9
lr.
J.
F.Wolterson
/
Oude populieren
in
Nederland
Direcleur van het BosbouwproeÍs{a{ion-.i!.q}i'r{l
weilen over het
feit
dat er inmiddels van de exemplaren, waar-overik
u wat
wil
gaan vertellen, een groot gedeelte het veldheeft moeten ruimen.
Voor de mensen die na ons komen, dienen
wij
iets van waardeachter
te
laten. Reedslegt men
in
vele parkenen
recreatie-gebieden boombeplantingen aan,
waaruit later
groepen vanenkele oude bomen
of
een enkel exemplaar zal overblijven alssieraad van
het
landschap. Doelbewustwordt
dit
toegePast in het Amsterdamse bos 1). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bestaande beplantingenof
delen daarvanuit
te
zoeken en aante
wijzen
om
oud
te
worden.Voor
dergelijke groepen ofexemplaren zouden
wij
dan extra zorg dienen te hebben, zowel wat betreft hun bescherming tegen uitwendige beschadigingenals wat betreft een goede verzorging van de grond waarop ze
staan.
Dit
voorsteizal
gemakkelijk inslaanbij
het
personeel van de afdeling Landschapsverzorging van het Staatsbosbeheer, maarook hoop
ik
de
eigenaarsvan
beplantingen, zoalsge-meenten, particuliere bosbezitters
en
bosbezittende stichtingenvoor
deze gedachtete
mogenwinnen.
Instellingenmet
alsdoelstelling de bescherming van de natuur zullen met deze
ge-dachte vertrouwd
zijn,
immersin
natuurbeschermingsgebieden vormen dergelijke groepenof
individuen vaak een belangrijk punt van aantrekkingskracht voor de bezoekers.De
liefde voor oude bomen is een echt Nededands erfgoed enin
dit
verbandwil ik
de lezer,wellicht
ten overvloede, wijzenop
de schilders van onze gouden eeuw, die de schoonheid vanhet
landschap ontdekten. Overaltreft
men
in
de musea hun schilderijen aan waaropgrote
oude boomgroepenof
alleen-staande woudreuzen voorkomen die vaak op romantische wijzeverminkt zijn
doorde
tand destijds. En
behoren dezeland-schappen
niet
nog
hedentot
die, welke
wij zo
graag be-schouwen, omdat ze een weldadige rust ademen?Ze
vertegen-woordigen
in
die bomen eenmotief
dat het betrekkelijke van ons bestaan aan ons toont en dat ons naast een gevoel van rust eveneens een gevoelvan
behagen,veiligheid en
vertrouwenschenkt.
Ik
nodigu
dan ookbij
deze ga^Ííeuit
om eenste
gaan ztttenop
de bank onder de oude zwarte populier achterhet
dorpje Voorstin
het wijde en toch intieme landschap van het IJsseldal 1) J. H. Mulder, C. Bakker en C. van Hees: ,,Het Amsterdamse Bos",Uitg. Dienst der Publieke \Werken, Amsterdam.
Foro l.'A[arilandrica' Nederhenzert
àL,j:208ctn
P:J2nt
150-200 jaatBovenstaande
titel
opent
de
mogelijkheid
om de
popuiier vanuit verschillende gezichtspunten te bekijken.Oud'e bonten.
Men kan daarbij het beeld oproepen van ons vertrouwde oude bomen
in
het
landschapof in
begroeiingenvan
stadspiant-soenenof
landgoederen. Daarbij komen naast gewaarwordingenover de
schoonheidvan
dergelijke bomenook
gedachten opover
de
andere waardendie
ze
kunnen vertegenwoordigen.Hun
ouderdom kan betekenendat
ze sterkzijn,
waardoor zebij
voortkwekenin
bepiantingen weinig kans hebben voortijdigaf
te sterven.Dit
laatste kan behalve voor het geldelijke voor-deel, ook voor de aankleding van het landschap grote betekenis hebben. Vaak benik
bij
het bekijken van oude populieren vandankbaarheid vervuld jegens hen
die
deze bomen hebben ge-spaard. Tegelijk daarbiiklimt
somsook
een gevoel van spijtin mij
op
over de ontbrekende bomendie
alleen nogin
ver-halen leven. Volgens hen die ze gekend hebben, paarden deze
bomen geweldige afmetingen aan schoonheid. Hadden we nog maar over deze bomen kunnen beschikken, denk
ik
dan met afgunst, hoeveel meer zoudenwij
dan
nu
wellicht
gewetenhebben en hoe hadden ook
wij
dan kunnen genieten van hun aanwezigheid(foto
1).Zoals
ík
nu
terug kan verlangen naar deze verdwenen exem-plarenof
groepen, zo zal misschien ook degene diedit
opstel overvijftig
jaar nog eens onder ogenkrijgt, spijt
voelenop-Foto
2.
