillende variabelen weergegeven die zijn gebruikt voor het onderzoek: genderstereotypes, nadruk op uiterlijk frame, familie verbinding frame, net zo sterk/sterker dan mannen frame, vrouwenemancipatie frame, het alternatieve 'uit pure noodzaak' frame, die later toegelicht zal worden, en oriëntalisme. Een 1 betekent dat de variabele voorkwam in de bron. Een 0 geeft aan dat de variabele niet gebruikt werd in de bron. In plaats van de titel van het artikel te noteren, hebben alle bronnen een cijfer van 1 tot en met 45 gekregen. De bronnen staan op alfabetische volgorde, zoals ze in de literatuurlijst voorkomen. Nummer 1 in de tabel is bron 1 in de literatuurlijst, nummer 2 in de tabel is bron 2 in de literatuurlijst, et cetera.

gender stereotype

uiterlijk familie sterker mannen vrouwen emancipatie uit pure noodzaak oriëntalisme 1 0 0 1 0 1 1 0 2 0 0 1 1 1 1 0 3 0 0 0 1 1 1 0 4 0 0 0 1 1 1 0

(21)

5 0 0 0 0 1 0 0 6 0 0 0 1 1 1 0 7 0 0 0 0 0 0 1 8 0 0 0 0 0 1 0 9 0 0 0 0 0 1 0 10 0 1 0 0 0 0 0 11 0 0 0 0 0 1 0 12 0 0 0 1 1 1 0 13 0 0 0 0 1 1 0 14 1 1 0 1 1 1 0 15 0 1 0 0 0 1 0 16 0 1 0 0 0 0 0 17 0 0 0 0 0 0 1 18 0 1 0 0 0 1 0 19 1 1 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0 0 21 0 1 0 0 0 1 0 22 1 1 1 0 0 0 0 23 1 0 0 0 0 0 0 24 0 0 0 0 1 0 0 25 0 0 0 0 1 1 0 26 0 0 0 0 1 1 0 27 1 1 1 1 1 1 0 28 0 0 1 0 0 1 0 29 0 1 0 0 1 1 1 30 0 0 1 0 0 1 0 31 0 0 0 0 0 1 0 32 0 0 0 0 0 1 0 33 0 1 0 0 1 1 1 34 0 1 0 0 1 1 0 35 0 0 0 0 0 0 0 36 0 0 0 0 0 1 0 37 0 0 0 0 1 1 0

(22)

38 0 0 0 0 1 1 0 39 0 1 1 0 0 0 0 40 0 0 0 1 0 1 0 41 0 0 0 0 0 1 0 42 1 1 0 0 0 1 0 43 1 1 1 1 1 1 1 44 0 1 0 1 1 0 1 45 0 0 0 0 0 0 0

In de tabel is af te lezen hoe vaak elke variabele voorkwam in de 45 verzamelde Nederlandse schriftelijke mediabronnen:

Genderstereotypes: 7

• Nadruk op uiterlijk frame: 16 • Familie verbinding frame: 8 • Net zo sterk/sterker dan mannen frame: 10 • Vrouwenemancipatie frame: 20 • Uit pure noodzaak frame: 31

Oriëntalisme: 6

Genderstereotypes

De eerste indicator die naar voren kwam in het theoretisch kader zijn genderstereotypes wanneer er wordt gesproken over vrouwelijke combattanten. De vrouwen worden neergezet als iets bijzonders in een milieu waar je dat niet zou verwachten. Het komt vaak naar voren hoe deze vrouwen een breuk vormen met hun omgeving. Een Volkskrant artikel meldt:

Tegelijk vormen ze een volmaakte breuk met de door en door patriarchale Koerdische cultuur. Eerwraak, polygamie, kindhuwelijken en huiselijk geweld komen onder Koerden vaker voor dan onder de andere volken in het Midden-Oosten. Meer dan de helft van de tienermeisjes in het Koerdische Noord-Irak

(23)

is besneden. Zachtzinnig voor vrouwen is de traditionele Koerdische clansamenleving niet bepaald (De Volkskrant, 2017).

Het benadrukt de rol die de vrouw inneemt in de Koerdische cultuur en hoe zij buiten deze rol stappen.

Een ander voorbeeld komt uit een reportage uit De Correspondent waarbij een Koerdische strijdster aangeeft: "In onze gemeenschap vinden mensen wat wij doen soms te vrij,' geeft ze toe. 'Ik zeg hen dan: op een dag moet een vrouw vrij zijn om jullie huizen en familie te verdedigen. Jullie hebben ons nodig.'" (Hofman, 2014). Het laat dus vooral zien hoe in hun eigen omgeving genderstereotypes nog steeds een grote rol spelen. Twee artikelen maken expliciet gebruik van genderstereotypes. Een artikel uit De Volkskrant doet dit: "Vrouwen zijn betere krijgers dan mannen. Adrenaline en testosteron maken mannen roekeloos. Vrouwen hebben wilskracht en geduld. Ze zijn de dragers van het leven. Doordat vrouwen kinderen krijgen, zijn ze in staat zich op te offeren, ook als ze geen moeder zijn" (Vreeken, 2015). Een reportage in De Correspondent meldt ook:

Dat zag je in Mosul, waar het leger alleen uit mannen bestond. Ze renden weg toen IS oprukte en de vrouwen bleven achter en werden aangevallen. In Sinjar gebeurde hetzelfde, maar in Kobani komen vrouwen voor zichzelf op en vechten ze terug. Zij overleven het en laten aan iedereen zien dat vrouwen net zo vrij en sterk zijn (Hofman, 2014).

