• No results found

10 jaar YA in Nederland. Een boekwetenschappelijk onderzoek naar Nederlandse Young Adult-boeken (2010-2020).

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "10 jaar YA in Nederland. Een boekwetenschappelijk onderzoek naar Nederlandse Young Adult-boeken (2010-2020)."

Copied!
238
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

10 jaar YA in Nederland.

Een boekwetenschappelijk onderzoek naar Nederlandse Young

Adult-boeken (2010-2020).

Jyoti Ramsamoedj

Scriptiebegeleider: mw. prof. dr. E. A. Kuitert Tweede lezer: dhr. dr. P. Dijstelberge

MA Boekwetenschap en handschriftenkunde Kunst- en cultuurwetenschappen

Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Studentnummer: 12392405 Juli 2020

(2)

2

Voorwoord

Voordat ik begon aan de master Boekwetenschap en handschriftenkunde heb ik de bachelor Nederlandse Taal en Cultuur gevolgd in Utrecht. Deze bachelor legde de nadruk op de tekstuele elementen van een boek, maar ik miste cursussen over het boek zelf als product. Daarom besloot ik de master Boekwetenschap en handschriftenkunde te volgen, met als specialisatie het basistraject. Ik koos voor het basistraject, omdat ik geïnteresseerd ben in verschillende onderwerpen, zoals consumentengedrag, jeugdliteratuur, handschriftenkunde en de historische kant van boeken. Het basistraject maakte het mogelijk om een eigen traject samen te stellen met cursussen van alle specialisaties.

Ik heb altijd meer interesse gehad in de uitgeversbranche en dan met name uitgeverijen gespecialiseerd in YA. In januari 2019 kon ik via de master deelnemen aan de masterclass ‘Sales marketing & Digitale Innovatie’. Eén masterclass is speciaal blijven hangen, namelijk de masterclass marketing van Myrthe Spiteri, uitgeefdirecteur van Blossom Books. Deze uitgeverij specialiseert zich met name in YA. Daarom vroeg ik na de masterclass of ik stage kon lopen bij Blossom Books, met succes. De stage heeft mij in aanraking gebracht met verschillende facetten uit de uitgeversbranche en vooral met de doelgroep zelf, namelijk young adults. Dit resulteerde in het onderwerp van deze masterscriptie: YA. Ik ben zelf een fervent YA-lezer. Daarom wilde ik meer weten over hoe Nederlandse YA wordt gepresenteerd in de boekensector en hoe de doelgroep hierop reageert.

Graag wil ik Lisa Kuitert bedanken voor de begeleiding en de feedback tijdens het schrijven van deze scriptie. Het was even schakelen met de uitbraak van de Coronacrisis, maar gelukkig kon ik rekenen op de hulp en steun van mijn scriptiebegeleider.

Daarnaast wil ik alle medewerkers van de boekhandels bedanken die mee hebben geholpen aan het onderzoek. De belafspraken met Nelleke Groot (Paagman), Irene Megens (Adr. Heinen) en Daphne de Haan (Waanders in de Broeren) hebben meegedragen aan het in kaart brengen van Nederlandse YA. Als laatste wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor hun morele steun tijdens het schrijfproces

(3)

3

Samenvatting

In deze masterscriptie wordt onderzocht of er zoiets bestaat als Nederlandse YA. In het buitenland is YA enorm populair onder jongeren. Daarom wordt onderzocht of Nederlandse YA überhaupt leeft in de boekenwereld en of het ook populair is onder Nederlandse jongeren. Het onderzoek is verricht door gebruik te maken van het communicatiecircuit van Darnton.

Deze masterscriptie bestaat uit twee delen. In het eerste gedeelte is de doelgroep, context en achtergrond van YA besproken. Hieruit blijkt dat vanuit de psychologie young adults gekenmerkt worden door bijvoorbeeld rebellie, eerste keren, egocentrisme en grensoverschrijdend gedrag. Nederlandse jongeren worden gekenmerkt door bijvoorbeeld overmatig gebruik van sociale media, pestgedrag en overmatig gebruik van alcohol.

De kenmerken die toegeschreven worden aan young adults komen terug in de literatuur. De opkomst van de literatuur begint met het oeuvre van Miep Diekmann. YA-literatuur staat in Nederland bekend onder verschillende termen, bijvoorbeeld Bildungsroman, jeansproza en initiatieroman. Hieruit blijkt dat de kenmerken die toegeschreven worden aan young adults gebruikt worden om de literatuur voor deze doelgroep mee aan te duiden.

In het tweede deel van deze masterscriptie is gekeken naar verschillende schakels uit het communicatiecircuit, namelijk bibliotheken, boekhandels, e-commerce, boekboxen en uitgevers. Al deze instellingen zijn zich bewust van het fenomeen YA en proberen op verschillende manieren Nederlandse YA bekend te maken onder jongeren. In Nederland verloopt dit proces langzaam, omdat buitenlandse YA populairder is dan Nederlandse YA.

Concluderend kan gezegd worden dat het lastig is om YA te duiden. Het is een moeilijke leeftijdscategorie. YA-boeken lijken zich meer te schikken naar de kenmerken die vanuit de psychologie gegeven worden aan young adults.

(4)

4 Inhoudsopgave Voorwoord ...2 Samenvatting ...3 Inhoudsopgave ...4 Inleiding ...6

Deel I De doelgroep, context en achtergrond van YA ...10

1. Young adults als leeftijdsgroep ...11

1.1. Wanneer ben je een young adult? ...11

1.1. Kenmerken toegeschreven aan young adults ...12

1.2. Nederlandse young adults ...17

1.3. Conclusie ...19

2. Literatuur voor kinderen en jongeren (de relatie tussen psychologie en literatuur ...21

2.1. Leeftijden gekoppeld aan boeken...21

2.1.1. De Strüwwelpeterleeftijd (2 tot 4 jaar) ...21

2.1.2. De sprookjesleeftijd (4 tot 8/10 jaar) ...22

2.1.3. De robinsonleeftijd (9 tot 11/12 jaar) ...23

2.1.4. De heldenleeftijd (12 tot 15 jaar) ...25

2.1.5. De lyrische en romanleeftijd (15 tot 20) ...27

2.1.6. Oudere YA-lezers ...28

2.2. Teruglopende leesprestaties en leesplezier ...29

2.3. Conclusie ...31

3. Geschiedenis van Young Adult-literatuur in Nederland ...32

3.1. Opkomst van de term ...32

3.2. De geschiedenis van de jeugdliteratuur...38

3.3. Genres geïnspireerd op historische modellen ...43

3.4. Conclusie ...45 Deel II YA in de boekensector ...47 1. Bibliotheken ...49 1.1. Evenementen in de bibliotheek ...57 1.2. Leesclubs ...59 1.3. Conclusie ...60 2. Boekhandels ...61 2.1. Buitenlandse boekhandels ...61 2.1.1. Verenigde Staten ...61 2.1.2. Verenigd Koninkrijk ...65 2.1.3. Conclusie ...71 2.2. Nederlandse boekhandels ...72 2.2.1. Doelgroepinnovatie ...72

2.2.2. Klantbeleving van young adults ...74

(5)

5

2.3. Conclusie ...107

3. E-commerce ...109

3.1. Amazon ...109

3.2. Barnes & Noble ...110

3.3. Bol.com ...110 3.4. BookSpot ...111 3.5. Conclusie ...112 4. Boekboxen...113 4.1. Internationale boekboxen ...119 4.1.1. Fairyloot ...119 4.1.2. Illumicrate ...122 4.1.3. OwlCrate ...126 4.1.4. Litjoy Crate ...128 4.2. Boekenclubs in Nederland ...132

4.2.1. Celebrate Book Box ...134

4.2.2. Bookly Bird ...135

4.2.3. Boox ...136

4.2.4. BookVault ...137

4.2.5. Blossom Books ...139

4.3. Conclusie ...141

5. Uitgevers van YA-boeken in Nederland ...143

5.1. Lijst met Nederlandse YA ...143

5.2. Uitgeverijen gespecialiseerd in YA ...145

5.2.1. CPNB als bron ...145

5.2.2. PiCarta als bron ...146

5.2.3. Hebban als bron ...146

5.3. Unieboek het Spectrum: Best of YA ...151

5.4. Moon ...153

5.5. Blossom Books ...156

5.6. Storm Publishers ...159

5.7. Dutch Venture Publishing ...164

5.8. WillowTreez ...168

5.9. Conclusie ...170

Conclusie ...172

Literatuurlijst ...180

(6)

6

Inleiding

Eén van de grootste modes in de Nederlandse kinder- en jeugdboekensector rond 2009 was de opkomst van de zogeheten Young Adult-boeken. Young adult of YA zijn termen die de laatste jaren steeds vaker in de boekenwereld gebruikt worden. Boekhandels hebben zelfs aparte ‘Young Adult’-kasten. Uitgeverij Lemniscaat nam het voortouw in deze trend en kwam in 2010 zelfs met een speciaal tijdschrift gericht op jongvolwassenen, genaamd YA!.1 In Nederland begint de populariteit van de term YA of young adult steeds meer te groeien, ook in andere instellingen.

In een tijd van digitale media neigen jongeren ertoe om steeds minder te lezen. Daarom doen instellingen er alles aan om deze doelgroep te bereiken. Vanaf welke leeftijd beginnen jongeren hun aandacht te verliezen voor andere zaken? Uit onderzoek van KVB Boekwerk blijkt dat jongeren in de leeftijdscategorie 15+ vooral in tweestrijd liggen: een boek lezen of toch nog die ene serie bingen op Netflix. Vaak wordt het laatste gekozen. Young adults houden zich voornamelijk bezig met het onderhouden van sociale contacten, sociale media, surfen op het internet, muziek luisteren en televisie/Netflix kijken.2 Op deze leeftijd kiezen jongeren dus steeds minder voor het lezen van een boek.

