Vraag nr. 9
van 10 oktober 1995
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN
Marokkanen in Brussel – Nederlandstalig gemeen-schapsleven
In een van de vraaggesprekken die de minister sedert haar aanstelling weggaf, vernemen we dat we moeten pogingen ondernemen om de Marokkanen in Brussel, die zich door hun afkomst meer met de Franse cultuur verbonden voelen, bij het Nederlandstalig gemeen-schapsleven te betrekken. Evenwel zou dit volgens de minister "zijn tijd nodig" hebben.
Aan welke tijdspanne denkt de minister daarbij ? Hoe groot is het deel van de Marokkaanse gemeen-schap dat zij binnen die termijn hoopt te betrekken bij het Nederlandstalig gemeenschapsleven ?
Antwoord
Ik weet niet naar welk interview in de vraag wordt ver-wezen, maar ik ben er inderdaad van overtuigd dat het een belangrijke opdracht is van de Vlaamse Gemeen-schap de migranten te betrekken bij het Nederlandsta-lig gemeenschapsleven. Hoewel de Marokkanen onder de migranten in Brussel veruit de talrijkste groep vor-men, mogen de initiatieven die hiervoor worden geno-men zich niet tot hen beperken.
Nu reeds worden in het kader van de integratieprojec-ten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie verschei-dene initiatieven in deze zin genomen. Ook het succes van de lessen Nederlands voor migranten bewijst dat, in tegenstelling tot een aantal hardnekkige vooroorde-len, de migrantengemeenschappen niet per definitie met de Franse cultuur moeten worden verbonden. Het betrekken van de Marokkaanse en de andere migrantengemeenschappen bij het Nederlandstalig gemeenschapsleven is een proces dat niet in "tijdspan-nes" kan worden gevat. Evenmin lijkt het mij zinvol om een kwantitatieve prognose te maken inzake het bereikbare doelpolitiek.