Daarnaast laat het artikel een aantal portretten van Koerdische vrouwen zien. Ze hebben legeruniformen aan en houden geweren vast. Het doel hierachter zou kunnen zijn dat zij het standaard beeld van een vrouw in het Midden-Oosten, of een vrouw in het leger, tegen willen gaan. Ze worden neergezet als mooie, sterke vrouwen. Het doel van het artikel is daarmee om genderstereotypes in twijfel te trekken of te bevragen. En dit is niet het enige artikel dat dit doet: nog vijf andere reportages over Koerdische vrouwen in het leger laten portretten zien van vrouwen in hun legeruniform met waarschijnlijk hetzelfde doel.

Een vorm van genderstereotypering die naar voren is gekomen in de artikelen is het vermelden van make-up. Er wordt in sommige artikelen benadrukt dat tijdens de strijd deze vrouwen make-up dragen. Hiermee lijken de artikelen te willen

(24)

benadrukken dat de vrouwen nog steeds ijdel zijn en er mooi uit willen zien. Dit zou een vorm van genderstereotypering genoemd kunnen worden. Een voorbeeld uit een artikel uit de Trouw: "Pendwi is een opvallende verschijning met haar nauwsluitende legeruniform en zorgvuldige make-up" (Neurink, 2014). Een reportage uit de Marie Claire benadrukt hoe de vrouwen trekkers overhalen "met hun gemanicuurde nagels" (Querouil-Bruneel, 2015).

De artikelen brengen naar voren hoe in Westerse media vaak stereotypes gebruikt worden om deze vrouwen neer te zetten. Het artikel uit De Correspondent meldt: "Normaal vragen journalisten alleen of ik met een geweer wil poseren" (Hofman, 2014) en: "In westerse media worden vrouwen als Selgan vaak neergezet als glamoureuze amazones onbevreesd vechten voor het voortbestaan van hun volk. Achter dit stereotype gaat echter een heel andere werkelijkheid schuil" (Idem).

Zoals in het theoretisch kader is gemeld komen genderstereotypes in artikelen vooral naar voren door het gebruiken van bepaalde genderframes, die we hierna gaan belichten. Deze frames geven dus ook aan of er gebruik wordt gemaakt van genderstereotyperingen in de Nederlandse mediabronnen.

Nadruk op uiterlijk frame

In de verzamelde artikelen werd er nadruk gelegd op het uiterlijk van de vrouwen. Dit werd gedaan in 16 van de 45 artikelen. In een aantal artikelen werd onnodig veel aandacht besteed aan het uiterlijk van de strijdsters, en in een aantal artikelen werd op een feitelijke manier het uiterlijk van de geïnterviewde omschreven.

In een aantal artikelen lijkt er onnodig veel aandacht te gaan naar het uiterlijk van de vrouwen. Een voorbeeld hiervan is onder andere een artikel in het AD die de vrouwen omschrijft als: "Sommigen dragen zwarte nagellak. De lange gitzwarte haren zijn in een staart bijeengebonden met een elastiekje of een fleurige sjaal. Ze lachen, met de kalasjnikovs aan hun schouder" (Voermans, 2014). Een ander artikel van het AD heeft als kop: "Knappe Koerdische postergirl onthoofd door IS" (Van Eyken, 2014). Later in het artikel wordt ze omschreven als: "De mooie, onbevreesde vrouw met de bijnaam 'Rehana' werd omschreven als 'dé gesel van de Islamitische Staat' in de Syrische grensplaats Kobani, de stad die al wekenlang door de jihadi's word belegerd" (Idem). In een artikel van De Volkskrant werden de vrouwen omschreven als: "Stoer guerrilla-tenue, flegmatieke oogopslag, kalasjnikov losjes in de hand,

(25)

kleurige bandana om de losgebonden haren" (De Volkskrant, 2017). Zoals hiervoor al was aangegeven, werd een van de vrouwelijke leiders in een artikel in de Trouw omschreven als: "Pendwi is een opvallende verschijning met haar nauwsluitende legeruniform en zorgvuldige make-up" (Trouw, 2014). En in een Marie Claire artikel wordt benadrukt hoe ze de trekker overhalen "met gemanicuurde nagels [...] Een lange vlecht danst op de rug van haar stoffige uniform" (Querouil-Bruneel, 2015).

In een aantal artikelen werd het uiterlijk van de vrouwen vermeld, maar kwam het minder belangrijk over. Het was een feitelijke beschrijving van de geïnterviewde, zoals in interviews vaak wordt gedaan. Een voorbeeld hiervan is uit De Correspondent: "Tamara Kani (34), een tengere Turkse vrouw met een rustige oogopslag, glimlacht." (Hofman, 2014).

Het doel van de beschrijving is belangrijk omdat het aangeeft of er bij vrouwelijke combattanten onnodig of meer aandacht wordt besteed aan het uiterlijk dan bij mannelijke combattanten. Bij de eerste paar voorbeelden was het duidelijk dat er oppervlakkige informatie over het uiterlijk werd gegeven, zoals een combattant omschrijven als "een knappe postergirl". Bij voorbeelden zoals in De Correspondent was het duidelijk dat het een feitelijke omschrijving van de geïnterviewde was om de lezer een beeld te geven van de persoon die besproken werd.