Om jongeren toch aan het lezen te krijgen worden er boeken uitgeven speciaal bedoeld voor hen, namelijk YA. Hoe werkt dat in Nederland? Lezen jongeren überhaupt YA of is dit fenomeen nog niet populair in Nederland? En hoe zit het met oorspronkelijk Nederlandse YA? Marieke Nijkamp is misschien wel beroemder in het buitenland dan hier. Zij publiceerde This is Where it Ends (2016). Dit is haar debuutroman die in het Engels verscheen in de Verenigde Staten. Haar debuut was daar een enorm succes. This is Where it Ends stond zeventig weken in de New York Times bestsellerlijst in de categorie Young Adult.3 Het verhaal volgt vier jongeren tijdens een vierenvijftig minuten durende schietpartij op een middelbare school. Het succes van dit boek in het buitenland zorgde ervoor dat Nederlandse uitgeverijen de vertaalrechten te pakken moesten krijgen. Een aantal maanden later verscheen het boek in het Nederlands: 54 Minuten bij uitgeverij Harper Collins. In Nederland won Nijkamp de Hebban Award voor Beste Young Adult in 2017.4

11 Postema, M. ‘Coming from America: ‘YOUNG ADULTS’ in de letteren.’ Filter, tijdschrift over vertalen, 2010, p.

48-51.

2 Peters, S. & S. van Strien, Rapportage Boekenbranche Meting 44, Amsterdam: KVB Boekwerk, mei 2018, p. 6. 3 Schaik, J. van, ´Marieke Nijkamp al een jaar op de bestsellerlijst.´ Dagblad van het Noorden, 29 april 2017. p.

42.

4Hebban Crew. ´’54 minuten’ wint Hebban Award 2017 voor Beste Young Adult. ´ Hebban, 26 oktober 2017.

www.hebban.nl/artikelen/54-minuten-wint-hebban-award-2017-voor-beste-young-adult geraadpleegd op 7 mei 2020.

(7)

7 Marieke Nijkamp is een Nederlandse YA-auteur. Waarom besloot zij het boek eerst in het Engels uit te geven en daarna pas in het Nederlands? Ligt het misschien aan het feit dat YA minder bekend is bij Nederlandse jongeren of durven Nederlandse auteurs het nog niet aan om YA te schrijven? Dat brengt mij op de essentie van mijn onderzoek. Hoe zit het met YA in Nederland? Hoe bekend zijn Nederlandse young adults met het fenomeen? Zijn er meer Nederlandse YA-auteurs, en zijn die succesvol in Nederland? Door dit te onderzoeken hoop ik een antwoord te kunnen vinden op deze overkoepelde onderzoeksvraag: ‘In hoeverre bestaat er zoiets als Nederlandse Young Adult?’

Het onderzoek zal ik verrichten op de manier van de boekwetenschap door gebruik te maken van het model van Robert Darnton, genaamd het ‘communicatiecircuit’. Darnton heeft onderzoek gedaan naar de boekenmarkt in het achttiende-eeuws Frankrijk. Hij stelde vast dat het belang van veel boeken uit die tijd niet goed is vast te stellen als men er niet de hele context bij betreft. In de boekenwereld hebben alle schakels bovendien invloed op elkaar. In dit onderzoek ligt de focus op de Nederlandse markt. In ‘What is the history of books?’5 brengt Robert Darnton alle instanties in kaart die betrokken zijn bij de consumptie, de distributie en de productie van het gedrukte boek. Het communicatiemodel is een schematisch overzicht met schakels. Een tekst ondergaat zijn reis langs elke schakel, zoals van schrijver naar uitgever, van daaruit naar de boekverkoper om zo bij de lezer terecht te komen.6 Voor dit onderzoek zal ik verschillende schakels dieper analyseren met de vraag hoe zij de lezer (lees: young adults) willen bereiken met oorspronkelijk Nederlandse YA. De schakels die ik zal behandelen zijn bibliotheken, boekhandels, uitgevers, e-commerce en boekboxen. Volgens het model van Darnton zijn alle instanties met elkaar verbonden vanwege de gedeelde context. Daarom wordt in deze scriptie ook de sociaal maatschappelijke context besproken. Darnton houdt zich bezig met het boek als sociaal-cultureel verschijnsel. Over de young adults zijn ook theorieën beschikbaar, die komen in hoofdstuk 1 aan bod.

Om tot de beantwoording van mijn hoofdvraag te komen, heb ik tevens een aantal subvragen opgesteld die ik in het verloop van mijn onderzoek in verschillende hoofdstukken zal beantwoorden: Wat is YA? Hoe is YA ontstaan? Wordt YA überhaupt uitgegeven in Nederland, hoe wordt het uitgegeven en gedistribueerd en wat zijn de kenmerken voor de specifiek Nederlandse soorten?

De structuur van deze scriptie zit als volgt in elkaar. De scriptie bestaat uit twee delen. Het eerste deel behandelt de doelgroep, de context en de geschiedenis van YA. Allereerst 5 Darnton, R. ´What is the history of books?´ Daedalus, 111(3), 1982, p. 67-69.

(8)

8 worden een aantal noodzakelijke definities en de afbakening van het onderzoek besproken. In hoofdstuk 1 wordt onderzocht wanneer iemand een young adult is. Dit wordt gedaan op basis van enkele psychologische inzichten die algemeen gangbaar zijn, zoals die van Erik H. Erikson en David Elkind.

In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op de jeugdliteratuurwetenschap en wordt getracht te achterhalen wat voor kenmerken de secundaire literatuur toeschrijft aan de smaak van young adults. Én of deze groep überhaupt wordt herkend. Dit wordt gedaan op basis van de theorie van Charlotte Bühler. Volgens de theorie van Bühler heeft elke leeftijdsfase zijn eigen aangepaste literatuur. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de geschiedenis van YA in Nederland en de opkomst van de term besproken.

Hier eindigt het eerste deel van de scriptie. In het tweede deel staat YA in de boekensector centraal. Een aantal instanties uit het boekenvak worden in deel 2 besproken. Bepaalde instanties spelen een grote rol om boeken onder de aandacht te krijgen bij hun lezers. Het model van Darnton illustreert dat al deze instanties met elkaar verbonden zijn. Ook voor het bereiken van young adults, werken verschillende instanties samen. Daarom zal er aandacht geschonken worden aan bibliotheken, boekhandels, uitgeverijen en overige instanties, zoals de boekboxen en e-commerce. Per hoofdstuk bespreek ik een instantie. Na de bibliotheken, onderzoek ik de boekhandels. Hiervoor heb ik onder meer veldonderzoek gedaan door zes boekhandels in Nederland te bezoeken, maar in verband met de Coronacrisis heb ik helaas niet alle geselecteerde boekhandels kunnen bezoeken.

Boekhandels kunnen young adults fysiek aanspreken, maar hoe gebeurt dit online? Daar gaat de volgende paragraaf over: e-commerce. Het is interessant om te achterhalen of er iets typisch Nederlands is aan het aanbieden van YA aan klanten.

In het volgende hoofdstuk wordt aandacht besteed aan een buitenlands fenomeen: book subscription boxes (boekboxen). Dit is een abonnementsdienst rondom boeken met een aantal goodies in de box. De laatste jaren zijn boekboxen gegroeid in populariteit onder young adults. Zo zijn YA-book boxen opgekomen, speciaal voor deze doelgroep. Ook in Nederland begint dit fenomeen vorm te krijgen. In deze hoofdstuk worden eerst de buitenlandse boxen behandeld en vervolgens wordt onderzocht hoe de Nederlandse boekboxen eruitzien.

Het laatste hoofdstuk van het tweede gedeelte van de scriptie richt zich op de uitgeverijen. Wat doen zij om young adults aan te spreken? Zijn er uitgeverijen gespecialiseerd in YA? Het is vooral interessant om te kijken in hoeverre ze dan ook oorspronkelijk Nederlandse YA uitgeven. In de conclusie wordt antwoord gegeven op de

(9)

9 hoofdvraag en een verklaring gegeven over de positie van YA in Nederland. Tot slot worden er suggesties gegeven voor vervolgonderzoek.

Afbakening en definities

In deze scriptie zal veelvuldig gebruik gemaakt worden van de termen ´YA´ en ´young adult´. Daarom is het belangrijk om van tevoren vast te stellen wat bedoeld wordt met het gebruik van deze termen. YA heeft namelijk meerdere betekenissen. Om te verwijzen naar het literaire aspect van YA, wordt in deze scriptie de aanduiding ´YA´ of ´Young Adult´ gebruikt (hoofdletters).

Young Adults zijn jongeren in de leeftijdscategorie 15 tot 25. In deze scriptie duid ik de jongeren aan met de term ´young adults´ (kleine letters). Dit is weliswaar geen Nederlands woord, maar het geeft goed aan welke groep hiermee bedoeld wordt – een andere uitleg volgt in hoofdstuk 1. Naast young adults, wordt ook de term adolescenten gebruikt om de doelgroep mee aan te duiden. De term adolescenten komt vaak voor in de literatuurgeschiedenis. In de boekensector komt de term ‘young adult’ steeds vaker voor. Daarom is gekozen om de term ‘young adult’ te gebruiken, wanneer de literatuurgeschiedenis de term ‘adolescent’ gebruikt. Om informatie terug te vinden is het dus mogelijk om te zoeken op de termen ‘adolescent’, ‘adolescentie’, ‘adolescentenliteratuur’ of ‘adolescenten’.

