• No results found

Retentiebekken gemeente Leudal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Retentiebekken gemeente Leudal"

Copied!
108
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFSTUDEERSCRIPTIE

RETENTIEBEKKEN GEMEENTE LEUDAL

Auteur: Erik Groot

(2)

AFSTUDEERSCRIPTIE

RETENTIEBEKKEN GEMEENTE LEUDAL

Stagedocent: Dhr. F. van Gestel Externe begeleiders: Dhr. E. Janssen Dhr. P. Jacobs Opgesteld door: Erik Groot

(3)

Deze scriptie is geschreven in het kader van mijn opleiding civiele techniek aan de Avans Hogeschool te Tilburg.

Het werven van een afstudeerplek verliep in eerste instantie moeizaam. Echter bij de gemeente Leudal kreeg ik twee leuke opdrachten aangeboden. Tijdens mijn studie ben ik heel breed georiënteerd geraakt binnen de civiel technische wereld. De opdracht met betrekking tot het retentiebekken binnen de gemeente Leudal leek mij een leuk onderdeel van mijn studie.

Het schrijven van deze scriptie heb ik als een plezierige en leerzame tijd ervaren. Graag wil ik een aantal mensen bedanken.

Als eerste mijn stagebegeleiders, vanuit de opleiding is dit dhr. F. v. Gestel die met een sturende rol vanuit de opleiding mij vaak de goede richting in kreeg.

Vanuit de gemeente Leudal zijn dit dhr. E. Janssen die mij met doordachte opmerkingen wist te prikkelen en mij vaak aan het lachen heeft gekregen. Hij werd hierbij ondersteund door dhr. P. Jacobs die ik heb ervaren als zeer streng maar rechtvaardig, hij wist mij op de juiste momenten met confronterende en opbouwende kritiek te stuwen in de juiste directie. Vanuit mijn ogen gezien twee fantastische mensen.

Ten tweede dhr. T. Ruijters met wie ik het grootste gedeelte van mijn afstudeerperiode op één kamer heb doorgebracht. Hij was altijd oprecht geïnteresseerd was in mijn verrichtingen. Ik heb voor mijn gevoel een groot gedeelte van mijn ontwikkeling aan hem te danken. Een rol die hij niet had hoeven te vervullen. Daarbij wil ik dhr. P. Francot bedanken voor zijn hulp bij het werken met het programma ArcGis waarmee de gegevens uit het gebied zijn geanalyseerd.

En dhr. M. Vermeulen met wie ik het gebied heb bezichtigd en die mij op weg heeft geholpen. Daarbij wil ik ook dhr. J. Heijmans bedanken omdat hij me heeft geholpen bij het werven van deze stageplek.

Tot slot wil ik iedereen van het team Beheer Openbare Ruimte (BOR) van de gemeente Leudal ontzettend bedanken voor deze geweldige ervaring. En daarbij ook iedereen die mij op ook maar enige wijze heeft geholpen.

Erik Groot Roermond 2011

(4)

Aftoppen De piek van een hoogwatergolf verlagen

Afvoer Debiet uit een gebied

Beheersgebied Gebied dat door een instantie beheerd wordt

Big Bags Constructie van zandzakken ten behoeve van het keren van water Bergbezinkingsbassin Voorziening die toegepast wordt in rioleringssystemen om grove

delen vuil te laten bezinken voordat overgestort wordt in oppervlakte water

Berging Hoeveelheid water die een rivier kan verwerken zonder dat er problemen ontstaan

Bestemmingsplan Een document waarin wordt vastgelegd wat de ruimtelijke

bestemming is van een gebied en welke regels hieraan verbonden zijn

Damwanden Stalen grond- en waterkerende constructie

Deltaplan Grote Rivieren Plan opgesteld naar aanleiding van de hoogwateroverlast in 1993 en 1995. Het plan is gericht op de beveiliging van de grote rivieren. Dijkgraaf Benaming voor de voorzitter van het waterschap

Dijkringgebied Een gebied dat beschermd wordt tegen hoogwater door middel van primaire waterkeringen of hoge gronden

Duiker Kunstwerk om water dat gescheiden is met elkaar te verbinden

Erosie Verplaatsen van materiaal (zand, grond)

Exploitatie Het in werking brengen en houden van bijvoorbeeld een flexibele waterkering zodat deze zijn functie naar behoren kan vervullen Flexibele waterkering Waterkering die, wanneer het nodig is, opgebouwd kan worden Gemaal Pompinstallatie ter regulering van de waterstand

Gedeputeerde Staten Dagelijks bestuur van een provincie

Grensmaas Benaming voor een gedeelte van de Maas met vergelijkende eigenschappen zoals stroomsnelheid en diepte en tevens de benaming als project ten aanzien van verbetering van de Maas (zie paragraaf 2.1 Partijen)

(5)

tijdsbestek optreedt

Hoogwatergolf Kortdurende aanmerkelijke verhoging van de afvoer van een rivier Keur Door het waterschap te vervaardigen document ten behoeve van de

instandhouding van onder andere de waterkerende functie Kruinhoogte Maximaal kerende hoogte van een dijk of duin

Legio Blocken Betonnen blokken met in dit geval een afmeting van 160x100x40cm (LxBxH)

Maasarm Tak van de Maas die afwatert richting de hoofdstroom Maasroute Benaming voor een gedeelte van de Maas met vergelijkende

eigenschappen zoals stroomsnelheid en diepte en tevens de benaming als project ten aanzien van verbetering van de Maas (zie paragraaf 2.1 Partijen)

m.e.r Studie naar de effecten van een ingreep in een gebied op het milieu. (afkorting van milieu-effectrapportage)

MER Het rapport van de m.e.r studie met hierin opgenomen de

milieugevolgen en eventuele alternatieve

NAP hoogte Normaal Amsterdams Peil. Een referentiehoogte waaraan hoogten in Nederland worden gemeten.

Ontwerp-Tracébesluit Onderdeel van de m.e.r studie waarbij het standpunt van de minister ten aanzien van het probleem verder uitwerkt wordt

Onderloopsheid Lekstroom onder een constructie door waardoor erosie op kan treden

Piekafvoer Top in een hoogwatergolf waarbij extreem veel water tegelijk afgevoerd dient te worden

Planfase De fase van een project die het probleem uitwerkt en waarbij oplossingen onderzocht worden

Primaire waterkering Waterkeringen die beveiliging bieden tegen overstroming doordat deze ofwel behoren tot een stelsel dat een dijkringgebied omsluit, ofwel voor een dijkringgebied zijn gelegen

Provinciale Staten De gekozen volksvertegenwoordigers binnen een provincie, de hoofdtaak van de Provinciale Staten is het controleren van het dagelijks bestuur van een provincie (Gedeputeerde Staten) POL-Zandmaas Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg vormt samen met

(6)

Quick-scan sluitstukkades Document die als basis dient voor de in Limburg benodigde maatregelen ten behoeve van hoogwaterbescherming waarbij hoogwaterstanden optreden met een theoretische voorkomen van 1 maal in de 250 jaar

Retentiebekken Gebied dat gecontroleerd onder water gezet kan worden in een hoogwatersituatie ten behoeven van het aftoppen van een hoogwatergolf

Secundaire waterkering Waterkeringen die geen primaire waterkering zijn, meestal binnen een dijkringgebied gelegen

Semi permanente waterkering Waterkering die gedeeltelijk permanent aangebracht is en gedeeltelijk opgebouwd kan worden wanneer dit noodzakelijk is Startnotitie Onderdeel van de Tracéwetprocedure waarbij de achtergronden en

uitgangspunten op een rij gezet worden, mogelijke oplossingen weergeeft en de te onderzoeken milieueffecten

Stroomgebied Gebied dat afwatert richting de hoofdstroom

Tracéwet Wet waarin is vastgelegd wat er moet gebeuren voordat een (vaar)weg aangelegd of verbreed kan worden

Tracéwetprocedure Het te doorlopen traject ten behoeve van het correct naleven van de Tracéwet. Dit betreft in grote lijn de volgende stappen: Startnotitie, Trajectnota/MER, Standpunt, Ontwerp-Tracébesluit en Tracébesluit Tracébesluit Onderdeel van de Tracéwetprocedure waarbij, na overweging van

de reacties op de vorige stap (Ontwerp-Tracébesluit) het definitieve Tracébesluit wordt genomen

Trajectnota Onderdeel van de Tracéwetprocedure waarin een analyse van de huidige en toekomstige problemen en de mogelijke oplossingen staat

Verordening Regel die door een overheidsinstantie is vastgelegd en waaraan men zich dient te houden

Waakvlamcontract Contractueel vastgelegde afspraak voor het op afroep beschikbaar stellen van mensen en/of materieel

Waterbeheeraspecten Aangebrachte voorzieningen om water binnen een gebied te controleren

Waterhuishouding Kringloop van het water in de natuur en de regelende beheersing hiervan

(7)

daarin levende organismen

Weerdverlaging Verlagen van het maaiveld, ontgraven van een gebied Zandmaas Benaming voor een gedeelte van de Maas met vergelijkende

eigenschappen zoals stroomsnelheid en diepte en tevens de benaming als project ten aanzien van verbetering van de Maas (zie paragraaf 2.1 Partijen)

Zandmaas/Maasroute project Het samenvoegen van het Zandmaas en het Maasroute tot één project

(8)

Achtergronden

Deze scriptie is geschreven in het kader van afstuderen aan de Avans Hogeschool in Tilburg. In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de probleemstelling. De probleemstelling heeft betrekking op het noordelijk retentiebekken welke gesitueerd is binnen het stroomgebied van de Maas en de grenzen van de gemeente Leudal.

De probleemstelling volgt uit de vraag of de gemeente Leudal ontlast kan worden van haar

verantwoordelijkheid ten aanzien van de flexibele waterkeringen aan de rand van het retentiebekken en welke partij verantwoordelijkheid draagt in het kader van hoogwaterbescherming.

