• No results found

Liever nieuwe klauwen dan nieuwe veren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Liever nieuwe klauwen dan nieuwe veren"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

57 De professor had zojuist een ambitieuze

presen-tatie gegeven van zijn nieuwe model waarmee hij alle vormen van ongelijkheid in één verkla-ringsmodel gevangen hoopte te hebben, toen een jonge promovendus het woord nam. Hij zei dat hij wist dat de professor vooral gebrand was op kwesties die hij over het hoofd had gezien of die volgens de toehoorders een verkeerde plaats hadden gekregen in het model. En er waren best kwesties die hij miste, toch wilde hij zich niet mengen in zo’n debat over amendementen. Zijn kritiek was fundamenteler. Hij betwijfelde de waarde van zijn systeemdenken. Volgens hem was het kritisch potentieel daarvan nihil. Het model was zo abstract geworden dat het geen verrassende inzichten meer bood op actuele kwesties. De professor keek zijn leerling aan met een gepijnigd gezicht en liet een stilte vallen. Toen vroeg hij: ´Wat miste je?’

De schrijvers van het conceptbeginselpro-gramma stellen dat zij met hun werkstuk geen discussies willen beslechten, maar discussies willen uitlokken. Ik hoop dat ze in die opzet sla-gen, maar vrees het ergste. Een beginselpro-gramma nodigt namelijk uit tot het voeren van de verkeerde discussies. De veronderstelling on-der de hele onon-derneming is dat je eerst probeert overeenstemming te bereiken op een hoog ab-stractieniveau, om vervolgens steeds verder af te dalen in de politieke praktijk. Eerst formuleer je

de gemeenschappelijke idealen en verlangens. Daarna ga je werken aan fundamentele plaatsbe-palingen op specifieke terreinen (in de termino-logie van de commissie de eerste schil) en daarna volgt het verkiezingsprogramma (de tweede schil). De laatste stap in het toepassen van de ide-alen vormen de standpunten in actuele kwesties. Inherent aan deze werkwijze is dat bij de mulering van de idealen wordt gezocht naar for-muleringen met de grootste gemeenschappe-lijke deler. Het is een zoektocht naar een radicaal programma waar iedereen het mee eens is. In de tekst wemelt het daarom van ontvoeglijke naam-woorden. Ontvoeglijke naamwoorden zijn bij-voeglijke naamwoorden die niet iets toevoegen, maar juist afdingen op de betekenis van het zelf-standig naamwoord. Zo staat in het programma dat de sociaal-democratische beweging zich ver-zet tegen ‘onredelijke ongelijkheid van inkomen en macht.’ Dat klinkt heel ferm, maar de toevoe-ging ‘onredelijke’ haalt de angel eruit. Iedereen is tegen onredelijke ongelijkheid, net zoals ieder-een tegen onredelijke gelijkheid is. De vraag is alleen wat onredelijk is. Andere combinaties met ontvoeglijke naamwoorden zijn ‘het ongeremde kapitalisme’, ‘regelzuchtige bureaucratisering’, ‘ongeremde mondialisering’. Door het bijvoeg-lijke naamwoord blijft onduidelijk wat de pole-mische strekking van de zin is. En dat is ook pre-cies de bedoeling. Het beginselprogramma moet immers idealen formuleren die mensen binden en inspireren ‘met de meest uiteenlopende achtergronden en levensovertuigingen.’ Over de auteur Pieter Hilhorst is freelance

journa-list

Sociaal-democratie anno 2004 (6)

Liever nieuwe klauwen dan

nieuwe veren

(2)

Tegelijkertijd weet iedereen dat dit document de basis vormt voor verdere discussies binnen de Partij van de Arbeid. Het beginselprogramma is daarom een uitnodiging tot kremlinologie. In de hoogtijdagen van de USSR probeerden analisten uit kleine details zoals de tafelschikking of de rangorde op een bordes af te leiden hoe de machtsverhoudingen waren binnen het centraal comité. Uit de tekst van het beginselprogramma proberen mensen op een vergelijkbare manier aanwijzingen af te leiden over ophanden zijnde koersveranderingen. Ze zijn bang dat achter de vriendelijke woorden van het programma keu-zes schuil gaan waarvan ze gruwen. Waarom is het woord socialisme ingeruild voor sociaal-de-mocratie? Waarom ontbreekt bij de idealen ge-lijkheid? Waarom staat er dat herverdeling van kansen en middelen nodig is om zoveel mogelijk mensen in staat te stellen het beste uit zichzelf naar boven te halen. Waarom zoveel mogelijk en niet iedereen? De algemeenheid van de idealen inspireert dus niet tot instemming, maar tot wantrouwen.

