EEN REISJE LANGS DE RIJN
De bovenloop in de bergen
De boven Rijnse laagvlakte
De midden Rijn
De benedenloop van de Rijn
De kust
EEN REISJE LANGS DE RIJN
De bovenloop in de bergen (paragraaf 4)
De boven Rijnse laagvlakte
De midden Rijn
De benedenloop van de Rijn
De kust (paragraaf 6)
DE BOVEN RIJNSE
LAAGVLAKTE
Vogezen
Zwarte woud
DE BOVEN RIJNSE LAAGVLAKTE
Stroomt door een slenk (tussen horsten door)
Rivier stroomt langzamer (minder erosie)
Rivier gaat steeds bredere bochten maken.
(rivier stroomt sneller in de buitenbocht)
Rivier legt sedimenten neer in binnenbocht
DE MIDDENRIJN
DE MIDDENRIJN
Komt gebergte tegen (middelgebergte)
Stroomt door de zwakste plekken heen.
Rivier wordt smaller en dieper en buigt vaak af.
Veel steden langs de rijn door de handel van vroeger
DE BENEDENLOOP
DE BENEDENLOOP
Rivier splitst op in meerdere armen.
Dit komt doordat er zoveel sedimentatie plaats vindt dat de rivier soms ‘verstopt’ raakt en een nieuwe weg moet zoeken.
Dit noem je ook wel een delta.
In een delta wonen vaak veel mensen (vlak en vruchtbaar)
AAN DE SLAG
Maak de vragen van paragraaf 5 op pagina 75