De onderzoeksresultaten zijn tot stand gekomen door middel van het onderzoeken op welke manier de knelpunten in de huidige situatie tot stand zijn gekomen en het hieruit trekken van conclusies. Te

onderzoeken welke gevolgen hoogwaterstanden binnen het gebied hebben, dit is gedaan door middel van het afzetten van de peilhoogtes van woningen en wegen tegen waterstanden die horen bij een bepaalde theoretische herhalingstijd.

Als laatste is onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het gebied te voorzien van hoogwaterbescherming. Bij hoogwaterbescherming wordt uitgegaan van een theoretisch voorkomen van een waterstand. Hieraan ligt een kansberekening ten grondslag die bepaald hoe vaak een waterstand theoretisch voorkomt. Deze

kansberekening kan niet uitsluiten dat de waterstand twee jaar achter elkaar optreedt.

Onderzoeksresultaten

Het noordelijk retentiebekken heeft een lange geschiedenis waarin opmerkelijke beslissingen zijn gemaakt. De standpunten van de verschillende partijen in de huidige situatie conflicteren. Met name het terug komen op een op bestuurlijk niveau gemaakte afspraak heeft als gevolg dat de gemeente met de huidige problemen blijft zitten.

Waterschade door hoogwater kan verhaald worden op waterbeherende partijen wanneer de schade eisende partij niet zelf (gedeeltelijk) verantwoordelijk is voor de waterschade.

Een structurele maatregel is in het verleden niet gerealiseerd op bezwaar van de gemeenschap.

Het retentiebekken zal in de huidige situatie theoretisch 1:30 jaar instromen waarbij acht panden te maken krijgen met water in huis. Daarbij worden 62 panden onbereikbaar. In de toekomst wordt de inlaat van het retentiebekken verhoogd waardoor het retentiebekken minder vaak zal instromen (namelijk theoretisch 1:110 jaar). Er zijn 26 panden met een peilhoogte beneden de toekomstige inlaathoogte van het retentiebekken. Er zijn 31 panden met een peilhoogte lager dan de waterstand waartegen het Rijk bescherming heeft beloofd (1:250 jaar).

Technische mogelijkheden om het gebied te voorzien van een beveiliging tegen een waterstand met een theoretisch voorkomen van 1:250 jaar zijn onderzocht. Een structurele maatregel in de vorm van een grondlichaam aan de rand van het retentiebekken behaald de meeste score op het gebied van veiligheid en betaalbaarheid.

Wanneer de gemeente de leefbaarheid in het gebied wil waarborgen zal een vorm van flexibele waterkeringen toegepast moeten worden.

Conclusies

Met betrekking tot de verantwoordelijkheid kan geconcludeerd worden dat het Rijk door middel van de reeds uitgevoerde werkzaamheden het gebied voorzien heeft van een beveiliging tegen een waterstand met een

(9)

Het waterschap Peel en Maasvallei ontdoet zich op eenvoudige wijze van haar afspraak en (mede)

verantwoordelijkheid ten aanzien van hoogwaterbescherming door het terug komen op haar gedeelte van de afspraken.

De gemeente heeft een groot bedrag geïnvisteerd in hoogwaterbescherming en is in de huidige situatie verantwoordelijk voor het opbouwen van de Legio Blocken in een noodsituatie.

De Legio Blocken zoals aanwezig in de huidige situatie hebben nog nooit gefunctioneerd als waterkering. Het verschil qua wateroverlast tussen een waterstand behorend bij 1:110 jaar (toekomstige hoogte inlaat) en een waterstand 1:250 jaar (beloofde bescherming). Betreft 5 panden.

Bewoners die tegen hoogwaterbeveiliging zijn/waren door middel van een grondlichaam aan de rand van het retentiebekken kunnen de gemeente niet aansprakelijk stellen voor waterschade door hoogwater.

De gevolgen van een hoogwatersituatie in het noordelijk retentiebekken zijn voor een partij als het Rijk zeer klein2. Voor de gemeente is dit wel een probleem. Bij het beveiligen van deze gebieden spelen voor de gemeente echter ook nog andere belangen mee zoals leefbaarheid.

Op het gebied van flexibel keren van water zijn ontwikkelingen op de markt. Er zijn mogelijkheden om beheer en onderhoudsvriendelijkere flexibele waterkeringen toe te passen dan de Legio Blocken. Een vorm van flexibele waterkeringen die structureel aanwezig zijn en de leefbaarheid in het gebied kan garanderen, is een zelf opdrijvende waterkering.

2

(10)

Inhoud

1. INLEIDING ... 1 1.1. Achtergronden ... 2 1.2. Aanleiding ... 4 1.3. Probleem en doelstelling ... 5 1.4. Leeswijzer ... 5 2. VOORGESCHIEDENIS ... 8 2.1. Partijen ... 9

2.2. Tot stand komen van het retentiebekken ... 11

2.3. Conclusie ... 14 3. HUIDIGE SITUATIE ... 16 3.1. Huidige situatie ... 17 3.2. Standpunten ... 17 3.3. Toekomst ... 18 3.4. Conclusie ... 19 4. ANALYSE KNELPUNTEN ... 20 4.1. Structurele maatregel ... 21 4.3. Verantwoordelijkheid partijen ... 23 4.4. Conclusie ... 24 5. VERVOLGTRAJECT ... 26 5.1. Mogelijke vervolgstappen ... 27

Optie 1 ‘vervolgonderzoek flexibele waterkering uitvoeren’ ... 27

Optie 2 ‘juridische stappen ondernemen tegen het waterschap’ ... 27

Optie 3 ‘contract met aannemersbedrijf Kuypers Kessel opzeggen’ ... 28

Optie 4 ‘zelf onderzoek doen naar een structurele maatregel’ ... 28

Optie 5 ‘bewoners laten kiezen’ ... 28

5.2. Conclusie ... 29

6. ONDERZOEK STRUCTURELE MAATREGEL ... 30

6.1. Ruimtelijke beschrijving ... 31 6.2. Technische beschrijving ... 36 6.3. Ontwerpkader ... 38 6.4. Randvoorwaarden ... 39 6.5. Aannamens ... 39 6.6. Gegevens ... 40 6.7. Ontwerprisico’s ... 41 6.8. Conclusie ... 42 7. CONCEPT OTNWERPEN ... 44 7.1. Concept 1 ‘Verdiepingsvariant’ ... 45 7.2. Concept 2 ‘Verhogingsvariant’ ... 46

7.3. Concept 3 ‘Flexibele waterkering’ ... 48

7.4. Concept 4 ‘Structurele waterkering’ ... 50

7.5. Voor- en nadelen ... 51

7.6. Haalbaarheid ... 52

7.7. Afweging ... 53

7.8. Conclusie ... 55

8. CONCLUSIES & AANBEVELINGEN ... 57

8.1. Eindconclusie ... 58

(11)

1 1. INLEIDING

1.

INLEIDING

(12)

2 1. INLEIDING

1.

INLEIDING

Het is algemeen bekend dat Nederland een eeuwige strijd voert tegen hoogwater, dit komt mede omdat een groot gedeelte van het land onder de zeespiegel ligt. Gebeurtenissen uit het verleden hebben kenbaar gemaakt dat een hoogwatersituatie grote gevolgen kan hebben, dit maakt wateroverlast een

maatschappelijk probleem en het beschermen van burgers tegen wateroverlast een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De bescherming kan op meerdere manieren ingevuld worden.

Een provincie binnen Nederland, waar aanvankelijk van werd gedacht dat die geen wateroverlast zou krijgen, is de provincie Limburg. Vanaf november/december 1993 en januari/februari 1995 bleek dat wel degelijk rekening gehouden moet worden met wateroverlast in Limburg. Door een extreem hoge afvoer van de Maas ontstond een hoogwatersituatie. Limburg was hier niet op voorbereid en een groot gedeelte van de provincie kwam onder water te staan.

Na de overstromingen van 1993 en 1995 is door het Rijk de belofte gedaan, dat de provincie Limburg in 2015 beschermd zal zijn volgens een degelijk beschermingsniveau.

1.1.

ACHTERGRONDEN

De Maas

De Maas stroomt van Frankrijk via België en Nederland waarna zij uitmondt in de Noordzee. Het totale traject van de Maas bedraagt 935 km met een stroomgebied van 36.000 km². De Maas ontspringt op 401 m boven zeeniveau.

De Maas is een regenrivier, het peil van de Maas is grotendeels afhankelijk van de hoeveelheid regen die valt binnen het stroomgebied van de Maas. Hierdoor fluctueert het peil in de zomer en winter sterk. De Maas staat op zijn hoogst in de winterperiode van het jaar.

(13)

3 1. INLEIDING

Afbeelding 1.1 Stroomgebied van de Maas

Retentiebekken Lateraalkanaal

Naar aanleiding van de hoogwateroverlast in 1993 en 1995 is actie ondernomen om in de toekomst

wateroverlast beperkt te houden. Een van deze acties is het inrichten van retentiebekkens. Dit zijn gebieden die gecontroleerd onder water gezet kunnen worden en zorgen hierdoor voor extra berging van de rivier.

Afbeelding 1.2: Ligging gemeente Leudal en bij de rode punt het noordelijk retentiebekken

Het noordelijk3 retentiebekken is gesitueerd tussen de plaatsen Horn en Haelen. Direct grenzend aan het retentiebekken ligt het Lateraalkanaal, dit is een gekanaliseerd gedeelte van de Maas. De oostelijke grens van het retentiebekken wordt gevormd door een dijk parallel aan het Lateraalkanaal. De dijk is over een gedeelte van 300 m verlaagd aangebracht. Dit gedeelte dient als inlaat voor het retentiebekken.