Familie verbinding frame

Dit frame komt als derde indicator naar voren in het theoretisch kader. Het gaat hierbij om een familie verbinding. Dit frame werd weinig gebruikt in de Nederlandse krantenartikelen: bij 8 van de 45 artikelen kwam dit frame naar voren. Een aantal artikelen benadrukken het feit dat deze vrouwen een gezin hebben of hebben ernaar gevraagd in een interview. Dit werd gedaan in 3 van de 8 artikelen:

Naast hun werk hebben de vrouwen vaak een gezin. 'We zijn ook verantwoordelijk voor onze huishoudens, dus je kan stellen dat een vrouwelijke peshmerga-strijder het zwaarder heeft.' Een andere moeder, die thuis een 5-jarige dochter heeft zitten, is nu zwanger. Zij laat weten dat ze zich daardoor niet laat tegenhouden. 'Dit is mijn plicht, of ik nu een kind draag of

(26)

niet. Als ik word opgeroepen om te vechten, dan ga ik,' aldus de vier maanden zwangere vrouw (AD, 2014).

Ook in de reportage van de Marie Claire komt het moederschap naar voren: "Het feit dat ze vrouw en moeder is, heeft geen invloed op haar leiderschap" (Querouil-Bruneel, 2015). Ook in een artikel van De Volkskrant is dit het geval: "Dat geldt niet voor Majda, die thuis een man en kinderen heeft" (Andersen, 2015). Een ander artikel van De Volkskrant gaat er ook op in: "Dat leidt tot de vraag: hoe zien zij het huwelijk en het moederschap, in een cultuur waar trouwen en kinderen krijgen traditioneel voor jonge vrouwen het levensdoel is?" (Vreeken, 2015).

In 5 van de 8 artikelen kwam naar voren dat een vrouw wellicht zich had aangesloten bij het leger omdat andere familieleden hetzelfde deden. In een artikel van het Parool wordt er gezegd: "Hoewel ze uit een soldatengezin komt, met een vader en grootvader die peshmerga's waren, en een militaire training van drie maanden achter de rug heeft, vecht ze zelf niet mee" (Neurink, 2014). Ook in een artikel van De Volkskrant: "Zij zit al sinds haar 15de bij de peshmerga - haar hele familie vecht" (Andersen, 2015).

In het theoretisch kader is al aangegeven waarom dit frame problematisch kan zijn: het moederschap ondervragen bij een vrouw wordt vaak als normaal gezien, terwijl dit bij mannelijke combattanten zelden voorkomt. Maar dit frame kwam niet prominent naar voren in de verzamelde artikelen.

Net zo sterk/sterker dan mannen frame

In dit frame gaat het erom dat de vrouwelijke combattanten zich proberen te bewijzen door zich net zo sterk, of sterker, voor te doen als hun mannelijke tegenhangers. In de artikelen komt vaak naar voren dat vrouwelijke strijders net zo goed zijn in het bestrijden van de vijand als mannen. Er wordt vaak vermeld dat ze het zien als hun plicht om te vechten voor het land, en dat dit niet alleen het werk van mannen zou moeten zijn. In 10 van de 45 artikelen wordt dit frame gebruikt. Een voorbeeld komt uit het AD:

(27)

De Koerdische militie recruteert vaker vrouwen. Na overleg met de president van Iraaks Koerdistan stemde hij in met de vorming van een regiment voor yezidi-vrouwen, met de naam 'Dochters van de zon'. Van studenten, koks en onderwijzeressen tussen de 18 en 40 jaar werden soldaten gemaakt. Zij leerden om te gaan met wapens, zich te beschermen tegen een aanval met chemische wapens (AD, 2014).

Het wordt bijna als normaal gezien dat de vrouwen naast de mannen meevechten: "We krijgen dezelfde behandeling als mannelijke vechters. Dat is zo vastgelegd in de wet. We staan ons mannetje" (AD, 2014). Ook in een artikel van De Volkskrant wordt de gelijkheid tussen mannen en vrouwen benadrukt: "Alle hoge bestuursposten worden in duobaan vervuld door een man en een vrouw en meisjes krijgen op school ingeprent dat ze niets onderdoen voor jongens. Ook niet in het gevecht tegen de jihadisten" (De Volkskrant, 2017). Een artikel van de NOS belicht ook deze gelijkheid: "Ze vertellen dat ze precies hetzelfde doen als de mannen. Vooral de PKK heeft een filosofie van gelijkheid van mannen en vrouwen" (Van Hoorn, 2015). En een artikel uit De Volkskrant doet dit ook:

Ze hebben wat oudere kalasjnikovs dan de mannen in het gebouw verderop, maar dat is dan ook het enige verschil. Plus wat lichte make-up. Maar de machinegeweren in hun pick-up, de magazijnen om hun middel en pistolen op hun heup zijn er niet voor de show; de 500 leden van de vrouwenbrigade in de peshmerga vechten aan de frontlijn ten zuiden van Kirkuk tegen Islamitische Staat, zij aan zij met de mannen (Andersen, 2015).