Daarnaast wordt in dit onderzoek de term ´Nederlandse YA´ of ‘oorspronkelijk Nederlandstalige YA’ gebruikt. Met deze termen wordt verwezen naar YA die oorspronkelijk in het Nederlands is geschreven door een Nederlandstalige auteur.

Het onderzoek betreft de periode 2010 tot april 2020. Deze scriptie is gebaseerd op bronnenmateriaal van veelal actuele herkomst, zoals uitgeverswebsites, boekhandelsgegevens uit de vakbladen, aanbiedingscatalogi en krantenberichten. Hoewel geprobeerd is de gegevens zoveel mogelijk chronologisch te stroomlijnen, is dit soms niet mogelijk gebleken.

De scriptie betreft de stand van zaken op de Nederlandse boekenmarkt. Hoewel ook in Vlaanderen YA wordt gelezen heb ik de Vlaamse markt buiten beschouwing gelaten, om het onderzoek niet te groot te maken. Voor dit onderzoek is alleen de fysieke boekenmarkt bestudeerd en is er niet gekeken naar online platforms waarop YA-boeken, van bijvoorbeeld amateurs, kunnen voorkomen.

(10)

10

Deel I De doelgroep, context en achtergrond van YA

(11)

11

Young adults als leeftijdsgroep

1.1 Wanneer ben je een young adult?

Centraal staat in dit onderzoek de hoofdvraag: In hoeverre bestaat er zoiets als Nederlandse Young Adult? Om antwoord te krijgen op de hoofdvraag moeten we eerst stilstaan bij de doelgroep. In dit onderzoek zijn dat boeken voor young adults. Wat verstaan we onder young adults en hoe worden zij omschreven vanuit de ontwikkelingspsychologie. Wanneer ben je een young adult? Daarover gaat dit hoofdstuk. Aan de hand van Het kind in de samenleving (1964) en Identiteit, jeugd en crisis (1972) beide geschreven door Erik Erikson en andere theorieën van ontwikkelingspsychologen, zal uiteengezet worden wat hierover de verschillende theorieën zijn. Eerst maar eens de leeftijdsgroep zelf, waar kenmerkt die zich door.

In de ontwikkelingspsychologie wordt de term adolescenten gebruikt voor young adults. De herkomst van de term ´adolescentie´ is te vinden in het Latijnse werkwoord ´adolescere´ dat staat voor opgroeien. Het woord adolescentie wordt voornamelijk gebruikt om het proces te omschrijven van opgroeien tot een volwassen persoon die tevens onderdeel uitmaakt van de maatschappij.7 Het vaststellen van een bepaalde leeftijd voor het beschrijven van de adolescentie is problematisch, omdat de afbakening van de leeftijd per cultuur verschilt. De Nederlandse ontwikkelingspsychologe Eveline Crone stelt bijvoorbeeld dat de adolescentie bestaat uit de leeftijdsperiode 10 tot 22 jaar.8 Het gebruiken van de term adolescentie om de periode tussen kindertijd en volwassenheid aan te duiden wordt pas sinds het eind van de negentiende eeuw gebruikt.9 Volgens de Dikke Van Dale Online is een adolescent een: ´jongere van ca. 5 tot 20 jaar´.10 Adolescentie wordt daar omschreven als de ´overgangsperiode tussen puberteit en volwassenheid, waarin de jongere een eigen identiteit moet ontwikkelen´11 Maar deze leeftijdsgroep wordt niet alleen aangeduid met de term adolescent, met name in het boekenvak wordt steeds vaker de Angelsaksische term ´Young Adult´ gebruikt.

7Crone, E. Het puberende brein, over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie.

Amsterdam: Prometheus, 2018, p. 18.

8 Crone 2018, p. 18.

9 Ghesquière, R., V. Joosen en H. van Lierop-Debrauwer, Een land van waan en wijs: geschiedenis van de

Nederlandse jeugdliteratuur. Amsterdam: Uitgeverij Atlas Contact, 2014, p. 375.

10 ‘Adolescent’. Dikke Van Dale Online, 2017. Geraadpleegd van

www.ua-vandale-nl.proxy.uba.uva.nl:2443/zoeken/zoeken.do op 10 januari 2020.

11 ‘Adolescentie’. Dikke Van Dale Online, 2017. Geraadpleegd van

(12)

12 De Cambridge Dictionary geeft twee betekenissen voor de term ´Young Adult´: ‘a person who is in his or her late teenage years or early twenties’ en ‘YA books written for readers in their late teenage years or early twenties’.12 Hieruit kan worden opgemaakt dat met de term ‘Young Adult’ nu zowel adolescenten als boeken worden bedoeld. De Dikke Van Dale bevat wel de term ´young adult´. Hier wordt niet verwezen naar de boeken-betekenis, maar alleen naar jongvolwassene.13 Dit lemma is pas toegevoegd in februari 2015 en illustreert dat deze term nog niet zo lang gebruikt wordt in Nederland.

Eveline Crone stelt in Het puberende brein (2008) dat uit het onderzoek voor het in kaart brengen van adolescenten uit verschillende culturen is gebleken dat de jongeren van elke cultuur een adolescentieperiode doormaken. Het enige verschil zit hem in de lengte van de adolescentenperiode. Crone stelt dat in westerse culturen de adolescentie op vroege leeftijd begint en ook een langere tijd doorgaat. Dit is namelijk de periode waarin de hersenen grote ontwikkelingen ondergaan.14

Young adults krijgen te maken met een transitie van jongen of meisje naar man of vrouw. Het opgroeien van kind naar volwassene is een ingewikkeld proces. Aan de ene kant willen young adults volwassen worden, maar aan de andere kant willen ze eveneens laten zien dat ze anders zijn dan hun ouders. Dit zorgt ervoor dat elke generatie worstelt om zijn eigen identiteit te vinden en tegelijkertijd probeert uniek te zijn. Over het algemeen wordt de groep young adults omschreven als te oud om een kind te zijn en te jong om een volwassene te zijn.

1.2 Kenmerken toegeschreven aan young adults

Na het vaststellen van de terminologie voor young adults is het interessant om te onderzoeken welke theorieën er zijn over de kenmerken van young adults op het gebied van de ontwikkelingspsychologie om zo een beeld te krijgen over de denk- en handelswijze van deze groep. Deze theorieën kunnen wijzen op bepaalde elementen die mogelijk terugkeren in het genre Young Adult-literatuur. De ontwikkelingspsychologie doet wetenschappelijk onderzoek naar de veranderingen, stabiliteit en groei van de mens. Dit loopt vanaf de conceptie tot en met de ouderdom. 15 Voor dit onderzoek is de adolescentenfase het meest van belang. Oorspronkelijk geven onderzoekers in de ontwikkelingspsychologie voornamelijk 12 ‘Young Adult’. Online Cambridge dictionary, 2020. Geraadpleegd van www.dictionary.cambridge.org/ op 10

januari 2020.

13 ‘Young adult’. Dikke Van Dale Online, 2017. Geraadpleegd van

www.ua-vandale-nl.proxy.uba.uva.nl:2443/zoeken/zoeken.do op 10 januari 2020.

14 Crone 2018, p. 18-19.

15 Verhofstadt- Denève, L., A. Vyt & P.L.C. van Geert, Handboek ontwikkelingspsychologie: Grondslagen en

(13)

13 nauwkeurige beschrijvingen van de ontwikkelingen die voorkomen in de verscheidene gedragsgebieden.16

Onderzoekers proberen in de moderne ontwikkelingspsychologie echter niet alleen beschrijvingen te geven, maar ook te verklaren waarom bepaalde gedragsveranderingen voorkomen in verschillende leeftijdsfasen. Deze ontwikkeling wordt in veel theorieën onderverdeeld in fasen. In deze theorieën hebben de verschillende leeftijdsfasen eigen karakteristieke kenmerken met betrekking tot het gedrag en de ervaringen die iemand ondergaat in een bepaalde fase.17 Erik H. Erikson is één van de psychologen verbonden aan de ontwikkelingspsychologie en staat bekend om zijn indeling in fasen van de karakterontwikkeling. In zijn publicatie Het kind in de samenleving (1964) beredeneert hij dat het groeiproces voor de mens nooit ophoudt.18 Erikson heeft vanuit de psychologie een model opgesteld over de ontwikkeling en de verschillende fasen die de mens doorloopt. Het model bestaat uit acht psychosociale stadia beginnend bij de geboorte en eindigend bij de dood. Erikson wil benadrukken dat sociale relaties noodzakelijk zijn bij het ondergaan van ontwikkelingen, daarom zijn het psychosociale stadia. Relevant voor dit onderzoek is met name de leeftijdsfase van de adolescentie. In elke fase leert het kind een aantal stappen om zichzelf te ontwikkelen. Als het kind de betreffende stappen eigen heeft gemaakt, dan is de fase succesvol afgerond en kan het kind naar de volgende hogere fase. Het is in dit model niet mogelijk om een fase over te slaan. 19

Laten we dieper ingaan op de theorieën van Erikson. In Het kind in de samenleving20 geeft Erikson inzichten die verworven zijn vanuit de klinische psychoanalyse en deze bevindingen worden verbonden met een benaderingswijze uit de culturele antropologie. In zijn werken staat de identiteit en het ´ik´ centraal. Hij heeft zich laten inspireren door de ideeën van Sigmund Freud. Zoals gezegd verdeeld Erikson de levensloop van een mens in fasen, volgens zijn theorie bestaat deze levensloop uit acht fasen. Deze verschillende fasen worden mede bepaald door sociale relaties. In de persoonlijkheidsontwikkeling van de mens zijn deze relaties essentieel. In elke fase probeert het ego telkens zijn identiteit te vinden, omdat het leefmilieu steeds wordt uitgebreid.21 Elke fase is afhankelijk van de sociale relaties die gevormd worden. In de eerste fase (0 tot 2 jaar) wordt een persoon gevormd door de 16 Verhofstadt- Denève, Vyt, & Van Geert 2003, p. 4.

