De waarneembaarheid van toonhoogten in twee simultane
complexe tonen
Citation for published version (APA):
Beerends, J. G., & Houtsma, A. J. M. (1984). De waarneembaarheid van toonhoogten in twee simultane complexe tonen. (IPO rapport; Vol. 468). Instituut voor Perceptie Onderzoek (IPO).
Document status and date: Gepubliceerd: 01/08/1984
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
Rapport no. 468
De raaarneembaarheid van toonhoogt.en
in teree simultane complexe tonen J.G.Beerends
Deze doctoraal scriptle, bedoeld als afronding van de studle natuurktmde
gemengde richtlng, is uitgevoerd onder begeleldlng van Dr. A.J.l"Í.Houtsua
gedurende de perlode jull 1983-augustus 1984.
Met dank aan:
Dr. A.J.M.Houtsma voor de geboden oogellJkheden, hulp en begeleldlng.
De proef personen Henk van Beckr-m, Johan van Egdom, Matern 0tten en MariJke Zeebregts voor hun geduld en 1nzet,.
J . G. Bee rend s
{ltstituut Perceptie 0nderzoek DenDolech2-Elndhoven
Rapport no. 468
De raarneembaarheld van toonhoogËen in twee simultane com exe t.onen J.G. Beerends INHOUDSOPGAVE 0. Samenvat,ting bLz
t.
2. InleldlngToonhoog Eewaarnelmg, theoreÈlsche nodellen
2.1 Kort historisch overzLcht
2.2 Optinum processor model (Goldstein) 2.3 Vlrtual pitch nodel (Terhardt)
2.4 Modelovereenkqnsten; voorspelllngen Het M.I.T. experiment,
3. I Experiment beschrijving
3.2 Uiterklng M.I.T. experiment
3.2.I Theoretische ulEwerking, het analyse schema 3.2.2 Concrete ultwerkÍng, voorbeelden
3.2.3 Concrete uicwerking, de delta analyse parameters
3.3 Conclusi.es uit het M. I.T. experlmenË 3. 5 l0 t5 t8 20 LW 22 22 24 27 37
4. IIet I.P.0. expertment
4. I ExperimenÈ beschrijving
4.2 Uttwerking I.P.O. experlmenc
4.2.I Concrete uitwerking Ínet, de delta analyse 4.2.2 Verdere uitwerklng I.P.O. experlment Conclusles 39 39 42
parameEers
42 46 A-l 5l 53 5. 6. Referentles Appendlx; de software P-800 sofEware vAX-l l/780 sofÈware A-l A-l I0. SA},ÍENVATTING
In het dagellJks leven worden wlj vaak geconfronteerd met heL probleen van de simult,ane toonhoogtermarneming. In nuzlek zlJn wiJ bijvoorbeeld in staat om dlverse nelodlEn tegeliJkerttjd te volgen. In dlt verslag wordc
nagegaan ln hoeverre oÍrs gehoorsysteem ln staat ls om tn twee simultane couplexe tonen, de twee Julste toonhoogten te horen. Er wordt gewerkt met
steady state slgnalen rdaarvan alleen de steady staLe
frequentledlstrlbu-tle lrordE veranderd. De resultaten worden geaaalyseerd met verschllfre-quentle parameters. Deze paramet,ers quantlficeren de lnterferenties dle
Èussen de componenten ktrnnen opt,reden. De eerste uitkoosten llJken aan te
Eonen dat alleen de fysische lnterferent,le dle tussen de componenten kan
optreden, de waarneembaarheid van de vlrtuele toonhoogten bepaalt. Ruwweg
kan gesteld worden daÈ lanneer van Èwee slnultane complexe tonen, leder gepresenteerd met k harmonlschen, er mlnder als k cooponenten lnterfere-ren de tlree vlrtuele toonhoogten r*aarneembaar zijn.
^-'\ild$t
I. INLEIDING
Conplexe slgnalen hebben toonhoogten dle op een nlet È,riviale rnanier van
de energte/frequentle distrlbutle afhangen. Voorbeelden uit hec dagelljks
leven, waar dlt onder andere uiÈ blljkt ziJn nuziek en spraakoverdracht
via goedkope translstorradlo's en telefoons. In belde gevallen bllJft de
Julste Eoonhoogteperceptle gehandhaafd, ondanks het, felt dat 1n de frequent.leband van het llaargenomen toonhoogtegebied vaak geen energÍe neer aanwezlg ls. BU een t,elefoon !ilaar de frequentle band die wordE overgedragen beperkt 1s tot het gebled tussen 300-3000 l7z horen tE de
natuurlijke toonhoogten ondanks dat blj nenseliJke stenmen vaak toonhoog-t.en tussen de 50 en 300 IIz voorkomen.
Voor enkelvoudige conplexe Eonen bestaan goede nodellen dÍe ulE de
aangeboden energie/frequentle dlstrlbutie de Julste waargenomen
È,oonhoog-Èe voorspellen (zle 2.2 er 2.3). Voor neenroudÍge cmplexe tonen bestaan
nog geen goede uodellen.. BiJ het toekennen van slmultane t_oontnogten aan
deze slgnalen bestaan diverse parameters dle van belang kunnen zijn.
Voorbeelden hlervan zljn rulntellJke plaatslng, on-off ser tijden, klankkleur enz. Een eerste aanzec toc nodelvornlng is door Scheffers
(1983) gegeven dle het Duifhuis model (DuÍfhuls Wlllens Sluyt,er 1979)
uitbreldde voor de bepallng van tnee grondfrequenties ult slnultane
kllnkers. 0n t,oc beEere modelvorming te kmen of tot een ultbreidlng van
de bestaande oodellen voor de waarneembaarheid van Ëoonhoogten in
slmultane complexe tonen, z|jt allereerst goede data nodig. Deze data
zLjrr, ln ËegensEelllng toE data over enkelvoudlge complexe toneÍrr Dog
vrlJ schaars. Literatuuronderzoek leverde slechËs vler artikelen op.
Doehrlng onderzocht of proefpersonen die twee paar sluultane cmplexe tonen (pianotonen) gelljktijdtg of na elkaar aaogeboden kregen, in staat Íraren orn t.e boren of er t!íee ldentleke paren ln voor kwamen ( Doehrlng
1968, l97l).
Rasch ging na welke lnvloed onsettlJden hebben op de onafhankelijke
waarneming van slmultane cooplexe tonen (Rasch 1978rL979).
Scheffers onderzocht de lndentlficeerbaarheld van slmultane klí.nkers
( Scheffers 1983) .
onafhankellJke waarnemlng van slmultaue conplexe conen werd door l'lc Adams
nagegaan (Mc Adans i984).
Alle hier genoemde artikelen gebruÍken non steady st,ate sE1null waarulË
geen lnformatie ts te halen over de factoren dle de waarneembaarheld van
toonhoogten bepalen ln steady staEe slmultane comploce tonen. De opzeE en ulEwerklng van een experí.ment ultgevoerd op het M.I.T. door Houtsna en
Cannlng was bedoeld on enkele van deze factoren te vinden (Cannlng 1982, Iloutsma 1983). In deze docEoraalscrlptÍe wordÈ allereerst een
nauwkeuri-ger analyse van deze M.I.T. data gegeven ̀arna een veryolgexperlnent ls
2.
2.1
TOoNHooGTEWAARNEÍ rNG, TIIEORET r SCrIE MODELLEN
-33=- =-=-Éá======= =É= E=-============= ==== ==
KORT I1ISTORISCH OVERZICIIT
IIet probleen van de toontnogtewaarnemlng kqut Ín essentie neer op het
vinden van de fyslsche parameters Bet de bijbehorende "processor" die de
waargenooen perceptleve verschiJnselen verklaren. llec probleen draagt een
nultidiscipllnalr karakter met aan de ene kant de fysische akoestiek, aan de andere kant de rmarnemlngs psychologie en daar Èussen de fyslologle. Eén ven de eerste nathematlsch gefundeerde Eoonhoogte theorleEen 1s afkomst.lg van Otm dle het ldee van Fourier dat in de ruimËe van
perlodieke verschlJnselen de set slnus/cosinus functles een cmplete
basls vormt toepeste op akoestische slgnalen (Onn 1843). Volgens Otn komt toonhoogtemarnemlng dus neer op een door het oor ult t,e voeren (in de tiJd begrensde) Fouriertransformatle.
-Iloewel deze theorle quantlÈatlef de door Seebeck vÉrargenomen toonhoogten, ln zlJn psychofysische ocperlmenten met een (mectranische) slrene nlet
verklaarde, vond hiJ snel lngang (Seebeck l84l). Blj deze ocperímenEen vond Seebeck namelljk een vJ'aargenomen t,oonhoogte sensatle die ln sterkte
nieÈ overeenkrram met de door de theorie voorspelde sterkte op grond van de energlelnhoud blj de betreffende frequentleband. In de discussie dle
op dlE ocperlment volgde stelde Otm dat hlj als fysicus nlets te máken had net auditÍeve lllusles vraarop Seebeck beweerde dat het geen illusies betrof rnaar perceptleve felten. D1t geeft de algeuene psychofystsche probleemstelllng weer, met aan de ene kant de obJectieve fyslsche parameters en aan de andere kant. de subjectleve psychlsche waarnening.
De fysische grondslag voor het ldee dat het oor een Fourler transformatle
uitvoert, ls later door llelnholtz gegeven (Ilelntpltz 1863). Hlj stelde dat
het oor hiertoe ln sÈaat was door resonanties van snaren ln het basilair menbraam. Elke ln resonanÈie verkerende snaar stlmuleert hierblJ een corresponderende zenuwvezel welke de Eoonhoogte ge!,'aarwording veroorzaakÈ
(zLe ftg.l). Blj deze theorie rsordt dus een afbeelding gereallseerd van
LE VENSTER, LOKALE z.ENU\^/ACTIVITE\T
ËASILAIR MEMRRAAN
SNAR,EN
figuur I ; Toonhoogtesraarnenlng volgens llelnholtz. ( zulvere toonresponsle in plaatsuodel)
Door diverse nensen ls het idee van Helnholtz verder ulÈgewerkt met als
belangrlJkste ÍrÍJziglng de ver:vanglng van de staande golven in de snaren
door een lopende golf ln de lengterichÈ1ng van het basilair membrae'r'.