Een artikel van De Groene Amsterdammer benadrukt de noodzaak voor vrouwen in het gevecht:

Er moest iets tegenover de moordende, plunderende en verkrachtende jihadisten van IS gesteld worden. Enter de stoere vrouwen van de Koerdische troepenmachten. Met hun gewapend verzet waren ze het levende - feministische - bewijs dat nog niet alles in het Midden-Oosten hopeloos ten prooi is gevallen aan de vrouwenonderdrukkende middeleeuwers van Islamitische Staat (Bahara, 2015).

(28)

Later in het artikel wordt gezegd: "Hun deelname was onvoorwaardelijk, ze stonden vooraan, zij aan zij met hun mannelijke collega's in de strijd tegen jihadisten die geen enkele achting voor vrouwen hebben" (Idem).

In de meeste artikelen stond het benadrukken van de kracht van de vrouwen voorop en hoe het als vanzelfsprekend gezien werd dat zij meevochten in de strijd. De schrijvers van de artikelen, maar ook de vrouwen die geïnterviewd werden, wilden dit naar voren brengen.

Vrouwenemancipatie frame

Dit frame was verreweg de meest gebruikte frame in de verzamelde artikelen. In bijna de helft van de artikelen werd er nadruk gelegd op hoe deze Koerdische vrouwen meevechten voor vrouwenemancipatie en gelijkheid in het Midden-Oosten. De woorden 'emancipatie' en 'feminisme' kwamen dan ook vaak voor. In een artikel van De Correspondent komt naar voren hoe de Islamitische Staat als een katalysator heeft gewerkt voor de emancipatie van de Koerdische vrouwen (Hofman, 2014), en de meeste Nederlandse schriftelijke mediabronnen over Koerdische vrouwen in het leger hebben dit als uitgangspunt. Zo meldt een Volkskrant artikel: "Zo vormen de strijdsters van de vrouwenbrigade YPJ de stoottropen van de emancipatie in Rojava" (Vreeken, 2017). Een ander Volkskrant artikel beschrijft de strijd als: "Vertroebeld door de schijn van terrorisme, maar altijd met de nadruk op vrouwenrechten" (Van Es, 2017) en worden de vrouwen omschreven als feministen: "Sommigen worden guerillastrijders, andere pleiten voor 'baas in eigen vagina' [...] Ze is ervan overtuigd dat het 'schouder aan schouder strijden met mannen' belangrijk is voor de emancipatie van moslima's en dat dit gelijke rechten voor vrouwen en mannen in de moslimwereld dichterbij brengt" (Groen, 2015). Een artikel in de Trouw: "Vrouwenemancipatie is de kern van de Rojava Revolutie" (Neurink, 2014). De reportage in De Correspondent belicht vrouwenemancipatie het meest van alle verzamelde artikelen:

Het gaat eerst om vrouwen, pas daarna over wat je geloof is, van welke politieke partij je bent of wat je achtergrond is. Wij strijden allemaal als vrouw voor onze rechten en voor onze samenleving. Voor die rechten moet je vechten, want ze komen het niet brengen [...] Duizenden vrouwen zien ons als voorbeeldfiguren en hopen dat er meer sterke vrouwen opstaan en macht naar

(29)

zich toetrekken. Dat geeft ons kracht om door te gaan [...] Toch heeft deze op het eerste oog breekbare vrouw een duidelijk doel voor ogen: vrijheid voor alle vrouwen op de wereld, zo nodig afgedwongen met vuurwapens [...] Als vrouwen werkelijk gelijk willen zijn aan mannen, dan moeten ze bereid zijn om te vechten, want met alleen praten lukt dit niet (Hofman, 2014).

In de reportage van De Groene Amsterdammer wordt vrouwenemancipatie ook belicht:

Hun inzet was evengoed een feministische strijd voor gelijkwaardigheid. Murad verwoordde die breed gedeelde overtuiging in een interview met een Koerdische tv-zender: 'Wij vrouwen zijn herboren. De onwetendheid en vooroordelen over vrouwen zijn niet langer mogelijk. Wij hebben onze vastberadenheid getoond in de strijd voor onze natie. Vrouwen leiden de strijd.' (Bahara, 2015).

Een artikel van Vice gebruikt vrouwenemancipatie ook als uitgangspunt van het artikel:

En dit project is misschien wel de meest feministische revolutie die de moderne wereld ooit gekend heeft [...] Maar het idee gaat verder dan het recht om jezelf te verdedigen tegen alle vormen van vrouwenhaat, en het strijden tegen het extreme geweld van Daesh. Het gaat net zo goed om het bevechten van achterhaalde normen in hun samenleving [...] ze vertelde me dat vrouwen in deze regio nog nooit zo geëmancipeerd waren geweest. Zonder gelijkheid voor vrouwen, zou een samenleving volgens haar niet rechtvaardig kunnen zijn. Ze was bereid om te sterven voor dit ideaal (Ross, 2017).

Een Volkskrant artikel benadrukt ook de feministische strijd: "Het Koerdische feminisme heeft zelfs een eigen naam; jineologie, een door PKK leider Abdullah Öcalan gemunte term [...] Dit is een revolutie van vrouwen" (Vreeken, 2015). Een reportage in de Morgen doet hetzelfde: "Felat vocht jarenlang tegen de onderdrukking van Koerdische en Syrische vrouwen en is vandaag een voorbeeld voor menig feminist" (Heusequin, 2017).