De westelijke grens van het retentiebekken wordt gevormd door flexibele waterkeringen en hoge gronden. De zuidelijke grens van het retentiebekken wordt gevormd door de N280 die als kade functioneert.

3

(14)

4 1. INLEIDING

Afbeelding 1.3: Noordelijk retentiebekken

1.2.

AANLEIDING

In het verleden zijn plannen van het Rijk om een structurele maatregel te realiseren gesneuveld. De

maatregel van het Rijk betreft een dijk langs de rand van het retentiebekken met dezelfde kruinhoogte als de dijk langs het Lateraalkanaal. Dit is niet gewenst door de burgers en gemeente op grond van de negatieve gevolgen op de leefbaarheid in het gebied.

Door de afwezigheid van een structurele maatregel wordt in de huidige situatie nog steeds gebruik gemaakt van flexibele waterkeringen. Het beheer en de kosten van de exploitatie van deze waterkering valt in de huidige situatie onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Hoogwaterbescherming is geen onderdeel van het takenpakket van gemeenten4. Vanuit dat oogpunt wil de gemeente het beheer van de flexibele waterkeringen overdragen aan Waterschap Peel en Maasvallei.

De aanleiding tot het onderzoek is dat de gemeente bekend wil zijn met haar mogelijkheden om niet langer belast te zijn met het beheer van de flexibele waterkeringen.

4

(15)

5 1. INLEIDING

1.3.

PROBLEEM EN DOELSTELLING

Er zijn meerdere problemen die overlapping hebben, hierdoor wordt het geheel complex. Om duidelijkheid te creëeren wordt onderscheid gemaakt tussen het overnemen van het beheer en het ontbreken van een structurele maatregel.

Het probleem kan gesplitst worden in deel A en deel B waarbij deel A beantwoord kan worden zonder deel B te beantwoorden en andersom.

Probleemstelling

A) Het waterschap wil het beheer van de flexibele waterkeringen alleen overnemen wanneer de flexibele waterkeringen voldoen aan de eisen die gesteld worden in het rapport ‘Flexibele waterkeringen Horn en Haelen’. Dit rapport is opgesteld door Oranjewoud in opdracht van Waterschap Peel en

Maasvallei.

Deel B kan gesplitst worden in twee problemen.

B) 1. In de huidige situatie is geen structurele maatregel om de bewoners aan de rand van het retentiebekken te voorzien van bescherming.

B) 2. De door het Rijk voorgedragen maatregel is door de gemeente en bewoners niet gewenst.

Het probleem ten aanzien van het overnemen van het beheer van de flexibele waterkeringen (deel A) ontstaat door het ontbreken van een structurele maatregel (deel B).

Doelstelling

A) Het inventariseren van de knelpunten die voor het waterschap aanleiding zijn om de flexibele waterkeringen niet over te nemen, om hiermee een advies uit te brengen ten aanzien van het vervolgtraject van de gemeente.

B) Het onderzoeken van de mogelijkheden tot structureel keren van water en de beste structurele maatregel die geaccepteerd wordt door de gemeente Leudal en bewoners en voldoet aan de eisen van het Rijk en Waterschap Peel en Maasvallei

1.4.

LEESWIJZER

Wanneer de lezer in de tekst een begrip tegen komt is dit terug te vinden in de begrippenlijst. De begrippenlijst staat op alfabetische volgorde.

De voetnoten zijn ten behoeve van de verduidelijking van de tekst. In sommige gevallen betreft dit een toelichting op een bewering in het verslag, in andere gevallen een verwijzing naar een bron.

In hoofdstuk 1 ‘INLEIDING’ maakt de lezer kennis met de aanleiding tot het onderzoek, de problemen die afspelen in de huidige situatie en de achtergrond waarbinnen de problemen optreden.

In hoofdstuk 2 ‘VOORGESCHIEDENIS’ wordt, omdat de gemeente vragen heeft ten aanzien van

verantwoordelijkheid in een hoogwatersituatie en ten aanzien van hoogwaterbescherming, ingegaan op de manier waarop het retentiebekken tot stand is gekomen. Hierbij spelen drie partijen een rol. Deze partijen worden toegelicht.

(16)

6 1. INLEIDING In hoodfstuk 4 ‘ANALYSE KNELPUNTEN’ wordt een analyse gemaakt over de standpunten van de partijen en de knelpunten in de huidige situatie.

In hoofdstuk 5 ‘VERVOLGTRAJECT’ worden vervolgstappen behandeld die de gemeente kan ondernemen om niet langer belast te zijn met het beheer van de Legio Blocken.

In hoofdstuk 6 ‘ONDERZOEK STRUCTURELE MAATREGEL’ wordt een ruimtelijke en technische analyse gemaakt van het gebied. Daarbij wordt een kader geschetst voor de concept ontwerpen.

In hoofdstuk 7 ‘CONCEPT ONTWERPEN’ worden vier mogelijkheden om het gebied van de gewenste bescherming te voorzien tegen elkaar afgewogen op verschillende ontwerprisico’s.

In hoofdstuk 8 ‘CONCLUSIES & AANBEVELINGEN’ in elk hoofdstuk wordt een conclusie getrokken uit de behandelde informatie. In dit hoofdstuk wordt een korte beknopte conclusie getrokken uit de

(17)
(18)

8 2. VOORGESCHIEDENIS

2.

VOORGESCHIEDENIS

(19)

9 2. VOORGESCHIEDENIS

2.

VOORGESCHIEDENIS

Vastgesteld is dat er in de huidige situatie knelpunten zijn. Om deze knelpunten te gaan onderzoeken zal als eerste onderzocht worden hoe het retentiebekken tot stand is gekomen.

Wanneer in het verleden een structurele maatregel gerealiseerd was, zou in de huidige situatie geen sprake zijn van flexibele waterkeringen en dus ook niet van een beheeroverdracht. Bij de gemeente ligt dus ook de vraag waarom er in de huidige situatie geen structurele maatregel is en wie daarvoor verantwoordelijkheid draagt.

Er zijn drie partijen die naar voren komen bij de knelpunten in de huidige situatie. Dit betreft in eerste

instantie ‘projectorganisatie de Maaswerken’ die verantwoordelijk is voor de planvorming ten aanzien van de hoogwaterbescherming van de Maas. Dan komt de voormalig gemeente Haelen (huidige gemeente Leudal) aan bod waarbinnen het noordelijk retentiegebied gesitueerd is en als laatste partij waterschap Peel en Maasvallei welke vanuit de takenomschrijving van de partij verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van waterkeringen binnen haar doelgebied.

2.1.

PARTIJEN

Algemeen

De waterkeringszorg binnen Nederland is verdeeld over drie bestuurslagen, namelijk: het Rijk, de provincie en de waterschappen, daarnaast spelen gemeenten een rol in verband met calamiteiten en het inpassen van waterkeringen in bestemmingsplannen.5

Het Rijk ‘projectorganisatie De Maaswerken’

Het Rijk is de overkoepelende organistatie en bestaat uit een aantal ministeries. Een van deze ministeries is het ministerie van Milieu en Infrastructuur, het uitvoerende gedeelte van dit ministerie is Rijkswaterstaat. Om het overzicht te behouden is Rijkswaterstaat verdeeld in een aantal landelijke en regionale diensten.

Daarnaast wordt in het geval van grotere projecten een projectdirectie opgericht, zo ook voor het project ‘De Maaswerken’.

‘Projectorganisatie De Maaswerken’ is een samenwerkingsverband tussen ministerie van Verkeer en Waterstaat (nu Milieu en Infrastructuur), de provincie Limburg6 en het ministerie van Natuurbeheer en Visserij en vloeit voor een groot deel voort uit plannen7 naar aanleiding van de overstromingen in 1993 en 1995.

5

Bron: Leidraad kunstwerken, zie bijlage VIII

6

de provincie is onderdeel van projectorganisatie de Maaswerken en draagt via deze weg haar verantwoordelijkheid uit ten aanzien van hoogwaterbescherming en is daarom niet als aparte partij betrokken bij het noordelijk retentiebekken

7

(20)

10 2. VOORGESCHIEDENIS De projectorganisatie ging bij het uitwerken van de plannen ten aanzien van de Maas uit van drie

doelstellingen:

1. Verbetering van de scheepvaart; 2. Voorzien van hoogwaterbescherming; 3. Het realiseren van een natuurlijk leefbeeld.

De doelstelling ‘voorzien van hoogwaterbescherming’ is afgeleid uit een belofte die door het Rijk is gedaan na de overstromingen van 1993 en 1995, namelijk dat Limburg op termijn beschermd zal zijn volgens een degelijk beschermingsniveau.

Deze doelstellingen hebben betrekking op het project ‘De Maaswerken’ welke de verzamelnaam is voor een drietal (deel)projecten:

1. de Maasroute; 2. de Zandmaas; 3. de Grensmaas.

Het project de Maasroute richt zich met name op de doelstelling: verbetering van de scheepvaart. De projecten Zandmaas en Grensmaas zijn gericht op de andere twee doelstellingen en zijn een verdeling van het traject van de Maas op basis van de eigenschappen van de rivier.

Afbeelding 2.1: aanduiding Grensmaas, Zandmaas en Maasroute

Het noordelijk retentiebekken draagt bij aan de doelstelling ‘voorzien van hoogwaterbescherming’ en valt binnen het traject/project Zandmaas.

In de planfase is vastgesteld dat het noordelijk retentiebekken voor het functioneren van de systeemwerking van de Maas in een hoogwatersituatie nodig is.

(21)

11 2. VOORGESCHIEDENIS Gemeente Leudal

De gemeente Leudal is in 2007 ontstaan uit een herindeling van een viertal gemeenten. Een van deze gemeenten is de gemeente Haelen. Het noordelijk retentiebekken is gesitueerd binnen de grenzen van de voormalige gemeente Haelen.