gitzwart mensbeeld

De gekozen benadering suggereert bovendien dat de grootste politieke strijd zich bevindt op het niveau van de beginselen. Dat betwijfel ik. Neem het ideaal van het recht op een fatsoenlijk bestaan dat door Wouter Bos is aangemerkt als de kern-zin van het nieuwe beginselprogramma. Dit ide-aal kan worden uitgelegd als een minimale poli-tieke ambitie. De overheid moet alleen garande-ren dat niemand onder het bestaansminimum komt. De aloude wens van de vvd voor een mini-stelsel voldoet hieraan. Het kan ook ruim geïnter-preteerd worden. De Israëlische filosoof Avishai Margalit heeft betoogd dat het vermijden van ver-nedering een eerste kenmerk is van een fatsoen-lijke samenleving. Armoede is vernederend. Het is vernederend om als tweede klas-burger te wor-den behandeld. Het is vernederend om als num-mer te worden behandeld. Het bestrijden van ver-nedering wordt zo al snel een omvangrijk poli-tiek programma. Het noopt tot een felle strijd

te-gen discriminatie, tot een radicale hervorming van de publieke sector en een omwenteling op de arbeidsmarkt. Het is dus heel goed mogelijk om het gematigde beginselprogramma uit te leggen als een revolutionair manifest.

In het beginselprogramma wordt geschreven dat politiek er toe doet. Het is mogelijk om via de politiek veranderingen in de samenleving te be-werkstelligen. Maar gemakkelijk is dat niet. No-bele motieven vormen geen enkele garantie voor goede uitkomsten. Niet zelden blijken politieke plannen in hun tegendeel te verkeren. Het gevolg is dat de politieke strijd zich vaak niet afspeelt op het niveau van de beginselen, maar om de te ver-wachten effecten van bepaalde ingrepen. De her-vorming van de sociale zekerheid is geen strijdto-neel van voor- en tegenstanders van solidariteit. De voorstanders van forse ingrepen stellen dat het systeem perverse trekken heeft gekregen. Het bestendigt het maatschappelijk isolement van mensen met een uitkering. Zij willen mensen sti-muleren om weer volwaardig aan de samenle-ving deel te nemen (in hun optiek is dat werken). Tegenstanders vrezen dat een prijsprikkel (verla-ging van de uitkering en/of belemmering van toegang tot de uitkering) onvoldoende is om mensen aan het werk te krijgen. Zij vrezen dat mensen door de maatregelen nog meer worden gemarginaliseerd. Wie in dit debat de ware ver-dediger is van solidariteit en sociale rechtvaardig-heid staat niet op voorhand vast. Politieke me-ningsverschillen draaien zo om ongewisse toe-komstvoorspellingen. Doorslaggevend daarbij is niet alleen de empirie, maar ook het mensbeeld. In de politiek is in toenemende mate een git-zwart mensbeeld in zwang. Het wantrouwen viert hoogtij. Alleen onder dwang kan de mens op het rechte pad gehouden blijven. Met zo’n mens-beeld is progressieve politiek onmogelijk.

Als de waarde van politieke plannen niet af-hangt van de goede bedoelingen, maar van de on-gewisse resultaten, is de werking van de idealen uit het beginselprogramma ongewis. Dat ver-klaart ook de lauwe ontvangst van de tekst. Vrij-heid, democratie, sociale rechtvaardigVrij-heid, duur-zaamheid en solidariteit zijn stuk voor stuk idea-58

(3)

len die ik onderschrijf. Toch helpen ze nauwe-lijks om mijn politieke oordeelsvermogen aan te scherpen. Ze helpen evenmin bij het agenderen van nieuwe kwesties of bij het onderstrepen van de urgentie van oude, zeurende kwesties. Als ant-woord op de vermeende leegte op links schieten ze tekort. Ik vrees dat idealen en beginselen pas uitnodigen tot discussie als ze gecombineerd worden met een scherpe maatschappijanalyse. De commissie heeft, om het beginselprogramma kort te houden, juist gekozen om de maatschap-pijanalyse uit de tekst te halen. Ik zou die werk-wijze liever omdraaien. Ik lees liever een stuk over wenselijke en onwenselijke maatschappe-lijke ontwikkelingen. Dan blijkt vanzelf welke waarden daarbij in het geding zijn. In plaats van te streven naar een stuk dat een uitputtend over-zicht geeft van de sociaal-democratische idealen, zou ik liever hebben gezien dat mensen werden uitgedaagd om één waarde te nemen en uit te werken hoe daardoor de politieke agenda zou kunnen worden bepaald. Idealen zijn namelijk alleen inspirerend als je de werking kent. Die maatschappijanalyse zou idealiter niet alleen een analyse moeten zijn van oude en nieuwe maat-schappelijke kwesties, maar ook een zoektocht moeten zijn naar nieuwe machtsbronnen voor progressieve politiek. De PvdA heeft namelijk eerder nieuwe klauwen dan nieuwe veren nodig.