Plaatsrepresencatle wordÈ nu bepaald door het naximum van de mhullende
van deze lopende golf ( zLe fLg.Z).
LOPTN!E 60LF
BAS ILAIR M€NBRÁAÍí
^.0
OE VEN5ïEt
figuur Toonhoogtewaarnemlng volgens modern lnzicht.
( zulvere Eoonresponsle ln plaatsroodel)
De belangrlJkste naám blj het ldee van lopende golven op het basilalr
membraam ls die van Bekesy, die dit eerst (rond 1930) met een nodelbena-derlng onderzochÈ en zÍjn bevlndingen laEer staafde met nlcroscoopwaarne-mlngen van tr1lllngspaÈronen van het basllair roembraam (zle o.a. Bekesy
OI"lHULLEND€ 2,OO HZ 4 t I oto of .td4 E't zo 30 ovq\e vrnrtgr tqa)
1960) .
Gelijktijdlg met de onÈwikkellng van deze plaatstheorieBn 11ep de
ontwikkeling van frequentle/tijd theorleBn dle geen tonotople veronder-s tellen uaar een dlrecte overdrachE van de inforroatle door de zenu$ren.
Hoewel Helmholtz al ln 1866 op de hoogte \{as net het prlnclpe van de neurale overdracht van freq/ tljd infornatle r"erd dle door hen nlet gezien
als een mogelljke verklarlng van de Eoonhoogtewaarnening. Dit ldee werd
voor het eerst door ll.!tundt ( 1880) en l.l.Rutherford ( 1886) naar voren gebracht en ls later door o.ê. M.F.Meyer verder uitgewerkt. Aangevuld net moderne lnzicht,en en rdaarneningen kont deze Èheorie neer op een van de
frequentie afhankellJke, fasegekoppelde zenuwactlvitelt (zLe flg.3). Illerbij wordE de freq/tijd informatie via het basilalr membraam door neuronen overgedragen aan de centrale processor zonder dat een frequen-tle-plaaËsgekoppelde stlnulacie nodlg ls. ( Zie voor een goed hlstorisch
overzicht van plaats en frequentie/tf5a theorieEn voor 1945 llever L949,
voor een nodern orrerzlcht de Boer L976)
1.0 kHz 182 / sec t0 a d
jo
d J - 120 c^^ AOU rt 2.0 kït 178 / sec r' aa^L,èL 5p ikèJ f4{- í.1-2.3 kHz 83 / séc 0 flguur -, rt-l+JrÈr{^++rlr r i 5' to tii <IinEc-rvcL 1v. rc)Dlst.ribuÈ1e van het aantal spikes over de dlverse tiJdinter-vallen van I neuron (v.e. aapsoort) Eet een karakterlstieke frequentle van 1.6 kHz. (zulvere Eoonresponsles ln tijd/freq. model) (Rose et al. 1968)
Met de herhallrg en ultdleping van Seebeck's experlmenEen door Schouten kwam ln 1940 opnleuw het probleern aan de orde dat de \daargenomen toonhoogt,esensatle niet ln sterkte overeenkmt met de energielnhoud bÍj
expertnen-ten llet SchouLen zLerr dat het nogelljk ls om een toontDogte Íraar te
nemen zonder dat blj de beÈreffende frequent.leband energle aanwezlg is. Deze toonhoogte werd door Schouten hec residr:e genoend. Dlt naar
aanleldlng van zí-Jr:. Èheoretlsche verklaring dle sÈelde dat. deze \{aarne-rolng werd veroorzaakt door perÍodlcltelts detectie 1n de nlet opgeloste
frequentle kouponent,en (het resldue). Deze theorie ls te beschouwen als
een redellJk succesvolle poglng otn tot een synthese te kornen tussen plaats en freq/tÍjd theorleEn. (netde ziJn noodzakelljk, zLe flg.4)
Alhoewel deze theorle een julste voorspelllng gaf van de Í{aargenomen
residue toonhoogten kr.rauen ln de 60-70'er jaren bewlJzen daE Juist de spectraal opgeloste kouponent,en de resldr:e vorning veroorzaakten. De
eerste aanzetten hlertoe kwamen van RlEsma en Plonp dle lleten zlen dat lagere harmonlschen belangrijker Íraren voor de residue waarneuirg dan de hogere (Ritsna L962,1963,1967 Plomp 1966).
T =5rn5c4 .H IN
focrnnr.
rluren f, sANKi
E L€
í
i
I > I )Ê
EËË
OPGELOSTE }IIET OPGELOSÏE
KOMPONENTEN KON4PONENTEN
6OLF ME,T NEURAAL TE DETFCTEREN PERlêDICITEITT
OOK BI.t AF\^/EZLGT{EiD VAN F^
flguur 4; Schouten resldue theorle.
llet sterkste bewljs kwam met het experlment van HouEsmá en C'oldsteln dle aantoonden daE tnet couplexe tonen bestaande uit 2 harrnonischen dle
dlchotlsch werden aangeboden (le component naai het llnkeroor de 2e naar
Ë 8f" il
I
il'
a E làÉ UIT$frï
{t*+
het rechter) resldr:e toonhoogten waargenomen konden worden (Houtsrna
Goldsteln 1972). N1eÈ alleen zljn er bij dlË experiment geen - volgens Schouten noodzakelljke - onopgeloste componenEen die een residue ktrnnen vormen maar zelfs bleek dae de resldue waarnemlng dlotisch (alles naar
belde oren) en dÍchotÍsch even st,erk was. BliJkbaar was ln het diotlsche
geval hec eventueel nogelijke residr:e niet van belang voor de sterkÈe van
de vtrtuele toonhoogt,e. 0p grond van dlt experiment, dat bewees dat de
coonhoogtewaarneming veel centraler geschledt dan gedacht rrerd sEelde
Coldstein zlJn central processor nodel op (Coldstein L973, zLe 2.2). Blj
dit nodel zoekt een cenÈrale processor een pat,roon met een
grondfrequen-Èle waarvan de harnonlschen zo exact, nogelljk samenvallen net de in de
stlmulus aanwezlge frequentles.
Een ander rnodel dat, ook een grondfrequentle zoekt blj de aangeboden
frequentledistribucie van de stimulus maar via een ander soort
proces-slng, ls door Terhardt gegeven (Terhardt 1972, zi-e 2.3).
Een t,egenwoordlg mlnder ln de belangstelllng staand model is door
I.llghtnan gefornuleerd r.aar de resldue toonhoogÈe door de êén na hoogste
plek in de autocorrelaEiefunctle wordt bepaald (I^Ilghtrnan 1973). Dit nodel
faalt échter 1n het voorspellen van bepaalde psychoakoest.ische data ( zie bv. Houtsrna 1979).
Deze moderne theorleEn doen geen uitspraak over de manÍer rd:rarop
frequent,ledetectie plaatsvindt. Tegenwoordig zLjo belde mechanlsmen
2.2 OPTIIITJM PROCESSOR I"IODEL ( GOLDSTEIN)
DIE Eodel (zIe C,oldstein 1973) is ln verklaring van de HouEsma en Goldsteln (Houtsna,Goldsteln L972). De analytlsche schen onpractlsch. Het Goldsteln nodel
f 1e.5)
eerste instanËle ontwlkkeld ter
experlmenten EeÈ 2 hamonischen
ultwerking is voor meer
harnonl-kenE 4 verwerkLngsstadla: (zLe
( lil) ( lv)
ailaLys,s ;Ë?t:,.tli[iJ, ..nr"oIJ'Iru#.rro" pERcEpÍ,oN
COMPL€X ÍONES
WIÍH UNIFORML
R€50LVA8LE
COMPONENÍS
(
i)
(1r)f iguur 5; C,oldstein model .
(1) fllterlng; dlc geschiedt ln eerste lnstantie perifeer door het ba-silalr membraam waar een afbeeldlng van frequenËie naar plaats wordt. uitgevoerd.
(Í1) transmissie; waarbij de komponenten stochastisch worden
getransfor-meerd en naar de cent,rale processor gezonden.
(i1Í) cencrale verwerklng; $raar de geschelden konponenten geordend en
verwerkt worden volgens heE, troptlmum processingtt prlncipe tot een
vlrtuele toonhoogte.
(iv) uitelndelijke perceptieve gewaarwordlng.
Het rnodel gebruikt alleen de door (1) geschelden kouponenten waarbiJ de amplltude en fase lnfonnat,le nieE wordt gebrulkt
Alhoewel de grove I-2-3-4 lijn van het model overeenkout met sÈeeds
centralere processen is het rnodel nlet gebonden aan een fyslologlsche
plaats van de beschreven onderdelen. Effecten als het 2e filter of
neurale tljd/frequentle analyse kunnen ln heÈ. eerste deel worden
opgeno-men. Dlt eerste deel is dan ook heË, beste Ee beschouwen a1s een
representatle van de psychofyslsche Ewrlng curven (pfC); het 3e deel a1s een cenErale processor met heÈ 2e a1s lntermedlair stadium van
represen-rl SPECÍRt-,MANALYSiS
RIGTÍ EAF
r0€aLrzE0
rJ Rtl--r ESÏI MAIE OF FUNOA}IENTAL
r nlNx OnOEn x'3 FROM
RIGHT ANO LEFT EARS 2. MAXIMUM LIXELIHOOO ESTIMAÍE OF HARMONIC NUr,t€ÉRS.Á,i.r,i+2. 3.MAXIMUM LIKELIHOOO €SÍIMAÍE OF FUNOÁM€NÍAL. ío I x s (l) x PER tO0tClÍY PIÍCH f,-Xt t-Lt-Lt-lz -\t SPÉCTRUM AÍ{ALYSI S LEFÍ EAR rni
[-r-
íloxl-LN-tat,ie transforoatle (van det.erninlscisch naar stochastlsch).