17 Kohnstamm, R. Kleine ontwikkelingspsychologie I: Het jonge kind. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009, p.

26.

18 Erikson, E.H. Het kind in de samenleving. Utrecht etc.: Het Spectrum, 1964, p. 11-42. 19 Kohnstamm 2009, p. 25.

20 Oorspronkelijke titel: Erikson, E.H. Childhood and society. New York: W.W. Norton, 1950. 21 Erikson 1964, p. 100-143.

(14)

14 moeder. In de tweede fase (2 tot 4 jaar) wordt de identiteit gevormd door de ouders. Als een persoon in de derde fase (5 tot 7 jaar) belandt, dan is de essentiële sociale relatie het gezin. In de vierde fase (6 tot 12 jaar) wordt de identiteit gevormd door de school en de buurt. Voor de vijfde fase (13 tot 19 jaar) zijn de leeftijdsgenoten de belangrijkste sociale relatie. Vervolgens zijn de partners de belangrijkste relatie in de zesde fase (20 tot 30 jaar). In de zevende fase (30 tot 65 jaar) is dat de maatschappij en in de achtste fase (65 en meer) is de mensheid van belang voor het vormen van de identiteit.22

Als een persoon in de volgende fase belandt, dan bouwt diegene voort op de opgebouwde relaties uit de voorgaande fasen. Voor een adolescent is dat iedereen tot en met de partners. De belangrijkste sociale relaties voor adolescenten zijn de leeftijdsgenoten en de eventuele partner. Deze relaties zijn cruciaal voor dit onderzoek. Adolescenten worden het meest beïnvloedt door hun leeftijdsgenoten. Hoe en op welke manier zij beïnvloed worden zien we met name terug in hun denk- en handelswijze. Erikson stelt dat in elke fase de mens te maken krijgt met een conflict die deze zelf moet oplossen. Voor dit onderzoek is het interessant om te kijken naar de kenmerken die Erikson verbindt met de adolescentie. Tijdens de adolescentie wordt de mens beïnvloed door de leeftijdsgenoten en is er sprake van een conflict met de eigen identiteit. Erikson omschrijft de leeftijdsfase adolescentie als ‘de leeftijd waarin de dominante positieve ego-identiteit voltooid wordt.’23 Hiermee wordt bedoeld dat young adults meer gaan nadenken over de steeds concreter wordende toekomst. Daarom worden in deze leeftijdsfase plannen gemaakt voor de toekomst en wordt het levensplan langzamerhand tastbaarder.

Tijdens de adolescentie ontwikkelt het lichaam zich (lichamelijke seksuele groei), omdat de kindertijd voorbij is. De ontwikkeling van het lichaam gaat gepaard met agressieve impulsen die uiteindelijk kunnen leiden tot crimineel gedrag en rebellie bij de adolescenten. Bepaalde belangstellingen en behoeftes die in de eerdere levensfase worden onderdrukt, door het volgen van bepaalde regels, komen in de fase van de adolescentie weer naar boven. Dit leidt soms tot wanorde en brutaliteit bij de adolescenten. De adolescenten hebben dikwijls de drang om hun eigen identiteit te vinden in de samenleving waarin ze leven:

´Wat de terugvallende en groeiende, rebellerende en rijpende jonge mensen nu voornamelijk bezighoudt, is: wie en wat zij zijn in de ogen van een ruimere kring van ´belangrijke´ mensen in vergelijking met wat zij nu naar hun eigen gevoelens zijn; en 22 Erikson 1964, p. 238-263.

(15)

15 ook, hoe zij de vroegere gecultiveerde dromen, gevoeligheden, rollen en vaardigheden in verband kunnen brengen met de occupationele en seksuele prototypen van het ogenblik.´24

Erikson stelt dat het conflict waarmee de young adult te maken krijgt een worsteling met de eigen identiteit (seksuele en etnische identiteit) is en dit wordt geuit in de vorm van rebellie. Young adults staan op deze leeftijd onder invloed van personen uit de omgeving of voelen zich door de samenleving gedwongen om zich te schikken naar een bepaalde rol, maar dit resulteert in vluchtgedrag bij young adults: ´zij lopen weg van school en uit betrekkingen, blijven ´s nachts thuis weg of trekken zich terug in bizarre en ontoegankelijke stemmingen.´25

De leeftijdsfase van adolescentie is een dynamische toestand, omdat de young adult blijft zoeken naar de eigen identiteit. Erikson stelt dat young adults contact zoeken met leeftijdsgenoten om zo hun eigen identiteit te ontdekken. Hierdoor vertonen jongeren uitstelgedrag met betrekking tot keuzes maken. Erikson noemt dit uitstelgedrag een moratorium. De jongere wil liever tijd doorbrengen met leeftijdsgenoten dan keuzes maken over de toekomst of zich iets aan te trekken van bepaalde verplichtingen.26

David Elkind, (kinder-)psycholoog, geeft in Kinderen en adolescenten (1974) tevens een aantal andere kenmerken waar young adults aan voldoen gebaseerd op de theorieën van Jean Piaget. Jean Piaget (1896-1980) was een Zwitserse psycholoog die zich bezighield met de ontwikkeling van het kind.27 Als de jongere zich in de fase van de adolescentie bevindt, aldus Piaget, dan is het mogelijk om bepaalde overwegingen te systematiseren en te reflecteren op zijn/haar eigen redenaties. De young adult bevindt zich nu in het stadia van formeel-operationeel denken. Volgens Piaget is dit de laatste fase van ontwikkeling om op cognitief niveau een volwassen persoon te worden.28 Bovendien kan de young adult ideeën van anderen waarnemen en beoordelen. Dit is het conflict waar de young adult mee te maken krijgt. In deze fase bevindt de young adult zich in het adolescenten-egocentrisme. Dat houdt in dat de young adult alleen redenaties en denkbeelden overneemt die in zijn/haar eigen belangstelling staat. De young adult is alleen met zichzelf bezig, vanwege de lichamelijke veranderingen die hij/zij ondergaat. Ook is de young adult zich bewust van de mensen in zijn omgeving. Hierdoor spiegelt de young adult het uiterlijk en het gedrag uit zijn directe

24 Erikson 1964, p. 297. 25 Erikson1964, p. 297-298.

26 Erikson, E.H. Identiteit, jeugd en crisis. Utrecht: Het Spectrum, 1972, p. 167.

27 Elkind, D. Kinderen en adolescenten: inleiding in de psychologie van Jean Piaget. Baarn etc.: Ambo, 1974, p. 9. 28 Elkind 1974, p. 106-107.

(16)

16 omgeving. Daarom is dit ook een belangrijk aspect voor young adults. ´Dit geloof, dat anderen evenzeer met zijn gedrag en verschijning gepreoccupeerd zijn als hijzelf, vormt het egocentrisme van de adolescent.´29 Dit betekent dat de adolescent ervan uitgaat dat hij voortdurend positief of negatief wordt beoordeeld door anderen en door zichzelf. Elkind beargumenteert dat de adolescent voortdurend bezig is met het creëren of daarop reageren van een imaginair publiek. ´Het is een publiek omdat de adolescent gelooft dat hij in het middelpunt van de belangstelling zal staan, en het is imaginair omdat dit in feitelijke sociale situaties gewoonlijk niet zo is (tenzij hij erin slaagt het zover te brengen).´30 Het vormen van een imaginair publiek heeft tot gevolg dat young adults kenmerkend gedrag vertonen en ervaringen delen. Aan de ene kant heeft de young adult vaak kritiek op zichzelf, maar aan de andere kant is er ook een soort bewondering voor zichzelf.

Daarnaast is deze leeftijdsgroep te onderscheiden van andere leeftijdsgroepen vanwege het gegeven dat de puberteit een periode is van ‘eerste keren’: fysieke, psychologische en sociale veranderingen, emotionele uitbarstingen en conflicten. Dit is eveneens een periode waarin young adults zich willen onderscheiden van hun ouders om zo verschillende identiteiten uit te proberen. Eén van deze identiteiten zal de young adult helpen om de stap te zetten naar zijn eigen volwassenheid. Young adults proberen eveneens in deze leeftijdsfase geen gehoor te geven aan andere autoritaire figuren, zodat ze op zoek kunnen gaan naar hun eigen identiteit zonder rekening te houden met de regels van autoritaire figuren.31 Young adults willen bekend staan om hun eigen groepsgedrag en groepsleven.32 ‘Hij bereikt een zekere synthese. Hij wil iemand worden, iets waardevols presteren en zich binden aan zelfgekozen personen.’33

Pam B. Cole ontwikkelde een theorie omtrent de young adults en literatuur. Cole stelt in haar boek Young Adult Literature in the 21st century (2009) dat de wereld van de adolescenten er anders uitziet dan de wereld van hun ouders. Zij veronderstelt dat young adults als groep in elke tijdsperiode hetzelfde zijn wat betreft de idealen en behoeften. De basis is dat het brein van young adults nog niet klaar is met ontwikkelen. Hierdoor verwerken zij informatie op een andere manier dan volwassenen. Ook op emotioneel niveau zijn de young adults nog niet volledig ontwikkeld. De leeftijdsfase waarin young adults zich bevinden wordt door Cole omschreven als een egoïstische levensfase (al bedoelt ze dat niet op

29 Elkind 1974, p. 107. 30 Elkind 1974, p. 107.

31 Cole, P.B. Young Adult Literature in the 21st century. Boston: McGraw-Hill Higher Education, 2009, p. 32. 32 Ghesquière 2009, p. 64.