Gemeenten dragen zorg voor de ruimtelijke ordening door middel van bestemmingsplannen waarin waterkeringen moeten zijn ingepast. Daarnaast hebben ze verantwoordelijkheden bij een eventuele

overstroming, zoals het opstellen van een rampenplan, het handhaven van de openbare orde, veiligheid en zorg voor de volksgezondheid.

Waterschap Peel en Maasvallei

Waterschappen dragen zorg voor de watersystemen binnen een bepaald doelgebied en beheren rioolwaterzuivering. Verder zijn ze verantwoordelijk voor aanleg, beheer en onderhoud van primaire

waterkeringen die een dijkringgebied omsluiten. Ze hebben de bevoegdheid om de Keur te vervaardigen die nodig is om de waterkerende functie veilig te stellen. Verder zijn waterschappen gericht op de beveiliging tegen overstromingen.

Waterschappen zijn onderhoudsplichtig voor wat betreft de primaire en secundaire waterkeringen binnen het doelgebied.

Het noordelijk retentiebekken valt binnen het beheersgebied van Waterschap Peel en Maasvallei.

2.2.

TOT STAND KOMEN VAN HET RETENTIEBEKKEN

In 1993 en 1995 hebben hoogwatersituaties zich voorgedaan. Binnen de (voormalige) gemeente Haelen was hier geen rekening mee gehouden dus werd er gebruik gemaakt van zandzakken en andere

noodvoorzieningen om haar bewoners te voorzien van hoogwaterbescherming. De hoogwatersituaties zorgden voor grote overlast.

Na 1995 wordt door het Rijk bescherming beloofd voor de gebieden langs de Maas, tegen een waterstand met een theoretisch optreden van 1 maal in de 250 jaar. Hieraan ligt een kansberekening ten grondslag die bepaald welk niveau de Maas éénmaal binnen dat tijdsbestek bereikt. De kansberekening kan echter niet uitsluiten dat de situatie twee jaar achter elkaar voorkomt, het blijft een kans.

Naar aanleiding van de overstromingen in 1993 en 1995 zijn kaden aangelegd langs de Maas in Limburg. Dit kwam voort uit een plan8 opgesteld door het Rijk. Bij deze eerste dijkaanleg in Limburg waren de

kruinhoogtes van de dijken bepaald op waterstanden met een voorkomen van 1 maal in de 50 jaar. Zoals ongeveer in 1993 en 1995 zijn opgetreden. Hierbij was de visie van het Rijk dat de waterstand behorend bij een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar lager zou zijn door het toepassen van rivierverruimende

maatregelen.

Het jaar 1997 is het startjaar voor ‘projectorganisatie De Maaswerken’ en daarmee ook de planfase ten aanzien van het realiseren van de hoogwaterbescherming tegen een waterstand met een theoretisch voorkomen van 1 maal in de 250 jaar voor de gebieden langs de Maas in Limburg.

In de planfase wordt, mede omdat gebruik gemaakt kon worden van verbeterde computeranalyse modellen, vastgesteld dat een aantal van de rivierverruimde maatregelen niet mogelijk zijn om uit te voeren.

Bijvoorbeeld het uitdiepen van de Maas met 6 meter over het gehele traject is niet mogelijk omdat hierdoor de stabiliteit van de wanden langs de Maas negatief beïnvloed wordt.

8

(22)

12 2. VOORGESCHIEDENIS Het vereiste beschermingsniveau tegen een waterstand met een theoretisch voorkomen van 1 maal in de 250 jaar blijft wel bestaan. Dit heeft als gevolg dat de waterstand die hoort bij dit beschermingsniveau hoger is dan aanvankelijk werd aangenomen en dat de kaden van de eerste ronde dijkaanleg hier niet aan

voldoen.

Projectorganisatie de Maaswerken doorloopt de Tracéwetprocedure om haar werkzaamheden concreet te maken. Deze procedure bestaat in grote lijn uit de volgende stappen: Startnotitie, Trajectnota, Ontwerp-Tracébesluit en Ontwerp-Tracébesluit.

Na een aantal van deze stappen is het mogelijk voor betrokken partijen inspraak te hebben op de plannen. In juni 1999 heeft de gemeente Haelen een reactie gestuurd (zie bijlage I)9 op de Trajectnota, hierin is onder andere aangegeven:

• dat de voorkeur uitgaat naar de ‘verdiepingsvariant’ (de variant waarbij de Maas over een groot gedeelte van haar traject verdiept wordt).

• dat ze tegen ontgronding c.q. weerdverlaging, in welke vorm dan ook is;

• er van uit gaat dat bij de uitvoering van de Maaswerken uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan gemeentelijke belangen (o.a. waterstanden, agrarische belangen, ontsluitingen, landschappelijke en monumentale waarden).

In december 1999 sluit de gemeente Haelen een driejarig contract af met aannemersbedrijf Kuypers Kessel inhoudende dat de firma bij hoogwater van de Maas binnen 36 uur nooddijken, bestaande uit zogeheten ‘big bags’, opbouwt. Contractueel is vastgelegd om vóór 1 september 2002 een evaluatie te houden.

In juni 2001 wordt door de gemeente Haelen een gemeentelijke reactie vastgesteld op het

ontwerp-tracebesluit Zandmaas / Maasroute, c.q. het POL Ontwerp aanvulling Zandmaas (zie bijlage I). Deze reactie hield onder andere in dat:

• de gemeente het beleid van het rijk dat is gericht op een hoogbeschermingniveau van burgers voor hoogwater / wateroverlast ondersteunt;

• de gemeente Haelen tegenstander is van het geplande dijktracé van het retentiebekken, wegens de daaruit resulterende vergaande aantasting van het leefgenot voor direct aanwonenden en de aantasting van belangrijke landschappelijke en monumentele waarden.

Het jaar 2002 is het einde van de planfase van projectorganisatie de Maaswerken: de werkzaamheden die nodig zijn om de Maas te laten functioneren zijn vastgelegd. Met betrekking tot het noordelijk retentiebekken betreft dit het verhogen van de dijk langs het Lateraalkanaal en het realiseren van een inlaat en uitlaat constructie ten behoeve van het retentiebekken. Dit is vastgelegd in het document POL-Zandmaas (zie bijlage II) en heeft de status van ‘concrete beleidsbeslissing’ hetgeen betekent dat ze bindend zijn voor gemeenten.

Eind 2002 wordt het contract dat de gemeente Haelen met Kuypers Kessel heeft ten aanzien van

hoogwaterbescherming en het aanbrengen van Big Bags geëvalueerd. Hieruit blijkt dat er op dat moment betere alternatieven zijn voor de Big Bags zoals het toepassen van bijvoorbeeld Legio Blocken. Deze vorm van noodvoorziening is sneller aan te brengen, goedkoper en betrouwbaarder dan de Big Bags. De gemeente Haelen kiest voor het toepassen van Legio Blocken in plaats van Bigs Bags.

De Legio Blocken zijn een noodoplossing in de vorm van een semi permanente waterkering en dienen gezien te worden als een verbeterde vorm van de Big Bags.

9

(23)

13 2. VOORGESCHIEDENIS In 2003 treed een hoogwatersituatie op waarbij de Legio Blocken ingezet worden ten aan zien van de

veiligheid van de bewoners. Echter bezwijkt (een gedeelte van) de constructie wegens onderloopsheid, hierop is de constructie aangepast en zijn damwanden geplaatst onder de permanente rij Legio Blocken. De huidige constructie heeft tot op heden niet in een hoogwatersituatie gefunctioneerd.

In 2003 / 2004 wordt, in opdracht van het Rijk, begonnen met het uitvoeren van de plannen uit het POL-Zandmaas. Dit betreffen de werkzaamheden met de status ‘concrete beleidsbeslissing’. Omdat de

werkzaamheden met deze status geen werkzaamheden betreffen om de bewoners van de panden aan de rand van het retentiebekken te voorzien van bescherming worden hiervoor geen voorzieningen getroffen. Pas in 2005 komt een aanpassing op de Wet op de Waterkering die ervoor zorgt dat het voor de in deze wet aangegeven dijkringen, wettelijk is vastgelegd dat deze waterkeringen primair zijn. Daarmee is voor de dijkringgebieden (binnen Limburg) de norm van 1:250 jaar van toepassing. Tot dat moment hadden waterkeringen binnen Limburg geen formele status als primaire of regionale waterkering met welke norm dan ook10. Met het opnemen van de waterkeringen in deze wet is het wettelijk instrumentarium voor het beheren en toetsen van primaire waterkeringen ook voor de waterkeringen in Limburg van toepassing. In de periode 2005/2006 vinden op bestuurlijk niveau gesprekken plaats tussen rijkswaterstaat, gemeente en waterschap inzake de beschermingsmaatregelen hoogwater Maas met betrekking tot Horn en Haelen. In het verslag van het afrondend gesprek, 3 mei 2006, zijn onderstaande afspraken vastgelegd:

Rijkswaterstaat ‘De Maaswerken’

• draagt zorg voor het voldoen aan de landelijke norm van het beschermingsniveau in 2012/2015; • koopt de demontabele blokken c.q. neemt deze in eigendom over van de gemeente.

Waterschap Peel en Maasvallei

• neemt de exploitatie en de kosten van beheer en plaatsing van de Legio Blocken bij hoogwater en het waakvlamcontact over van de gemeente;

• zorgt voor een goede voorlichting aan de burgers in overleg met de gemeente Haelen.

Gemeente Haelen

• neemt alle kosten van voorbereiding en realistatie van fundering en riooltechnische aanpassingen voor eigen rekening.

Op 1 augustus 2006 wordt de uitwerking van dit verslag en hieruit volgende kostenindenticatie van de afspraken verzonden naar de betrokken partijen (zie bijlage III)11.