De centrale processor die de aangeboden patronen volgens een ttmaximr-m
llkelihood'r crlterium past, op harmonische paEronen ( zie flg.6) zLt
maEhematisch als volgt ln elkaar.
3 HARToÍilC t{Cl. .l f,=5 (|jG SCALE) E9 X6 ltz (l-OÈ SCALE) tXt I ír ír frequentie d1 sË,ribut, le fl.oc sc.ALE) op een haruonlsch flguur 6; Passen van de
patroon.
De geschelden kmponenten f i r.rorden aan de processor aangeboden als sanples x. van een C,ausslsche dlstrlbuEie G.
G(f-.,í.)
r r
=-:---e
t/zr
t--ix,-f
. ) 2L(i'
In de afletdlng zal net als ln de origlnele beschriJvlng (Goldsteln 1973)
worden ultgegaan van een t,wee Eoon comploc net twee opeenvolgende
komporlenten n en rrl'l . BIJ het ma>rlmr.un likellhood crlterfu.m noet het
maxlmum in de llkellhood functie L bepaald worden (van Trees 1968). In
dlt geval kout dlt neer op het bepalen van het roaxlmr:m 1n:
,6
a',ro€n+
a6u
rleÈ f,Í' een schattlng van de processor van het eerste harnonische numrner
n en grorxlfrequentie f0. trlvlaal ls het geval dat x, en x, blj toeval een harruonische relati.e hebben Í,raarvoor dan geldt dat L maximaal is als
x,-flf. en x2=(fi+1)f0. In het algemeen moet echter gelden:
\\7'
dL ëL
0
en ï=>0
dfo
o foof , rnat op hetzelfde neerkomt
-ix, -fif ,"r) 2 t --j-r.3---2Àsl
\-V2tt (,
-{xr-(Èrt)toi2
e_--6((,,o,t G (í!,fe) llJu.
-ï-=o
/l t "to dTL--;)0
.ll"'0
,) i xr-flÍO)'
{xr-( È+1 ) to}'
uet
ïL = -1n2n|íZ
-,\,
't íz '-2 (nonotone transfornatle )Hier moeten we echter dan de dL en {Z afhankelijkheid van fiÍO voor kennen. Deze wordt als le benadering, op grond van psychofyslsche exper{ment,en gekozen als d=kf zodal ír=kif' en íZ=k(fl+l)fO. Enlg rekenwerk levert dan:
t')
{xrla}'+
{xr/(a+t)}-rÊ = ---n"
*r/fi
+xrl(fl+l)
a1s haruonische benaderlng
(xr/2f*r/2{fi+l})
xr/Zfr, + xr/2(?*L)De fr keuze geeft een discreÈe partltle van de 2 dinensionale ruinEe
opgespannen door xl en xr. Deze partltie ls t,e berekenen door voor f, twee
opeenvolgende r,raarden zeg ru en rfl te ldezen en de L's gelijk te st,ellen.
WevindendandePart1t'1egrenzen:x,/x,=\@'eu;waarb1nnende fl keuze optinaal 1s (zle fLg.7).
Itre E,
fo=
Genornall seerde stochast
net partlËiegrenzen
SLOPES
De waarschlJnlljkheld dat f,=m
ls
nu als volgt t,e berekenenl +)
tRtt
Pr(f,=m)=;"rtfr
+;"rt
lsrr,-erl
Í,
ttnt
mer Rr=--;;- -
i\-"r-oo
Sr*l(
)
s2* r-(*'-j,)t
Z
L€,' -(xr-f, r)2e.-T
dxrdx,een overgang op
poolcoordlna-I a Pr( f,=6)=
oet
Sr= Z:tr(r(,
en
52=Een benaderlng en een cmschrljving, meÈ nog ten levert;
Rz
v2
2
l+
0p deze wljze ls voor iedere n een Pr(fl=n) te berekenen die Èezamen uet de distrÍbutle van fO een uult,inodale Gaussische dlstrlbutle oplevert. De
distributie van fO is echter zo scherp geplekt dat een bruikbare benaderlne wor{; gegeven door
pdf(fol;o>=
j*rCi=il. d
(Jr,=
Kronecker derra)nfornfo ÀrJ
FouEschattingen van de grondfrequenÈles (vtrtuele toonhoogten) vnrden dus
ln eerst,e Lnstantie bepaald door een verkeerde keuze fun (schacting van
het le harm.nunmer) van n (le harm.nuumer) in de mulÈlmodale dlstrlbut,le Pdf(fOlfO) (zle fle.8).
LO t.O
{
Èo.3 0.6 0.t t.o 1.2 l. lot toflguur 8; Genorrnallseerde nultluodale dlstrlbutles voor 2-t,oon cortr-plexen met diverse laarden van n ( le harnonÍsche nuuner) .
{ (m+l)/(n-l) } { (nt2)/n}
Deze theorle geeft voor dlverse psycho-akoestische data de juiste
voor-spellingen waarvan de belangrijkste zljn:
(1) Ie orde toonhoogt,e verschulving dl.e opt,reedt als rG een
harmo-nisch cornplex lnhartonlsch verschulven dus hrv
800 + 1000 Hz ==-=) ÍO=200 Hz Pr(fl=m) nax voor m-4 850 + l05O Hz -==) f'-2ll tlz Pr(f,=n) nax voor m-4
( zie Suoorenburg L970, Schouren L962)
(1Í) Houtsma en Goldstein daca betreffende de waarneembaarheld van toonhoogten ln 2 tooncomplexen (zle HoutsÍna,Goldsteln 1972). (lii) Dominante frequentle gebled (zÍe Plornp 1966, Rlrsma Lg67).
I{et Coldsteln ruodel is later verder ontwikkeld toc een practisch Èe lmplementeren toonhoogtemodel door o.a. Drlfhuis, Willems en Sluyter
(1982). Deze practlsche nodellen verelsen een aantal ulÈbreldingen zoals extractle van relevante spectrale conponenten d.w.z. die f, oet
Ldsr-r(Ld"t)k"t+l (Lds-Loudness) en een harmonische zeef dle alleen harnonlsche relatles Èussen de componenËen toelaat.. (Inplenentatie voor
fO extractle ult. natuurlljke spraak !) Deze r:ltbreldlngen zijn voor de ln dlt verslag gebrulkte sË1mull nleÈ relevant,. ZLe voor een €xacte beschrijving Dulfhuls, i^llllems, Sluyter 1982. Scheffers heefr dit nodel aog uitgebreld voor de berekenlng van twee fo'" ln twee sinultane
2.3 VIRÏUAL PITCH MODEL (TERHARDtr)
Het virtual pitch model (Terhardt 197211974) kent 4 verrrerldngsstadla: ( zle flg.9)
flguur 9; TerhardÈ nodel.
(i)' filtering; ldeotiek aan die van het Goldst,eln oodel
(11) leermaËrlx; uit de specÈrale lnformaÈ1e x van l) worden dtrect
een aantal vlrtuele toonhoogten y gesynthetlseerd.
(1li) perceptieve ge\{aarwording van de spect,rale toonhoogten. (lv) percepEleve gesraarwordlng van de vlrtuele toonhoogten.
figuur l0;
De leernaIlet
hart, van het, model wordt gevornd door de leermat,rlx (zie f1g.l0) waarJ É Pa, UU l,! F ÈF v1 È (il trá
;;
"r.lH'
q( LEAR,NTN6 MATRIX (i i) vrRru^L (ivJ PlTêH:In4l0ll F L0,rESÍ )PEinÁt'
LLt rrl. t-cmrJi0.f,l c 5 á z VtRÍUll p!lCH leernatrlx. 15
de laagste spectrale toonhoogÈe tussen 50-500 llz wordt alle aanwezige spectrale toonhoogten. Dlt correleren
kruispunten uit flg.10 door een coï.ncldentle schakelÍng
blJ herhaalde st,lnulaÈle van x1 ,yj d" R. . verlaagt.
gecorreleerd gebeurt op
(zle fig.ll)
met de dleflguur I l; De cotncldentle schakellng.
Omdat ln natuurlljke gelulden bijna altlJd harmonische relatÍes aanweztg
zijn tussen de kouponenten wordt ae Rtj mat,rlx voorgeprogranmeerd in dle zLn dat op plaatsen irj waar geldt x.=Dy, R,, lcleln rrcrdÈ. (Met ,t'€ N, niet t.e verwarren net, het le hann.n,-r"tr; J 1J
In de oorspronkellJke fornulerlng kwamen als ad hoc verkLarlng van de
"pitch loudness" koppellng nog verschulvlngsfactoren y voor welke echt,er
modeltheoretisch gezlen niet van belang zijn. (Stinulus loudness was bij
de gebrulkte experlmenEen ook nog konstanc)
Een voorgeprograÍnmeerde leernatrlx produceert nu blj aanbiedlng van een
complex geluld net frequentl.es f, een aantal virtuele cues y.-fa/n .t(n. De waargenomen vlrtuele Eoonhoogte ls dan dle frequentle net het grootste
aantal cues. LIe deflniEren de cuefunctle C(y) voor een complexe toon Eet k componenten als
c( y)=
J
Y rI;
t
jLokale maxima ln C( y) verklaren de vaak
vlrtuele t,oonhoogt,e waarnemlng (zie fjg.12).