(17)

17 een negatieve manier). Young adults zijn direct en alles draait om hen. Deze egocentrische levensfase is noodzakelijk om uiteindelijk een ontwikkeling te ondergaan naar een barmhartig en vriendelijk persoon die rekening houdt met de medemens.34

De adolescentie wordt ook gezien als een kwetsbare fase. Zowel young adults als hun ouders krijgen te maken met een tweestrijd. Aan de ene kant blijven young adults op economisch oogpunt steeds langer afhankelijk van hun ouders, omdat de opleidingsfase steeds langer duurt. Aan de andere kant krijgen young adults op jongere leeftijd te maken met biologische volwassenheid. Dat houdt in dat de young adult in staat is om zichzelf voort te planten en lichamelijk volgroeid is.35 Een gedeelte van de jongeren ondergaat succesvol deze fase, maar een aantal jongeren worstelen met psychosociale problemen. Psychosociale problemen worden onderverdeeld in drie groepen:

1. Internaliserende of emotionele problemen 2. Externaliserende of gedragsproblemen 3. Middelengebruik

Internaliserende of emotionele problemen zijn problemen die naar binnen gericht zijn en vooral nadelig zijn voor de young adult zelf, zoals eenzaamheid, suïcidaliteit, angst en depressieve gevoelens. Externaliserende of gedragsproblemen zijn problemen die door de young adult naar buiten zijn gericht, zoals oppositioneel gedrag, agressie en crimineel gedrag. Dit soort gedrag heeft vooral een negatief effect op de samenleving. Als de young adult gebruik maakt van middelen, dan gaat het vooral om illegale drugs, alcohol en sigaretten.36

1.3 Nederlandse young adults

In de media worden young adults vaak aangesproken op hun losbandige gedrag en worden ze omschreven in termen zoals internetverslaving, hangjongeren, comazuipen, cokeverslaafden etc.37 Aan de hand van deze associaties lijkt de jeugd volledig ontspoord te zijn. Maar hoe zit het werkelijk met de jeugd in Nederland en worden zij ook met deze termen geassocieerd? Aan welke van de bovengenoemde kenmerken voldoen Nederlandse young adults?

34 Cole 2009, p. 1.

35Junger, M. Psychosociale problemen bij adolescenten. Assen: Koninklijk Van Gorcum, 2003, p. 26. 36 Junger 2003, p. 26.

37 ´Smoor is niet stoer.´ Dagblad van het Noorden, 9 mei 2014, Kuitenbrouwer, J. ´De opmars van de cyberjunk.´

FTM - Follow The Money, 16 augustus 2019 en Van der Vegt, E. ´Overlast van hangjongeren in Dieren.´ De Gelderlander, 20 maart 2020.

(18)

18 In het kader van het 85-jarige bestaan van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft er een onderzoek plaatsgevonden in 2008 door dr. Maerten Prins naar jongeren en hun grenzen: De deugd van tegenwoordig.38 Aan de hand van een enquête onder jongeren heeft de Radboud Universiteit Nijmegen getracht te onderzoeken waar jongeren hun grenzen leggen op het gebied van seksualiteit, drinken, tolerantie en uitgaan.

Uit het onderzoek blijkt dat jongeren in Nederland erg gelukkig zijn en genieten van hun leven. De onderzoekers vroegen aan de geënquêteerde jongeren een rapportcijfer te geven aan hoe gelukkig ze zijn op dat moment. In 2008 was het gemiddelde cijfer een 7,7. Ongeveer 36,5% gaf een 8 en 27% gaf een 9 of een 10.39

Ook de Universiteit van Utrecht heeft jongeren geënquêteerd over de veranderingen in het gedrag van de Nederlandse jeugd in 2017. Dit onderzoek werd uitgevoerd als onderdeel van de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC). Het meest recente rapport stamt uit 2017 en wordt eens in de vier jaar uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat het gemiddelde cijfer, in vergelijking met de resultaten van Prins uit 2008, iets is gedaald naar een 7,3 beoordeeld door vijftien- en zestienjarigen. Hieruit kan worden opgemaakt dat de jeugd in Nederland niet enorm ongelukkiger is geworden in minder dan tien jaar.40

De drang om onderdeel te zijn van een groep is één van de belangrijkste factoren voor Nederlandse jongeren. Vriendschappen worden als waardevol ervaren en sociale media wordt ingezet om dagelijks in contact te blijven met gelijkgezinden.

Als we kijken naar middelengebruik onder jongeren in Nederland, dan blijkt dat er vanaf 2015 tot 2017 geen verandering heeft plaatsgevonden op het gebied van alcoholgebruik. Ongeveer 45% heeft ooit alcohol gedronken en 25% heeft in de laatste maand alcohol gedronken. Het percentage binge-drinken onder drinkende jongeren is in 2017 wel hoog. In 2017 heeft ruim 70% van de jongeren tijdens een gelegenheid meer dan vijf glazen alcohol geconsumeerd. Het percentage alcoholgebruik is onder young adults verminderd, maar de groep die al eerder alcohol heeft gedronken, blijft alcohol drinken.41 Daarnaast is het aantal twaalf tot zestienjarigen dat ooit gebruik heeft gemaakt van cannabis niet veranderd, namelijk 9%. Als we kijken naar harddrugs in de periode 2015 en 2017, dan blijkt dat 1% van de jongeren ervaring heeft met XTC in 2017. In 2015 heeft 2,9% ooit harddrugs gebruikt, denk

38 Prins, M. De deugd van tegenwoordig. Onderzoek naar jongeren en hun grenzen. Nijmegen: Radboud

Universiteit Nijmegen, 2008, p. 3.

39 Prins 2008, p. 6.

40 Stevens, G., et al. HBSC 2017. Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: Universiteit van

Utrecht, 2018, p. 66.

(19)

19 aan bijvoorbeeld heroïne, XTC en cocaïne.42 Ook blijkt uit het onderzoek van Seks onder je 25e dat jongeren steeds later beginnen met seks, dat betekent dat ongewenste zwangerschappen en soa’s minder vaak voorkomen.43

Young adults hebben soms een botsende relatie met hun ouders en dit uit zich in rebellie. Uit eerdere HBSC-onderzoeken blijkt dat de communicatie tussen Nederlandse jongeren en hun ouders eerst als erg positief wordt beoordeeld. Nederlandse jongeren kunnen gemakkelijker hun zorgen delen met hun ouders.44 Daarnaast geven de jongeren aan dat ze veel steun krijgen van hun ouders.45 Naarmate jongeren ouder worden en richting de fase van adolescentie komen, is een kleine groep young adults minder positief over hun welzijn, sociale context en gezondheid. Een aantal young adults vertoont rebellerend gedrag in de vorm van spijbelen, roken, drinken en het gebruik maken van XTC en cannabis.46 Dit is weliswaar een kleine groep, maar is belangrijk om te noemen dat niet alle Nederlandse jongeren een gelukkig leven leiden. Daarnaast blijkt uit het onderzoek van het CBS dat 95% van de Nederlandse jongeren dagelijks gebruik maakt van het internet. De populairste bezigheid van jongeren is online communiceren via sociale netwerken, zoals Twitter, Instagram, Facebook of SnapChat.47 Nederlandse jongeren zijn actiever op sociale media en volgens het onderzoek van Stichting Mijn Kind Online beschikt 79% van de geënquêteerde acht tot achttienjarigen over een smartphone.48 Facebook wordt in 2019 dagelijks minder gebruikt, maar de populariteit van Instagram blijft stijgen onder jongeren.49 Whastapp staat op de eerste plaatst voor jongeren.

1.4 Conclusie

De groep young adults wordt vooral gebruikt om een bepaalde leeftijdsgroep aan te duiden. De mens maakt een aantal fasen door in zijn leven. De adolescentie is één van de fasen. In deze fase is de young adult op zoek naar zijn eigen identiteit. Erikson en Elkind noemen de volgende kenmerken voor deze leeftijdsgroep:

42 Stevens et al. 2018, p. 102.

43 Seks onder je 25e, Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017. 2018, p.1. Geraadpleegd van

www.seksonderje25e.nl op 24 januari 2020.

44 Stevens et al. 2018, p. 30. 45 Stevens et al. 2018, p. 165. 46 Stevens et al. 2018, p. 172.

47 Arends-Tóth, J. ‘Jongeren en internetgebruik.’ Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2019, Den Haag: Centraal

Bureau voor de Statistiek, 2019, p. 160-164.

48 Stichting Mijn Kind Online, Hey, what’s app? 8-18-jarigen en mobiele telefoons. Amsterdam: Stichting Mijn

Kind Online, 2012, p. 8.

49 Veer, N. van der, S. Boekee, & H. Hoekstra, Nationale Social Media Onderzoek 2019. Amsterdam: Newcom

(20)

20 • Egocentrisme

• Neiging tot agressie en crimineel gedrag • Rebellie

• Lichamelijke veranderingen • Afzetten tegen de norm • Steun bij leeftijdsgenoten • Eerste keer

• Moratorium

• Op zoek gaan naar de eigen identiteit • Wanorde

• Vluchtgedrag • Zelfreflectie

• Creëren en reageren op een imaginair publiek • Psychosociale problemen

• Grensoverschrijdend gedrag • Middelengebruik

• Drinken • Roken

Als we kijken naar Nederlandse jongeren dan blijkt dat het overgrote deel een gelukkig leven leidt en een goede relatie heeft met zijn/haar ouders. Ook Nederlandse jongeren zoeken steun bij leeftijdsgenoten in de vorm van vriendschappen en het gebruik maken van sociale media. Een kleine groep young adults vertoont ander gedrag, namelijk egocentrisme, rebellie en zich afzetten tegen de norm. Zij drinken, roken en gebruiken verboden middelen.