Op 3 oktober 2006 zet het waterschap, middels een brief aan de gemeente (zie bijlage IV), een kanttekening bij de afspraken in het verslag. Het uitgangspunt van het waterschap is: “dat het toezenden van een

rekening voor het overnemen van het waakvlamcontract en daarmee een door de gemeente aangegane verplichting richting aannnemer, een te eenvoudige wijze van overdracht is voor een zwaarwegende verantwoordelijkheid”.

Het Waterschap verwoordt door middel van een brief op 19 juni 2009 de punten die volgens het waterschap nader onderzocht dienen te worden (zie bijlage V).

De plannen voor de werkzaamheden aan de Maas hadden een uitvoeringshorizon tot 2015. In dat jaar zou de belofte van het Rijk verzilverd zijn. Dit betekent dat heel Limburg theoretisch beschermd is tegen een waterstand met een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar.

10

Bron: Wet op de Waterkering

11

(24)

14 2. VOORGESCHIEDENIS Beide Limburgse waterschappen hebben aangegeven dat het beloofde beschermingsniveau niet behaald zal worden voor 2017.

2.3.

CONCLUSIE

Het Rijk is ambitieus geweest in haar plannen ten aanzien van de hoogwaterbescherming van alle gebieden langs de Maas tegen een waterstand met een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar. Ze heeft de belofte niet bijgesteld na het concluderen dat een aantal rivierverruimende maatregel niet uit te voeren zijn.

Het Rijk acht de bescherming van de panden minder noodzakelijk dan het inrichten van het

retentiegebied12. Het gebied voldoet (nog) niet aan de bescherming zoals deze door het Rijk beloofd is. De bescherming in het gebied is verbeterd door de reeds uitgevoerde werkzaamheden.

De waterkering zoals aanwezig in de huidige situatie heeft nog nooit gefunctioneerd in een

hoogwatersituatie. Hierdoor is het onbekend of de flexibele waterkeringen hun functie vervullen. Dit is voor het waterschap een belangrijk knelpunt in de beheerovername.

12

(25)
(26)

16 3. HUIDIGE SITUATIE

3.

HUIDIGE SITUATIE

(27)

17 3. HUIDIGE SITUATIE

3.

HUIDIGE SITUATIE

In het vorige hoofdstuk zijn de betrokken partijen beschreven en is inzicht gegeven in gebeurtenissen uit het verleden die een rol spelen bij het ontstaan van de huidige situatie. In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie in beeld gebracht, hier wordt ingegaan op de aspecten die een rol spelen voor de probleemstelling en de standpunten van de partijen ten aanzien van de flexibele waterkeringen.

3.1.

HUIDIGE SITUATIE

Het ontbreken van een structurele maatregel heeft ertoe geleid dat in de huidige situatie gebruik wordt gemaakt van flexibele waterkeringen om de bewoners te beschermen tegen een hoogwatersituatie. De flexibele waterkeringen hebben geen juridische status als waterkering. De dijk parallel aan het

Lateraalkanaal heeft ook geen status als primaire of secundaire waterkering.13 De flexibele waterkeringen zijn een verantwoordelijkheid van de gemeente.

Het Rijk maakt geld vrij14 voor de bescherming van de gebieden langs de Maas in Limburg. In overleg met de waterschappen wordt vastgesteld welke gebieden beschermd worden met behulp van dit geld. Het waterschap is de uitvoerdende partij van deze plannen. De tracés van de Legio Blocken zijn aangegeven als potentieel te bedijken gebieden. Ze maken onderdeel uit van de laatste stukken te bedijken gebieden.15 Volgens de huidige stand van zaken van de werkzaamheden langs de Maas, acht het Rijk de doelstelling om de hoogwaterbescherming eind 2015 op orde te hebben ongewijzigd haalbaar16. In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat beide Limburgse waterschappen geen plannen met betrekking tot het beschermen van de gebieden langs het noordelijk retentiebekken, of het verhogen van de inlaat, in haar plannen heeft voor de komende vijf jaar. Het Rijk bestempeld de werkzaamheden aan het noordelijk retentiebekken Lateraalkanaal als gereed.17

3.2.

STANDPUNTEN

Het standpunt van het Rijk

Het Rijk heeft een poging ondernomen een structurele maatregel te realiseren, deze plannen sneuvelden naar aanleiding van de reactie vanuit de bewoners en gemeente. Het Rijk heeft aangegeven dat de flexibele waterkeringen geen goede oplossing zijn en worden qua betrouwbaarheid in twijfel getrokken.

Het Rijk acht een structurele oplossing in de vorm van een grondlichaam noodzakelijk ten behoeve van de veiligheid van de bewoners.

13

Bron: gesprek met Waterschap Peel en Maasvallei

14

Naar aanleiding van de belofte

15

De sluitstuk kaden

16

Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas 1 juli – 31 december 2010

17

(28)

18 3. HUIDIGE SITUATIE Daarbij komt dat de projectdirectie van ‘projectorganisatie De Maaswerken’ sinds januari 2010 opgeheven is en onderdeel geworden van de Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur. Dit omdat het project, volgens eigen zeggen, in een stadium is waarin een zelfstandige projectdirectie geen toegevoegde waarde heeft.18

Het standpunt van de gemeente Leudal

De gemeente Leudal vindt het beschermen van bewoners tegen hoogwater geen onderdeel van het takenpakket van gemeenten19.. De gemeente zou graag zien dat voldaan wordt aan het

beschermingsniveau zoals dat beloofd is (bescherming tegen een waterstand met een optreden van 1 maal in de 250 jaar), echter wenst het dit niet in de vorm van een grondlichaam aan de rand van het

retentiebekken.

De gemeente wil het beheer van de flexibele waterkeringen overdragen aan het waterschap en wil dat een structurele maatregel gerealiseerd wordt die beheert wordt door het waterschap.

Het standpunt van Waterschap Peel en Maasvallei (WPM)

Adviesbureau Oranjewoud BV heeft voor Waterschap Peel en Maasvallei in het kader van de voorgenomen beheerovername onderzocht aan welke eisen de flexibele waterkeringen moeten voldoen.

Alvorens het Waterschap Peel en Maasvallei het beheer van de flexibele waterkeringen overneemt, dient de gemeente Leudal de punten zoals aangegeven in bijlage V uitgezocht te hebben.

De resultaten uit dit vervolgonderzoek dienen door de gemeente verwerkt te worden. Dit betekent dat wanneer blijkt dat de huidige staat van de flexibele waterkeringen niet aan de eisen voldoen waardoor ze hun functie niet kunnen vervullen, eventuele gebreken aangepast dienen te worden op dusdanige wijze dat de waterkering als geheel wel voldoet.20

Het standpunt van het Waterschap Peel en Maasvallei in eigen woorden:

“WPM maakt een ontwikkeling door als waterkeringbeheerder. Voortschrijdend inzicht op dit taakgebied en risicoanalyses van demontabele systemen gecombineerd met wettelijke eisen die aan betrouwbaarheid worden gesteld, maken dat het waterschap inmiddels de beleidskeuze heeft gemaakt om tenminste “stand still” voor de huidige demontabele waterkeringen vast te leggen en daar waar mogelijk de demontabele systemen te vervangen door vaste, en bij voorkeur groen waterkeringen. Daarbij komt dat wanneer er gekeken wordt naar de flexibele waterkering, de Legio-Blocks van de Gemeente Leudal, dat Oranjewoud in haar rapportage een aantal aanbevelingen doet voor verder onderzoek dat aanzienlijke kosten met zich mee brengen. Hierbij komt dat positieve resultaten uit dit nadere onderzoek zeker niet gegarandeerd zijn. Van de kwaliteit van de huidige flexibele waterkeringen met Legio-Blocks is onvoldoende bekend/twijfelachtig en de risico’s op falen worden vooralsnog hoog ingeschat.

Het waterschap acht een heroverweging van de intentie van de Dijkgraaf om tot overdracht te komen op zijn plaats.” 21

3.3.

TOEKOMST

In de toekomst wordt, wanneer de werkzaamheden benedenstrooms van het retentiebekken afgerond zijn, de inlaat van het retentiebekken verhoogd naar NAP + 20,80 m22, dit valt onder verantwoordelijkheid van het Rijk die het verhogen van de inlaat wil realiseren door middel van het inzetten van de Legio Blocken. Dit is

18

Bron gesprek met Rijkswaterstaat ‘projectorganisatie de Maaswerken’

19

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het rampenplan ‘hoogwater’ en voor de veiligheid in geval van noodsituaties

20

Rapport: Flexibele Waterkering Horn en Haelen door Oranjewoud BV

21

Bron gesprek met Waterschap Peel en Maasvallei

22

(29)

19 3. HUIDIGE SITUATIE de reden van het overnemen van het eigendom van de blokken zoals afgesproken in de bestuurlijke

gesprekken.

De inlaat van het retentiebekken is niet gelijk op de juiste hoogte aangebracht omdat er eerst

werkzaamheden benedenstrooms van het retentiebekken afgerond moeten zijn. Het retentiebekken dient in de tussentijd ook bij te dragen aan een verlaging van de waterstand.23

In het kader van de uiteindelijke hoogwaterbescherming in Limburg vinden overleggen plaats tussen het Rijk en waterschappen. De tracés van de Legio Blocken worden aangegeven als potentieel noodzakelijk te bedijken gebieden.24

Dit wil zeggen dat in de toekomst mogelijk wederom een voorstel wordt gedaan om een grondlichaam langs de dorpskernen van Horn en Haelen te realiseren.

Het waterschap heeft het beschermen van de gebieden langs Horn en Haelen of het ophogen van de inlaat niet in de plannen zitten voor de komende vijf jaar (2012-2017).