C(Vr)= aantal
Ii ln i=I...n{faln}
n=I. ..8 optredende amblguÍteit 1n c(rr)J.
I = Kronecker delta rJC0l'flEX f0iE l00tr
HÁRM0{1C5 No.l I
s00
flguur 12; Een voorbeeld (net een 8-toon coruplex) van een cuefunctle.
De kans dat een 2e v1rÈue1e toonhoogte (anblguïtett) wordt waargenomen
hangt wel af van de hoogte van het lokale maximtm maar is daar niet
evenredÍg mee. Voor een quanEltatleve ultwerking van deze ambiguïteit en
om conputer lnplementatie Èe vergenakkelijken heeft Terhardt later
(Terhardt 1982) zlJn model voorzlen van de volgende uitbreidingen:
(1) E:ctractle van relevante spectrale componenEen d.w.z. dle f, net
Ldsr_r(Ldsa)Ldsa*, .
(11) Spectrale wegingsfuncties als beschrljving van her doulnantie gebled.
(1i1) Een quantltatief weglngs crlterlum voor blJna samenvallende
coutpo-nent,en (blj welke afstand tussen t.rdee grondfrequentles fr/n en fr/n worden deze grondfrequenÈles a1s êén cue opgevat)
Deze ultbreldlngen zljn voor de ln d1t verslag gebruikt,e stlnuli
voorloplg nog nlet relevant.
In t.egenstellÍng tot het model van Goldst,eln wat. alleen de synchetlsche
luÍster node beschrijft kent deze theorie 2 nodes: de syntheElsche voor
waarnemlng van de, eventueel fysisch nleE aaawezlge, virtuele Ëoonhoogten
f'.r, (ook wel gestalt of hollstlsche waarnening) en de analytlsche voor
waarnemlng van de t,oonhoogten die corresponderen roet de fyslsche
frequen-tles f. .
1
De onderlinge functlonele afhankelljkheld tusaen deze Ëwee modes ls bijna
nieÈ vast te leggen door afhankelljkheld van nlet fysische parameters
zoals aandacht, persoonltjke voorkeur, bewusÈzlJnsÈoestand, akoesÈische
context enz. bze factoren kunnen blJ toonhoogte experlnenten problemen
o pleveren.
Ook d1t nodel geeft de Julste voorspelllngen voor de ln 2.2 genoemde psychoakoestlsche dat,a. 8r
,Ï
bï ?s
lm
200 P0STCIN ,l T72.4 MODELOVE REENKOMSTEN
;
VOORSPELLINGENBelde nodellen werken met voor het oor oplosbare cooponent,en. Coldstein
lntroduceert ter verklaring van piÈch anblguÏ.teiten een stochastlsche
frequentle overdracht waardoor het nogelljk wordt verschlllende harmonl-sche paEronen te passen op aangeboden complexe lonen. Terhardt's verkla-rlng gaat ulÈ van voorwaarts te berekenen subharmonlschen die binnen een
bepaald af standscrlÈeriuu elkaar verst,erken. In rËzen dus heczelfde
ultgangspunt: het vinden van een passend harruonlsch paÈroon op de
aangeboden frequenEle dlstrlbutie. l+t afstands crlt,eriun uiE het
Ter-hardt nodel ls eventueel Èe beschrlJven door de subharnonlschen
stochas-tlsch te transforBeren en ze vervolgens te represent,eren door een
Gausslsche dlstrlbutle. MeE deze beschouwingswljze krtJgen \de een sterke
nodel overeenkomst met als essenÈleel verschÍl dat Goldsteln een feedback
nethode gebrulkt met een à prÍori stochastische transfornatle van de
spectrale cmponenten terwlJl Terhardt met zlJn feed forward met,hode een
à posterlori stochastische transfomatle moet gebruiken van de vlrt,uele
subharnonlschen.
Beide modellen zljn uit te brelden toÈ herkenningsnodellen van vlrtuele
toonhoogt,en 1n slmultane conplexe tonen zoals door Scheffers (1983) al is aangegeven voor het Goldsteln nodel. Ilet Terhardt nodel is op een
t,rivtale manier ult Èe breiden door te stellen dac de waar te nemen vlrtuele Eoonhoogten de twee grootsÈe vaarden in de cuefu4cEle zÍJn. Het
Terhardt nodel echter geeft vanwege zLJrr feed forward karakter een snelLere. rekentechnlsche oplosslng dan heÈ C,oldstein nodel (zle Allik,
|í1 hkla, Ross 1984). Voor een typÍsche st,imulus bestaande ult tr€e
simult,ane complexe tonen ls de Terhardt voorspellÍng, in de vorm van een
cuefunctle berekend (zie ftg.l3).
Eenvoudig ls ln Ee zlen daE bU verwerking van alle conponenten, deze
berekeningsmethode alÈljd de 2 werkellJke grondfrequentles (t0,. en fO2)
als vlrtuele toontpogten voorspelt, (Blj ulEbreldtng met het crlterium voor bljna samenvallende couponenten geldt dit nlet rreer.) Deze analyse voorspelt dus dat de waarneeubaarheid van de virtuele toonhoogc.en alleen
afhangc van de spectrale resoluÈle van de filterlng. De resolut,le bepaalt
nanellJk welke conponenÈen geschelden worden en dus in aanmerklrg kmen voor verwerklng tot vlrtuele toonhoogten. Dlt ldee is later ln de analyse
71
>l
j't
I I
van de data toegepasto
figuur l3;
Voorbeeld stinulus DO-RF tv\={ Í\=4 tN-+ aoo
900 IOAO 1125 Hz oo van een uit heE 300y-)
cuefunctle voor een
I.P.0. o<perlmenÈ.
3.
3.1
IIET M.I.T. EXPERIMENT
E)GERIMENT BE SCITRIJVING
DlÈ onderdeel bevat de ulcverklng en analyse van een psychoakoestisch experinent dat bestord uit blJna 15 dulzend rouzlkale
intenralaanbledln-gen. Blj dlt experlment werden deze lnternrallen ln een gelutddichte kamer
aan een proefpersoon aangeboden dle deze dan vla een toetsenbord (zoals
dat van bv een plano) kon terugspelen aan een comput,er dle heÈ antwoord
opsloeg. Er \raren drie nuzLkaal geÈralnde proefpersonen d1e voorafgaand
aan heÈ experlnent getest werden tav hrrrl vaardigheld tot
lntervalherken-nlng . De int,enrallen ( Eussen de aangeboden grondfrequentles) rrerden
samengesteld ult peruutatles van de volgende grondfrequentles (fO):
200-225-250-267-300, overeenkomend met de noten DO-P€-MI-FA-S0L (1n de
zuí.vere ste ing). Van iedere grondfrequentle werden 3 opeenvolgende
harmoolschen aangeboden met als eerste harmonlsche nummersl m en n lopend van 2 tot 7. Dtt geeft 15 nogeliJke Íntervallen leder op 36 nanieren te representeren, dus in het Eocaal 540 verschlllende stlmull met, een kaneniveau van 77.. In flg.I4 ls een stlmulusvoorbeeld gegeven trec als
grondfrequentles 200 en 267 Hz (noten DO-FA) en eerste harmonlsche
nummers m=5 r n=6. 4a ga VOLTS aÊ -qa -Aa
+
-64 HERÏZfiguur 14; Een stlmulusvoorbeeld van het M.I.T. experlnent.
De aan het. experimenÈ voorafgaande tesÉ bestond ult aanbledlngen van de
intervallen ln de vonn van een zuÍvere toonrepresentatle (diotisch).
Scores bij deze test lagen ln de orde varr 927.. Stlmull duurden 0.4 sec, werden digltaal gegenereerd en randm door een computer aan de proefper-sonen aangeboden op ongeveer 50 dB SL. De proefpersonen kregen feedback;
na ledere stlnulus werd het julste antwoord È,eruggespeeld dnv opllchtende
r.ED's boven de toetsen. De cmponenEen raren alle even sterk tn dB SPL en werden op 2 manleren aangeboden; dlotlsch (belde cmplexe Eonen naar
belde oren) en dichotisch (belde oren êén cmplexe Èoon).
3.2 UITI^IERKING M.
I.T.
DPERIMENT3.2.L
TITEORETISCHE UIWERKING, I]ET ANALYSE SCHffAOrndat voor dit experlment nog geen vaste analyse nethoden \{aren en er
diverse geprobeerd ziju ls als eersÈe een abstract, schema onEwlkkeld cm
de analyses coupact te kunnen beschrijven. D1E schern, zal ln concreto
lrorden ultgewerkt voor de diverse analyse met,hoden. In prlnclpe kunnen we
stellen dat de data zodanig bewerkt noet worden dat lnterpretatle nogelijk ls. De hierbij optredende rooeilljkheden zLjn als volgt te
systematiseren:
(i) Van de aangeboden sElmull moeEen:
le) de relevante à prlorl onafhankelijke parameters worden bepaald,
stel N. (I,Iaanran er l.h.a. een aanEal contlnue (zeg N") en een
aantal dlscreet zullen zÍJn (N-Nc).)
2e) de relevante à posterlorl onafhanketljke paramecers worden
be-paald. h de systematisering niet onnodig conplex te-naken is
voor-loplg voor I relevante à posterlorl parameter gekozen, het
percen-tage correcte antwoorden.
(ii) Van alle N parameters { Pt PZ P3...PN } ooeE heÈ aantal waarden en heE waardebereik r.orden bepaald.
Van de pot,enEleel conÈlnue parameters N" kan slechts een dlscreeÈ
aantal puÍrten r^rorden gemeten waarbij heË aantal ueetptrnten voor een N" parameter punÈ te klein kan zljn cm sÈatlstisch relevante uiÈ-spraken Ee doen zodat cellndellng noodzakeliJk erordÈ.,
"rt(Pt("tz'
wtz(Pt("13' "tg(Pt(wta'
erLzwz
t(Pz(wz
z,
Vzz(P z("23' wz:(Pz(wz 4t
enzenz.