(30)

Plausibel is dat dit frame het meest voorkomt in de verzamelde artikelen omdat dit de makkelijkste manier is voor journalisten om de beweegredenen van deze vrouwen te verklaren. Terugkoppelend naar het theoretisch kader: mediabronnen proberen het gedrag van vrouwelijke terroristen in mannelijk gedomineerde landen te verklaren als een expressie van gendergelijkheid. Dit frame wordt gebruikt om aan te geven dat vrouwen zich bevrijd hebben van genderstereotypes en dat zij de ultieme masculiene rol op zich kunnen nemen. Vanuit een Westers perspectief lijkt het vrouwenemancipatie frame het meest logisch aangezien het gaat over vrouwen uit het Midden-Oosten, waar een cultuur heerst van mannelijke dominantie en de strijd voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Daarnaast wordt de cultuur gekenmerkt door een samenleving waarin genderstereotypes nog een grote rol spelen.

Alternatieve frame

Na het analyseren van alle artikelen is er nog één prominent frame dat niet besproken is in het theoretisch kader. Dit frame is na het onderzoek gevormd.

De frames die in het theoretisch kader besproken zijn komen duidelijk terug in alle artikelen, maar de meest prominente frame mist nog. In bijna alle interviews komt duidelijk naar voren dat de vrouwen meevechten omdat ze simpelweg geen andere keuze hebben. Dit frame zou dan ook het 'uit noodzaak frame' genoemd kunnen worden. In alle interviews met Koerdische vrouwen komt naar voren dat vrouwen de grootste slachtoffers zijn van de Islamitische Staat. Om te voorkomen dat nog meer vrouwen slachtoffer worden, maar vooral om te voorkomen dat zij zelf slachtoffer worden van IS, hebben ze geen andere mogelijkheid dan om terug te vechten. In meer dan de helft van de artikelen worden de vrouwen geïnterviewd, waarin ze aangeven dat IS vrouwen verkracht, martelt of vermoordt (Voermans, 2014; Van Zon, 2017; Neurink, 2014; Hofman, 2014; Opzij, 2017). Ze zien dan ook geen andere mogelijkheid dan om mee te vechten. Bijna alle geïnterviewde vrouwen hebben rationele redenen om bij het leger te gaan en dit is de hoofdreden. In de 45 verzamelde Nederlandse schriftelijke mediabronnen kwam deze variabele 30 keer voor.

(31)

Oriëntalisme

Bij een aantal artikelen komt de oriëntalistische houding van de journalist naar voren. In deze quote lijkt het alsof vrouwen geen agency hebben door de negatieve omschrijving van het Midden-Oosten:

Tegelijk vormen ze een volmaakte breuk met de door en door patriarchale Koerdische cultuur. Eerwraak, polygamie, kind huwelijken en huiselijk geweld komen onder Koerden vaker voor dan onder de andere volken in het Midden-Oosten. Meer dan de helft van de tienermeisjes in het Koerdische Noord-Irak is besneden. Zachtzinnig voor vrouwen is de traditionele Koerdische clansamenleving niet bepaald (De Volkskrant, 2017). De nadruk leggen op eerwraak, polygamie, kindhuwelijken en huiselijk geweld zorgt ervoor dat het als vanzelfsprekend wordt gezien dat deze vrouwen vechten voor vrouwenemancipatie. Door deze quote wordt het genormaliseerd dat vrouwen in het Midden-Oosten erg te lijden hebben, omdat het op een feitelijke manier gebracht wordt. De nadruk leggen op vrouwenemancipatie kan daarom ook een oriëntalistische houding benadrukken. De journalist stuurt het artikel door deze aspecten van de Koerdische cultuur te belichten. De geïnterviewde vrouwen hebben het in vrijwel alle interviews over hun slechte positie in de samenleving, maar benadrukken niet zoals de journalist deze aspecten van hun cultuur. Bijna alle artikelen proberen een oriëntalistische houding te vermijden door vrouwen te interviewen en deze te quoten voor het artikel. Zo staan de woorden van de geïnterviewde vrouwen op de voorgrond en niet het perspectief of de mening van de journalist. Maar zoals dit voorbeeld aangeeft, komt nog regelmatig een oriëntalistische houding van de journalist naar voren. Een artikel van De Volkskrant schrijft: "Dat leidt tot de vraag: hoe zien zij het huwelijk en het moederschap, in een cultuur waar trouwen en kinderen krijgen traditioneel voor jonge vrouwen het levensdoel is?" (Vreeken, 2015). Hierin komt ook een oriëntalistische houding naar voren: aangeven dat het in de cultuur zit dat vrouwen trouwen als levensdoel zien. Dit hoeft niet inherent te zijn aan de cultuur maar zou een Westers perspectief op de cultuur kunnen weergeven. Een ander voorbeeld van een oriëntalistische houding zijn 2 artikelen die IS omschrijft als 'baardmannen' (Vreeken, 2015; Vreeken, 2017).