Deze kenmerken die toegekend worden aan young adults zouden dus een rol kunnen spelen in het succes van YA-boeken. Nu de psychologie behandeld is, gaan we kijken wat de literatuurwetenschap en boekwetenschap over boeken voor young adults zeggen.

(21)

21

Literatuur voor kinderen en jongeren (de relatie tussen psychologie en

literatuur)

2.1 Leeftijden gekoppeld aan boeken

In het vorige hoofdstuk zijn de verschillende kenmerken uiteengezet die de psychologie aan young adults toeschrijft. Worden young adults eveneens als groep herkend in de jeugdliteratuurwetenschap? Daarover gaat dit hoofdstuk.

Volgens de jeugdliteratuurtheorie lezen kinderen boeken die passen bij hun leeftijd. Charlotte Bühler (1893-1974) heeft onderzoek gedaan naar het leesgedrag van kinderen. Zij heeft op basis van haar onderzoek een theorie ontwikkeld over de leesontwikkeling van kinderen.50 In haar boek, Kindheit und Jugend (1928), heeft ze de leesontwikkeling van kinderen onderverdeeld in vijf periodes. Bühler heeft dagboeken onderzocht en enquêtes gehouden. Met de informatie die ze verkreeg, heeft ze geconcludeerd dat de leesontwikkeling van kinderen min of meer stapsgewijs verloopt. Deze conclusie van Bühler past bij haar eerdere bevindingen uit Psychologie der puberteitsjaren (1950).51 Zij stelde namelijk dat het groeiproces van de mens eveneens in duidelijk te onderscheiden stappen verloopt.52 De jeugd bestaat uit verschillende fasen van psychologische ontwikkelingen. Elke fase heeft zijn eigen aangepaste literatuur. Hierna worden de verschillende fasen en wat bekend is over het huidige leesgedrag binnen deze groep besproken.

2.1.1 De Strüwwelpeterleeftijd (2 tot 4 jaar)

De eerste fase is de Strüwwelpeterleeftijd (2 tot 4 jaar). Deze fase is vernoemd naar Der Stüwwelpeter (1845) geschreven door Heinrich Hoffmann (1809-1894). Dit verhaal is ook in het Nederlands vertaald als Piet Smeerpoets (1848). Dit is de fase waarin kinderen in aanraking komen met verhalen door middel van vertellen of voorlezen. Charlotte Bühler stelt dat kinderen in deze fase voornamelijk geïnteresseerd zijn in korte verhalen op rijm die gaan over hun eigen leefomgeving, zoals de boeken over Kikker van Max Velthuijs of Bofferdje (2017) van Jeska Verstegen.53 In Bofferdje beleven peuters de avonturen van een grappig en ondeugend jongetje.

50 Bühler, C. Kindheid und Jugend: Genese des Bewusstseins. Leipzig: Hirzel 1928, p. 3- 4, p. 288-296.

51 Bühler, C. Psychologie der puberteitsjaren. Utrecht : Erven J. Bijleveld, 1950, p.8-11.

52 Vos, J. Jeugdliteratuur. Heeswijk-Dinther: Esstede, 1994, p.45. 53 Ghesquière 2009, p. 67.

(22)

22 De Leesmonitor heeft onderzoek gedaan naar het voorleesgedrag van Nederlanders. 95% van de ouders lezen hun kinderen vooral voor als ze tussen de 0 en 5 jaar zijn.54 In 2018 besteden ouders met kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 6 jaar 27 minuten per dag aan het voorlezen van een boek.55 Uit het percentage voorlezende ouders kan geconcludeerd worden dat kinderen al op jonge leeftijd in aanraking komen met (voorlees)boeken. Uit het onderzoek van Mediawijzer & The Choice blijkt dat 85% van de kinderen in de leeftijdscategorie 0 tot 2 jaar in contact zijn gekomen met boeken en dit percentage stijgt naar 96% bij de 3 tot 4-jarigen om uiteindelijk tot 100% te komen als de kinderen vijf of zes jaar zijn.56 De gemiddelde leeftijd wanneer kinderen in aanraking komen met boeken is als ze 1,1 jaar zijn. Als ouders boek voorlezen aan hun kinderen, dan proberen ze een bepaalde interactie aan te

gaan met hun kind.

2.1.2 De sprookjesleeftijd (4 tot 8/10 jaar)

De tweede fase is de sprookjesleeftijd (4 tot 8/10 jaar). Dit is de fase waarin het kind in staat is om te luisteren naar een verhaal over iets onbekends. Het verhaal moet wel voldoende herkenningspunten hebben met de leefwereld van het kind. Ook ontdekken kinderen de functie van fictionele (niet waargebeurde) teksten. Op deze leeftijd hebben kinderen meer kennis over de oorsprong van teksten. Zij kunnen nu beter begrijpen of een tekst wel of niet is gebaseerd op de werkelijkheid. 57 Daarom zijn in deze fase sprookjes en andere fantasieverhalen populair, zoals De geheimzinnige verdwijning van Toni Malloni (2018) van Harmen van Straaten. In dit verhaal zet de hoofdpersoon, Toni Malloni, de goochelhoed van zijn verdwenen opa op en belandt zo in een pretpark vol eigenaardige figuren.

De kleuterperiode (4 tot 6 jaar) is een periode waarin het kind beschikt over een rijke fantasie en zijn/haar aandacht richt op andere kinderen. Dit is eveneens een periode waarin de omgeving van de kleuter uitgebreid wordt, bijvoorbeeld door nieuwe contacten met leeftijdsgenootjes via school en/of andere buurtkinderen.58

Ook in deze leeftijdsfase worden kinderen voorgelezen. 89% van de ouders lezen nog voor aan hun kinderen in de leeftijd 6/7 jaar. Volgens het onderzoeksrapport van KVB

54 ‘Voorleestijd’. Leesmonitor, 2020.

www.leesmonitor.nu/nl/voorleestijd geraadpleegd op 13 september 2019.

55 ‘Voorleestijd’. Leesmonitor, 2020.

56 Mediawijzer, ‘Mediagebruik door kinderen van 0 t/m 6 jaar.’ Mediawijzer, 2018. Geraadpleegd van

www.mediawijzer.net/wp-content/uploads/sites/6/2018/04/Onderzoek-IeneMieneMedia-2018.pdf op 13 september 2019.

57 Ghesquière 2009, p. 67-68.

(23)

23 Boekwerk & GfK (2017) blijkt dat kinderen in de leeftijd 7/8 gemiddeld ruim drie boeken per maand zelfstandig lezen.59 Naarmate de kinderen ouder worden daalt dit percentage, omdat ze zelfstandiger worden. Nog maar 60% van de ouders lezen voor aan hun kinderen in de leeftijdscategorie 8-12 jaar.60

2.1.3 De robinsonleeftijd (9 tot 11/12 jaar)

De derde fase is de robinsonleeftijd (9 tot 11/12 jaar). In deze fase zijn verhalen met een realistisch karakter populair bij kinderen. Kinderen lezen graag over helden die op eigen krachten obstakels overwinnen, zonder ingrijpen van bovennatuurlijke wezens of krachten. Daarnaast ontstaat er een grote betrokkenheid bij de lezer, omdat het kind de wereld bekijkt vanuit het perspectief van de held. In deze leeftijdsfase ontstaan er verschillen tussen de leesvoorkeuren van meisjes en jongens. Jongens lezen graag boeken over helden en meisjes hebben voorkeur voor meisjesboeken waar de nadruk ligt op emoties.61 De boeken die door jongens gelezen worden zijn bijvoorbeeld Ali´s oorlog (2014) van Lydia Rood en Roofoverval (2012) van Els Rooijers. De boeken die door meisjes worden gelezen zijn bijvoorbeeld Een pony voor jou en mij (2018) van Yvonne Kroonenberg en Met mijn ogen dicht (2019) van Maren Stoffels. In deze fase richt het kind zich erg op leeftijdsgenoten en school, zodat de meningen van leeftijdsgenoten steeds meer invloed krijgen op de boekenkeuzes van kinderen. In hoofdstuk 1 werd al gewezen op het belang van sociale relaties voor het vormen van de eigen identiteit.

De robinsonleeftijd is gebaseerd op het genre robinsonade. De robinsonade ontleend zijn naam aan het gelijknamige boek Robinson Crusoë (1719) geschreven door Daniel Dafoe. Dit werk zorgde voor een overvloed aan publicaties van robinsonades in de Verlichting. Robinson Crusoë werd bestempeld als het ideale jongensboek.62 De definitie volgens het Algemeen Letterkundig lexicon voor een robinsonade luidt als volgt:

‘Vorm van avonturenroman, gekenmerkt door de wederwaardigheden die een personage (of een groep personen) ondervindt, bijv. na een schipbreuk, op zijn reis naar een vreemd oord, veelal een eiland, op grote afstand van de bewoonde,

59 Huysmans, F. Van woordjes naar wereldliteratuur. Stichting Lezen, Amsterdam & SIOB, Den Haag, 2013, p.

18.

60 Witte, E., S. van Strien & A. Akkerman, Rapportage Boekenbranche Meting 42. Amsterdam: KVB Boekwerk &

GfK, september 2017, p. 13.