Voor cel nummer (ilr12r13r...) geldt dan
wr(1l)(Pr<wr(il+l)
.d2e2) (Pz<wz( 12+r)
wg( rr)(Pr(w:( r:+r)
èÍLZ o
Een Beetpunt, ln het centrum van de cel represenÈeerÈ de ntddeling van alle neetpuÍrten blnnen de cel.
Deze eelindellrg kan om dezelfde reden ook noodzakelljk zijn in het
geval van dlscrete paraEeters.
IndelÍng ln cellen en ultzetten van de resultaÈen veronderst,elt al-tljd een ordening ln de paraoeters, waar nodlg wordt deze ordenlng expllciet genoemd.
(111) M.b.v. de geordende en al of nlet 1n cellen ingedeelde parameters
noeten A afbeeldingen gereallseerd worden van de RNi naar d,e Rl ( I à posterlorl parameter) neÈ Nr=aantal onafhankefljke
parame-ters van de ie afbeeldtng. (Ni<N)
(iv) De op deze wTJze verkregen grafieken in Nr*I dlnenslonale ruimten Eoeten geinterpreteerd worden.
Met deze systenat,lserlng zal getracht worden, na de voorbeelden die deze
systenaÈlsering verduldeltjken, vanult fyslsch sÈandpunt de genoemde
problemen op te lossen.
3.2.2
CoNCRETE UIÏ'IERKTNG, V0oRBEELDENConcrete voorbeelden van oplosslngen van het genoende schema dle reeds uicgewerkt \raren zlJn:
A)
(1)
3 Paraueters:Prl
aanbieding diotischof
dlchotlschN-3
PZI proefpersoonPf
I
lntewal(ii)
Aanral,berelk:P,J2,
DIoTIC/DICHOTICPzl 3
,
Air/LlÍ/SWPg] 15, discrete lntervallen met lexl.cograflsche ordenlng op paren
i,J
(fOi<fOJ)(geen cellndellng noodzakeltj k)
(fli)
2*3 Grafteken (A=6)tn
2 dlnensionale nrlmten (N,tnt
NU=l) Assen: INTERVAL, Z CORRECT(zle flg.l5)
(lv)
De dlchotlsche scores llggen gerniddeld hoger dan de dlotlsche. Deverschlllen tussen de proefpersooeD
zljn
relevant maar vertonende-zelfde tendens
m
bepaalde lntervallen (23),(3+;,145) noelllJker te herkennen. Dat de dlchotlsche scores genlddeld hoger llggen wordtwaarschlJnllJk veroorzaakt door het.
nlet
kturnen optreden vanfyslsche lnterferenÈles. De ordenlng geeft, zoals te verwachten
was, geen verband Èussen paraneter en Z correct. B)
(i)
4 Parameters: Prl aanbleding diotlschof
dichotlschlF4
,Zl
proefpersoonPrJ m het
le
harmonlsche nummerPOJ n het 2e hamonische numer
(1i)
Aantal,bereik:Prl2,
DIoTIc/DICHoTIC,zl
3
,
Alt/L!,Í/SI^rt:l
6
,
dlscrete harrnonische nuÍrmersPal
6
,,,
(f11)
2*3 Grafleken (A=6) 1n 3 dlnenslonale rulmten (N,tut
Na=2) Assen: Eror
Z CoRRECT(zie
flg.16 voor een natrixrepresenEatle) (lv)
De dlchotlsche scores llggen rÈer e*at, hoger ener
1s een llchtetendens
m
hogerte
scoren voor lage n en/ofn.
Dtt representeertn,-Zr... ,7 r,o2r...17
enlgszins het dcmlnantieprlnclpe (zle Plonp 1966, Rltsma L967),
zodai de toofdoorzaak voor foutschatEingen ni.et een foute keuze
van het eerste harmonlsche nummer ls. De ordenlng geeft geen
duidelijk verband; de correlatie Èussen hannonÍsch nunmer en Z
correct heeft een rulsachtlg karakter
-4,
b
(,
rro
Í
Go
o
too tst
I C' C I Itr\y',
\,
{i
tt , rl U \\
\ AH LM swv
(>--{
,f---<'o-.-.-€
DICHOTIC 1535 aa 'r5
g
IIARH.
INTERY ALf i.guur 151 CorrecË score's al s functle van het lntenral
DIOTIC
p--q
rrltratoct.
t7
eo
tg
ró
cl
7A ?793
C7 7Ct68585CO715
?!
E677
Q?79
67c2 c9
54
11
C4 a!
a DtoTrc
o'ttatc,
DrcHoTlc
n2 t a t c,
ot
90
0t
eo
?7ct
02
er
04
0c
t3
7191
el
8701 82
C981
89
87
93
08
5C80
8a
7183
83
e.
57
72
G366
7a
C497
91 0a
93
tC
9l96 99
97 0ó
9r
tC95
95 97
Or
e.
90 oo93 95
eO01
r9
9s95919fe.E0
9395
94 8C9t
1793
96
9G 07loo
9t
93
93
9e
93
St
t9
92 98
0?
et tt
9ó 0999 93
0Cer
!7
g.r rcO 9C gC 9!r 88 97 9CtC
00
tc
92 m CI
2 3 a m 5 c,
AH
LM
sw
2 3 a rnt
cI
06
91 01 85
93
8007
81
81 72 93
C908 76
83
E385
7393
80
71
79
7Etr
93
97
9.
85
70
C9 E7 7A C2 5C79 5t
PERCENT CORRECÏ
scores als frrnctle
87
95 90
92
05
9292
87
89
8.
84 8358.08aÍl|8880
92
77
6C E280
7587
88
79
CC78
8584
83
6e
5a
CO 7C3.2.3
CONCRETE UITWERKTNG, DE DELTA ANALYSE PARAMETERSDe voorafgaande voorbeelden hebben als nadeel dat ze geen van t,weBn een
duldelljk crlterlum kunnen halen uit de fysische kenmerken van de st,lmulus Íraarmee bepaald kan worden \ranneer ln 2 slnulË,ane couPlexe t.onen
inderdaad 2 vlrtuele toonhoogten kunnen worden naargenomen. 0n een systematÍsch ouderzoek naar deze crlÈerla mogelijk te naken beschouwen we de volgende kenmerken van de in dit experiment gebrulkte stimull:
(i) Er zljn slechts 2 virtuele tonen, elk gerepresenteerd meÈ 3 harmo-nlschen dus ln het t,ocaal 6 fyslsch aanwezlge frequenties.
(11) Al1e harrnonlschen zljn even sterk (ln dB SPL) en geven een totale
const,ante lntensit,elt van ongeveer 50 dB SL.
(111) De aanbÍeding van de 6 harnonlschen geschiedt
a) diotlsch; (f.I,f Z,f 3,f 4,f 5,f 6) naar beide oren.
b) dichotlsch; (f.L,f2,fr) naar êén oor (f.4,f5,fU) naar
het andere (z|e f1g.14 op b12.20).
Er zljn dus slechts 6 fyslsche onafhankeltjke vrljheden (per persoon per toestand) wat zou resulteren 1n 6 grafleken Ín (6+l) dinenslonale rui-mten. De paraueters van de ln 3.2.2 gegeven voorbeelden zljn hiervan
afhankelijk. Deze grafieken ln (6+l) dlmenslonale ruÍmten zljn echter
noellijk te int,erpreteren en hebben lage stlnulusdlchÈheden.
(Stirnulus-dlchtheld = eantal stlnull beschÍkbaar ter berekening van de correct
score in I cel.) Itet, aantal fyslsch relevante parameters kan echter
beperkt worden door te bedenken dat het oor in eerste instantie een
Fourler EransformaEle ultvoert (zLe 2.2 en 2.3) $raarna de komponenten "geprocessedtt rrcrden zod.aE de waarneembaarheld van de Èoonhoogt,en Ín
eerste instantle alleen afhangt vaq het scheiden van de lndivlduele
komponenten. Dit inzicht brengt het aanÈal relevante par:uleters op 3; de 3 klelnste verschilfrequentle afstanden DI, DZ en D3 (ln %) dle de
scheldlng Eussen de lndivlduele komponenË,en volledig karakteriseren (z1e
fig.I4). Í tf
.-f
. Ilt 1
Jl D,= min,l---
*100'
i'=l;..? lmi.n( f ., ,fj)
i*i I r Í tf.-f
. Ilt 1
Jr D^= min {---r
9=,,..6,1 nln(f ,f
) il,: '"t
i'
j-lrr-r:
I-:-;:--:-:
*100/D1 min(f,
, f, ) D.= L min t=r...6 j.::.' e ! Ê.1*too/o'o,
27Hiermee is het probleem gereduceerd tot een (3+t; dimensionaal probleern
wat nog steeds rnoellijk lnterpreteerbare grafieken meÈ lage stluulus
dlchtheden geeft ln 4-dln ruirnten. Er zljn nu verschlllende rnogelljkheden
om tot een verdere dimensle reductie te kouen. Deze mogelljkheden zljn
onderzocht. en theoretisch onderbouwd door als eerste de stlmulusruimte,
de ruiEEe opgespannen door de delta paraEeters t,e beschouwen. Ib keuze
van de delta paramet,ers legt aan de stlmulusruimte de voorlraarden op 0(Dl<D2(D3$Alf zodat deze rulmte begrensd wordt, door de volgende vlakken
(zie fig.17) Vl: Dl-0
V2: Dr-Dr=0
V3: Dr-Dr=0 V4: D3-I'íAX=0
Als eersÈe kuunen \re opn.erken dac als de bepalende factoren voor de
waarneembaarheld van sfunultane toonhoogten de grootten van de onderllnge
afstanden zljn, dat de beste l-dfunenslonale analyse parameter M3 (de
uetrische verschil frequentie afstand) ts.
