• No results found

In ongeveer de helft van de artikelen is dezelfde quote gebruikt. Vrouwelijke strijdsters zouden de grootste nachtmerrie van IS zijn om een specifieke reden: blijkbaar zouden mannen niet in de hemel komen met 72 maagden als ze vermoord worden door een vrouwelijke strijder. Maar in een artikel van De Groene Amsterdammer kwam naar voren dat dit was uitgesproken door een Koerdische strijdster die werd geïnterviewd door een internationale mediabron. Vervolgens hebben andere mediabronnen wereldwijd, zo ook Nederlandse schriftelijke mediabronnen, dit overgenomen. De geïnterviewde zou dit niet serieus bedoeld hebben, en er zou ook geen feitelijke of religieuze onderbouwing zijn voor dit statement (Bahara, 2015). Maar toch komt het in bijna de helft van de verzamelde artikelen voor. Dit geeft goed aan dat Nederlandse schriftelijke mediabronnen informatie van elkaar overnemen en de informatie niet altijd op juistheid controleren. Door deze quote te gebruiken lijkt het alsof IS bang is voor vrouwelijke strijders om religieuze redenen, maar hier is dus geen feitelijke onderbouwing voor. Het idee dat vrouwelijke strijders IS bang zouden kunnen maken omdat ze goede krijgers zijn, wordt hierdoor opzij gezet.

Conclusie

Dit onderzoek richt zich op de vrouwelijke Koerdische strijders in het Midden-Oosten en hoe Nederlandse schriftelijke mediabronnen deze vrouwen omschrijven en neerzetten. Het is duidelijk dat Nederlandse mediabronnen gebruik maken van genderstereotypes en de frames die besproken werden in het theoretisch kader wanneer het gaat over vrouwelijke strijdkrachten.

Het eerste en tweede frame, het 'nadruk op uiterlijk frame' en 'het familie verbinding frame', kwamen weinig naar voren in de verzamelde artikelen. Aspecten van beide frames kwamen naar voren in een aantal artikelen, maar dit voerde niet de boventoon.

Het derde frame, het 'net zo sterk/sterker dan mannen frame', kwam een aantal keer naar voren, maar voerde ook niet de boventoon. In de interviews vertelden de vrouwen dat mannen en vrouwen als gelijken gezien werden, en dat dat een van de redenen was waarom ze besloten om mee te vechten. Of het werd als vanzelfsprekend gezien dat ze meevochten. Maar dit werd niet als de hoofdreden gepresenteerd waarom deze vrouwen deelnamen aan het leger. Voor henzelf is het vaak niet een bijzonderheid dat ze IS bestrijden, en dit frame was dan ook niet sterk aanwezig in de artikelen.

Het laatste frame uit het theoretisch kader, het 'vrouwenemancipatie frame', was de meest voorkomende. Merendeel van de geïnterviewde vrouwen in de artikelen gaven aan dat ze het als hun doel zagen om mee te vechten om hun plek als vrouw te verbeteren.

Het problematische aan deze conclusie is dat het vanuit een oriëntalistisch standpunt van de journalist naar voren zou kunnen komen. Wanneer journalisten zich negatief uitspreken over de Koerdische cultuur, dan kan te snel de conclusie worden getrokken dat deze vrouwen vechten voor vrouwenemancipatie. In sommige artikelen komt deze oriëntalistische houding dan ook naar voren, maar in het merendeel van de

artikelen wordt deze houding vermeden door de geïnterviewde vrouwen te quoten. In de meeste artikelen worden de woorden van de vrouwen zelf gebruikt om de vrouwenemancipatie frame op te bouwen in het artikel. Oriëntalisme vormt dus niet in alle artikelen een probleem.

Maar met deze frames alleen is er nog geen antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Na het onderzoek is er nog een frame toegevoegd, namelijk het 'uit pure noodzaak frame'. In alle interviews kwam naar voren dat dit de hoofdreden was waarom vrouwen besloten tegen IS te vechten. De voorgaande frames zouden nog aangestuurd kunnen worden door de journalisten, door middel van het stellen van specifieke vragen. Maar dat leek bij dit frame niet het geval. De vrouwen gaven zelf aan dat als ze niet tegen IS vochten, dat zij en andere vrouwen geen kans op leven meer zouden hebben. Omdat bijna alle artikelen voornamelijk uit interviews bestonden, en omdat in alle interviews de vrouwen dit zelf naar voren brachten, is dit van alle frames de meest prominente.