(32)

Bij het analyseren van genderstereotypes kwam naar voren dat veel nieuwsartikelen een fotoreportage hebben van de vrouwelijke Koerdische strijders. Toegelicht werd dat dit waarschijnlijk werd gedaan om genderstereotypes over vrouwen in het leger weg te nemen, en de vrouwen neer te zetten als sterke krijgers. Aan de andere kant kunnen deze fotoreportages ook een oriëntalistisch perspectief naar voren brengen. Door mooie vrouwen te fotograferen en de nadruk te leggen op hoe ze eruit zien, kan de inhoud van het artikel naar de achtergrond verschuiven. Hierdoor wordt er meer nadruk gelegd op hoe de vrouwen eruit zien dan wat ze te zeggen hebben en worden ze geportretteerd als exotische modellen uit het Midden-Oosten en niet als krijgers.

(33)

Wat verder opviel

In ongeveer de helft van de artikelen is dezelfde quote gebruikt. Vrouwelijke strijdsters zouden de grootste nachtmerrie van IS zijn om een specifieke reden: blijkbaar zouden mannen niet in de hemel komen met 72 maagden als ze vermoord worden door een vrouwelijke strijder. Maar in een artikel van De Groene Amsterdammer kwam naar voren dat dit was uitgesproken door een Koerdische strijdster die werd geïnterviewd door een internationale mediabron. Vervolgens hebben andere mediabronnen wereldwijd, zo ook Nederlandse schriftelijke mediabronnen, dit overgenomen. De geïnterviewde zou dit niet serieus bedoeld hebben, en er zou ook geen feitelijke of religieuze onderbouwing zijn voor dit statement (Bahara, 2015). Maar toch komt het in bijna de helft van de verzamelde artikelen voor. Dit geeft goed aan dat Nederlandse schriftelijke mediabronnen informatie van elkaar overnemen en de informatie niet altijd op juistheid controleren. Door deze quote te gebruiken lijkt het alsof IS bang is voor vrouwelijke strijders om religieuze redenen, maar hier is dus geen feitelijke onderbouwing voor. Het idee dat vrouwelijke strijders IS bang zouden kunnen maken omdat ze goede krijgers zijn, wordt hierdoor opzij gezet.

(34)

Conclusie

Dit onderzoek richt zich op de vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten en hoe Nederlandse schriftelijke mediabronnen deze vrouwen omschrijven en neerzetten. Het is duidelijk dat Nederlandse mediabronnen gebruik maken van genderstereotypes en de frames die besproken werden in het theoretisch kader wanneer het gaat over vrouwelijke strijdkrachten.

Het eerste en tweede frame, het 'nadruk op uiterlijk frame' en 'het familie verbinding frame', kwamen weinig naar voren in de verzamelde artikelen. Aspecten van beide frames kwamen naar voren in een aantal artikelen, maar dit voerde niet de boventoon.

Het derde frame, het 'net zo sterk/sterker dan mannen frame', kwam een aantal keer naar voren, maar voerde ook niet de boventoon. In de interviews vertelden de vrouwen dat mannen en vrouwen als gelijken gezien werden, en dat dat een van de redenen was waarom ze besloten om mee te vechten. Of het werd als vanzelfsprekend gezien dat ze meevochten. Maar dit werd niet als de hoofdreden gepresenteerd waarom deze vrouwen deelnamen aan het leger. Voor henzelf is het vaak niet een bijzonderheid dat ze IS bestrijden, en dit frame was dan ook niet sterk aanwezig in de artikelen.

Het laatste frame uit het theoretisch kader, het 'vrouwenemancipatie frame', was de meest voorkomende. Merendeel van de geïnterviewde vrouwen in de artikelen gaven aan dat ze het als hun doel zagen om mee te vechten om hun plek als vrouw te verbeteren.

Het problematische aan deze conclusie is dat het vanuit een oriëntalistisch standpunt van de journalist naar voren zou kunnen komen. Wanneer journalisten zich negatief uitspreken over de Koerdische cultuur, dan kan te snel de conclusie worden getrokken dat deze vrouwen vechten voor vrouwenemancipatie. In sommige artikelen komt deze oriëntalistische houding dan ook naar voren, maar in het merendeel van de

(35)

artikelen wordt deze houding vermeden door de geïnterviewde vrouwen te quoten. In de meeste artikelen worden de woorden van de vrouwen zelf gebruikt om de vrouwenemancipatie frame op te bouwen in het artikel. Oriëntalisme vormt dus niet in alle artikelen een probleem.

Maar met deze frames alleen is er nog geen antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Na het onderzoek is er nog een frame toegevoegd, namelijk het 'uit pure noodzaak frame'. In alle interviews kwam naar voren dat dit de hoofdreden was waarom vrouwen besloten tegen IS te vechten. De voorgaande frames zouden nog aangestuurd kunnen worden door de journalisten, door middel van het stellen van specifieke vragen. Maar dat leek bij dit frame niet het geval. De vrouwen gaven zelf aan dat als ze niet tegen IS vochten, dat zij en andere vrouwen geen kans op leven meer zouden hebben. Omdat bijna alle artikelen voornamelijk uit interviews bestonden, en omdat in alle interviews de vrouwen dit zelf naar voren brachten, is dit van alle frames de meest prominente.