M=
"3
(trlviale
nerrlek)De êén na beste paraneter is D3 welke Ín de R3 een pseudooetrlek vert,egenwoordigt. (Voor 2 willekeurlge punten x en y uit de
stlmulusruim-te geldt nanelljk niet de voorwaarde Dr(x)=D3(l) (==) x-y). Deze D, leet nl beperklng op aan D, en Dr. DlÈ ls het best.e 1n te zien'door partitles in de st,lmulusruimte te tekenen zoals tn flg.l7 ls gedaan waaruit blljkE daE de afstandsordenlng verloopt, volgens Dr;Dr;D, en DI+D2+D3;M3. De
cellndellngen behorende blj de parameÈers zljn zo gekozen dat een
redelijke unlforme celdlchtheid werd verkregen. h een indruk van de meetnauwkeurlgheld te krljgen ls voor leder celneetpunt het 952
betrouw-baarhei.dslnterval berekend. Dit ls voor cellen waarvoor geldc dat tlp en
w( l-p) groter zíjn dan t5 te berekenen met een benaderlng van de blnoniaaldlstributle door de nonoale distributle. D1t geeft:
952 becr.lnt .= I .96*
ZCORRECT r+.aantal waarnemlngênr p=
100
Voor cellen dle bulten heÈ gestelde crlterlun vallen 1s een
beErouwbaar-heidstabel (Beyer 1968) gebruikt.
D3
D.-MAX=0
D1-0
D1-I I I I I D3-
Drl= o
D2net dlverse partiË,les
29
partit,j-e
partitie
partiti-e
DI+D2+D3partitie
Toepassing van het analyse schema op de delta parameters geeft,: A)
(1)
2 Paraneters:Ptl
aanbleding dÍotlschof
dichotlschN-2
erJa) Dr, dele
verschllfreq. afstandln
ZU) DZ, de
2e
verschilfreq. afstandln
%c) D'
de3e
verschllfreq. afstandin
Zd) \,
ae metrlsche verschllfreq. afstandin
%(il)
Aantal,berelk:P,l
2,
DIoTIC/DICHOTICPrJa) I
I,
cellen O(Dr(f.5...
15<Dlb)
Il,
cellen 0(Dr(2.0...
20<D2c)
11, cellen 0(Dr(2.5 ...25<D3d) ll,
cellen0(\<3.0 ...
30(1,Í3(111)
a)
2 Grafieken (A=2)in
2-d1n rulmten(N.Nr-l)
Assen: DL, 7" CORRECT(zie
f1g.18)b)
2 cïafieken (A=2)ln
2-d1rn ruimten (N,,Nr-l) Assen: D2, Z CORRECT(zle
flg.18)c)
2 Graf leken (A=2)ln
2-d1n rulnren (N'Nr=l)Assen: D3, 7" CORRECT
(zle
flg.18)d)
2 Grafleken (A=2) 1n 2-dln rulmten (NrrNr=l) Assen:\,
7" CORRECT(zle
f 1g.18)(lv)
De dlchotlsche scores llggenleer
hoger dan de dlocische. Inderdaad1s er een sterke afhankellJkheld van de verschllfrequentle
afstan-den, de M, pararneter correleert het, best. Als geldt 4"/"<\<L27" of.
47"<D3<l0Z
is
de score het laagst wat aangeeft daE fyslschelnterfe-renÈle de bepalende factor 1s
ln
het horen van de twee aaugeboden'
virtuele
toonhoogten.Deze analyse
1s ln
eerste lnstant,leper
proefpersoon ultgevoerd. Deverschlllen tussen de proefpersonen waren
kleln
genoegm
de scnmerlng teïeranLwoorden. Van de beste analyse Detrtek M3
ls
uog een extra analyse per proefpersoon genaakt(zie B)).
Andere tnetrleken (bv Dr+Dr*Dr) leveren geen verbeterlngen zoalsdirect ult
de door de xoetrleken gelnduceerdedlotic
+, o o) L o o àQ +J (J c) L o o àQD,
in +) o o) L c o o àQ +J () ol L c o (.] àe t4inX
+J (J 0) L L o o à€ +) (J c) L c o C)x
+J íJ or L L o o àe +J (J c) L L o (J àQinÍ
*=gSX confidence2
NOTES CORRECT intenva 13
HAFMONICSin%
flguur
18; Correct scoresals
funcÈle van D,;Dr;D, en M,dichotic
d iot
ic
dichotic
cliotic
cl ichotic
diotic
dichotic
B)
(f)
3 Parameters:Ptl
aanbleding dlottschof
dichotÍschN-3
P,rJ proefpersoontrf M'
de uet.rische verschi.lfreq. afstand 1n %(
11)
Aanral,berelk:prl2,
DIOTIC/DICHoTICPzl
3 ,
AIi/LlíSr^rt:l ll,
cellen 0(Mr(3.0...
30\<M3(lil)
2*3 Grafleken (6=$)ln
2-dfun nrlnten (N,tnt
NU=l) Assen:\,
7" CORRECT(zle
flg.19)(lv)
Parameter correleert goed, onderllnge verschlllen tussen deproef-personen
zljn
nauwelijks stat,istisch relevant;alle
proefpersonen vertonen dezelfde tendensenals
genoend 1nA).
Proefpersoon Alllljkt last te
hebben van dichotische Ínterferentle. De statlstischerelevantie
ls
echterniet
groot genoegm
daar met, zekerheld over Èe kunnen oordelen.diotic
+J Cl (u L L o cl à€ +J cl 0.1c
L o C] àe +, ct (t)c
c
o cl à€ cl (uc
L o (.l às +, cl c,) c. L o cl à€ +J ct 0,)c
c
o CI èein
%flguur 19; Correct scores als functle van \
I
f=95%
conf
idence intenval
2
NOTES
CORRECT
3
HARMONICS
inï,
clichotic
diot ic
di chot
i cdiotic
dichot
ic
tD" 33c)
(1) 3 Parameters:
ttl
aanbiedlng dlorischof
dichorischN=3 Pzl Dr
PrJ
u,
-(Í1)
AanÈal,berelk:prlZ,
DIoTrc/DrcHoTIc,Zl
Il,
cel1en0(Dr(2
.. ...
20<DlP:]
11, cellen 0<MZ<2.5 ...25(M2(1ll)
2 Grafleken (Ar2)ln
3-dln ruimren (Nl,N2=2) Assen: Dt, M2, Z C0RRECT(zle
flg.20)(fv)
Proefpersonen hebben de tendens cnln
de(Irl)
ce1 hoogte
scoren en 1n de eerste opvolgeode cellen lager terwijl dit effect bljdl-chotlsche aanbledlng blJna geheel ls verdwenen. Inderdaad ls dus de
fysische lnterferenÈle de beperkende factor. DÍ.t effect is
blJzon-der sterk zoals uiÈ de grafleken en tabel I ls te zien.
I
sconrI
oro/orc rn z cel nummer 2lr'
ll
12"
celnurnmer I 96/94 74/82 3sl80 7 4/89 5L/ 93tabel l; gentddelde scores over de 3 pp 1n de eerste 5 gevulde cellen
l- celgrootte-2.07. 2e celgro oÈte-2.5"A
Deze analyse ls ln eersÈe instantle ook per proefpersoon ultgevoerd. De
verschlllen tussen de proefpersonen waren echt,er statlstlsch niet
rele-vanË genoeg om presenËatle van de resultaten per proefpersoon zLnvol te maken. Door de toenane van het aantal cellen wordt nanellJk de celdlcht-held Per proefpersoon laag zodat de 957" betroulrbaarhel-dslntervallen te
ICeJJOC
% '0 o,lce.JJoc
% flguur 20; Correct scoresals
functle van Dt rMZ*
u,
t
o èec
-Fl O - r-1 +Jo
-c. (J - r-'l 'i3a
CJz.
O
G]bÍ
+)lc
.r-t Cf) (t) C)cF
(I)
r)
fi.:
lr-J r&[c(T
v CJ riJ CJ àsn
(^
an vrï'
t!
F
C]z
CU >e c .li O --l +)o
- r-tE
rum o + C\I CUo
(u (oa
+ cu cuo
35D)
(1) 4 parameÈers: Ptl aanbiedlng diotlsch of dichotlsch
(
r.F4)
Pzl DrP3l D2
Pal Ds
(ir)
Aanral,berelk:Prl2,
DIOTIC/DICHOTICPZI 11, cellen 0(Dl<2 .o.oo 20<DI
tfl ll,
cellen 0(D2<3....o
30(D2P,rl
ll,
cellen 0(D3<4...
40(D3(i11)
2 grafieken (Ap2)ln
4-dtn nrlmren (NlrN2-3) Assen:Dl,
D2, D3, Z CORRECT(
zie
tabel 2 voor een partlEle uatrixrepresent,atie)(1v)
Dezelfde resultaten als onder C) naar danln
4 dimensles.In
tabel2 zIJn de scores voor de eerste 9 gevulde cellen gegeven net
Ie celnummepl.
I
scoREI
Dro/Drcln
z 2e cel I nuÍÍrmgr 2 l3t
celnummer I 93/ 92 45/ 83 sol8s 6rl88 66/ 88 93/ 9r 69/86 83/93 8s/93rabel 2; geniddelde scores
le celnu..er=I,
over de 3 pp 1n de
le
celgroo EEe-27"2- celgrootÈe-32
3- celgrootte-47"
3.3 CONCLUSIES UIT IIET I'{.I.T. DPERIMENT
A)
De fyslsche lnt,erferentle dle 1n het oor opt.reedt tussen de iodivlduele komponenten van Èwee slmultane complexe tonen 1s de belangrlJkste factor
die bepaalt of van deze conplexe tonen beide vlrtuele toonhoogten kunnen
worden gedetecteerd. B)
De scores zlJn 1n het dlchotlsche geval vrlj unlform over de cellen
verdeeld. De informatle die de centrale processor van belde oren kriJgt
kan nauwelljks onderllng lnterfereren.