laat duizend bierviltjes bloeien

In het restant van dit artikel zal ik proberen te la-ten zien hoe dat uitwerkt als je één ideaal als uit-gangspunt neemt. Er is ooit gezegd dat het be-ginselprogramma op een bierviltje moest pas-sen. Door de wens uitputtend te zijn, lukt dat nooit. Maar iedereen kan wel opschrijven wat voor hem of haar het allerbelangrijkste is. Laat duizend bierviltjes bloeien. Dat nodigt pas uit tot debat. Op mijn bierviltje zou komen te staan:

Optimale zeggenschap van alle burgers over het eigen leven.

Deze sociaal-liberale slogan lijkt dicht in de buurt te komen bij vvd dromen over individuele vrijheid of het gehamer van het cda over eigen

verantwoordelijkheid. Toch is het verschil im-mens. In een van de interviews bij de presentatie van het beginselprogramma omschreef Ruud Koole sociaal-democraten als liberalen die het menen. Dat is mooi gezegd. Vrijheid is een leeg begrip als mensen de middelen missen om die vrijheid vorm te geven. Zeggenschap over het ei-gen leven kan op talloze manieren in het ge-drang komen.

Zeggenschap over het eigen leven wordt be-dreigd als mensen met een beperkte beurs en een zwakke onderhandelingspositie wonen op

plekken waar ze liever niet willen wonen en wer-ken in banen waar ze als kleine jongen of meisje nooit van hebben gedroomd (als ze al een baan hebben). Zeggenschap komt in het gedrag als mensen afhankelijk zijn van bureaucraten die geen enkele ruimte hebben om recht te doen aan de eigenheid van hun cliënten. Zeggenschap komt in het gedrang als mensen afhankelijk zijn van verzorgers die de tijd niet hebben om hen de zorg te geven die ze nodig hebben. Zeggenschap komt in het gedrang als mensen de straat niet op durven omdat ze zich onveilig voelen. Zeggen-schap komt in het gedrang als mensen niet kun-nen trouwen met hun geliefde.

Het idee dat sociaal-democraten liberalen zijn die het menen sluit aan bij het klassieke onder-scheid tussen negatieve en positieve vrijheid. In

59

De vrees van minister De Geus dat

we over tien jaar twee miljoen

mensen hebben met onvoldoende

kwalificaties om een baan te

verwerven, is een gigantische

bedreiging van de zeggenschap

over het eigen leven. De PvdA zou

met een deltaplan moeten komen

om dit onheil af te wenden

(4)

het eerste geval gaat het om vrij zijn van inper-kingen van individuele rechten. In het tweede geval gaat het om de vrijheid om iets van je leven te maken. Daarvoor is het in de meeste gevallen niet genoeg om met rust gelaten te worden. Om van je leven te maken wat je wilt hebben veel mensen hulp nodig van anderen.

Optimale zeggenschap over het eigen leven voor alle burgers is dan ook onmogelijk zonder herverdeling. Gelijke kansen werken namelijk on-gelijk uit als de uitgangsposities van mensen radi-caal verschillen. Nog altijd is het zo dat de kans dat kinderen van hoger opgeleiden ouders naar de universiteit gaan een veelvoud zijn van de kansen van kinderen van lager opgeleide kinderen. De Amerikaanse filosoof Ronald Dworkin heeft daarom gepleit voor hulpbrongelijkheid. Hij is net als Wouter Bos gekant tegen het ideaal van ge-lijkheid als dat gelijke uitkomsten belooft. Je mag verdienste niet frustreren. Maar soms maskeert privilege zich als verdienste. Dat is niet eerlijk. Burgers met een slechte uitgangspositie moeten daarom steun ontvangen om toch optimale zeg-genschap over hun eigen leven te hebben.