61 Ghesquière 2009, p. 68.

(24)

24 geciviliseerde wereld. Typisch is ook het motief van de afzondering (zgn. insula-motief): het besloten, primitieve karakter van de plaats van handeling, zowel positief (als toevluchtsoord) als negatief (als verbanningsoord) voorgesteld.’63

Stichting Lezen heeft in 2013 een onderzoeksrapport laten opstellen over de leeswereld van kinderen in de leeftijdscategorie 7-15 jaar. In dit rapport wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de leesfrequentie en het leesvolume. Hoe vaak pakken kinderen in deze leeftijdscategorie een boek op en hoeveel boeken worden er gelezen? Kinderen in de robinsonleeftijd lezen minder dan toen ze zich nog in de sprookjesleeftijd bevonden. Zo is in figuur 1 te zien dat kinderen naarmate ze ouder worden steeds minder vaak een boek oppakken. Het percentage kinderen dat 1-2 dagen in een week een boek oppakt blijft ongeveer hetzelfde. De teruggang in leesfrequentie heeft een geleidelijk verloop en er is geen onverwachte daling of stijging te zien als kinderen de heldenleeftijd bereiken. Kinderen die ouder worden pakken vaker een boek op in de vakantie. Als we kijken naar het leesvolume van kinderen in de robinsonleeftijd dan lezen negenjarigen gemiddeld 2,8 boeken per maand en 12-jarigen lezen gemiddeld 2,1 boeken per maand. Ook het leesvolume daalt naarmate kinderen ouder worden.64 Toch worden kinderen op deze leeftijd nog steeds voorgelezen door hun ouders. 61% van de Nederlandse ouders leest ten minste wekelijks voor aan kinderen in de leeftijd 8-12 jaar. Dat is wel minder in vergelijking met ongeveer 89% van de Nederlandse ouders die voorlezen aan kinderen in de leeftijd 6-7 jaar.65

63 Bork, G.J. van, et al. Algemeen Letterkundig Lexicon. Digitaal bestand, 2002, p. 462-463. 64 Huysmans 2013, p. 18.

65 ‘Voorleestijd’. Leesmonitor, 2020.

(25)

25

Figuur 1 Leesfrequentie boeken naar leeftijd in 2012 (%)66

2.1.4 De heldenleeftijd (12 tot 15 jaar)

De vierde leeftijdsfase wordt de heldenleeftijd (12 tot 15 jaar) genoemd. In deze fase ligt steeds meer de focus op verhalen over helden. Het voornaamste motief voor kinderen om te lezen is spanning. Er worden in plaats van literaire verhalen meer triviale boeken gelezen.67 In deze periode ondergaan kinderen de fase van puberteit. Het verstand begint zich steeds verder te ontwikkelen en bij jongens neemt bijvoorbeeld de lichaamskracht toe.68 Uit het onderzoeksrapport van Stichting Lezen blijkt dat onder meisjes en jongens in de heldenleeftijd verschillende genres populair zijn. Onder meisjes zijn meidenboeken, romantische boeken, serieuze boeken en sprookjesboeken populair, denk aan bijvoorbeeld Verliefd op de verkeerde (2014) van Maren Stoffels en #Selfie (2020) van Caja Cazemier. Jongens hebben een voorkeur voor technische boeken, sportboeken, oorlogsboeken, avonturenboeken en griezelboeken.69 Oorlogswinter (2008) van Jan Terlouw en Boy 7 (2009) van Mirjam Mous worden bijvoorbeeld door jongens in de heldenleeftijd gelezen.

Uit het Rapportage Boekenbranche Meting 44 uitgevoerd in opdracht van KVB Boekwerk blijkt dat kinderen in de leeftijdsfase 12 tot 15 jaar het lezen van boeken als leerzaam ervaren.70 Spanning en avontuur zijn de meest gekozen genres onder de jongeren. 66 Huysmans 2013, p. 16.

67 Ghesquière 2009, p. 69. 68 Ghesquière 2009, p. 11. 69 Huysmans 2013, p. 27.

(26)

26 Als verplichte schoolboeken lezen de jongeren eveneens boeken in de genres geschiedenis en maatschappelijke problemen. DUO Onderwijsonderzoek heeft in opdracht van Stichting Lezen in 2017 bijna 6000 leerlingen (8 tot 18 jaar) onderzocht in verband met hun leesgedrag.71 Uit het onderzoek blijkt dat 82% van de kinderen in het basisonderwijs (Strüwwelpeterleeftijd en sprookjesleeftijd) het leuk vinden om boeken te lezen. Dit percentage daalt naar 51% voor kinderen die van de basisschool naar de middelbare school gaan (heldenleeftijd).72 Uit de onderzochte kinderen en jongeren van DUO Onderwijsonderzoek was dat zelfs 49%. Deze jongeren lezen niet langer voor hun plezier, alleen verplichte lectuur werd gelezen.73 Wat zijn de redenen waarom deze kinderen steeds minder gaan lezen? Onderzoekers Jeanne Chall en Vicki Jacobs stellen in hun artikel ‘The Classic Study on Poor Children's Fourth-Grade Slump’ dat het ligt aan de fourth grade slump (‘de groep 6-crisis’). Daarmee wordt bedoeld dat kinderen op de basisschool vooral bezig zijn met ‘leren om te lezen’, dit verschuift in de middelbare school naar ‘lezen om te leren’. Deze verschuiving heeft een negatief effect op jongeren, omdat de teksten steeds abstracter en moeilijker worden om te lezen leidt dit tot een toename van negatieve leeservaringen.74 Zij stellen dat vanaf groep 6 kinderen minder beginnen te lezen.

Een andere reden waarom kinderen steeds minder beginnen te lezen is dat ze vanaf de middelbare school verplicht moeten lezen in vergelijking met de basisschool waar het grotendeels vrijwillig en naar eigen keuze was. Als kinderen ouder worden moeten ze verplicht een boek lezen en een tegenprestatie leveren in de vorm van bijvoorbeeld een boekbespreking of boekverslag.75

Ook lezen ouders zelden meer voor aan kinderen in de leeftijd 13 tot 18. Dit is nog maar 17% van de Nederlandse ouders. Als kinderen de heldenleeftijd bereiken (vanaf 13 jaar), dan vinden Nederlandse ouders hun kind te oud om nog voorgelezen te worden. Het bereiken van een bepaalde leeftijd is de voornaamste reden om het voorlezen niet meer voor te zetten.76

71 Woud, L. van der, & E. Elphick, De leesmotivatie van Nederlandse kinderen en jongeren. Amsterdam: Stichting

Lezen, 2017, p. 4.

72 Woud & Elphick 2017, p. 11. 73 Woud & Elphick 2017, p. 12.

74 Chall, J. & V. Jacobs, ‘The Classic Study on Poor Children's Fourth-Grade Slump.’ AFT, 2003. Geraadpleegd van

www.aft.org/periodical/american-educator/spring-2003/classic-study-poor-childrens-fourth-grade-slump op 25 september 2019.

75 Huysmans 2013, p. 57.

76 Eijnden, J. van den, Wie stoeit met het boek? Verschillen in de leesopvoeding van vaders en moeders.

(27)

27 2.1.5 De lyrische en romanleeftijd (15 tot 20)

De vijfde fase heet de lyrische en romanleeftijd (15 tot 20). In deze fase bevindt het kind zich in een overgang van kinder- of jeugdliteratuur naar literatuur voor volwassenen.77 Dit is de categorie die we terugvinden voor YA-boeken. Young Adult-boeken worden vooral populair vanaf zestien jaar. KVB Boekwerk concludeert dat de groep 16- en 17-jarigen vaker aangeven dat ze Young Adult-boeken lezen dan andere leeftijdsgroepen.78 Deze fase is voor dit onderzoek dus het meest van belang.

Tijdens de lyrische en romanleeftijd krijgen jongeren te maken met andere vrijetijdsbestedingen. Het onderhouden van sociale contacten wordt door KVB Boekwerk vastgesteld als de belangrijkste dagelijkse vrijetijdsbesteding.79 Uit de meting komt naar voren dat 73% van de jongeren sociale media dagelijks gebruikt en 85% van de jongeren is dagelijks bezig met appen en/of sms’en.80 Andere vrijetijdsbestedingen zijn bijvoorbeeld surfen op het internet, televisie kijken en muziek luisteren. Het lezen van boeken wordt in de lyrische en romanleeftijd steeds minder gedaan. Van de onderzochte jongeren leest meer dan een derde minimaal één keer per week een boek in zijn/haar vrijetijd.81

Volgens het onderzoek van KVB Boekwerk lezen 15 tot 20-jarigen steeds minder, omdat ze het lezen van boeken niet meer leuk vinden. Ook willen ze liever tijd besteden aan andere vrijetijdsbestedingen, zoals internetten of series kijken. Verder hebben ze door andere verplichtingen geen of te weinig tijd om te lezen en vaak ook niet de rust om te lezen.

De groep 15 tot 20-jarigen die wel lezen, lezen vooral Young Adult-boeken denk bijvoorbeeld aan Heerestraat en Rozenlaan (2018) van Carlie van Tongeren, Oog om Oog (2015) van Buddy Tegenbosch en de boeken van Mel Wallis de Vries. Zij lezen specifiek Young Adult-boeken, omdat ze onderwerpen of problemen behandelen die herkenbaar zijn voor 15 tot 20-jarigen (29%). Daarnaast worden als redenen gegeven dat de verhalen zich afspelen in onbekende werelden (26%) of hoofdpersonen bevat in dezelfde leeftijdscategorie als de young adult (26%). Ook zijn dit soort boeken makkelijk weg te lezen (43%) en vinden ze het leuk om series te lezen (37%). Verder kunnen ze tijdens het lezen van YA-boeken erbij wegdromen (31%).82

77 Ghesquière 2009, p. 70.

78 Peters en Van Strien mei 2018, p. 20.

79 Peters en Van Strien mei 2018, p. 31. 80 Peters en Van Strien mei 2018, p. 13. 81 Peters en Van Strien mei 2018, p. 13-14. 82 Peters en Van Strien mei 2018, p. 16, 22.