Eén proef persoon ( AII) leek last, t,e hebben van lnt.erferentle tussen komponenten dle €ran verschlllende oren rrerd aangeboden (zLe fig.I9). De
statlstische relevantte is echter nlet groot genoeg om daarover met zekerheid te kunnen oordelen.
c)
Het krltische gebted waar de waarnemlng van 2 toonhoogt,en noellljk 1s llgt voor D3 tussen de 4 en L07". (voor % tussen de 4 en I2"Á.) Voor
verschllfrequentle afstanden <4"Á vlndt versmelElrg plaats (fuslon 1n
f-dornein) . Tussen de 4 en I07" treedt lnterferentle op en boven de rcf ziJn er komponenten dLe door de centrale processor gebrulkt kunnen worden
voor het synthetlseren van belde vlrtuele toonhoogten (zle f1g.18 en 19). De lncerferentle veroorzeakÈ door D, en D, speelt een ondergeschlkte rol. Als twee konponenten lnterfereren kan de processor blljkbaar de overlge
komponenten nog gebrulken voor het vl.nden van de julste grondfrequenties. De gevonden grens van 107" kmt goed overeen met' de door Pl onp ( 1966) gevonden waarde van 8-l0Z , nodlg qtr êén component gescheiden te kr.rrnen eraarnemen ln een enkele cmplexe toon bestaande ult meerdere harmonl.-schen.
D)
Als vervolger<periment kan worden aanbevolen een 2 Èoon experiment net
simultane complexe tonen dle teder bestaan ult 2 hannonlschen, waarblJ
door nanipulatle van de stlmulus seË en de aanbiedlngsfrequentle eeo meer
unlforme verdellng van de stlnull over de cellen kan worden verkregen.
Voordeel van het gebrulk van slechts leree harmonlschen lÍgt in de
beperklng van het aantal relevante fyslsche parameEers Èot 2 r,mardoor de
analyse plaats kan vinden ln rulnÈen beperkt tot maximaal 3 dimensles.
Verder kan neË E!íee hannonischen door aanbledlng van orn aan llnks en
n*lrrfl aan rechts rrrorden onderzocht of sinultane centrale lnterpreEatle
4.1
HET I.P.O. DGERIMENT }ÍET 2 HARMONISCITEN
EXP ERII'{E NT BE SCITRIJVI NG
Dlt psychoakoesÈlsche experiment, opgezet naar aanleldÍng van het M.I.T.
experlment,, bestond ulE 24000 uuzikale lntervalaanbledlngen verdeelt over 4 proefpersonen. De proefpersonen kregen net als 1n het M.I.T. orperÍroent
de stlnull ln een gelulddlehte kamer aangeboden en konden hun antwoord op
een toetsenbord terugspelen. De inEenrallen (tussen de grondfrequenties) \{erden weer samengest,eld uit pernnutatles van de grondfrequent,les (fO):
200-225-250-267-300, welke overeenkomen met de noten DO-RE-MI-FA-SOL
(zuivere stemmlng). Van ledere grondfrequenEie Irerden nu 2 opeenvolgende
harmonlschen aangeboden met \{eer als eersle harmonlsche nutrmers tr en n lopend van 2 tnt 7. (ZLe fíg.21 voor een stloulusvoorbeeld.)
VOLTS
"*)
figuur 2l; Een sËlmulusvoorbeeld van het I.P.0. experlment.
Orudat bfj het M.I.T. experlment de urilsons (DO-DO RE-RE enz.) bijna
perfecÈ scoorden rrerden ze bfJ d1È o<periment nlet meer gebrulkt. Dlt
geeft dan l0 nogeliJke lntenrallen Íeder op 36 manleren Ce representeren,
dus in het Èot,aal 360 nogeltJke sEiroull net een kansnÍ.veau van rcf .
SÈlnull waarvoor D, Broter las als 15% werden nlet gebrulkt cm zodoende
meer daËa punten 1n het lnt.eressante gebled tussen de 4 en L0"Á te
verkrljgen. l'ÍeE diË criterfu:rn kwam het aantal verschlllende stimuli uit
op 92, waarblj dan ook nog de aanbledlngsfreqr:entle zodanlg werd
SECONOS HEFIÏZ
genanipuleerd dat de stlmulusdlchtheid, blj een celparameter keuze van D.,
en D, van 2"Á, tnlform was.
Van de proefpersonen hadden er Erdee (lU en JE) een formele muzikale tralnlng en Elree (HB en M0) een lufornele. Ze kregen als test eerst een
zulvere toonrepresentatie (dichotlsch) van de lntenrallen. Scores blJ deze test lagen in de orde van 997.. Híetna werd heczelfde gedaan voor een 4-Èoon representatie (dlchotisch) waar de scores ln de orde van 95"Á
lagen.
Voorafgaande aan de elgenlljke experÍmenEen rrerden de proefpersonen eerst
1n de synthetlsche mode gebrachE door ze 4-Eoon stlmull net feedback te
geven. Bij deze 4-toon stlnull zijn de vÍrtuele toonhoogten sterker zodaL
genakkelljker wordt overgeschakeld op synthetlsch luisteren. In de eerste
fase van het experlment rrerden, oro de proef personen vertrouwd te rnaken
oet synthetisch luÍsteren, ook nog 4-Èoon stimull sequentleel aangeboden.
A : Arpltfl6r (PrF5[70) AP DÀC NI I DF HA Áa ErcordPancal
DÍ8ÍÈaal Araloog Convercer
tbofdTclefoon (Teleptonlcs TDH-49P)
Los Pasg Flltar
tbnlÈored ArcênuEor (PH-5 180)
f.Lguut 22i De neetopsÈelllng
Stfunull duurden I sec, werden dlgitaal gegenereerd en randm door een
computer aan de proefpersonen dloclsch of dlchotlsch aangeboden (z1e
neeËopstelling f19.22) . fu fO deÈectie door venrornlngsproducÈen ln het
oor (f ff Z 2f.L-f.Z enz.) tegen te gaan r€rden de stlnull op ongeveer 30 dB
SL aangeboden. Hlertoe rNerd vau Íedere proefpersoon een audlograu gemaakt ( gehoordrenpelnetlng) aau de hard r.raanTan de loudness in dB SPL werd
sterk 1n dB SPL. (Drs onder deze condities ook orgeveer even sterk ln dB SL. )
De proefpersonen kregen geen feedback cmdat het aantal verschlllende
stlnull (92) zo l,aag was dat, er kans best,ond op het leren van artefacten
( Stinult herkennlng op grond van nlet relevante crlterla zoals bv
zwevlngspatronen.) Proefpersonen konden wel op ieder morenË ln een
meetsessle een ttlearn loop" aanroepen waarbij ze dan zeLf een patroon konden opvragen Írat vervolgens werd uitgespeeld EeE een randm rePresen-EaÈie ult de toÈale set van 360 stfunul1.
De software voor de berekenlng van de stlnull, besturlng ven het
experlment en de bewerking van expertroentele gegevens rdes nog nlet
aanwezig en rmrdt in de appendlx gegeven.
4.2 UITWERKING I.P.O. E)GERIMENT
4.2.1.
CONCRETE UITWERKING I"ÍET DE DELTA A}IALYSE PARAMEÏERSNet als
in
3.2.1. êo 3.2.3. zullen de resultaten geanalyseerd rrcrden door Eoepasslng van het. analyse schena op de delÈa parametersdle
op dezelfdewIJze
zljn
gedeflnieerd. Wekrijgen
nu een tlree dlmensionalestimulus-rulmte begrenst door de 3 llJnen; (zLe f.Lg.23)
Ll:
Dl-0L2: Dr-Dr=0
Ul:
D,-MN(=0D, - MAX= 0
figuur
23; De stlmulusruinteln
de n2Identiek aan het 3-dlnenslonale geval krlJgen rle nu de afsËandsordening Dt , D2, M2.
ht
tT'-MZ=
V{+Di
(trlviale
rnerrlek)Toegepasslng van het schema op deze analyse paraueter (net als ia 2.2 is ook hier de metrlsche verschil frequentleafstand weer de beste analyse
A)
(i)
3 Parameters: Pt]N-3
pZlDl '3',
aanbledÍng dlorlsch
of
dlchotischproefpersoon
/-u, = 1/oi+ni(11)
Aanral,berelk:prl2,
DIoTIC/DICHOTIC Pzl 4,rqzlHB/Mo/JEPfl
11, cellen 0(M2<2.5. ...25(M2(
iri-)
2tc4 GrafLeken ( Arg) ln
2-dln nrimren (N,tror Nr=l) Assen:
\,
Z CORRECT (zí-e flg.24)(lv)
De dtchotlsch scores llggen net alsblJ
het,!í.r.T.
experlment rdeer hoger dan de dlotlsche. Erls
wel correlatie tussen de correctsco-res eÍr de M, paraneter naar mlnder st,erkals
bÍJ het M.r.T.expe-rlnenÈ. vooral
blj
2 proefpersonen, de mrnst getralnde (HB/MO), isde correlatie
vrlj
slecht. Deze scoren belden ookin
de eerste eel(\<2.57") raag rn Èegensrerling
tor
de Ewee andere.ook rtJken ze
last te
hebben van dichot,lsche lnt,erferentle. (Scoresin
de eerstecel1en ziJn
ln
beide gevallen laag) verschillen russen deproefper-sonen zlJn te grooÈ
m
sommatle te verantwoorden, wel-lser
neer detendens
m
nlnlnaalte
scoren al s 4T"eIr<I22.B)
(1)
4 Paramerers:prl
aanbledlng dlotischof
dichorischI'l=4
Prl
proefpersoonrrr
Dr P4l D2(ri)
Aanral,bereik:prJ2,
DroTIc/DrcHoTIC,Zl
L,
tLzP:l
Il,
cellen 0(Dr(2 .....
zO(DlP+l
ll,
cellen 0<D2<2..o..