Nu denk ik dat het ideaal van Dworkin van volledige hulpbrongelijkheid onhaalbaar is. De uitgangsposities lopen zover uiteen (vergelijk het kind met twee hoger opgeleiden ouders met een kind van migranten die analfabeet zijn), dat alleen een kleine aardverschuiving de twee in een gelijke uitgangspositie kan brengen. Het zal de komende tijd al moeilijk genoeg worden om iedereen de hulpbronnen te geven om vol-waardig in de samenleving te participeren. Aan de vooravond van de Algemene Beschouwingen sprak minister De Geus de vrees uit dat door het verdwijnen van banen voor laagopgeleiden we over tien jaar twee miljoen mensen hebben met onvoldoende kwalificaties om een baan te ver-werven. Dat is een gigantische bedreiging van de zeggenschap over het eigen leven. De PvdA zou met een deltaplan moeten komen om dit onheil af te wenden. Het gigantische aantal leerlingen van het VMBO dat zonder diploma de school ver-laat moet drastisch worden teruggedrongen. Maar zelfs dat is niet genoeg.

Er zullen mensen blijven die moeilijk aarden binnen het huidige schoolsysteem. De partij moet andere manieren vinden om hen toch de benodigde startpapieren te geven. Een systeem van scholing op de werkplek waarbij ongeschool-den certificaten krijgen voor verworven compe-tenties zou daarbij kunnen helpen. Dat is de enige manier om rechtse oplossingen voor dit probleem, zoals het verlagen van het minimum-loon, te voorkomen.

Het vergroten van de zeggenschap van men-sen over het eigen leven is niet synoniem met het uitbreiden van de individuele keuzevrijheid. In sommige gevallen kan dat zonder meer hel-pen. Een persoonsgebonden reïntegratie-budget kan de onderhandelingspositie van werklozen en arbeidsgehandicapten versterken. Een samenleving die volledig gebaseerd is op indivi-duele keuzevrijheid is echter geen bijdrage aan de empowerment van burgers. Velen ervaren dat immers als een samenleving waar ze van hun ze-kerheden worden beroofd. De achterkant van in-dividuele keuzevrijheid is immers dat als je de verkeerde keuze maakt je zelf op de blaren moet zitten. Dan is het geen walhalla van de vrijheid maar eerder een jungle waar iedereen het idee heeft dat hij is aangewezen op zichzelf.

De zeggenschap over het eigen leven kan ook worden vergroot door sommige zorgen uit te be-steden aan organisaties waarin burgers vertrou-wen hebben. Veel kwesties zijn immers te groot om individueel op te lossen. Tot mijn spijt moet ik echter constateren dat er een crisis is in de collec-tieve belangenbehartiging. Ouders hebben zelden het idee dat ze effectief invloed kunnen uitoefe-nen op het onderwijs dat hun kinderen genieten. En waar wel volwaardige collectieve belangenbe-hartiging bestaat slagen deze organen er nauwe-lijks in om mensen meer zeggenschap over het ei-gen leven te geven. Vakbonden, patiëntenvereni-gingen en ondernemingsraden zijn gekmakend bureaucratisch en opereren uitermate defensief. Ze proberen wanhopig verworven rechten te ver-dedigen en slagen er zelden in met offensieve plannen te komen om de hulpbronnen van de kwetsbaren in de samenleving te versterken. 60

(5)

61 De Amerikaanse politicoloog Albert

Hirsch-man heeft een onderscheid gemaakt tussen drie vormen om greep te krijgen op het eigen leven: Exit, Loyalty en Voice. Het eerste is een marktmo-del. Het biedt mensen de mogelijkheid om met hun voeten te stemmen. Als de ene school hen niet bevalt, kunnen ze hun kinderen naar een an-dere school sturen. Als de wachtlijsten in het ene ziekenhuis te lang zijn, zoeken ze hun heil elders. In het tweede geval besteden mensen hun wel-zijn uit aan de organisaties waar ze deel van uit maken. Ze zijn overgeleverd aan de welwillend-heid van de beleidsbepalers van die organisaties. Het derde alternatief is het meest politieke mo-del. Mensen proberen invloed te krijgen op de or-ganisaties die hun leven bepalen. Ze proberen mee te praten in het bedrijf, op de scholen waar hun kinderen zitten en in het politieke bestuur.