In dit onderzoek wordt genderstereotypering als een aparte analyse categorie beschouwd, maar dit valt ook samen met alle andere frames. In de verschillende frames die besproken zijn komen bepaalde beweegredenen naar voren, maar ook stereotyperingen. In het 'familie verbinding' frame, komt naar voren dat vrouwen een verzorgende rol op zich nemen, net zoals in het 'mooie ziel' discours. Ook wordt ondervraagd of vrouwen kinderen hebben, en wordt benadrukt dat ze moeder zijn, terwijl dit bij hun mannelijke tegenhangers niet wordt gedaan. Hier wordt dus gebruik gemaakt van genderstereotypes. In het 'nadruk op uiterlijk frame' komen genderstereotyperingen naar voren doordat vrouwen geseksualiseerd worden en de nadruk heel erg op het uiterlijk ligt. Bij het 'net zo sterk/sterker dan mannen' frame moeten vrouwen bewijzen dat ze net zulke goede krijgers zijn als mannen, door de genderstereotyperingen die er bestaan. Genderstereotypes is gebruikt als indicator om aan te geven of artikelen expliciet het verschil tussen mannen en vrouwen bespreken, of aangeven dat vrouwen make-up dragen. Maar het valt te concluderen dat genderstereotypes in bijna alle frames en gebruikte quote's naar voren komen. Nederlandse schriftelijke mediabronnen maken dus gebruik van genderstereotypes, en dit doen ze vooral door de besproken frames toe te passen in hun artikelen. Daarnaast komen genderstereotypes een aantal keer expliciet naar voren in de artikelen. In een aantal gebruikte quote's wordt het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke krijgers belicht. En in een aantal artikelen wordt ook vermeld dat de vrouwen make-up

(36)

droegen tijdens de strijd. Dit kan een beeld schetsen van een ijdele vrouw, zelfs in tijden van oorlog.

Hiermee heeft dit onderzoek door middel van een discoursanalyse van 45 Nederlandse schriftelijke mediabronnen die hebben geschreven over vrouwelijke Koerdische strijders antwoord kunnen geven op de onderzoeksvraag. Dit onderzoek laat zien dat Nederlandse schriftelijke mediabronnen gebruik maken van genderstereotypes zoals besproken in het theoretisch kader, door het gebruiken van specifieke genderframes, en het benadrukken van de verschillen tussen mannen en vrouwen. Ook wordt soms teveel aandacht besteed aan het uiterlijk van de vrouwen. Daarnaast maken ze weinig gebruik van het 'familie verbinding frame' en het 'net zo sterk/sterker dan mannen frame'. Vrouwenemancipatie speelt dan weer een grote rol bij de framing van de artikelen. Dit onderzoek heeft ook aangetoond dat als het aan de journalist ligt, de frames die in het theoretisch kader naar voren kwamen het meest prominent zijn in nieuwsartikelen over deze vrouwen. Maar wanneer je de vrouwen zelf aan het woord laat, door middel van interviews, dat er een andere frame naar voren komt, namelijk die van pure noodzaak.

Na het uitvoeren van dit onderzoek wordt aanbevolen om verder gericht onderzoek te doen naar feminisme in het Midden-Oosten. In dit onderzoek is al naar voren gekomen dat feminisme een belangrijk aspect is voor Koerdische vrouwen die meevechten in het leger in het Midden-Oosten. Voor toekomstig onderzoek zou het een grote bijdrage leveren aan feministische studies om onderzoek te doen naar het vergroten van vrouwenemancipatie in een land door vrouwen mee te laten vechten in het leger. De Koerdische vrouwen die meevechten tegen IS zouden daarbij als onderzoeksobject gebruikt kunnen worden, maar er zijn ook andere vrouwelijke strijdmachten die als voorbeeld kunnen dienen. In het onderzoek zou gemeten kunnen worden of deze vrouwelijke strijdmachten ook daadwerkelijk hebben gezorgd voor meer vrouwenemancipatie en hebben meegewerkt aan een feministische revolutie in hun land.

(37)

Literatuurlijst

• Alison, M. (2004). Women as agents of political violence: gendering security.

Special issue on Gender and Security, 35(4), 447-463.

Bengio, O. (2017, 10 maart). The Kurdish women's revolution. The Jerusalem

Post.

• Benson-Sokmen, S. (2017). The limits of 'Western" feminist engagement with Kurdish female militancy. Geraadpleegd op 20 november 2017 van: https://muftah.org/limits-western-feminist-engagement-kurdish-female-fighters/#.WlYZC-g-e8o

Burr, V. (1995). An introduction to social constructivism. London: Routledge. Carter, C. & Steiner, L. (2004). Critical readings: media and gender. UK:

Open University Press.

Cunningham, K. (2003). Cross-regional trends in female terrorism. Studies in

Conflict & Terrorism, 26(3), 171-195.

Davis, L. & Harris, O. (1998). Race and ethnicity in U.S. sport media. London: Routledge.

Elshtain, J. (1982). On beautiful souls, just warriors and feminist consciousness. Gender and Society, 3(1), 127-131.

(38)

• Entman, R. (1991). Framing U.S. coverage of international news: contrasts in narratives of the KAL and Iran Air incidents. Journal of

communication, 41(4), 6-27.

Fairclough, N. (2010). Critical discourse analysis: A critical study of

language. Edingburgh: Pearson Education Limited.

• Foreign Affairs (2015, June 3). The women of the PKK: Meet the female "terrorists" battling ISIS. Geraadpleegd op 16 november 2017 van: https://www.foreignaffairs.com/photo-galleries/2015-06-03/women-pkk

• Friedman, B. (2008). Unlikely warriors: how four US news sources explained female suicide bombers. Journalism & mass communication quarterly, 85(4), 841-859.