P. ni.gra, Voorst10
Foto 3.'Serotitta' Eisden.
d
1,3:
186cm
H :
41m
150-200 iaaren
ik
kanu
de verzekering geven datu
daar deze gevoelensvan behagen en vertrouwen zult hebben en bevrijd zult worden van het jachtige gevoel dat ons leven kenmerkt (foto 2). Oude soorten en. klonen..
Men kan echter ook onder ,,oude populieren" soorten
of
klonen verstaan, die reeds eeuwenin
ons land als culuurgewas wordengeteeld. Deze kunnen gisteravond
nog
als stek gestoken zijn en vandaaghun
eerste glimmende jonge bladeren aanu
ver-tonen, maar dan toch
blijven zij
oud. Men kan ze daarombe-schouwen als
de
jongste levende twijgenvan de
zaarling die eens,om
zijn
gewaardeerde eigenschappen, doorhet
oog vaneen vakman
of
van een liefhebber werd uitgezocht. Vele vanonze tiidgenoten
op
het platteland vermeerderen, evenals onze vooroudersdit
deden, de klonen nog door potenuit
de toppenvan de
bomente
kappenen
weer als reusachtige stekken in de grond te steken. Een normale beplanting langs een weg zalom de
25
jaat
gekapt kunnen worden.De bomen
zijn
danrond 25 meter hoog. Voor het nemen van een poot
uit
de top gaat ongeveer5
meter verloren, zodater
20
meter stamstukoverblijft.
Populus canadensiscv
Serotina,die
tot
een van deoudste handelsklonen behoort,
is hier
wellicht, zoalsVan
der Meidenin
Berichten Bosbouwproefstationnr.
19,
I)62,
tter-meldt,al
200
jaar geteeld, getuigeook de
oude bomen van Eisden(foto
3).Dit
betekent dus datin
deze acht maal25
jaat een boom meteen totale lengte
van
165meter
zouzijn
gegroeid, waarvanwij
nog steeds vermeerderen en die ons viaal
zijn nakomelin-genin
de loop der tijden wellicht
reeds 2.000.000ms
hout heeft opgeleverd. En nog steeds is deze sprookjesachtige boomniet
uitgeput.Ook
uit
een oogpuntvan
houqproduktiever-tegenwoordigt een dergelijke populier, die
wij
als oude kloon kennen, eengrote
waardedie
ons,indien
wij
op
zijn
leven terugzien, met ontzag vervult.In
ons land worden de oude populieren vertegenwoordigd doorenkele inheemse
en
buitenlandse soortendie
in
veel verschil-lende individuen aanwezigzijn.
Bovendienzijn
verschillendeklonen ingeburgerd die
in
de laatste twee eeuwênzijn
ontstaanuit
kruisingen tussen Populus deltoidesuit
Amerika en Populusnigra
uit
Europa. Inbeemte ioorten.Tot
de oude inheemse populieren behoren de esp, de grauwe abeel en de echte zwarte populier.De
espis
een houtsoortuit
her hakhouten de
hourwalletjestussen weilanden
op
humusijzerpodsolen. Slechts zelden zier men oude bomenof
bossenvan
deze soorr(foro 4). De
op-stand van
foto 5
bestaatuit
een kloondie voor
Nederlandseomstandigheden uirermare
fraai van vorm
is.
Vermoedelijk hebbenwe hier met
nakomelingen van een oude populier temaken,
die wellicht
meerdan
100 jaar geledenop die
plaatsis
opgekomen. Esp vermeerderr zich namelijk gemakkelijkuit
wortelopslag. Een dergelijk bosje is meesral
uit
gemengdhak-hout
ontstaan.Na
iedere keer kappenkan zich de
esp weer uitbreiden.Uit dit
bosjewerd
enkelejaren
geledende
eikverwijderd.
Nauw verwant aan de esp
is
de grauwe abeel die veel hardergroeit
dande
espen
zijn
hoofdverspreidingsgebiedheefr
in de rivierdalen enwel
in
die
bossen, die een zeer groot aantalboomsoorten hebben. Meestal
is
hij
te
vindenin
bossen die samengesteldzijn
uit
eik, esdoorn, es, wilde kers, iep en berk.Dit
bostypeis
een
tussenfasevan de ontwikkeling
tor
her uiteindelijk meer éénvormige eiken-of
beukenbos.Als
zodanigheeft de grauwe abeel dus een pionierkarakrer, evenals de esp.