In de toekomst is het mogelijk dat waterkeringen rond het retentiebekken de juridische status van primaire of secundaire waterkering krijgen. Dit heeft als gevolg dat wettelijk het beheer van de waterkeringen is

vastgelegd.

3.4.

CONCLUSIE

De standpunten zorgen voor complicaties. Het niet naleven van de bestuurlijke afspraak door het

waterschap betekent dat de gemeente langer verantwoordelijk blijft voor het beheer van de Legio Blocken en hiermee het instandhouden van het waakvlamcontract.

Het Rijk heeft in de bestuurlijke gesprekken afgesproken de veiligheid van de Maas in 2012 – 2015 op orde te hebben (bijlage III), volgens de laatste wetenschap ligt deze deadline na 2017. Het niet naleven van deze afspraak betekent voor de gemeente extra kosten in verband met het in stand houden van het

waakvlamcontract en de verantwoordelijkheid ten aanzien van de exploitatie van de Legio Blocken. Het is mogelijk dat de gebieden langs het retentiebekken niet bijdrage aan het behalen van de hoogwaterdoelstelling van het Rijk.

Dit gezien het feit dat het Rijk in de laatste voortgangsrapportage aangeeft dat de hoogwaterdoelstelling ongewijzigd haalbaar blijft en het waterschap geen werkzaamheden met betrekking tot de beveiliging van Horn en Haelen in de plannen voor de komende vijf jaar heeft zitten.

Het verhogen van de inlaat heeft invloed op de functie van de Legio Blocken. Het beheer van de Legio Blocken is slechts tijdelijk. De termijn is niet bekend.

Wellicht wordt in de toekomst nogmaals een voorstel gedaan om grondlichamen te realiseren langs de dorpskernen van Horn en Haelen. Dit zal niet voor 2017 zijn.25

23

Eis van het Rijk

24

Bron gesprek met Waterschap Peel en Maasvallei

25

(30)

20 4. ANALYSE KNELPUNTEN

4.

ANALYSE

KNELPUNTEN

(31)

21 4. ANALYSE KNELPUNTEN

4.

ANALYSE KNELPUNTEN

Gesteld kan worden dat er meerdere knelpunten zijn. Deze knelpunten ontstaan door de standpunten en belangen van de verschillende betrokken partijen.

Dit hoofdstuk gaat verder in op deze knelpunten. Dit betreffen de knelpunten die uit de voorgaande hoofdstukken naar voren komen.

In dit hoofdstuk worden de standpunten en de keuzes van de partijen uitgewerkt. Daarbij worden de bindende consequenties van de keuzes van de partijen voor de andere partijen in beeld gebracht. Hieruit kunnen conclusies getrokken over de mogelijkheden van het vervolgtraject.

Als eerste zijn de complicaties rondom een structurele maatregel uitgewerkt. Waarom is er geen structurele maatregel en op welk niveau zijn beslissingen genomen. Welke beslissingen zijn bindend voor andere partijen.

Omdat in de huidige situatie geen structurele maatregel is wordt gebruik gemaakt van de Legio Blocken als flexibele waterkering. De tweede paragraaf van dit hoofdstuk werkt de complicaties rondom de flexibele waterkeringen en de beheeroverdracht hiervan verder uit.

Als laatste wordt ingegaan op de verantwoordelijkheid van de partijen ten aanzien van

hoogwaterbescherming en het vervullen van deze verantwoordelijkheid. Daarbij wordt antwoord gegeven op de vraag welke partij aansprakelijk gesteld zou kunnen worden voor waterschade volgend uit een

hoogwatersituatie.

4.1.

STRUCTURELE MAATREGEL

Standpunten partijen

Het Rijk en het waterschap achten een grondlichaam noodzakelijk ten behoeve van de bescherming van bewoners tegen hoogwater.

De gemeente wilt het gebied beschermen maar hecht op aandringen van de gemeenschap ook waarde aan de leefbaarheid van het gebied.

Het grondlichaam

Het Rijk heeft de gemeente de keuze gegeven een grondlichaam langs de dorpskernen van Horn en Haelen te realiseren. De gemeente heeft aangegeven geen voorstander te zijn van het geplande dijktracé. Het grondlichaam is niet gerealiseerd. Als eerste wordt bekeken hoe dit tot stand is gekomen en welke (bindende) consequenties dit heeft.

Het Rijk heeft een visie en kan dit tot stand laten komen door middel van een tracébesluit of concrete beleidsbeslissing. Dit is bindend voor lagere bestuurslagen.

De provincie heeft op haar beurt streekplannen ten aanzien van haar beleid zoals bijvoorbeeld het provinciaal omgevingsplan Limburg (POL). Waterschappen zijn de uitvoerende partij en gemeenten zijn verantwoordelijk voor bestemmingsplannen.

Het noordelijk retentiebekken Lateraalkanaal is opgenomen in het POL-Zandmaas, de maatregelen ten behoeve van het noordelijk retentiebekken zijn hierin opgenomen als concrete beleidsbeslissing. Dit wil zeggen dat de werkzaamheden noodzakelijk worden geacht door het Rijk en de gemeente verplicht is dit uit te (laten) voeren. De werkzaamheden gekenmerkt als concrete beleidsbeslissing betreffen de

(32)

22 4. ANALYSE KNELPUNTEN werkzaamheden met betrekking tot het verhogen van de kade parallel aan het Lateraalkanaal en het realiseren van in- en uitlaatwerken van het retentiegebied. Dus geen werkzaamheden ten behoeve van bescherming voor de bebouwing.26

De gemeente heeft haar zienswijze kenbaar gemaakt in een reactie op het Ontwerp-Tracébesluit (zie Bijlage I). Het niet realiseren van kaden langs Horn en Haelen wordt in het POL-Zandmaas aangegeven als wens van de gemeenschap (voortkomend uit de reactie van de gemeente). In deze reactie was ook aangegeven dat het wel het hoogwaterbeschermingsbeleid met betrekking tot een theoretische waterstand met een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar van het Rijk ondersteunt.

Het niet wensen van het grondlichaam kan van twee kanten worden benaderd. Namelijk vanuit het oogpunt van de bewoners, die de gevolgen ondervinden van de maatregel en vanuit het oogpunt van het Rijk en waterschap.

De plannen voor een grondlichaam aan de rand van het retentiebekken sneuvelen op grond van de

negatieve gevolgen voor de leefbaarheid (ontnemen van uitzicht). De voormalige gemeente Haelen was een kleine gemeente en hierdoor nauw betrokken bij haar bewoners.

Voor bewoners is het moeilijk een beeld te vormen van een beschermingsniveau aan de hand van een kansberekening waarbij een waterstand kan optreden met een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar. Dit wekt onduidelijkheid op. Bewoners ondervinden overlast van hoogwater of van het ontnemen van uitzicht. Vanuit het oogpunt van het Rijk zijn de argumenten van de gemeente tegen de voorgedragen maatregel zeer betrekkelijk. De huidige generatie bewoners zal de negatieve gevolgen ondervinden, een nieuwe generatie bewoners zal niet beter weten. Hoe betrekkelijk het bezwaar van de gemeente is geweest voor het Rijk is niet aan te geven. Dit gezien het feit dat het Rijk mee is gegaan in de zienswijze van de gemeente en heeft besloten gehoor te geven aan de wens van de gemeenschap door het niet realiseren van een

grondlichaam maar het ook niet aandragen van een andere oplossing.

Een structurele maatregel ontbreekt

De gemeente heeft door middel van een reactie op de Trajectnota en het Ontwerp-Tracébesluit haar zienswijze bekend gemaakt. Hierin is aangegeven dat de gemeente geen voorstander is van het geplande dijktracé.

De zienswijze heeft geen bindende consequenties voor het Rijk.

De tracés van de Legio Blocken zijn bij het Rijk en Waterschap in beeld als potentieel te bedijken gebieden.27

Bij het niet wensen van het dijktracé door de gemeente is door het Rijk verzuimd voldoende draagvlak te creëeren voor de noodzaak van de maatregel of een alternatief aan te dragen. De gemeente heeft verzuimd een alternatief te eisen of te onderzoeken wie verantwoordelijkheid draagt in een mogelijke

hoogwatersituatie.

Leefbaarheid in het gebied

Leefbaarheid is een niet direct te definieneren begrip, daarbij komt dat leefbaarheid subjectief is. Twee personen kunnen het begrip op een totaal andere manier ervaren.

Echter kan voor ieder gemiddeld persoon gesteld worden dat het ontnemen van het uitzicht op vrij liggend gebied door middel van een dijk direct grenzend aan de straat van de bewoners, ervaren zal worden als het negatief beïnvloeden van het leefgebied.

26

Voor zowel noordelijk als zuidelijk retentiegebied

27

(33)

23 4. ANALYSE KNELPUNTEN Daartegenover staat dat wanneer bewoners met regelmaat water in huis krijgen dit logischerwijs ook niet ervaren zal worden als ‘leefbaar’.

Hier kan natuurlijk de vraag gesteld worden op welk punt de twee aspecten elkaar naderen zodat het gebied leefbaar acceptabel wordt.

4.2.

FLEXIBELE WATERKERING

Overnemen van het beheer van de flexibele waterkeringen

Uit de bestuurlijke gesprekken en hieruit volgend verslag van het afrondende gesprek (zie bijlage III) blijkt dat de afspraak is vastgelegd dat het Waterschap Peel en Maasvallei de exploitatie en de kosten van beheer en plaatsing van de Legio Blocken bij hoogwater en het waakvlamcontact van de gemeente overneemt. De gemeente neemt de kosten van het aanpassen van de constructie en enkele riooltechnische

aanpassingen in het gebied voor haar rekening.