Gardner, E. (2007). Is there a method to the madness? Worldwide press coverage of female terrorists and journalistic attempts to rationalize their involvement. Journalism Studies, 8(6), 2-22.

Jorgensen, M. & Phillips, L. (2000). Discourse analysis as theory and method. London: Sage Publications.

Kilic, N. (2007, 10 december). De Koerdische strijd vanuit

vrouwenrechtenperspectief. Geraadpleegd op 28 december 2017 van: http://www.vrouwenraad.be/file?fle=18452&ssn=

• Nacos, B. (2005). The portrayal of female terrorists in the media: similar framing patterns in the news coverage of women in politics and in terrorism. Studies, Conflict and Terrorism. 28(5), 435-451.

(39)

• Nieuwsblad (2016, 7 september). ISIS doodt "Koerdische Angelina Jolie" tijdens gevecht. Geraadpleegd op 20 november van:

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160907_02458532

Nilsson, M. (2017). Muslim mothers in ground combat against the Islamic State: women's identities and social change in Iraqi Kurdistan. Armed

Forces & Society, 1-19.

• Patkin, T. (2004). Explosive baggage: female Palestinian suicide bombers and the rhetoric of emotion. Women and Language, 27(2), p. 79-88. Said, E. (2003). Orientalism. London: Penguin.

Skaine, R. (2006). Female suicide bombers. NC: Mcfarland & Company. • Sulkunen, P. & Torronen, J. (2009). The production of values: the concept of

modality in textual discourse analysis. Journal of the International

Association for Semiotic Studies, 113(1), 43-52.

• Szoldra, P. (2017, March 8). We are not meant to sit at home: meet the female Peshmerga fighters battling Isis. Geraadpleegd op 16 november 2017 van: https://www.businessinsider.nl/meet-the-female-peshmerga-fighters-battling-isis-2017-3/?international=true&r=US

• The Kurdish Project (2017). Kurdish Genocide. Geraadpleegd op 28 november 2017 van: http://thekurdishproject.org/history-and-culture/kurdish-history/kurdistan-genocide/

• The Oxford Dictionaries (2017). Geraadpleegd op 20 november 2017 van: https://en.oxforddictionaries.com/definition/terrorist

(40)

• Toivanen, M. & Baser, B. (2016). Gender in the representations of an armed conflict: female Kurdish combatants in French and British media.

Middle East Journal of Culture and Communication, 9(3), 294-314.

Trouw (2017, 26 september). Saudische vrouwen mogen binnenkort autorijden. Geraadpleegd op 22 januari 2018 van:

https://www.trouw.nl/home/saudische-vrouwen-mogen-binnenkort-autorijden~ab65cf68/

Verzamelde bronnen voor het onderzoek:

1. AD (2014, 17 augustus). IS' grootste nachtmerrie: het Koerdische vrouwenleger. Geraadpleegd op 20 november 2017 van:

https://www.ad.nl/buitenland/is-grootste-nachtmerrie-het-koerdische-vrouwenleger~a077ec38/

2. Andersen, R. (2015, 2 april). Vrouwenbrigade: Laat ons die IS-strijders doden. Geraadpleegd op 20 november 2017 van:

https://www.volkskrant.nl/buitenland/vrouwenbrigade-laat-ons-die-is-strijders-doden~a3942292/

3. Bahara, H. (2015, 30 januari). Het einde: Medya Osman-Murad-1987-30 januari 2015. Geraadpleegd op 20 november 2017 van:

https://www.groene.nl/artikel/medya-osman-murad-1987-30-januari-2015

4. Bekendam, J. (2017, 28 juni). Als journalist tussen de Koerdische PKK-strijders. Geraadpleegd op 28 november van:

https://eenvandaag.avrotros.nl/item/als-journalist-tussen-de-koerdische-pkk-strijders/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De partij van Pas blijft wantrouwig en stelt zelfs dat er helemaal niets zeker is, dat de deal met Turkije enkel maar zal dienen voor Turkije om zich met geld van de Europese

Maar deze mooie menselijke eigen- schap zal door de mensen alleen als een deugd worden opgevat als het cda weer bereid is zich ervoor in te zetten om daar- mee het beste voor

Het is niet dat we het niet weten, intuïtief weten we het weer heel goed: kijk maar hoe er in buurten en wijken lokaal geprotesteerd wordt als er een Ara­ bier die

D e nieuwe werkwijze van extremisten heeft rechtstreekse gevolgen voor Nederlandse militairen; van operational awareness in missiegebieden tot veiligheid in Nederland.. Ten

In en om Salalah zijn heel wat specialiteiten te zien: Palestijnse bosuil, Arabische goudvleugelvink, zwarte arend, Yemenitische kanarie, enz… Onze gidsen hebben voor elk van deze

die nog steeds voortduurt.. ook een veranderde behoefte bij de personeelssamenstelling en hun opleidingsniveau met zich meebrengt. Decennia lang was ons

De redactie van S en D vroeg mij een beschouwing over de maatschappelijke en politieke gevaren, die ik vanuit mijn wereld van natuurkundig onderzoeker verbonden zie aan

Ik hoop dat ik met deze leerstoel kan bewerkstelligen dat wanneer er over de studie van de islam wordt gesproken, niet langer in de eerste plaats aan het Mid- den-Oosten en het