In dit onderzoek wordt genderstereotypering als een aparte analyse categorie beschouwd, maar dit valt ook samen met alle andere frames. In de verschillende frames die besproken zijn komen bepaalde beweegredenen naar voren, maar ook stereotyperingen. In het 'familie verbinding' frame, komt naar voren dat vrouwen een verzorgende rol op zich nemen, net zoals in het 'mooie ziel' discours. Ook wordt ondervraagd of vrouwen kinderen hebben, en wordt benadrukt dat ze moeder zijn, terwijl dit bij hun mannelijke tegenhangers niet wordt gedaan. Hier wordt dus gebruik gemaakt van genderstereotypes. In het 'nadruk op uiterlijk frame' komen genderstereotyperingen naar voren doordat vrouwen geseksualiseerd worden en de nadruk heel erg op het uiterlijk ligt. Bij het 'net zo sterk/sterker dan mannen' frame moeten vrouwen bewijzen dat ze net zulke goede krijgers zijn als mannen, door de genderstereotyperingen die er bestaan. Genderstereotypes is gebruikt als indicator om aan te geven of artikelen expliciet het verschil tussen mannen en vrouwen bespreken, of aangeven dat vrouwen make-up dragen. Maar het valt te concluderen dat genderstereotypes in bijna alle frames en gebruikte quote's naar voren komen. Nederlandse schriftelijke mediabronnen maken dus gebruik van genderstereotypes, en dit doen ze vooral door de besproken frames toe te passen in hun artikelen. Daarnaast komen genderstereotypes een aantal keer expliciet naar voren in de artikelen. In een aantal gebruikte quote's wordt het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke krijgers belicht. En in een aantal artikelen wordt ook vermeld dat de vrouwen make-up

droegen tijdens de strijd. Dit kan een beeld schetsen van een ijdele vrouw, zelfs in tijden van oorlog.

Hiermee heeft dit onderzoek door middel van een discoursanalyse van 45 Nederlandse schriftelijke mediabronnen die hebben geschreven over vrouwelijke Koerdische strijders antwoord kunnen geven op de onderzoeksvraag. Dit onderzoek laat zien dat Nederlandse schriftelijke mediabronnen gebruik maken van genderstereotypes zoals besproken in het theoretisch kader, door het gebruiken van specifieke genderframes, en het benadrukken van de verschillen tussen mannen en vrouwen. Ook wordt soms teveel aandacht besteed aan het uiterlijk van de vrouwen. Daarnaast maken ze weinig gebruik van het 'familie verbinding frame' en het 'net zo sterk/sterker dan mannen frame'. Vrouwenemancipatie speelt dan weer een grote rol bij de framing van de artikelen. Dit onderzoek heeft ook aangetoond dat als het aan de journalist ligt, de frames die in het theoretisch kader naar voren kwamen het meest prominent zijn in nieuwsartikelen over deze vrouwen. Maar wanneer je de vrouwen zelf aan het woord laat, door middel van interviews, dat er een andere frame naar voren komt, namelijk die van pure noodzaak.

Na het uitvoeren van dit onderzoek wordt aanbevolen om verder gericht onderzoek te doen naar feminisme in het Midden-Oosten. In dit onderzoek is al naar voren gekomen dat feminisme een belangrijk aspect is voor Koerdische vrouwen die meevechten in het leger in het Midden-Oosten. Voor toekomstig onderzoek zou het een grote bijdrage leveren aan feministische studies om onderzoek te doen naar het vergroten van vrouwenemancipatie in een land door vrouwen mee te laten vechten in het leger. De Koerdische vrouwen die meevechten tegen IS zouden daarbij als onderzoeksobject gebruikt kunnen worden, maar er zijn ook andere vrouwelijke strijdmachten die als voorbeeld kunnen dienen. In het onderzoek zou gemeten kunnen worden of deze vrouwelijke strijdmachten ook daadwerkelijk hebben gezorgd voor meer vrouwenemancipatie en hebben meegewerkt aan een feministische revolutie in hun land.

Literatuurlijst

• Alison, M. (2004). Women as agents of political violence: gendering security.