Later wordt door het waterschap teruggekomen op deze afspraak (zie bijlage IV) en aangegeven dat er de intentie is de Legio Blocken in beheer over te nemen. Hierop volgend laat het waterschap de flexibele waterkeringen onderzoeken en door Oranjewoud een rapport opstellen. De eerder gemaakte afspraak wordt afgerond wanneer voldaan wordt aan de eisen (zie bijlage V) die volgen uit dit rapport.

In de toekomst wordt de inlaat van het retentiebekken verhoogd waardoor de functie van de Legio Blocken komt te vervallen. Het Rijk wil het verhogen van de inlaat realiseren met de Legio Blocken die zij gekocht heeft van de gemeente.

De gemeente draagt verantwoordelijkheid in noodgevallen en calamiteiten. Ze hoeft de Legio Blocken niet op te bouwen. Het toepassen van de Legio Blocken als waterkering is een eigen keuze geweest.

Niet nakomen van afspraken

De Legio Blocken zijn een noodoplossing als alternatief voor de Big Bags, aangedragen door de gemeente in verband met de hoogwatersituaties in 1993 en 1995.

Er is géén permanente bescherming aanwezig alleen een noodvoorziening. De Legio Blocken kunnen nooit de veiligheid garanderen zoals deze door het Rijk beloofd is (1:250 jaar).

Dit zijn gegevens die bekend zijn bij alle partijen bij het maken van de afspraken in de bestuurlijke gesprekken.

Het waterschap geeft aan dat zij een ontwikkeling doormaakt als waterkeringbeheerder en hierdoor de beleidskeuze heeft gemaakt geen flexibele waterkeringen te willen beheren. Dit is dan ook de reden waardoor men het beheer niet wilt overnemen.

4.3.

VERANTWOORDELIJKHEID PARTIJEN

Welke partij draagt nu welke verantwoordelijkheid ten aanzien van hoogwaterbescherming en welke partij wordt aansprakelijk gesteld wanneer waterschade door hoogwater optreedt.

In artikel 7.14 (en in mindere mate 7.15) van de waterwet staat dat personen en partijen zich kunnen beroepen op schadevergoeding in geval van waterschade. Hiervoor komt men in aanmerking wanneer de schade volgt uit een besluit of handelen in het kader van waterbeheer en wordt op eigen verzoek door het betrokken bestuursorgaan schadevergoeding voorzien.

(34)

24 4. ANALYSE KNELPUNTEN Dit gebeurd alleen wanneer men niet (gedeeltelijk) zelf verantwoordelijk is en de schade niet op een andere manier is gedekt.

De normen die aan verschillende waterkeringen worden gesteld zijn afhankelijk van de aard van de overstroming en de mogelijk optredende schade.

4.4.

CONCLUSIE

Structurele maatergel

De gemeente kan het Rijk wijzen op de beloofde bescherming, echter zal het dit niet kunnen eisen. Het is immers een belofte en geen contractuele afspraak.

Het niet wensen van een grondlichaam langs de rand van het retentiebekken waardoor plannen van het Rijk sneuvelen, wilt niet zeggen dat de belofte voldaan is of vervalt.

De gemeente Haelen heeft het totaal aan werkzaamheden van het retentiebekken verminderd door het niet wensen van een grondlichaam langs de dorpskernen van Horn en Haelen.

Dit heeft echter ook als gevolg dat er geen structurele maatregel is in de huidige situatie.

Het Rijk heeft een retentiebekken gerealiseerd waarbij de bescherming voor een aantal omwonenden onder het beloofde beschermingsniveau ligt. Wanneer geen inlaat gerealiseerd zou zijn in de waterkering parallel aan het Lateraalkanaal, zou dit betekenen dat alle panden achter deze waterkering beschermd zijn tegen een theoretische waterstand met een voorkomen van 1 maal in de 250 jaar.

Flexibele waterkering

Het Waterschap voldoet niet aan de eerder op bestuurlijk niveau gemaakte afspraak. Volgens eigen zeggen, omdat het beleid op dit gebied is aangepast.

Waterschappen dragen verantwoordelijkheden om hoogwaterbescherming voor burgers te voorzien. De punten die aangedragen worden door Oranjewoud (lees Waterschap) voor de gemeente om uit te zoeken zijn gerelateerd aan het mogelijk falen van de Legio Blocken als waterkering.

Kortom: een uitgebreid onderzoek met veel onzekerheden voor een noodoplossing waarvan de overdracht van het beheer tijdelijk zal zijn.

De gemeente heeft ervoor gekozen de Legio Blocken toe te passen. Mogelijk kan ze dus ook zelf besluiten de Legio Blocken niet meer toe te passen als waterkering.

Verantwoordelijkheid

Wanneer een hoogwatersituatie optreedt is de gemeente verantwoordelijk voor het naleven van het rampenplan hoogwater Maas. Wanneer schade ontstaat aan panden aan de rand van het retentiebekken kan de gemeente hiervoor mogelijk aansprakelijk gesteld worden omdat zij heeft aangegeven tegen het realiseren van een dijk te zijn. Bewoners hebben dit zelf ook aangegeven. De gemeente is slechts voor het standpunt van de gemeenschap opgekomen. Mogelijk kan de gemeente bewoners die tegen het geplande dijktracé zijn, zelf aansprakelijk stellen.

Gezien de verantwoordelijkheid die de verschillende partijen hebben genomen in het kader van

hoogwaterbescherming kan geconcludeerd worden dat het Rijk haar verantwoordelijkheid ten aanzien van hoogwaterbescherming gedeeltelijk heeft genomen. De uitgevoerde werkzaamheden hebben geleid tot een beter beveiliging. Echter voldoet deze beveiliging niet aan de beloofde beveiliging.

De gemeente heeft veel verantwoordelijkheid genomen ten aanzien van hoogwaterbescherming. Ze heeft een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd in het gebied en is opgekomen voor de wens van de gemeenschap.

(35)

25 4. ANALYSE KNELPUNTEN Het waterschap heeft zich op enigszins eenvoudige wijze ontdaan van haar (mede)verantwoordelijkheid ten aanzien van hoogwaterbescherming.

Wanneer gekeken wordt naar het vervolgonderzoek dat uitgevoerd dient te worden door de gemeente. Kan geconcludeerd worden dat de gemeente niet de kennis en kunde heeft om het vervolgonderzoek uit te voeren. Dit vervolgonderzoek zal uitbesteed moeten worden. Daarbij komt dat het uitvoeren van dit vervolgonderzoek kan betekenen dat het waterschap de Legio Blocken niet overneemt of dat de Legio Blocken aangepast moeten worden om deze wel te laten voldoen.

(36)

26 5. VERVOLGTRAJECT

5.

VERVOLGTRAJECT

(37)

27 5. VERVOLGTRAJECT

5.

VERVOLGTRAJECT

Uit de vorige hoofdstukken is naar voren gekomen dat het waterschap vanwege een beleidskeuze de flexibele waterkeringen niet in beheer wil overnemen. Daarom verzoeken zij de gemeente tot

vervolgonderzoek. Dit hoofdstuk beantwoordt de vraag welke mogelijkheden er zijn voor de gemeente om niet langer belast te zijn met de verantwoordelijkheid van de Legio Blocken.

Hierin zijn een aantal opties namelijk: het vervolgonderzoek uitvoeren, het waterschap verplichten de waterkering in beheer te nemen, het waakvlamcontract opzeggen, zelf een structurele maatregel realiseren of de verantwoordelijkheid wegleggen bij de bewoners.

In de conclusie worden de gevolgen van deze opties uitgewerkt.

5.1.

MOGELIJKE VERVOLGSTAPPEN

Optie 1 ‘vervolgonderzoek flexibele waterkering uitvoeren’

De afspraak is gemaakt dat het beheer van de flexibele waterkering overgedragen wordt aan het waterschap (bijlage III). Het waterschap geeft aan dat deze afspraak voltooid wordt wanneer de flexibele waterkering voldoet aan de eisen uit het rapport ‘flexibele waterkeringen Horn en Haelen’ opgesteld door adviesbureau Oranjewoud BV.

De gemeente gaat in op de wens van het waterschap om een vervolgonderzoek uit te voeren om op basis daarvan het beheer van de flexibele waterkeringen over te dragen aan het waterschap.

De uitkomst van het vervolgonderzoek kan mogelijk betekenen dat:

• de flexibele waterkeringen voldoen en het beheer kan worden overgedragen; • de flexibele waterkeringen niet voldoen en aangepast dienen te worden;

• de flexibele waterkeringen niet voldoen en vervangen dienen te worden door een andere oplossing.

Het vervolgonderzoek zal de gemeente ongeveer 30.000 euro kosten28. Echter zal het vervolgonderzoek niet automatisch betekenen dat het beheer wordt overgedragen. Mogelijk kan blijken dat de waterkeringen aangepast dienen te worden. Deze kosten komen dan ook voor rekening van de gemeente. Hoeveel het zal kosten om de flexibele waterkeringen aan te passen is onbekend.

Het overdragen van het beheer van de Legio Blocken heeft invloed op de situatie tot het verhogen van de inlaat van het retentiebekken. Na het verhogen van de inlaat komt de functie van Legio Blocken als geheel te vervallen. Dit betekent dat de overdracht van het beheer van de flexibele waterkeringen tijdelijk is en

mogelijk geen enkele keer opgebouwd hoeven te worden.

Het eenmalig opbouwen van de Legio Blocken kost de gemeente ongeveer 50.000 euro29.

Optie 2 ‘juridische stappen ondernemen tegen het waterschap’

De afspraak dat waterschap Peel en Maasvallei het beheer, kosten en exploitatie van de Legio Blocken overneemt is vastgesteld. Later komt het waterschap hierop terug door middel van een brief. Het waterschap

28

Rapport ‘flexibele waterkeringen Horn en Haelen’

29

(38)

28 5. VERVOLGTRAJECT laat de Legio Blocken onderzoeken door adviesbureau Oranjewoud BV en komt met een verzoek tot

vervolgonderzoek.