(28)

28 2.1.6 Oudere YA-lezers

Hoewel de term young adult slaat op de leeftijdsgroep tot ca. 20 jaar zijn er ook ouderen die graag de boeken lezen die voor deze leeftijdsgroep zijn geschreven. We kunnen die de post-YA-groep, oftewel ´oudere YA-lezers´ noemen. Om te inventariseren hoe groot deze groep zou kunnen zijn, heb ik een klein onderzoek verricht. In Nederland bestaat de Facebook-groep ‘Young Adults boeken en series <3’. Deze Facebook-groep heeft 8400 leden.83 In de groep is het alleen toegestaan om YA en NA-gerelateerde berichten te plaatsen. Om in de praktijk uit te zoeken welke leeftijdsgroepen YA-boeken lezen, heb ik een poll gemaakt in de groep en heb ik gevraagd of leden willen aangeven in welke leeftijdscategorie ze vallen:

• Jonger dan 15 jaar

• Tussen de 15 en 25 jaar

• Tussen de 26 en 35 jaar

• Tussen de 36 en 45 jaar

• Ouder dan 46 jaar

809 leden hebben de poll ingevuld:

• Jonger dan 15 jaar: 0 leden

• Tussen de 15 en 25 jaar: 476 leden

• Tussen de 26 en 35 jaar: 266 leden

• Tussen de 36 en 45 jaar: 49 leden

• Ouder dan 46 jaar: 18 leden

Uit de resultaten blijkt dat 58,8% van de deelnemers daadwerkelijk onder de YA-leeftijdscategorie valt: 15 tot 25 jaar. De rest, 41,2%, zijn oudere YA-lezers. YA-boeken worden dus niet altijd alleen door young adults gelezen. In de praktijk zijn er genoeg lezers die niet in de leeftijdscategorie vallen en toch YA lezen. Hoe zit dit met buitenlandse lezers? Ook in een buitenlandse YA-groep, ‘Book Box Sherlock’, heb ik een poll aangemaakt. Book Box Sherlock heeft 5403 leden. In deze groep staat het fenomeen boekboxen centraal, waarover later meer.

(29)

29 414 leden hebben de poll ingevuld:

• Jonger dan 15 jaar: 0 leden.

• Tussen de 15 en 25 jaar: 135 leden.

• Tussen de 26 en 35 jaar: 223 leden.

• Tussen de 36 en 45 jaar: 46 leden.

• Ouder dan 46 jaar: 10 leden.

In het buitenland bestaat de groep voor 53,9% uit 26-35-jarigen, de grootste groep die de poll heeft ingevuld. Het percentage voor YA-lezers is 32,6%. In het buitenland is de groep die niet in de leeftijdscategorie young adult zit, groter. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat leden misschien langer lid zijn van de Facebook groepen en nu ouder zijn dan toen ze daadwerkelijk begonnen met het lezen van YA. Bovendien kunnen er ook leden zijn die begonnen op hun vijftiende met het lezen van YA en nooit gestopt zijn. Daarnaast zitten jongeren tegenwoordig minder vaak op Facebook.

2.2 Teruglopende leesprestaties en leesplezier

De laatste jaren komt steeds vaker in het nieuws dat de leesvaardigheid en leesplezier van jongeren onder druk staat. Zou dat van invloed kunnen zijn op het aantal boeken dat door jongeren gelezen wordt en dan specifiek op het lezen van YA-boeken? PISA is een internationaal onderzoek die de prestaties van 15-jarigen in kaart brengt van 79 landen (37 OESO-lidstaten en 40 partnerlanden). Dit onderzoek wordt om de drie jaar uitgevoerd. PISA onderzoekt de vaardigheden en algemene kennis van 15-jarigen op drie gebieden: natuurwetenschappen, wiskunde en lezen.84 Voor dit onderzoek wordt dieper ingaan op de resultaten op het gebied van lezen. In december 2019 zijn de nieuwe resultaten gepubliceerd van het PISA-onderzoek.

84 ‘Internationale prestaties (PISA)’. Onderwijs in Cijfers, 2019,

www.onderwijsincijfers.nl/kengetallen/internationaal/leerlingen-en-studenten/prestaties-internationale-prestaties-vo-pisa geraadpleegd op 24 april 2020.

(30)

30

Figuur 2 Gemiddelde prestaties lezen 15-jarigen85

Uit de resultaten blijkt dat Nederlandse leerlingen op de 26e plaats komen in 2018 met 485 punten in de OESO-ranglijst. Dit is een daling van elf plaatsen in vergelijking met 2015 (figuur 2). De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is een partnerschap tussen 37 landen om economisch en sociaal beleid te coördineren en te bestuderen.86 Figuur 2 illustreert dat de leesvaardigheid onder 15-jarigen in Nederland vanaf 2003 begon met een stijging, maar vanaf 2012 begint de leesvaardigheid te verslechteren in Nederland onder 15-jarigen. In 2018 is er geen sprake van verbetering meer te zien. Ten opzichte van 2015 is er een flinke daling te zien.87

Uit de ‘Kamerbrief over rapportage resultaten PISA-2019’ blijkt dat er ook onderzoek is gedaan naar leesplezier en zelfbeeld tijdens het lezen. In 2018 hadden Nederlandse leerlingen minder leesplezier. 63% van de leerlingen geeft aan dat ze alleen lezen als het

85 ´Internationale prestaties (PISA)’. Onderwijs in Cijfers 2019.

86 ‘Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)’. Europa Nu.

www.europa-nu.nl/id/vgh3f38wycwi/organisatie_voor_economische . Geraadpleegd op 24 april 2020.

87 ‘Kamerbrief over rapportage resultaten PISA-2018 in vogelvlucht’, Rijksoverheid, 3 december 2019.

www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/12/03/aanbieding-resultaten-pisa-2018-in-vogelvlucht. Geraadpleegd op 24 april 2020, p. 3.

(31)

31 verplicht is (52% in 2009) en 42% vindt lezen tijdverspilling (34% in 2009).88 Daarnaast leest 59% alleen om informatie op te zoeken (49% in 2009). Het percentage voor de groep leerlingen die lezen wél leuk vindt, is gelijkmatig gebleven met 19%.

Deze resultaten komen overeen met de bevindingen die zijn opgemaakt tijdens de lyrische en romanleeftijd. Jongeren krijgen vanaf hun vijftiende te maken met andere afleidingen, waardoor lezen steeds minder belangrijk wordt gevonden. De groep die lezen als één van hun favoriete hobby’s ziet, zijn waarschijnlijk de lezers die de YA-boeker lezen.

2.3 Conclusie

De literatuur die wordt gelezen, hangt samen met de fasen die de mens op psychologisch gebied ondergaat. De verschillende fasen in de jeugd van een kind gaan gepaard met een eigen aangepaste literatuur, namelijk de Strüwwelpeterleeftijd, sprookjesleeftijd, robinsonleeftijd, heldenleeftijd en lyrische en romanleeftijd. Dit geeft aan dat een speciale categorie YA-boeken een goede zaak is: er is immers een groep young adults die graag leest en daarvoor boeken zoekt.

Uit onderzoek van KVB Boekwerk en Stichting Lezen blijkt dat jongeren de laatste jaren steeds minder lezen door andere interesses. De aanleiding om steeds minder te lezen wordt aangewakkerd in groep 6, omdat er een verschuiving plaatsvindt van ‘leren om te lezen’ naar ‘lezen om te leren’ en lezen wordt steeds meer geassocieerd met een verplichting. De jongeren die nog wel lezen, lezen voornamelijk Young Adult-boeken. Hoe is deze Engelstalige term opgekomen en wat is Young Adult-literatuur eigenlijk? Daar wordt in het volgende hoofdstuk dieper op ingegaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook al was Vivaldi ‘vrijgesteld van de eredienst’ om onduidelijke rede- nen (wellicht liefdesaffaires), hij was en bleef priester en zijn gees- telijke werk was ook echt bedoeld

Vol- gens Armstrong kunnen we nog altijd wat leren van Paulus’ mys- tieke hartstocht en zijn afkeer van angst voor het nieuwe.. (eds) Karen

Wanneer hij uiteindelijk op sterven ligt, krijgen zijn vrouw en kinderen geen toestemming om afscheid van hem te nemen.. De schilde- ring van landschap en

Niet verwon- derlijk voor een navolger van Freud legt de auteur godsdienst naast zich neer en heeft het chris- tendom voor hem afgedaan, ter- wijl net beleefde religie

Hij is niet alleen prior van de mee door hem gestichte monastieke ge- meenschap van Bose, in Noord- Italië, maar ook een productief en aanstekelijk schrijver en spre- ker

Mendelssohns eerste pianotrio (cello en viool) staat centraal op dit album van het internationa- le Trio Dali, dat zijn thuishaven heeft in Parijs.. Het nam eerder

Johann Sebastian Bach, Goldberg Variations, door Andreas Staier (klavecimbel), harmonia mundi, HMX 2902058, 22,50 euro • Johann Sebastian Bach, Goldberg Variations,

Later verkaste Bach naar Leipzig, waar hij als kerkmusicus zijn grootste wer- ken zou schrijven.. Maar tegelijk bleef hij het hof in Köthen van muziek