Zingeving en zingevingproblemen vanuit psychologisch perspectief.
Mia Leijssen Lessen voor de 21ste eeuw. K.U.Leuven, 22 maart 2004.Psychologie houdt zich bezig met zingeving, maar anders dan filosofie en religie. Niet: Heeft het leven zin?
Wel: Hoe vinden mensen hun dagdagelijks leven de moeite waard? en Onder welke condities ervaren mensen het leven als zinloos?
Onderzoeksgegevens over wat mensen kenmerkend vinden voor een zinvol leven. Zingevende thema’s in vooraanstaande levens, 10 meest vernoemde spontane uitspraken:
1. Genieten van het leven. Het moment zelf ten volle ervaren. (17%)
2. Anderen liefhebben, helpen en dienstbaar zijn. Medeleven tonen en ervaren. (13%) 3. Het leven is een mysterie. (13%)
4. Het leven heeft geen zin. (11%)
5. God dienen en vereren of zich voorbereiden op een leven na de dood. (11%) 6. Het leven is een strijd. (8%)
7. Bijdragen aan iets dat het zelf overstijgt. (6%)
8. Zelfactualisatie. Persoonlijke ontwikkeling en ontwikkeling van de mensheid. Streven
naar waarheid, wijsheid en een hoger niveau van zijn. (6%)
9. Eigen zingeving creëren. (5%) 10. Het leven is absurd of een grap. (4%) Multidimensionele zingevingstructuur Bronnen van zingeving voor ‘gewone mensen’
Domeinen: 1. relaties; 2. realiseren van levensdoelen en succes in persoonlijke ontwikkeling;
3.4.5.6. gezondheid, natuur, religie, ontspanning, geld, uiterlijk, enz…. volgorde varieert. Belang van bron wordt gemeten door score op schaal.
Breedte van zingeving: aantal domeinen (gemiddeld zes) dat zingevend is.
Dimensies van bestaan:
Fysische: stoffelijke en zintuiglijke lichaam, natuurlijke en materiële omgeving. Psychische: psychologische kenmerken, zelfkennis, zelfactualisatie, innerlijk leven. Sociale: plaats in samenleving, openbare leven.
Transcendente: geestelijke waarden, kosmische context.
Diepte in zingeving:
Hedonistisch: genot, comfort.
Persoonlijk: persoonlijke groei, realiseren van talenten. Altruïstisch: dienstbaarheid.
Cognitieve, motivationele en affectieve componenten in de persoonlijkheid zijn meer bepalend voor zingeving dan concrete zingevingdomeinen.
Cognitie: betekenisgeving, kader, geloofssysteem, wereldbeeld, zelfbeeld. Motivatie: drijvende kracht achter iemands daden, richtinggevende waarden:
instrumentele waarden: gedrag dient om iets anders te bereiken; intrinsieke waarden: gedrag is op zich bevredigend;
zelfoverstijgende waarden: gedrag is bijdrage aan ultiem doel.
Affect: gevoelsmatige reactie, ‘kleur’ van het leven.
Componenten zijn steeds onderling verweven.
Verwante begrippen: ‘optimisme’ = cognitieve keuze; ‘geluk’ = affectieve dimensie;
‘zingeving’ = motivationele component weegt zwaarst. Zingevingproblemen: van zinvermindering tot zinloosheid.
Vanuit zingevingbronnen: kwetsuren in relaties. Overdreven aandacht voor één bron. Vanuit cognitie: wereldbeelden die zingeving uitsluiten.
Vanuit motivatie: wegvallen van doelen; zelfondermijnende acties. Vanuit affect: ondermijnen van positieve gevoelens.
Lichamelijke oorzaak kan aanmaak ‘endogene morfine’ beïnvloeden.
Copingstrategieën: levenskunst, wijze van zich verhouden met gegeven omstandigheden. 1. Cognitief selecteren: aandacht selectief richten op bepaalde aspecten.
2. Het positieve cultiveren: zich niet identificeren met moeilijkheden.
3. Zorg dragen: geen scheiding tussen ‘geven’ en ‘ontvangen’; netwerken van zorg. 4. Aanpassingsvermogen: bijsturing wereldbeeld en zelfbeeld; bijstelling doelen. 5. Optimaliseren: energie steken in het geselecteerde; toewijding.
6. Tijd nemen: rustig overpeinzen; aandacht voor wat is.
7. Authentiek contact: oprechte intenties; wederzijds respectvolle bejegening; wat wezenlijk is wordt gezegd of gedaan.
Psychotherapie
Symptomen (depressie, angst, verslavingen…) als uiting van ‘tegenzin’ of tekort aan zingeving. Belemmerende factoren in de persoonlijkheid remediëren.
Haalbare doelstellingen ontwikkelen. Copingvaardigheden leren.
Correctieve emotionele ervaring in de therapeutische relatie.
Besluit: noodzaak van mensvriendelijke maatschappelijke context waarin dagdagelijks en ultiem zin te vinden is.
Examenvragen
1. Op welke wijze houdt de psychologie zich – anders dan filosofie en religie – bezig met zingeving? Waarom is het zinvol dat de psychologie aandacht heeft voor zingeving? 2. Hoe is het te verklaren dat mensen in moeilijke omstandigheden toch een leven kunnen
leiden dat ze de moeite waard vinden?
3. Beschrijf vijf copingstrategieën die mensen kunnen aanwenden om zich succesvol te verhouden met de gegeven omstandigheden.