2O(D2(111) 2 Grafteken (A-2)
ln
3-dln nilmten (Nl,N2-l)Assen: Dl, D2, Z CORRECT (zle fíg.25)
(lv) Deze analyse wordt alleen voor d.e beste De correlat,ie rms zo slecht (vooral voor nlet erg zinvol lljkt. Cellen laarvan D, scoorden vaak onverr.rachE laag.
proefpersoon (MZ) gegeven. IIB/MO/JE) dar deze analyse
en D, groot, Ímren
diotic
P o 0) L o ox
+, (J c) L L o c) àe +J c) 0.1 L L o c) àa +J () Íl) L c o c) àe P (J c) L L c, (J àa +J C) 0) C-L o c) àe +J (J c) L c o o èa 7\ffi
L4ln%
7\4q
L4lnX
t=95X conf ldenee lntenval
?
NOTES COFFECT?
HAFMONICSflguur
als
functledichotlc
diotic
cl lchot 1cdiotic
+J C) c) c-dlchotlc
diotic
dlchotlc
àe
c
.t{ lCA.J.JOC % 1CA.J.lOC % flguur 25; Correct scoresals
functie van Dl rD2a
CJ Hz
l-/ (DbÍ
+) -Lc
-Á
cu c) C)CF
9cJ.:
trl
t4- tc(T
v c:-l-J èeLo
r^
?TJ
F** FO
z
c\l.ru
ox
c
-t-t O - r-'l +)o
-c. c)E
C) -11 +Jo
- Í-l€
o 454.2.2.
VERDERE UITWERKING I.P.O. E)PERIMENTNa de \.ret teleurst,ellende resulcaten van de delta analyse met hode 1s
gezocht naar eeo oorzaak. Een eerste oprnerklng becreft de stinull verdellng over de cellen. Ondet voor sonmlge cellen slechts êên
represen-taEle mgellJk r*as werden st,1null ult deze cellen veel vaker aangeboden
dn een unl.forme cel dlchtheld Ee verkrlJgen. tlordt zo'o. stlrnulus fout beantwoord dan krijgen r€ een blJzonder lage score ln desbetreffende cel; deze manler van stlnuli dlstributie ls daarm gevoeliger voor artefacten
dan die van het M.I.T. experfuuent. Verder ls een belangrÍjk verschll uet
het i'{.I.T. experlment het aantal harmonlschen. Vlrtuele coonlDogte
waarnemlng met twee harmonischen ls VrU noelllJk, de proefpersonen
hebben de nelglrg m de fyslsch aanwezlge frequentles te gebrulken cm een
lntenralschaËting te maken. h d1Ë te onderzoeken 1s van stinull d1e het laagsÈ scoordenr p€r proefpersoon bekeken waE de opEredende verÍíarrlngen waren. UIE deze analyse ( zie cabel 3) blljkt inderdaad dat proefpersonen
vaak de fyslsch aanwezige lnt,enrallen tussen de harmonlschen gebrulken
voor hun lntervalschattlng en nleÈ de virtuele tntervallen tussen de nlet aanwe zige grondfreqtrentles .
Een mlnder belangrlJk verschll ls de lagere lntensiËelt (:O db SL) van de sÈlnull van het I.P.O. experlment. Ilet 1s uogellJk dat blj een niveau van
50 dB SL zoals btJ het M.I.T. experlmenE ls gebrulkt venror-mlngsproducten
extra bijdragen geven Ëot f0 vmarneming.
On te onderzoeken hoe belangrlJk het analytlsch luisteren a1s fouÈoorzaak
rrEls ls nog eenzelfde analyse gedaan als 4.2.t. A) en B) rnaar dan
uitsluÍtend oP synthetl.sche daEa punt,en. h Èe besllssen of een sËlmulus
fout werd geÏnterpreÈeerd door analytlsch lulsteren ls de volgende
procedure ultgevoerd. Van ledere fout beantwoorde stlmulus zlJn de ln de
sÈimulus aanwezlge fysische lntervallen berekend. A1s één van deze
tntervallen bl.nnen L"Á gelljk ls aan het lnterval van het antwoord dan wordE deze stlmulus nlet ln de analyse gebrulkt. llerhallng van 4.2.1. A) en B) geeft dan:
BEWERKTE FILE VER[.'ERKT PATROON EeancÍroord patroon teantwoord Patroon SeanCltnord paCroon BEWERKTE FILE VERI,TERKT PATROON geanÈnoord paÈroon geanÈt.,oord paÈroon SeanÈrDord peÈroon SeanÈr.Eord PaÈroon geanÈr.tOOrd pa Èroon geancwoord Patroon geant\roord paLroon geanÈlroord paÈroon geanErDord Pacroon BEWERKTE FII.E VERI.'ERKT PATROON geantwoord paÈroon teanÈuoord Petroon Seantnoord Patroon teanÈríoord Patroon BEWERKTE FILE VERWERKT PATROON geanÈwoord Patroon Seantrdoord PaÈroon SeanÈrroord PaÈroon BEWERKTE FILE VERT.IERKT PATROON geanc$oord páÈroon geanÈrJoord paÈroon SeanÈuoord Patroon Seancrroord PaÈrooo BEWERKTE FILE VERWERKT PATROON geenÈreord pa Èroon SeanÈwoord paÈroon SeanÈwoord PaÈroon 8eant.$roord pacroon geanÈwoord paÈroon SeantrJoord paÈroon SeanÈwoord pat.roon SeanÈr.roord pecroon BEWERKTE FILE VERI.'ERKT PATROON geanÈrroord PeÈroon geantlroord PaÈroon Seantuoord PaÈroon geenÈnoord petroon geanÈuoord PaÈroon SeanÈwoord patroon geantrÈord Pacroon BEWERKTE FILE VERI.'ERKT PATROON geanÈsoord PaÈroon Seantrcord PaÈrooÍr : FREQ.VERHOUDINGEN: freq.verhoudlng : freq.verhoudlng : freq.verhoudÍng ! FREQ. VERHOUDINGEN: freq.ve rhoudÍng : freq.verhoudÍng : freq.verhoudlng : freq.verhoudlng i freq.ve rhoudlng : freq.verhoudl ng : freq.verhoudlng : freq.verhouding : freq.verhoudÍng : FREQ.VERHOUDI NGEN: freq.verhoudÍrg : freq.verhoudlng : freq.verhoudlng : freq.verhoudÍng : FREQ. VERHOUDINGEN: freq.verhoudlng : freq.verhoudtng :
freq .ve r toudt ng :
: FREQ.VEzuIOUDINGEN: freq.verhoudlng : freq.ver houdl ng : fr eq.verhouding : freq.verhoudlng : FREQ. VERHOUDINcE N: freq.verhoudlng : freq.verhoudl ng : freq.verhoudlng : freq.ve r houdtng : freq.ve rlrrudlng : freq.verhoudlng : freq.verhoudlng : freq.verhoudlng :
FREQ. VERHOUDI NcEN:
freq.verhouding : freq.verhorrdlng : freq.verhoudlng : freq . ve r to udl rg : freq.verhoudtng : freq.verhoudl ng : freq.verhoudlng : FREQ.VERHOUDINGEN: freq.verhouding : freq.vertnudlng : 1.00 l.tr 1.20 r.20 r.33 1.33 t.50 r.33 1.20 1.00 l. l l 1.20 t .20 1 .33 1.33 t.l3 1.25 I .50 l.ll l.t9 l .13 I .20 l.l2 1.00 l.rl 1.20 1.20 1.33 r.33 l.13 1.50 1.33 r .20 1.04 l.13 l.l3 t.l7 l.17 l.3t t.13 r.25 l .33 1.00 l.n 1.20 1.20 1.33 1.33 I .50 l.ll l.3l 1.20 1.00 I.ll I .13 t.25 I .50 t.ll l.19 r.33 l .20 l.l2 1.00 l.ll t.t3 t.25 1.33 I .50 l.lt I.33 t.20 1.20 1.20 1.33 1.33 1.20 t.20 1.33 1.33 1.04 l.l3 l.l3 l.17 t.t7 l.3l l.13 l.ll MN aanÈal aanÈal aanÈa1 HN aan tal aantal aanÈal aanÈal aanÈal aanÈal aa nÈal aancal aanlel HN eanÈaI eenÈel aancal aental líN aanÈel aental aanÈal MN aanÈal aantal aanÈaL aanÈ al, ftN aantal aanÈal aaot.al aanÈal aa ntal aencál aanÈal, a6ncal MN aantal aenÈaI aantal aanÈaI aantal aanÈal aantal MN aanÈaI aancal HB dloclc 15 5 3 123 ll 4 l5 4 23 ll 24 I 25 72 34 l 357 454 dlot lc 53 8 l0 69 dÍot lc 53 59 l0 L7 t tlz l5 l5 25 35 MO t5 t2 l) 25 35 JE dloÈlc L2 66 L2t 13 4 14 35 tlz l5 l5 23 25 35 dic ho c lc 53 l4 3 2 69 llB dlchotic 15 5 3 12 14 13 I 15 l0 23 19 242 25 19 35 15 457 l0 dlchoÈtc 15 5 3 122 13 t L4 I l5 t5 23 1 25 52 35 JE dlchotÍc lz 66 L2 49 232
ver\rarring van de stlnulus ltret de hoogste foutscore
3; Eabel