• No results found

Ijzertijdnederzetting te Rekem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ijzertijdnederzetting te Rekem"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

11 I

I

·-

-IJZERTIJDNEDERZETTING TE REKEM

Met het doel de opgraving van M. De Puydt (1

) terug te vinden, werden

in de lente van 1973 opzoekingen verricht op de percelen, kadastraal gekend onder de benaming Heide van Neerharen, sectie A, nr. 34, op het grondgebied

van de gemeente Rekem, provincie Limburg.

De site begint op ongeveer 250 m westwaarts van de Asbeek en strekt

zich noordwaarts uit over een afstand van ongeveer 500 m tot aan de Ziepbeek. Het is een hoger gelegen zandig terrein, omringd door drassige grond, die wijst op oude vennen. Oostwaarts van de site loopt een prehistorische weg in zuid-noord richting, die gedeeltelijk nog de benaming Oude Baan draagt.

Deze weg loopt op het grondgebied van de gemeente Rekem 150 m westwaarts van, en evenwijdig met de Romeinse heirbaan Tongeren-Nijmegen.

Een schervenconcentratie op 134 m ten westen van de Oude Baan en op

30 m ten noorden van de grensscheiding met Lanaken, leek ons de aangewezen plaats om een onderzoek in te stellen. Hier werd gedurende de maand augustus 1973 een sleuf van 5 X 20 m in oost-west richting onderzocht door de Ar-cheologische Kring van Rekem.

Benevens drie keienvloeren, waaronder de grootste met een doormeter van 2,50 m, geplaatst op een uitgegraven kom, met op de rand een opstaande aanzet in klei van 30 cm breed, werd een massa aardewerkscherven gevonden. Meestal ruw besmeten aardewerk, maar ook kartelranden en Kalenderberg-vaatwerk. Verder kwamen paalgaten te voorschijn en wandsporen. In deze wandsporen zijn om de 30 cm paaltjes geslagen met aangescherpt uiteinde. In een afvalkuil van 1,20 m doormeter en 0,80 m diep, vonden we resten van

vaatwerk van meerdere typen : potten met ruw besmeten wand en kartelrand, schalen met naar binnen buigende rand en doorboringen, schalen met knik en naar buiten buigende rand en resten van grote voorraadpotten en braadplaten. Verder spinklossen, een aarden armband, paardetanden en grote brokken verbrande leem.

Het in 1973 aangevangen onderzoek kon door de Archeologische Kring van Rekem, dank zij de medewerking van de Nationale Dienst voor Opgravin-gen, in 1974 worden voortgezet. Er werden in totaal 680m2 onderzocht. De

bewoningssporen begonnen zich onmiddellijk in de wortels van de zoden af te tekenen. Er werden, vertrekkend van de opgraving van 1973, sleuven getrokken in oost-west richting. Later, hierop aansluitend, in noord-zuid richting. Alle sleuven werden vijf meter breed aangezet, een dam van 50 cm tussen de sleuven werd onberoerd gelaten.

Geconcentreerd op een oppervlakte van 20 X 12 m vonden we uiteindelijk vijf keienbedden, waarbij twee op zand gestapelde keienvloeren omringd waren met paaltjes die een ring vormden van 1,20 m. Verder 16 paalgaten die in

1 M. DE PuYDT, Les emplacements d'habitations protohistoriques de la bruyère de Neerhaeren, commune de Reckheim, Bull. Soc. Anthr. Brux. XXVII, 1908.

(2)

-IJZERTIJDNEDERZETTING TE REKEM 29

7 5

... ". "1~/t&

(3)

30 IJZERTIJDNEDERZETTING TE REKEN

5

Fig. 17. - Het aardewerk uit groep 3 (Sch. : 1/3).

minstens twee verschillende perioden geslagen werden. Het onderling verband

tussen keienvloeren en paalgaten is nog niet duidelijk.

Vertrekkend uit de grote keienvloer is het terrein zowel zuid- als oost-waarts zwaar gestoord. Dit zou kunnen toegeschreven worden aan de op-graving van M. De Puydt in 1908. Het oude loopvlak van de bewoning loopt duidelijk licht hellend, van de wandsporen afdalend, naar de keienvloeren toe, zodat we mochten verwachten dat deze keienvloeren binnen een konstruktie lagen. Het schervenmateriaal ligt geconcentreerd binnen een straal van tien meter rond de keienvloeren.