In het politieke debat van vandaag is het Voice-alternatief afwezig. De keuze lijkt steeds te zijn tussen markt en staat, tussen individuele verantwoordelijkheid en afhankelijkheid van bureaucraten. Dan gaat de voorkeur al snel uit naar meer individuele keuzevrijheid. Of dat de zeggenschap van mensen over hun eigen leven vergroot is maar de vraag. Hierboven heb ik al betoogd dat mensen vaak de middelen missen om die eigen verantwoordelijkheid waar te ma-ken. Bovendien wordt vaak onderschat dat keu-zevrijheid ook een schaduwkant heeft in de vorm van keuzedwang. Mensen hebben lang niet altijd zin om zich te verdiepen in al die zwaarwegende zaken waarover ze beslissingen moeten nemen. Het kan gemakkelijk leiden tot een nieuwe maatschappelijke tweedeling tussen de mensen die wel en die niet optimaal gebruik weten te maken van de toegenomen vrijheid. Het creëert bovendien een wereld waarin men-sen in toenemende mate van hun tegenslagen zelf de schuld krijgen. Het zet de deuren wijd open voor blaming the victim. Een wereld waarin iedereen alles zelf moet bedenken ondermijnt daarom het gevoel van veiligheid. Mensen heb-ben helemaal niet het gevoel dat ze meer zeggen-schap hebben over hun eigen leven. Voor pro-gressieve politiek is het daarom van cruciaal

be-lang dat het Voice-alternatief nieuw leven krijgt ingeblazen. Dat is overigens niet alleen een taak voor een politieke partij, maar ook voor maat-schappelijke organisaties.

Een politieke beweging die streeft naar opti-male zeggenschap van alle burgers over hun ei-gen leven, kan gemakkelijk het verwijt krijei-gen dat ze zich angstig terugtrekt achter de dijken en haar ogen sluit voor de grote boze buitenwereld. Dat verwijt is niet helemaal onterecht. Een bene-pen egocentrisme ligt op de loer. Dan is bij elke politieke kwestie de enige vraag: ´what is in it for

me?’ Op dat verwijt zijn twee antwoorden moge-lijk. Het eerste antwoord is dat zo’n benepen blik soms heel verhelderend kan werken. Het voor-komt dat grote politieke projecten zoals de vorm-geving van de Europese eenwording zich loszin-gen van de belevingswereld van de gemiddelde burger. Het tweede antwoord is dat dit verwijt de universele inzet van het streven naar zeggen-schap voor alle burgers miskent.

Essentieel is dat je niet alleen voor jezelf opti-male zeggenschap wenst, maar dat je dit gunt aan alle burgers. Deze universele strekking staat na-tuurlijk op gespannen voet met de nationale in-vulling. Waarom zou je niet alle wereldbewoners optimale zeggenschap over het eigen leven gun-nen? Die inperking is niet principieel, maar prag-matisch van aard. Je kunt je wel met iedereen identificeren, maar niet met iedereen tegelijk. Het devies is daarom: Think Global, Act local. Desal-niettemin zou ik graag een beschouwing lezen van iemand die internationale solidariteit op zijn bierviltje zou schrijven. Ik heb in dit stuk niet ge-streefd naar een uitputtend programma. Een uit-puttend programma maakt volgens mij namelijk altijd de beide betekenissen van dat woord waar.

Het beginselmanifest is een

zoektocht naar een radicaal

programma waar iedereen

het mee eens is

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De laatste weken van 2020 hebben we nog een uitstapje naar Blijdorp, het Sinterklaasfeest met surprises en een Kerstfeest..

Sociologen en andere intellectuelen stonden niet alleen bedremmeld toe te kijken omdat deze beweging volledig buiten hen om plaatsvond en omdat de onmisbaar geachte rol van

Wij zullen het er met elkaar tot op wereldniveau over eens moeten zijn wat die grenzen en mogelijkheden zijn, want voor een gezamenlijke toekomst van mens en natuur moet de mens

Ook zijn er landen die eenvoudig niet betalen omdat zij het geld niet kunnen missen (zoals b.v. Hoe het zij - er zal spoedig geld voor moeten worden gevonden, want het

Een aantal bovengrondse containers voor Plastic, Blik en Drankverpakkingen zijn overbodig geworden en worden door HVC nu verplaatst naar het Maanbastion en de Zwanebloembocht

Een partijcommissie van Nieuwe Democratie met brede deskundigheid heeft de taak om de vraagstukken die een meerderheid van de bevolking dwars door politieke partijen heen

Wij willen onze eigen Idealen en Prioriteiten realiseren, maar we spannen ons daarnaast in de vraagstukken op te lossen die een meerderheid van de bevolking dwars door

f) Sancties stellen. De huidige wet kent geen effectieve sancties bij het niet nakomen van de regels inzake transparantie van financiën. In verschillende concepten van de nieuwe