Special issue on Gender and Security, 35(4), 447-463.

Bengio, O. (2017, 10 maart). The Kurdish women's revolution. The Jerusalem

Post.

• Benson-Sokmen, S. (2017). The limits of 'Western" feminist engagement with Kurdish female militancy. Geraadpleegd op 20 november 2017 van: https://muftah.org/limits-western-feminist-engagement-kurdish- female-fighters/#.WlYZC-g-e8o

Burr, V. (1995). An introduction to social constructivism. London: Routledge. Carter, C. & Steiner, L. (2004). Critical readings: media and gender. UK:

Open University Press.

Cunningham, K. (2003). Cross-regional trends in female terrorism. Studies in

Conflict & Terrorism, 26(3), 171-195.

Davis, L. & Harris, O. (1998). Race and ethnicity in U.S. sport media. London: Routledge.

Elshtain, J. (1982). On beautiful souls, just warriors and feminist consciousness. Gender and Society, 3(1), 127-131.

• Entman, R. (1991). Framing U.S. coverage of international news: contrasts in narratives of the KAL and Iran Air incidents. Journal of

communication, 41(4), 6-27.

Fairclough, N. (2010). Critical discourse analysis: A critical study of

language. Edingburgh: Pearson Education Limited.

• Foreign Affairs (2015, June 3). The women of the PKK: Meet the female "terrorists" battling ISIS. Geraadpleegd op 16 november 2017 van: https://www.foreignaffairs.com/photo-galleries/2015-06-03/women- pkk

• Friedman, B. (2008). Unlikely warriors: how four US news sources explained female suicide bombers. Journalism & mass communication quarterly, 85(4), 841-859.

Gardner, E. (2007). Is there a method to the madness? Worldwide press coverage of female terrorists and journalistic attempts to rationalize their involvement. Journalism Studies, 8(6), 2-22.

Jorgensen, M. & Phillips, L. (2000). Discourse analysis as theory and method. London: Sage Publications.

Kilic, N. (2007, 10 december). De Koerdische strijd vanuit

vrouwenrechtenperspectief. Geraadpleegd op 28 december 2017 van: http://www.vrouwenraad.be/file?fle=18452&ssn=

• Nacos, B. (2005). The portrayal of female terrorists in the media: similar framing patterns in the news coverage of women in politics and in terrorism. Studies, Conflict and Terrorism. 28(5), 435-451.

• Nieuwsblad (2016, 7 september). ISIS doodt "Koerdische Angelina Jolie" tijdens gevecht. Geraadpleegd op 20 november van:

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160907_02458532

Nilsson, M. (2017). Muslim mothers in ground combat against the Islamic State: women's identities and social change in Iraqi Kurdistan. Armed

Forces & Society, 1-19.

• Patkin, T. (2004). Explosive baggage: female Palestinian suicide bombers and the rhetoric of emotion. Women and Language, 27(2), p. 79-88. Said, E. (2003). Orientalism. London: Penguin.

Skaine, R. (2006). Female suicide bombers. NC: Mcfarland & Company. • Sulkunen, P. & Torronen, J. (2009). The production of values: the concept of

modality in textual discourse analysis. Journal of the International

Association for Semiotic Studies, 113(1), 43-52.

• Szoldra, P. (2017, March 8). We are not meant to sit at home: meet the female Peshmerga fighters battling Isis. Geraadpleegd op 16 november 2017 van: https://www.businessinsider.nl/meet-the-female-peshmerga- fighters-battling-isis-2017-3/?international=true&r=US

• The Kurdish Project (2017). Kurdish Genocide. Geraadpleegd op 28 november 2017 van: http://thekurdishproject.org/history-and- culture/kurdish-history/kurdistan-genocide/

• The Oxford Dictionaries (2017). Geraadpleegd op 20 november 2017 van: https://en.oxforddictionaries.com/definition/terrorist

• Toivanen, M. & Baser, B. (2016). Gender in the representations of an armed conflict: female Kurdish combatants in French and British media.

Middle East Journal of Culture and Communication, 9(3), 294-314.

Trouw (2017, 26 september). Saudische vrouwen mogen binnenkort autorijden. Geraadpleegd op 22 januari 2018 van:

https://www.trouw.nl/home/saudische-vrouwen-mogen-binnenkort- autorijden~ab65cf68/