(4)

' ';

IJZERTIJDNEDERZETTING TE REKEM 31

Van hier af vertrekken in het zuiden en het westen van de bewoningssporen evenwijdig lopende lijnsporen in oost-west richting. Deze lijnsporen, ongeveer 30 cm breed, zijn gevormd door meerdere sliblagen in "V" vorm en bevatten laagjes van leem. De lijnsporen lopen twee aan twee evenwijdig op ongeveer 1,80 m onderlinge afstand. Zij worden meestal opgemerkt in de wortels van de zoden en gaan tot 40 à 60 cm diep om daar veelal in stompe punt te eindigen op onberoerde grond. Sommige lijnsporen vertonen sporen van rijshout-inplanting, andere niet. Wij hebben de aanwezigheid van deze lijnen kunnen vaststellen over een oppervlakte van 50 m westwaarts en 50 m noordwaarts van de bewoningssporen.

Een eigenaardige vaststelling deden we eveneens in verband met de podzolvorming. Waar we bewoningssporen of schervenconcentraties vonden, ontbreekt de podzol volledig. Vanaf ongeveer 20 m van de bewoningssporen begint een lichte podzolvorming in alle richtingen, die tien meter verder vier tot zes laagjes van een centimeter bereikt.

Proefsleuven in het terrein noordwaarts van de opgraving wijzen op een andere bewoningszone.

Het meest voorkomende aardewerk kan ingedeeld worden in drie groepen : Groep 1.

Aan de buitenzijde geglad, tamelijk hard gebakken grijs aardewerk, ge-schraald met kwartszand. Uitzicht zwart tot lichtgrijs gevlekt. Tot deze groep behoren de inventarisnummers: 16/1, 16/2, 16/4, 16/12, 16/13 en 16/22. De nummers 16/1 en 16/22 hebben tweemaal twee doorboringen aan de boven-zijde (fig. 16).

Groep 2.

Aan binnen- en buitenzijde geglad, vet aanvoelend, zacht gebakken, roodbruin aardewerk, geschraald met verbrijzelde aardewerkscherven. Uit-zicht van bruin-zwart tot okergeel gevlekt. Hiertoe behoren de inventaris-nummers : 16/11, 16/18, 16/26 en 16/31 (fig. 16).

Groep 3.

Ruw besmeten aardewerk. Zacht gebakken rode aarde, geschraald met verbrijzelde aardewerkscherven en kwartskorrels. De randen zijn aan de buiten-zijde iets geglad. Meestal vertonen de randen vingertopindrukken of zijn gekarteld (fig. 17).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7 Bij het eerdere definitieve archeologische onderzoek van LR63 werden eveneens gedeeltes van vermoedelijk dezelfde cultuurlaag binnen de begrenzing van de vroegmiddeleeuwse

In beide situaties zal er een contourplot van de Von-Mises spanning worden gemaakt en er zal worden bepaald wat de knikbelasting voor deze cilinder uiteindelijk is.. Bovendien zal

Sinds de jaren 1960 verbouwen immens grote bedrijven in Brazi- lië soja voor de veestapels elders én nu dus ook voor biobrandstof.. Er zijn bedrijven met wel 150.000 hectare

Externe motivatie 15 Ik span me in tijdens [vak/activiteit] omdat ik het gevoel heb dat ik dit moet doen Amotivatie 4 Er zullen goede redenen zijn om dit te doen, maar

aanwijzen brengen meegaan op en neer.

Iedere werknemer heeft recht op tenminste

Na observatie van de attitudes en opvatting ten aanzien van het AHP en Expert Choice binnen de afdeling TEE tijdens verschillende gesprekken, is duidelijk geworden dat, ondanks

In hoofdstuk 4 is toegelicht dat de customer based brand equity schaal van Yoo en Donthu als uitgangspunt is genomen, voor de schaal die in dit is gebruikt. De volgende