Het vervolgonderzoek zal ongeveer 30.000 euro kosten welke niet automatisch wil zeggen dat het beheer overgedragen wordt. Daarbij heeft het waterschap te kennen gegeven dat het, wegens een beleidskeuze, geen flexibele waterkeringen in beheer wil.

Mogelijk kan de gemeente op basis van het ontlopen van de plicht van waterkeringbeheer door het waterschap en de eerder gemaakte afspraak tot overdracht gerechtelijke stappen ondernemen tegen het waterschap. De gemeente zal dan een juridisch vervolgonderzoek moeten uitvoeren om bekend te worden met haar mogelijkheden.

Wanneer mogelijk blijkt dat de gemeente in haar recht staat kan ze de beheeroverdracht verplichten.

Optie 3 ‘contract met aannemersbedrijf Kuypers Kessel opzeggen’

In het vorige hoofdstuk is vastgesteld dat het een eigen keuze van de gemeente is geweest om de Legio Blocken als flexibele waterkering toe te passen.

De gemeente kan ervoor kiezen het contract met aannemersbedrijf Kuypers Kessel op te zeggen. De overeenkomst met het aannemersbedrijf komt voort uit de situatie voor de werkzaamheden aan het retentiebekken. De situatie is door de werkzaamheden verbeterd waardoor de noodzaak van de flexibele waterkeringen is verminderd.

Daarbij komt dat er plannen zijn om de inlaat van het retentiebekken te verhogen wanneer de

werkzaamheden benedenstrooms van het retentiebekken afgerond zijn. Dit heeft als gevolg dat functie van de Legio Blocken komt te vervallen en ze gebuikt zullen worden ten behoeve van het ophogen van de inlaat. De Legio Blocken zijn verkocht aan het Rijk.30

Optie 4 ‘zelf onderzoek doen naar een structurele maatregel’

De gemeente Leudal heeft als standpunt dat het wel het beschermingsniveau van 1 maal in de 250 jaar wilt door middel van een structurele maatregel en dat het beheer van de flexibele waterkeringen overdragen wordt aan het waterschap.

De gemeente kan besluiten zelf de mogelijkheden tot het structureel keren van water te onderzoeken.

Optie 5 ‘bewoners laten kiezen’

Het waterschap heeft te kennen gegeven dat de trajecten van de Legio Blocken in beeld zijn als potentieel te bedijken gebieden. De gemeente heeft aangegeven dat het een structurele maatregel wilt.

De gemeente kan een bewonersavond organiseren nadat de inlaat van het gebied verhoogd is31. Hierbij kan de gemeente aangeven dat het voornemens is de gebieden langs de dorpskernen van Horn en Haelen te bedijken32.

De gemeente kan de bewoners dan in staat stellen zelf te kiezen of het de beveiliging in de vorm van het grondlichaam wilt. Wanneer deze het niet willen zijn ze zelf verantwoordelijk voor eventuele waterschade in de toekomst. Wanneer ze het wel willen kan het waterschap de plannen uitvoeren en is het gebied

beschermd volgens een degelijk beschermingsniveau.

Het grondlichaam kan de status van primaire waterkering krijgen en zal worden beheert door het waterschap.

30

Bijlage III

31

Na het verhogen vervalt de functie van de Legio Blocken en is er geen bescherming wanneer het gebied instroomt

32

(39)

29 5. VERVOLGTRAJECT

5.2.

CONCLUSIE

Optie 1 ‘vervolgonderzoek flexibele waterkering uitvoeren’

Dit is een optie met veel onzekerheden, daarbij komt dat de kosten aanzienlijk op kunnen lopen. Wanneer de inlaat van het retentiebekken verhoogd is vervalt de functie van de flexibele waterkeringen, dit betekent dat de oplossing tijdelijk is.

Optie 2 ‘juridische stappen ondernemen tegen het waterschap’

Een optie die ook geld kost en tijd. Hierbij wordt wel duidelijkheid gecreëerd met betrekking tot de verantwoordelijkheid. Het beheer van de Legio Blocken is tijdelijk. De uitkomst van een juridisch vervolgonderzoek is net als bij het vervolgonderzoek met betrekking tot het falen van de waterkering, onduidelijk en mogelijk kan het waterschap niks worden verplicht.

Optie 3 ‘contract met aannemersbedrijf Kuypers Kessel opzeggen’

De gemeente heeft juridisch gezien geen verplichtingen ten aanzien van hoogwaterbescherming en kan ervoor kiezen het contract op te zeggen.

Bewoners die tegen het dijktracé zijn kunnen de gemeente niet aansprakelijk stellen voor hoogwaterschade. Bewoners die zich hier niet over hebben uitgelaten kunnen de gemeente aansprakelijk stellen. De gemeente zal hierbij dus moeten onderzoeken welke bewoners voor- en tegenstander zijn van het dijktracé.

Optie 4 ‘zelf onderzoek doen naar structurele maatregel’

Deze optie creëert duidelijkheid ten aanzien van de mogelijkheden voor de gemeente. In het volgende hoofdstuk wordt deze optie uitgewerkt. De resultaten van deze optie komen in de volgende twee hoofdstukken naar voren.

Optie 5 ‘bewoners laten kiezen’

Voor de gemeenschap wegen de negatieve effecten van de ingreep in het gebied (leefbaarheid) zwaarder dan de positieve (hoogwaterbescherming).

Hiermee legt de gemeente hoogwaterschade bij de bewoners zelf. Mogelijk zal dit politiek niet gedragen worden.

(40)

30 6. ONDERZOEK STRUCTURELE MAATREGEL

6.

ONDERZOEK

STRUCTURELE

MAATREGEL

(41)

31 6. ONDERZOEK STRUCTURELE MAATREGEL

6.

ONDERZOEK STRUCTURELE

MAATREGEL

Het is bekend waar het retentiebekken ligt, in dit hoofdstuk wordt ingegaan op de mogelijkheden om het gebied te voorzien van een beveiliging tegen een waterstand met een theoretisch voorkomen van 1 op de 250 jaar.

De opbouw is als volgt, als eerste wordt de omgeving van het noordelijk retentiebekken in beeld gebracht met behulp van een ruimtelijke analyse. Hierbij wordt van groot naar klein ingezoomd en is speciale aandacht voor de aspecten die een rol spelen bij het ontwerpen van een structurele maatregel. Hier op volgend wordt het probleem geanalyseerd door middel van een technische analyse.

Wanneer het gebied duidelijk in beeld is, wordt een kader voor het ontwerp geschetst waarbij enkele ontwerprisico’s aangegeven worden die als toetswaarden gelden voor de concept ontwerpen. In het volgende hoofdstuk worden de concept ontwerpen in beeld gebracht en afgewogen.

6.1.

RUIMTELIJKE BESCHRIJVING

Algemeen

Het noordelijk retentiegebied bestrijkt ongeveer 231 ha, naast het noordelijk retentiegebied bestaat ook een zuidelijk retentiegebied (ongeveer 269 ha), echter maakt het zuidelijk retentiegebied deel uit van een andere gemeente, namelijk de gemeente Maasgouw (zie afbeelding 6.1) ook is het noordelijk retentiegebied, tussen Horn en Haelen en het zuidelijk retentiegebied tussen Heel/Beegden en Horn te zien (kleur = cyaan). De twee bekkens functioneren gescheiden van elkaar.

Afbeelding 6.1: Retentiegebieden met gemeenten

(42)

32 6. ONDERZOEK STRUCTURELE MAATREGEL

Afbeelding 6.2: retentiegebied met Maas/Lateraalkanaal en plaatsaanduiding Retentiegebied = cyaan, de Maas+Lateraalkanaal = paars/blauw

Het noordelijke en zuidelijk retentiegebied worden gescheiden door een provinciale weg (de N280), die als een kade functioneert. In de kade is een doorgang aanwezig die de scheiding tussen de twee gebieden feitelijk opheft. In een hoogwatersituatie wordt dit onder verantwoordelijkheid van het waterschap dichtgezet.33

Het noordelijk retentiebekken is verbonden aan de waterstand van het Lateraalkanaal, dit is een (ongeveer 8 km) gekanaliseerd gedeelte van de Maas.

Wanneer de waterstand in het Lateraalkanaal hoger wordt dan NAP + 20,00 m zal het water uit het Lateraalkanaal overlopen in het retentiebekken.

Noordelijk retentiebekken

Afbeelding 6.3: Noordelijk retentiebekken

33

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This thesis, published in SWOV’s dissertation series, takes the statistical approach to road safety issues as a starting point, for example: to what extent do specific

Kent u de brief van Werk & Inkomen Hoeksche Waard (WIHW) van de vijf gemeenten in de Hoeksche Waard, waarin staat dat mensen met een bijstandsuitkeringen moeten werken

Er wordt niet gekozen voor een volwaardige wettelijke regeling, waarin het uitdrukkelijk en ernstig verlangen naar een zachte dood door de patiënt die in een

Het is onze visie dat deze de internal auditor effectiever maken in zijn dagelijkse praktijk... 2014 | nuMMer 1 | audit MaGaZine |

Aangezien een groot deel van de 130 bewoners in zijn actieve le- ven innig verbonden was met het boerenbestaan, lag het voor de hand dat ‘buiten’ minstens even veel aandacht kreeg

Ook andere watervogels hebben hun leven soortgelijk aan die van de eend

toekomst gericht innovatief project zoals de Dubbele Dijk gaat, kunnen er bepaalde vormen van financieel onder steuning worden aangevraagd (Rijksdienst voor Ondernemend

Dit komt doordat er zoveel sedimentatie plaats vindt dat de rivier soms ‘verstopt’ raakt en een nieuwe weg moet zoeken. Dit noem je ook wel