Vraag nr. 2
van 24 oktober 1995
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Bruisend Brussel – Voorstelling taalgebieden
Op één van de landkaarten die te zien waren op de ten-toonstelling Bruisend Brussel in Haarlem, werden de taalgebieden aangegeven.
Het is eigenaardig dat enerzijds gebieden als het Komense of de Platdietse streek zonder meer als beho-rend tot het Franse taalgebied worden aangegeven, ter-wijl Zuid- of Frans-Vlaanderen ingekleurd is als Neder-lands dialectgebied.
Deze laatste omschrijving kan toch ook gelden voor het Komense, of voor de Platdietse streek waarvan, uit een Europese studie van enige jaren geleden, bleek dat 16.000 van de 18.000 inwoners nog courant het Lim-burgs dialect praten.
Vanwaar deze verschillende benadering ? Wordt of werd dit euvel alsnog verholpen ? Antwoord
Het Vlaams parlementslid merkt terecht op dat op de tentoonstelling Bruisend Brussel in Haarlem een land-kaart hing waarop het Nederlandse taalgebied in Euro-pa wordt gesitueerd. Deze landkaart werd niet alleen in Haarlem gebruikt, maar voordien ook, weliswaar in de respectievelijke landstalen, in Madrid, in Lissabon en in Galway.
Komen en wat het parlementslid de Platdietse streek noemt, worden inderdaad als behorend tot het Franse taalgebied aangegeven, maar wat hem blijkbaar ont-gaan is, is dat Voeren als zonder meer behorend tot het Nederlandse taalgebied wordt aangeduid, alhoewel ook Voeren, net zoals onder meer Komen en Moeskroen, een gebied is met taalfaciliteiten.
De reden van deze vereenvoudigde voorstellen van de Belgische taalgebieden is het opzet van de kaart : in het buitenland tonen waar in Europa Nederlands wordt g e s p r o k e n . Een bijkomende afzonderlijke aanduiding van de gebieden met een bijzonder taalstatuut zou de duidelijkheid van de boodschap hebben geschaad. Overigens kan ik mij niet inbeelden dat het parlements-lid graag zou gezien hebben dat Voeren zou aangeduid worden als een gebied behorend tot het Nederlandse en tot het Franse taalgebied.