Ook
deze boom verjongtzich door
worrelopslagna
kaalkap,en
uit
zaad(foto
6).Een andere, aan
de
beide vorige verwanre, soorris niet
in-heems. Deze komr maar mer enkele klonen
in
ons land voor, die allevrouwelijk
zijn,dit
in
tegenstelling ror de beide voor-gaande.Dit
is de witte abeel(foto
7).De
inheemse boomvan de
groep gebruikspopulierendie
in Foto4.
P, d Foto5.
P d Foro6.
P d Foto7.
P d trentula, Onmen 1,3:
27 cn trenzala, Herikltaizen 1,3:
20 ctn cdnescenJ, Lirnbricht 1,3:
66 cm alba, Goor 1,3:
147 cntH:23tn
H:20n2
H:29tt
H:19n
32
'jaar ca 25 jaar ca 35,jaar 78 jaarvan
IERSEL
Boomkwekerijen
UDENHOUT
Uw
leverancier
voor
alle soorten
N.Á.K.ts.
populieren
in
alle
maren
en
leeftijden
Licentiehouder
voor
Nederland van de Lóns populier.
i1
7
i\
?
I2
t) J. F.
rVolterson ,,Populus nigrain
Nederland" Bosbouwproefstation,nr
49, 1961.Foto
8.
P. nigra, Onttnend
1,3:
146 cmH:26m
70-100
jaarNederland
mer veel
verschillende exemplaren voorkomt, dezwarte populier,
treft men
zelden aan als grote boom. Veel-vuldig komthij
nog voor als knotpopulier2).In
het landschapzijn de
oude bomen, maarook de
knotpeppels vaak buiten-gewoon aantrekkelijk.Zie
foto's8
en 9.
Deze boom behoortvan
naturethuis
in
rivierdalenen
veriongdezich
daar ook gemakkelijkin
de tijden dat de
rivierdalennog niet
bedijkt waren.Een
vreemdeling,die
tot
dezesoort
behoort,is
deItaliaanse populier,
die
uit
warmere strekenis
gei'mporteerd.Hij
werd vaak gebruikt om de plaats te markeren waarwater-lopen
hoofdwegen kruisen. Napoleon gebruikte deze boom veelvoor dat
doel, zodatmet het
oogop
voorzieningen bijFoto
9,
P. niqra, VàjlenÉnotpopdier
ca 80 jaarzware transporten,
van
vere
dergelijke puntente
herkennen waren.In
gebruikswaardeis
Populusnigra ver
overvleugeld door dereeds genoemde,
uit
kruisingen russen P. deltoides en P. nigra ontstane, hybride populieren.Hun
goede eigenschappen en hetfeit
dat
ze dezelfde eisen aande
standplaars stellen,zijn
deoorzaak
dat
Populus nigra verdwenenis
uit
de gebieden vanintensieve populierenteelt.
Over
dezepopulieren zal
in
eenvolgend artikel meer worden verteld.
schillende kant werd ons verzekerd dat
dit
een van de mooistewilgenbeplantingen
in
Europa moest zijn.Het
bos waarover we spreken ligr. aan de weg St.Oedenrode-Best
in
een gebied, bekend als ,,De Belders".Het
maakt deeluit
van een groter boscomplex, dat voor het grootste deeluit
populier ('Marilandica') van
dezelfdeleeftijd
bestaat. Dezepopulieren produceren zeker niet meer dan de wilgen.
Het
bosis
aangelegdin
her voorjaar van 1932 onder toezicht van de toenmalige bosbouwkundige ambrenaar van herStaars-bosbeheer,
de
heerVan
Hemel,die
bijzonderveel voor
deBrabantse populierenteelt heeft gedaan.
Het
grootste deel vanhet terrein werd met 'Marilandica' beplant. Een deel was echter
zo laaggelegen, dat men het verstandiger oordeelde hier wilgen
te
planten.Men heeft hiervoor
3-jarige bewortelde planten Korte meded.INTERESSANTE
BEPLANTINGEN
II
Overal
in
ons landvindt
men oude wilgenbeplantingen langs wegen, weilanden en om boerderijen, maar oude wilgenbossenzijn
zeldzaam. Verreweg de meeste van deze wilgen zijnboven-dien
van maar matigekwaliteit.
Er
zijn
echter goedeuitzon-deringen.
Het
mooiste wilgenbosin
Nederland, tenminste voorzover ik weet, is eigendom van de gemeente St. Oedenrode.Het
is nietgroot,
bestaatuit
enkele honderden bomen, maar dezezijn
van
zo'Ír mooievorm
en
zijn ook zo
goed gegroeiddat
wemogen spreken van een uitzonderlijk fraaie wilgenopstand.